Listing 1 - 10 of 49 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Doelstelling: De literatuurstudie heeft aangetoond dat bij het woordenschatverwervingsproces in een vreemde taal veel verschillende aspecten een rol spelen. Twee zaken werden echter nog niet uitvoerig besproken in de literatuur: het belang van tijd en het belang van inspanning bij het leren van woordenschat. Op die manier ontstonden twee hypotheses: de tijdshypothese stelt dat studenten die eerder hun woordenschat leren, ook betere resultaten zullen scoren op het examen. De inspanningshypothese luidt dat wie meer inspanning levert om de vertaling van een woord te achterhalen, ook beter de vertaling van het woord zal onthouden. Middelen of methode: Om na te gaan of de twee hypotheses kloppen, werd een experiment uitgevoerd in het eerste semester van het academiejaar 2010 – 2011 in het eerste bachelorjaar voor het opleidingsonderdeel E1PA_WO Engelse woordenschat van Hogeschool Gent Vertaalkunde. Er zijn twee groepen, waarvan één groep studenten de les een kwartaal eerder volgt dan de tweede groep. Beide groepen weten aan het begin van het jaar dat het leermateriaal zelf ingestudeerd moet worden en dat ze het schriftelijk examen op hetzelfde tijdstip zullen afleggen. Dit examen bestaat uit 30 woorden van verschillende woordsoorten, zoals adjectieven of werkwoorden, al dan niet vergezeld van context, en idiomatische uitdrukkingen. Bij aanvang van de lessenreeks krijgen de studenten de opdracht om vertalende woordenlijsten op te maken van de woorden uit het handboek en die met de andere studenten op een elektronisch leerplatform te delen. Op die manier ontstaan meerdere categorieën van woorden. Er werd onderzocht of er sprake is van een normale verdeling van de scores die de studenten op het examen behaalden, en een T-test werd uitgevoerd om na te gaan of er een statistisch verschil is tussen de scores van de studenten uit het eerste en die uit het tweede kwartaal. Resultaten: Het onderzoek heeft de tijdshypothese bevestigd en aangetoond dat studenten die de woordenschatlessen vroeger krijgen, ook hogere resultaten behalen op het examen. De inspanningshypothese, daarentegen, wordt tegengesproken: studenten behalen hogere resultaten voor de woorden uit de zelfstudielijst van een medestudent dan voor de woorden waarvan ze de vertaling zelf opzochten. Hiervoor werd echter niet meteen een verklaring gevonden. Aangezien er zoveel verschillende aspecten een rol spelen in het woordenschatverwervingsproces, is het moeilijk te bepalen of dit verschil in resultaten enkel toe te schrijven is aan het feit dat een medestudent de vertaling opgezocht heeft. Naast deze twee hypotheses, werden nog een aantal belangrijke aspecten op het gebied van woordenschatverwerving onderzocht. Zo werd de invloed van lessen op de resultaten nagegaan en aangetoond dat woorden die de studenten in de les aan bod kwamen, met betere resultaten geassocieerd kunnen worden dan woorden die de studenten enkel in zelfstudie zagen. Daarnaast bleken studenten gemiddeld hogere resultaten te behalen voor stamverwante woorden. Ten slotte werd nagegaan of de vertaalrichting of de aanwezigheid van context een effect hebben op de resultaten. De resultaten tonen echter aan dat de vertaalrichting geen impact heeft maar de aanwezigheid van context, daarentegen, wel een impact heeft op de resultaten. Het valt vooral op dat woorden vergezeld van een stukje context met een hoger percentage half correcte antwoorden geassocieerd kunnen worden dan woorden in isolatie.Dit onderzoek heeft niet alleen bevestigd dat het aan bod komen van woorden in de les, stamverwantheid van woorden en context een impact kunnen hebben op de actieve woordenschatkennis, maar ook dat het tijdstip waarop de lessen aangeboden worden een kleine rol hierin speelt.
Choose an application
Doelstelling: Een theoretisch onderzoek van het onderwijs van het Nederlands voor anderstaligen (NT2) in Gent. Een overzicht van enkele didactische methodes in het NT2-onderwijs: cooperative working, peer to peer, peer monitoring, peer teaching en taakgericht onderwijs. Een overzicht van het programma van de Vlaamse Dienst voor Onderwijsontwikkeling inzake NT2-onderwijs en het Huis van het Nederlands in Gent. Een analyse van het handboek "Zo Gezegd" dat wordt gebruikt in de NT2 lessen in het Gentse PCVO. Lessen bijwonen in 10 verschillende niveaus van het PCVO Gent. Een veldonderzoek uitvoeren a.d.h.v een enquête in 4 niveaus van het PVCO Gent met bijbehorende conclusies. Middelen of methode: Voor het theoretisch gedeelte: opzoekingswerk in werken i.v.m. NT2-onderwijs, taalonderwijs en didactische principes. Voor het praktisch gedeelte: - opstellen van 5 parameters voor de observatielessen, namelijk functionaliteit van het boek, grammatica, verbeterrol van de NT2-docent, interactie en cultuur en interculturaliteit. - een zelf opgestelde vragenlijst met 15 vragen, die voorgelegd werd aan 21 cursisten in 4 verschillende klassen NT2 van het PCVO Gent. Resultaten: Het onderwijs NT2 in het PCVO Gent kan rekenen op een groot aantal studenten die lessen kunnen volgen in 10 verschillende niveaus. Het voornaamste doel van de lessen NT2 is een vorm van sociale en professionele redzaamheid bieden aan anderstaligen. De observatielessen en de enquête wijzen uit dat er toch nog enkele tekortkomingen zijn. Sommige cursisten willen onder andere nog meer kunnen praten en meer gebruik maken van audiovisuele middelen.
Integratie. --- NT2. --- Studie in de (vreemde)taalverwerving. --- Volwassenenonderwijs.
Choose an application
Doelstelling: Met deze masterproef willen we nagaan of er een verband is tussen de verspreiding van meertalige jongerenvariëteiten of jongerentalen in Europa en het groeiende succes van de hiphop cultuur. Hiervoor worden twee dingen onder de loep genomen namelijk de aanwezigheid van jongerentaal in de media en de rol die de media kunnen spelen in de verspreiding van jongerentaal onder de jongeren. Middelen of methode: Voor het theoretische gedeelte hebben we de fenomenen straattaal en jongerentaal kort toegelicht. Vervolgens hebben we een overzicht gegeven van de geschiedenis van de hiphop cultuur en zo de link gelegd met de situatie in Europa, meer bepaald in Nederland, België en Duitsland. Het empirisch onderzoek is tweeledig. Enerzijds hebben we een kwalitatieve analyse uitgevoerd waarbij we zijn nagegaan hoe en in welke mate de jongerentaal, in deze masterproef meer specifiek de citétaal uit de Limburgse mijnwijken, al dan niet aanwezig is in de media en in de teksten van Limburgse rappers. Anderzijds hebben we een enquête-onderzoek gedaan om te achterhalen of de leerlingen vaak citétaal spreken en of de media hierin een al dan geen rol speelt. Resultaten: Uit dit onderzoek blijkt dat er een link kan bestaan tussen de verspreiding van jongerentalen en het groeiende succes van de hiphop cultuur. Onze analyse bewijst dat citétaal wel degelijk aanwezig is in de teksten van Limburgse rappers en in de media. In België is de jongerentaal vooral aanwezig op het internet, meer bepaald op YouTube en Facebook. De nationale media besteden momenteel nog geen aandacht aan het fenomeen jongerentaal.Hoewel de enquêtes lijken aan te tonen dat de hiphop cultuur een rol speelt, is het niet duidelijk in welke mate hiphop de verspreiding versnelt. Verder onderzoek zal moeten aantonen welke andere factoren hierbij een rol zullen spelen.
Citétaal. --- Hiphop. --- Jongerentaal. --- Straattaal. --- Studie in de (vreemde)taalverwerving.
Choose an application
Doelstelling: In deze Masterproef beogen we, in een eerste theoretische gedeelte, een algemeen kader te schetsen van allochtone kinderen in en doorheen het Vlaams onderwijs. We lichten onder meer toe: de evolutie van het Vlaamse onderwijsbeleid in het licht van een groeiende immigratiesamenleving, het geringe schoolsucces van allochtonen, het effect van etnische segregatie in het onderwijs, en de meerwaarde van initiatieven zoals intercultureel onderwijs en onderwijs in eigen taal en cultuur. In het praktische gedeelte gaan we na hoe constructief wordt omgegaan met culturele en talige diversiteit op school en meer bepaald welke plaats de moedertaal van allochtone kinderen krijgt binnen het Vlaamse onderwijssysteem. Middelen of methode: Voor het theoretische gedeelte baseren we ons op een beknopt literatuuronderzoek. Voor het praktische gedeelte voeren we een casestudie op Freinetschool Mandala gelegen in de wijk Rabot te Gent, waar het project “thuistaal op school” onder begeleiding van de Pedagogische Begeleidingsdienst Gent vorig jaar werd geïntroduceerd. Aan de hand van observaties in de klassen van Mandala, en gesprekken met sleutelfiguren zoals directie, klasleerkrachten en GOK-leerkrachten, trachten we na te gaan hoe meertaligheid en de thuistaal van de kinderen constructief ingezet wordt met het oog op beter onderwijs en een betere verwerving van het Nederlands. Resultaten: We kunnen concluderen dat de thuistalen van allochtone kinderen nog te vaak als een handicap beschouwd worden voor hun integratie in de maatschappij en voor hun Nederlandse taalverwerving. Toch kunnen we vaststellen dat positief omgaan met meertaligheid in het onderwijs, en meer specifiek met de thuistalen van de leerlingen, van primordiaal belang is voor het welbevinden en het gevoel van eigenwaarde bij de leerlingen. Ten tweede zijn er heel wat argumenten aangebracht die erop wijzen dat een positieve houding tegenover meertaligheid het effect van het onderwijs in en van het Nederlands zou kunnen versterken.
Meertalig onderwijs. --- Meertaligheid. --- Moedertaalonderwijs. --- Studie in de (vreemde)taalverwerving. --- Tweedetaalverwerving.
Choose an application
Doelstelling: De basisschool ‘Ecole Actuelle Bilingue' (EAB) in Dakar, Senegal, biedt naast het klassieke programma waarin één uur Engels per dag geïntegreerd is, sinds september 2006 immersieonderwijs (50% Frans, 50% Engels) aan. Sinds dit schooljaar wordt het immersieprogramma in de derde cyclus (CE2 en CM1)geïntroduceerd. Hoewel nieuwe leerlingen aanvaard worden, vraagt EAB dat zij over een uitstekende kennis van de eerste en minimale communicatieve mondelinge vaardigheden van de tweede taal beschikken. Met onze masterproef analyseren we de vaardigheden Frans en Engels van de nieuwe leerlingen in vergelijking met hun klasgenoten van CE2 en CM1. We gaan na waar de school de introductie kan vergemakkelijken. Middelen of methode: Tijdens een inleidende literatuurstudie over vreemdetalenonderwijs en taalverwerving hebben we testen Frans en Engels volgens het niveau A1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader, alsook evaluatiefiches en persoonlijke fiches samengesteld, gebaseerd op bestaand materiaal. Daarna hebben we tijdens een verblijf van vier weken in Dakar de testen afgenomen. De eerste week hebben we lessen in alle klassen van EAB bijgewoond en gesprekken met de leerkrachten gevoerd. Aan de hand van deze gesprekken, de observatie, de literatuurstudie en de testresultaten, proberen we antwoorden op onze vragen te vinden. Resultaten: We constateren dat EAB ook nieuwe leerlingen aanvaard die niet over minimale communicatieve mondelinge vaardigheden van de tweede taal beschikken. Eveneens merken we dat de leerlingen, in het bijzonder de nieuwe, meer moeite hebben met de schriftelijke dan met de mondelinge vaardigheden, in beide talen. Bovendien hebben leerlingen die problemen ondervinden met bepaalde vaardigheden in de moedertaal, vaak ook moeilijkheden met de overeenkomstige vaardigheden in de tweede taal. Wat betreft de mondelinge vaardigheden, constateren we dat de nieuwe leerlingen meer moeite hebben met de correcte uitspraak van de tweede taal. We zien eveneens dat Engelstalige leerlingen in een Franstalige context vaak sneller de communicatieve mondelinge vaardigheden van het Frans oppikken dan omgekeerd. Motivatie en persoonlijkheid van het kind kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Ten slotte kunnen Franstalige, anders dan Engelstalige leerlingen die moeilijkheden hebben met de tweede taal, voor het klassieke programma aan EAB kiezen. Engelstalige leerlingen kunnen voor een Amerikaanse school opteren. We besluiten dat de bijlessen Frans en Engels, de aangepaste examens en het mentoraat tussen de leerlingen onderling onmisbaar zijn voor de integratie van nieuwe leerlingen.
Choose an application
Doelstelling: Een analyse maken van de literaire procedures die in de tekst "Un an déjà" gebruikt worden, en een studie maken van de verschillende politieke en culturele verwijzingen. Middelen of methode: De literaire procedures die gebruikt worden benoemen en definiëren. De rhetorische beelden werden geklasseerd naar soort en de politieke en culturele verwijzingen werden onderzocht en nader verklaard. Resultaten: Inzicht krijgen in de verschillende soorten stijlfiguren en het gebruik ervan in een journalistieke tekst. Door het ontcijferen van de politieke en culturele allusies, een beeld krijgen van de politieke toestand en gebeurtenissen in Frankrijk sinds Sarkozy aan de macht kwam.En tenslotte de hoofdideeën en argumenten van de schrijver, Marc Lambron, uit de allusies en ironische verwijzingen halen.
Choose an application
Doelstelling: Dit werk probeert te achterhalen hoe wetenschappers staan tegenover het gebruik van grammaticale vertaaloefeningen in het vreemde taalonderwijs en het vertaalonderwijs en of dit soort oefeningen nog vaak gebruikt wordt in het vertaalonderwijs. Middelen of methode: Er werd een literatuuronderzoek gedaan in boeken en artikels over grammaticaal vertalen. Voor het tweede deel van dit werk werden commerciële websites en boeken, die grammaticale vertaaloefeningen aanbieden, onderzocht om erachter te komen wat voor soort oefeningen vooral aangeboden worden. Ten slotte werden ook de studiefiches op de websites van verscheidene vertaalscholen uit heel Europa onderzocht om erachter te komen of zij het gebruik van grammaticale vertaaloefeningen in hun lessen vermelden. Resultaten: De meeste wetenschappers zijn tegen grammaticale vertaling. Er zijn veel wetenschappers die echter wel het nut van vertaling in het vreemdetaalononderwijs inzien. Ze zijn veelal van mening dat vertaaloefeningen het best gecombineerd worden met een ander soort oefeningen, zoals communicatieve oefeningen. Op de commerciële websites werden de gewone grammaticale vertaaloefeningen het meest gebruikt: de student krijgt een zin, waarin een aantal grammaticale moeilijkheden verwerkt zitten, in zijn moedertaal of in de vreemde taal aangeboden en wordt gevraagd die zin te vertalen. De meeste vertaalscholen vermelden het gebruik van grammaticale vertaaloefeningen niet in hun studiefiches. De scholen die dit wel doen, vermelden het ook niet bij alle talen.
Choose an application
Doelstelling: In deze scriptie worden enkele geselecteerde fragmenten uit het werk Eh bien, dansez maintenant... van Marc Lambron aan een kritische analyse onderworpen. De stijlfiguren worden benoemd, gedefinieerd en nader verklaard. De politieke, historische, persoonlijke en culturele allusies worden geklasseerd naar soort en geduid. Ten slotte wordt een besluit getrokken over het effect dat de auteur bekomt door het veelvuldige gebruik van retorische elementen en allusies. Middelen of methode: Er werden vier fragmenten geselecteerd op basis van de inhoud en de datum. Daarna werd de tekst op cultuurhistorisch niveau gelezen om de betekenis van de verschillende soorten allusies te verduidelijken. Vervolgens werden de retorische elementen in de tekst nader verklaard met behulp van enkele referentiewerken. Resultaten: Het veelvuldig gebruik van retorische elementen, allusies, impliciete informatie en ironie tovert het werk Eh bien, dansez maintenant… om in een boeiende tekst waarin de auteur Sarkozy voortdurend bespot en bekritiseert. Uit de analyse blijkt dat die scherpe kritiek vooral verband houdt met Sarkozy's verslaving aan de media-aandacht. Hij spreidt zijn privéleven tentoon om zijn imago te versterken en de aandacht af te leiden van zijn politieke beslissingen. Lambron toont aan dat Sarkozy door zijn gedrag sterk aan populariteit inboet.
Choose an application
Doelstelling: I carried out a qualitative study on the relationship between the integration process and foreign language acquisition of a non-native newcomer from Indonesia, more specifically my stepsister, Alia Shanti. Middelen of methode: The study mainly consists of field research including participant observation and interviews based on personal experiences with my stepsister and by observing her behaviour in daily life activities. In doing so, I tried to gain a better understanding of her integration process and the way in which she adapts to her new environment. Subsequently, I gathered more information about her socialisation process through education by means of a semi-structured interview with the school coach of OKAN (OnthaalKlassen voor Anderstalige Nieuwkomers), welcome classes for immigrants. The interview data were recorded, meticulously ordered and transcribed in detail. I analysed the interview which was a starting point for a thematic analysis of a number of recurrent topics like language usage in a home and in a class context, and expressions of cultural tradition. In the last chapter, I contrasted this analysis with relevant literature on language, education and ideology with special attention for the concept of ‘labelling', referring to processes of homogenization and differentiation. Resultaten: I came to the conclusion that Dutch plays a central role in the socialization of the new educational context, but in practice it appears that a lot of attention also goes to the linguistic and cultural diversity of the newcomers. It is quite possible that this heterogeneous focus partly fades away when the ‘okanner' makes the transition to regular education. This might increase the risk of exclusion. Whereas, during the OKAN year, all the newcomers form one group of different linguistic and cultural background. As a result, differentiation is greater during the OKAN year then in regular education.
Anderstalige nieuwkomers. --- Etnografie. --- Integratie. --- Studie in de (vreemde)taalverwerving.
Choose an application
Doelstelling: Eerst en vooral kan gesteld worden dat het bij de vreemdetaalverwerving heel belangrijk is dat een student zich bewust is van het eigen taalvermogen. Ten tweede is het zo dat leerstrategieën een nuttig hulpmiddel zijn bij het leerproces. Deze studie wil dan ook onderzoeken hoe de studenten van Hogeschool Gent hun taalvermogen inschatten en of dit beeld overeenstemt met de werkelijkheid. Het zal ook onderzocht worden of studenten leerstrategieën gebruiken en zo ja, of dit gebruik het leerproces bevordert en het zelfvertrouwen verhoogt. Middelen of methode: De studenten werden eerst gevraagd om een enquête in te vullen waarin ze informatie gaven over hun zelfevaluatie en het gebruik van leerstrategieën. Vervolgens werd ze verzocht een taaltest te maken, waarbij hun effectieve talenkennis onderzocht werd. De resultaten werden vergeleken. Resultaten: Ten eerste werd opgemerkt dat studenten niet altijd een evolutie zien in hun leerproces. Ten tweede werd aangetoond dat het gebruik van leerstrategieën niet automatisch leidt tot een groter zelfvertrouwen. Tot slot blijkt dat studenten zichzelf vaak onderschatten.
Leerstrategieën. --- Perceptie. --- Studie in de (vreemde)taalverwerving. --- Talenkennis. --- Vreemdetalenonderwijs.
Listing 1 - 10 of 49 | << page >> |
Sort by
|