Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Français (langue) --- français (langue) --- participe présent. --- Participe --- Thèses et écrits académiques. --- Temps (linguistique) --- Participe présent.
Choose an application
Doelstelling: In deze scriptie onderzoeken we de vertaling van twee grammaticale constructies: de participe présent en de gérondif. We gaan ook na of er in het gebruik van de verschillende vertaalstrategieën bepaalde tendensen te onderkennen zijn. Middelen of methode: Een Franse versie van de roman La Chartreuse de Parme van Stendhal en twee vertalingen gescheiden in de tijd: een versie van 1948 en een van 2003. Corpusonderzoek Resultaten: DR(1948) vertaalt de participe présent vaak met een deelwoordzin, een hoofdzin of een bijwoordelijke bijzin. K(2003) heeft een voorkeur voor een hoofdzin, een bijwoordelijke bijzin of een relatiefzin. Voor de vertaling van de gérondif doet DR(1948) vaak een beroep op een bijwoordelijke bijzin, een hoofdzin, een voorzetselconstituent of een deelwoordzin. K(2003) gebruikt voornamelijk een bijwoordelijke bijzin, aangevuld met een voorzetselconstituent en een hoofdzin. De deelwoordzin wordt minder gebruikelijk als vertaling van beide constructies. De participe présent wordt echter steeds vaker vertaald met een hoofdzin. De bijwoordelijke bijzin en de voorzetselconstituent worden dan weer populairder als vertaling van de gérondif.
Frans. --- Grammatica. --- Gérondif. --- Nederlands. --- Participe présent. --- Roman. --- Stendhal. --- Vertaalonderzoek - schriftelijke taal. --- Vertaalstrategie. --- 19de eeuw.
Choose an application
Doelstelling: In deze scriptie onderzoeken we de Nederlandse vertaling van twee frequent gebruikte grammaticale constructies in het Frans: de participe présent en de gérondif. Daarnaast gaan we na of er verschillen bestaan tussen de vertaalstrategieën die gebruikt worden door vertalers van jeugdliteratuur en de vertaalstrategieën die gebruikt worden door vertalers van volwassenenliteratuur. Middelen of methode: Uit de Franse versie van het jeugdboek Tobie Lolness, La Vie suspendue hebben we de eerste 100 zinnen met een participe présent en de eerste 100 zinnen met een gérondif gehaald. Voor elk van deze zinnen zijn we in de Nederlandse vertaling nagegaan hoe deze vertaald werden. Vervolgens hebben we deze zinnen gerangschikt volgens de gebruikte vertaalstrategie. Hiervoor hebben we gebruikt gemaakt van de classificatie die Vandendriessche (2006) in haar scriptie heeft uitgewerkt. Via vergelijkende tabellen hebben we onderzocht welke de meest frequente vertaalstrategieën zijn voor beide grammaticale constructies en welke verschillen er bestaan tussen de vertaalstrategieën die gebruikt worden door vertalers van jeugdliteratuur en die die gebruikt worden door vertalers van volwassenenliteratuur. Resultaten: De participe présent wordt het vaakst vertaald door middel van een bijwoordelijke bijzin van tijd, een hoofdzin die ingeleid wordt door een nevenschikkend voegwoord of een voorzetselconstituent. Voor de vertaling van de gérondif wordt vaak een beroep gedaan op een bijwoordelijke bijzin van tijd, een hoofdzin die ingeleid wordt door een nevenschikkend voegwoord of een beknopte deelwoordzin. Er bestaan grote verschillen tussen de vertaalstrategieën die gebruikt worden door vertalers van jeugdliteratuur en de vertaalstrategieën die gebruikt worden door vertalers van volwassenenliteratuur. Bij de vertaling van de participe présent heeft de vertaler van volwassenenliteratuur in vergelijking met de vertaler van jeugdliteratuur meer nieuwe zinnen en relatiefzinnen geïntroduceerd. Hij heeft echter minder een infinitiefzin en een bijwoordelijk bijzin van tijd gebruikt als vertaling van de participe présent. Wat betreft de vertaling van de gérondif, gebruikt de vertaler van jeugdliteratuur meer dan de vertaler van volwassenenliteratuur een hoofdzin ingeleid door een nevenschikkend voegwoord, een beknopte deelwoordzin en een infinitiefzin. De vertaler van volwassenliteratuur gebruikt dan weer meer een bijwoordelijke bijzin van tijd en een relatiefzin om de gérondif te vertalen dan de vertaler van jeugdliteratuur.
21ste eeuw. --- Frans. --- Grammatica. --- Gérondif. --- Jeugdliteratuur. --- Nederlands. --- Participe présent. --- Timothée de Fombelle. --- Vertaalstrategie.
Choose an application
Doelstelling: In deze scriptie onderzoeken we de vertaling van drie grammaticale constructies: gérondif, participe présent en proposition relative. We doen dit aan de hand van twee in de tijd gescheiden vertalingen van dezelfde roman. De keuze van de drie constructies berust niet op toeval: ze hebben alledrie betrekking op de naamwoordelijke constituent en zijn er in meerdere of mindere mate afhankelijk van. We gaan na in hoeverre de verschillende graden van (on)afhankelijkheid ten opzichte van de nominale constituent weerspiegeld worden in de vertaling door het gebruik van bepaalde vertaalprocédés. Een ondergeschikt doel bestaat erin zicht te krijgen op de globale vertaalstrategie van de twee vertalers. Middelen of methode: Een Franse versie van de roman "Le rouge et le noir" van Stendhal en twee vertalingen gescheiden in de tijd: een versie van 1945 en een van 1989. Corpusonderzoek. Resultaten: De graad van (on)afhankelijkheid van de constructie is duidelijk zichtbaar in de vertaling van de gérondif en van de proposition relative, maar in veel beperktere mate in die van de participe présent. Globaal gezien is de vertaling van 1945 veeleer brontaalgericht en die van 1989 veeleer doeltaalgericht.
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|