Listing 1 - 10 of 906 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Vincent van Gogh had een uitgesproken voorkeur voor het schilderen van 'moderne' portretten. Hij wilde het karakter van de geportretteerden uitbeelden en er iets mee duidelijk maken van zijn tijd; ze zouden het verhaal moeten vertellen van moderne mensen en typen. Aan deze ambities van de schilder werd tot nog toe verrassend weinig aandacht besteed. Juleke van Lindert laat in dit boek zien hoe Vincents visie aansluit bij de ideeën van vooruitstrevende critici en kunstenaars uit zijn tijd. Zij keerden zich tegen de schildering van goden, heiligen en helden, die al sinds de renaissance gold als het belangrijkste genre in de kunst. Het portret zou daar de eigentijdse opvolger van moeten worden. De auteur baseert zich op belangrijk, tot op heden ongepubliceerd bronnenmateriaal, waaruit in de noten uitvoerig wordt geciteerd. Een groot aantal van Vincents portretten passeert de revue, zoals La Segatori, de kunst- en verfhandelaar Tanguy, de zoeaaf, madame Roulin als Berceuse, dokter Paul Gachet. Inspiratie ervoor vond Van Gogh bij impressionisten als Manet, Degas en Renoir, maar ook bij Delacroix, Rembrandt, en in de literatuur van Zola, de gebroeders De Goncourt en andere tijdgenoten.Evert van Uitert gaat in zijn bijdrage speciaal op de vele zelfportretten in. Sommige zijn op te vatten als uitdrukking van Vincents nerveuze aanleg - volgens de 19de-eeuwse visie het kunstenaarstemperament bij uitstek. Maar na de openbaring van zijn ziekte was schilderen voor Van Gogh een manier van overleven, en uit geldgebrek was hij genoodzaakt zichzelf als model te gebruiken. De zelfportretten waren in de eerste plaats schilderkunstige experimenten en oefeningen in het uitbeelden van verschillende typen.
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 10 of 906 | << page >> |
Sort by
|