Narrow your search

Library

KU Leuven (9)

KBR (8)

ULiège (1)


Resource type

dissertation (9)


Language

English (9)


Year
From To Submit

2009 (2)

2008 (2)

2007 (3)

2006 (1)

1995 (1)

Listing 1 - 9 of 9
Sort by

Dissertation
Coupled electromagnetic modelling of the Taymor-Ulitovsky process
Authors: ---
ISBN: 9789460180972 Year: 2009 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven


Dissertation
Computation of the permeability of multi-scale porous media with application to technical textiles
Authors: ---
ISBN: 9789056829131 Year: 2008

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Technisch textiel worden gebruikt als versterking in composietmaterialen. De doorlaatbaarheid of permeabiliteit van dit textiel is een belangrijke input voor de simulatie van het impregnatie onderdeel van het Vloeibaar Composietmouleren (Liquid Composite Moulding), een veel gebruikte productie-techniek voor composietmaterialen. Technisch textiel is een meerschalige poreuze structuur, en dus bekijken we de permeabiliteit op verschillende niveaus. De vezels van een draad bepalen de structuur op het microscopisch niveau. Een eenheidscel van het textiel, een deel van het textiel dat dezelfde permeabiliteit heeft als het volledige stuk, bepaalt het middenniveau. In dit werk introduceren we een snelle en nauwkeurige methode voor de berekening van de permeabiliteit van textiel. De methode is gebaseerd op de eindige differentie discretisatie van de Stokes vergelijkingen. De input voor deze RV-simulaties (Rekenkundige Vloeistofdynamica), is een eenheidscel van het textielmodel dat gemodelleerd is met programma's om textielmodellen te ontwerpen zoals bijvoorbeeld WiseTex of TexGen. Als ook de stroming in de draden zelf in rekening moet gebracht worden, dan worden de Stokes vergelijkingen lokaal uitgebreid met een strafterm, wat resulteert in de Brinkman vergelijkingen. De grootte van de straf kan analytisch bepaald worden aan de hand van de lokale eigenschappen van de vezels. We vergelijken in dit werk verschillende analytische formules voor de berekening van deze strafterm. We vergelijken de resultaten van onze berekeningen met experimenteel bepaalde permeabiliteitswaarden, voor geweven textiel, willekeurige-structuur textiel en textiel met ongebogen draad. Bovendien stellen we de resultaten voor van berekeningen op een speciaal ontworpen structuur. Experimenten op deze structuur hebben minder last van spreiding op de resultaten dan experimenten op textiel. We bespreken ook nog de invloed van vervormingen zoals afschuiving en nesten van verschillende lagen, op de permeabiliteit. Er bestaan verschillende methodes die de permeabiliteit van poreus materiaal schatten, zonder een 3D-RV simulatie. De Grid2D methode bijvoorbeeld, reduceert het 3D Stokes probleem tot een 2D Darcy probleem. In deze thesis onderzoeken we deze methode, en vergelijken de resultaten met onze RV-berekeningen. Een tweede methode die de probleemstelling reduceert, is de porie-netwerk methode. Deze methode beschrijft het poreus materiaal als een netwerk van porieën, en berekent dan de permeabiliteit aan de hand van de wetten van behoud. We leggen uit hoe ons Stokes programma gebruikt wordt in deze context aan de hand van de berekening van de permeabiliteit van poreus gesteente. Technical textiles are used as reinforcement in composite materials. The permeability of the textiles is an important input parameter for the simulation of the impregnation stage of the Liquid Composite Moulding process, an often used production technique for composite materials. Textile reinforcements are multi-scale porous structures and the permeability is considered on the different scales. The fibres inside the yarns determine the micro-scale properties of the textile. On the meso-scale level, we consider a unit cell of the textile, which has the same average permeability as the macro-scale textile layer. We present a fast and accurate method to compute the permeability of textile reinforcements, based on the finite difference discretisation of the Stokes equations. The input for the CFD simulations (Computational Fluid Dynamics), is a unit cell of the textile model, provided by textile modelling software like WiseTex and TexGen. If intra-yarn flow is taken into account, the Stokes equations are locally extended with a penalty term, resulting in the Brinkman equation. The penalty is computed analytically based on the properties of the fibres inside the yarn. We compare different formulas to compute this penalty. We validate the results of our simulations with permeability values obtained by experiments. Results for woven fabrics, random structures and non-crimp fabrics are presented. Moreover, experimental and computational results are compared for a structure that is designed to minimise the experimental errors. The influence of shear and nesting on the permeability of textiles is discussed. To avoid the 3D-simulation problem, different methods that reduce the dimension of the problem are presented in literature. The Grid2D method reduces the 3D Stokes problem to a 2D Darcy problem. We explore this method, and compare the results with our CFD computations. A second model-reduction method is the pore-network method. This method describes the porous medium as a network of pores, and computes the overall permeability via the law of conservation. The Stokes solver is applied to compute the conductivity of the pores of the network. We explain how our Stokes solver is used for this method. We also compare the results of the method with CFD computed values for samples of porous rock. Hoe zwaarder een auto of vliegtuig, des te groter het verbruik tijdens het transport. Omwille van financiële en ecologische redenen zal men dus auto's en vliegtuigen zo licht mogelijk willen bouwen. Een renner in de tour de France wil dat zijn fiets zo weinig mogelijk weegt zodat hij met een kleiner gewicht de berg op moet. Daarom worden deze transportmiddelen meer en meer van composietmaterialen gemaakt in plaats van staal. Composietmaterialen hebben het voordeel dat ze veel lichter zijn dan staal, maar toch dezelfde stevigheid bieden. Het principe van deze materialen kan vergeleken worden met dat van gewapend beton: een versterking die gevuld wordt met een vloeibaar materiaal dat uithardt. Bij gewapend beton is deze versterking staaldraad, bij composietmaterialen textiel. Het vloeibaar materiaal bij composietmaterialen is een soort hars. De ontwikkeling en productie van hoogwaardige composiet-onderdelen is vandaag de dag nog te duur om composietmaterialen in alle auto's of fietsen te gebruiken. De onderzoeksgroep Composieten en Keramieken van de K.U.Leuven ontwikkelt daarom software om het productieproces te optimaliseren. Een belangrijke input voor deze optimalisaties is de mate waarin het textiel doorlaatbaar is voor hars. De onderzoeksgroep Technisch-Wetenschappelijk Rekenen van de K.U.Leuven ontwikkelde een programma om snel en nauwkeurig deze doorlaatbaarheid te berekenen. Dit doctoraat beschrijft de wiskundige methode waarop dit programma gebaseerd is.


Dissertation
Macroscopic simulation of multiscale systems within the equation-free framework
Authors: ---
ISBN: 9789056829476 Year: 2008 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Heel wat fysische, chemische of biologische processen kunnen nauwkeurig worden gemodelleerd op een microscopisch niveau, terwijl we in de praktijk vaak geïnteresseerd zijn in de macroscopische eigenschappen van het systeem. Om de kloof tussen de schaal van het beschikbare model en de schaal van interesse te overbruggen, werd het vergelijkingsvrije raamwerk ontwikkeld. De centrale component in dit raamwerk is de macroscopische tijdstapper, die, op basis van korte, goed geïnitialiseerde microscopische simulaties, de evolutie van een set macroscopische variabelen berekent. In dit proefschrift bestuderen we de numerieke eigenschappen van een aantal belangrijke algoritmes binnen het vergelijkingsvrije raamwerk. Eerst analyseren we de nauwkeurigheid en stabiliteit van de macroscopische tijdstapper, wanneer de microscopische simulator een rooster Boltzmann model is. Omdat de numerieke eigenschappen niet enkel afhangen van de parameters van het rooster Boltzmann model maar ook van de specifieke kenmerken van de macroscopische tijdstapper, laat de analyse toe om de verschillende deelaspecten van de constructie van de macroscopische tijdstapper op systematische wijze te onderzoeken. Een belangrijke conclusie is dat de gepaste initialisatie van de microscopische simulaties cruciaal is om het correcte macroscopische gedrag te bekomen. Daarna concentreren we ons op de klasse van constrained runs functionaaliteraties die werd ontwikkeld om de microscopische simulaties op gepaste wijze te initialiseren. In sommige gevallen convergeert de functionaaliteratie niet. We bepalen de voorwaarden voor convergentie en ontwikkelen een Newton-Krylov variant van het constrained runs schema om het vaste punt van de functionaaliteratie te berekenen. Tot slot onderzoeken we in detail de nauwkeurigheid en stabiliteit van een aantal tijdsintegratie-versnellingsmethodes. We tonen aan dat, onder zekere voorwaarden, deze methodes kunnen worden gebruikt om een tijdsintegrator te versnellen, ogeacht de aard van het onderliggende model. Als eerste toepassing gebruiken we de methodes om een rooster Boltzmann model te versnellen. Daarna passen we de methodes toe om, in de vergelijkingsvrije context, de macroscopische tijdstapper voor het rooster Boltzmann model te versnellen. For many problems in science and engineering, the best available model is given on a microscopic level, while we would like to analyze the system on a much coarser, macroscopic level. To bridge this gap between the scale of the available model and the scale of interest, the so-called equation-free framework was developed. This framework is built around the central idea of a coarse time-stepper, which evolves the macroscopic variables in time, based on short, appropriately initialized simulations with the microscopic model. In this thesis, we study the numerical properties of several key algorithms in the equation-free framework. First, we study the accuracy and stability of the coarse time-stepper when a lattice Boltzmann model is used as the microscopic simulator. As these numerical properties depend not only on the lattice Boltzmann model parameters but also on the specifics of the coarse time-stepper, the analysis allows to determine the influence of various aspects involved in the construction of the coarse time-stepper in a systematic way. Most importantly, it is shown that an appropriate initialization of the microscopic simulations is crucial to recover the correct macroscopic behavior. Then, we focus on the class of constrained runs functional iterations that was developed to appropriately initialize the microscopic simulations. In certain cases, the constrained runs iterations fail to converge. The conditions for convergence are determined and a Newton-Krylov variant of the constrained runs scheme is developed to overcome the potential convergence problems. Finally, we investigate the accuracy and stability of several time integration acceleration methods. It is shown that, under certain conditions, these methods can be used to accelerate a time integrator, irrespective of the exact nature of the underlying model. The different methods are applied to accelerate a lattice Boltzmann model, or, in the equation-free context, the coarse time-stepper for a (noisy) lattice Boltzmann model. Computersimulaties spelen een belangrijke rol in de wetenschap en techniek. De recent ontwikkelde Airbus A380 werd bijvoorbeeld bijna volledig ontworpen aan de hand van simulaties, nog voor het eerste prototype werd gebouwd. Een computersimulatie steunt rechtstreeks op de beschikbaarheid van een wiskundig model dat de essentiële kenmerken van het te bestuderen proces bevat. Voor heel wat problemen kan een dergelijk model worden opgesteld. Steeds vaker duiken echter problemen op waarvoor dit (nog) niet mogelijk is. Een typisch voorbeeld is dat van de macroscopische stroming van complexe polymeren. Omdat alle macroscopische processen uiteindelijk het rechtstreekse gevolg zijn van onderliggende processen op moleculair niveau, is er voor dit soort problemen wel vaak een fundamentele microscopische beschrijving voorhanden. Deze beschrijving kan echter meestal niet worden gebruikt in een computersimulatie, omdat, zelfs op de meest efficiënte parallelle computers, het doorrekenen ervan tot vele maanden of zelfs jaren zou duren. In dit proefschrift onderzoeken we de numerieke eigenschappen (zoals nauwkeurigheid, stabiliteit en efficiëntie) van een klasse van 'vergelijkingsvrije' methodes, die, op basis van een aantal goed gekozen kleinschalige microscopische simulaties, er toch in slagen om het macroscopische gedrag van het systeem nauwkeurig te berekenen binnen een aanvaardbare rekentijd. Naar de toekomst toe bieden deze methodes perspectieven voor de simulatie van heel wat processen waarvoor dit tot op heden onmogelijk is.


Dissertation
Mathematical modelling of bone regeneration during fracture healing and implant osseointegration
Authors: ---
ISBN: 9789056828233 Year: 2007 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Ondanks de huidige kennis rond botregeneratie, blijven vele vragen onbeantwoord. De in dit werk vooruitgeschoven hypothese stelt dat wiskundige modellen een substantiële bijdrage kunnen leveren aan dit onderzoeksdomein door het voorstellen van pathologische regeneratiemechanismen en het ontwerpen van therapieën, die vervolgens experimenteel getest kunnen worden. Het eerste deel van dit werk beschrijft de implementatie van bestaande mechano- en bioregulatorische modellen en de toepassing ervan op zowel implantaat osseointegratie als breukhelingssituaties. Een kwantitatieve vergelijking met de experimentele resultaten is uitgevoerd, evenals een grondige sensitiviteitsanalyse ter bepaling van de invloed van verschillende modelleringsaspecten op het simulatieresultaat. Tekortkomingen van deze modellen zijn geïdentificeerd en suggesties voor verbeteringen geformuleerd. In het tweede deel van dit werk is een nieuw bioregulatorisch model voor botregeneratie ontwikkeld, dat aan verschillende van de hoger gedefinieerde tekortkomingen tegemoet komt. Dit model omvat verscheidene kernaspecten van het regeneratie proces zoals intramembraneuze en endochondrale botvorming, angiogenese en gerichte celmigratie. De simulatieresultaten zijn zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau gecorroboreerd door vergelijking met experimentele data voor normale breukheling. Gevallen van pathologische breukheling zijn gesimuleerd en experimenteel testbare behandelingsstrategieën geïmplementeerd. Het laatste deel van dit werk beschrijft de ontwikkeling van een wiskundig kader, gebaseerd op het eerder ontworpen bioregulatorisch model, dat de regulerende invloed van zowel biologische als mechanische factoren combineert. Dit is het eerste model van botregeneratie dat de koppeling tussen mechanische belasting en angiogenese maakt op een expliciete en mechanistische wijze. Verschillende voorbeelden illustreren de toegevoegde waarde van deze aanpak in de simulatie van normale en pathologische botregeneratie. Samenvattend, dit werk demonstreert het potentieel van wiskundige modellen in het vergroten van de kennis omtrent botregeneratie en in het ontwerpen van behandelingsstrategieën voor pathologische helingsgevallen. Despite the extensive body of literature on bone regeneration, many questions remain on e.g. the regulatory mechanisms and potential treatment strategies of pathological regeneration cases. The hypothesis underlying this work states that mathematical models of bone regeneration can make a substantial contribution to this domain by proposing pathological regeneration mechanisms and designing therapies, which can subsequently be tested experimentally. In the first part of this work, existing mechanoregulatory and bioregulatory models of bone regeneration are implemented and applied to both implant osseointegration and fracture healing set-ups. A quantitative comparison with experimental results is performed. Thorough sensitivity analyses are carried out to assess the influence of various modelling aspects on the simulation outcome. Shortcomings of these models are identified and suggestions for improvements are made. In the second part of this work, a novel bioregulatory model of bone regeneration is developed in which several of the previously defined shortcomings are addressed. This model includes key aspects of the regeneration process such as intramembranous and endochondral ossification, angiogenesis and directed cell motion. The results obtained with this novel model are corroborated both qualitatively and quantitatively by comparison with experimental data for normal fracture healing. Cases of pathological fracture healing are simulated and experimentally testable therapeutic strategies are implemented. The last part of this work describes the establishment of a mathematical framework, based on the previously developed bioregulatory model, in which the regulatory influence of both biological and mechanical factors is combined. This is the first model of bone regeneration in which the coupling between mechanical loading and angiogenesis is made in an explicit and mechanistic manner. Several examples are given to illustrate the added value of this approach in simulating normal and pathological bone regeneration. In summary, this work demonstrates the potential of mathematical models in advancing the knowledge on bone regeneration and designing treatment strategies for pathological healing cases.


Dissertation
Stochastic flow initialization for turbulent shear flow simulations
Authors: ---
ISBN: 9789056827939 Year: 2007 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven


Dissertation

Dissertation
Patch dynamics : macroscopic simulation of multiscale systems
Authors: ---
ISBN: 9056827235 Year: 2006 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Voor een belangrijke klasse meerschalige problemen bestaat er een scheiding van schalen tussen het beschikbare (microscopische) model en het (macroscopische) niveau waarop we het systeem wensen te bestuderen. Voor tijdsafhankelijke meerschalige problemen van dit type hebben Kevrekidis et al. een zogenaamd ``vergelijkingsvrij" raamwerk opgesteld, gebaseerd op het idee van een ``macroscopische tijdstapper". Wij bestuderen in dit raamwerk methodes die een ongekende macroscopische parti"ele differentiaalvergelijking kunnen benaderen aan de hand van gepast ge"initialiseerde microscopische simulaties in een aantal kleine deelgebieden van het ruimte-tijddomein. De bekomen methode is veel effici"enter dan een directe simulatie met het microscopische model. We analyseren, zowel theoretisch als met numerieke experimenten, het gedrag van de methode. Op basis van deze analyse stellen we verschillende verbeteringen voor. We tonen ook hoe we de bekomen tijdstapper kunnen gebruiken voor de analyse van bijvoorbeeld lange-termijnevenwichten. Tenslotte bespreken we een aantal experimenten waarbij het microscopische model stochastisch is. For an important class of multiscale problems, a separation of scales exists between the available (microscopic) model and the (macroscopic) level at which one would like to observe and analyze the system. For time-dependent multiscale problems of this type, Kevrekidis et al. developed a so-called ``equation-free'' framework, based on the idea of a so-called coarse-grained time-stepper. The patch dynamics scheme is a coarse-grained time-stepper which approximates the time evolution of a set of spatially distributed macroscopic variables for which the governing partial differential equation (PDE) is not (or only approximately) available; the scheme only performs appropriately initialized simulations using the available microscopic model in small portions of the space-time domain (the patches). We analyze the patch dynamics scheme for a class of parabolic homogenization problems. We show that the scheme approximates a finite difference scheme for the unavailable macroscopic equation when suitable boundary constraints are imposed on the microscopic simulations. Since this is generally not possible in practice, we introduce a modified scheme, which uses buffer regions around the patches. This allows to impose standard boundary conditions without affecting the microscopic solution inside the patches. We prove convergence for diffusion homogenization problems, and show numerically that the scheme can also be used for hyperbolic and higher order problems. We also formulate and analyze a finite volume variant for hyperbolic problems. Once a coarse-grained time-stepper has been constructed, it can readily be used as input for time-stepper based numerical bifurcation algorithms. We construct a Newton--GMRES method for the coarse-grained computation of travelling waves of lattice Boltzmann models. We accelerate the convergence of the GMRES iterations by means of a preconditioner, which is based on an approximate macroscopic PDE. We conclude with some numerical experiments in which the microscopic model is a stochastic particle-based model. We show that, in this case, one can only obtain accurate results when appropriate variance reduction techniques are used. This issue will require further investigation. Voor een belangrijke klasse meerschalige problemen bestaat er een scheiding van schalen tussen het beschikbare (microscopische) model en het (macroscopische) niveau waarop we het systeem wensen te bestuderen. Voor tijdsafhankelijke meerschalige problemen van dit type hebben Kevrekidis et al. een zogenaamd ``vergelijkingsvrij" raamwerk opgesteld, gebaseerd op het idee van een ``macroscopische tijdstapper". Wij bestuderen in dit raamwerk methodes die een ongekende macroscopische parti"ele differentiaalvergelijking kunnen benaderen aan de hand van gepast ge"initialiseerde microscopische simulaties in een aantal kleine deelgebieden van het ruimte-tijddomein. De bekomen methode is veel effici"enter dan een directe simulatie met het microscopische model. We analyseren, zowel theoretisch als met numerieke experimenten, het gedrag van de methode. Op basis van deze analyse stellen we verschillende verbeteringen voor. We tonen ook hoe we de bekomen tijdstapper kunnen gebruiken voor de analyse van bijvoorbeeld lange-termijnevenwichten. Tenslotte bespreken we een aantal experimenten waarbij het microscopische model stochastisch is. For an important class of multiscale problems, a separation of scales exists between the available (microscopic) model and the (macroscopic) level at which one would like to observe and analyze the system. For time-dependent multiscale problems of this type, Kevrekidis et al.~developed a so-called ``equation-free'' framework, based on the idea of a so-called coarse-grained time-stepper. In this framework, we study methods that allow to approximate an unavailable macroscopic partial differential equation, using only appropriately initialized microscopic simulations in a number of small regions in the space-timedomain (the patches). The resulting method is much more efficient than a straightforward simulation using the microscopic model. We analyse the behaviour of the method, both theoretically and with numerical experiments. Based on this analysis, we suggest a number of improvements. We also show how one can use this scheme to study long-term equilibria directly, en conclude with some experiments in which the microscopic model is stochastic.


Dissertation
Simulation of distributed control applications in dynamic environments
Authors: ---
ISBN: 9789056828356 Year: 2009 Publisher: Heverlee Katholieke Universiteit Leuven. Faculteit Ingenieurswetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Gedistribueerde controle applicaties zijn softwaresystemen die ontworpen zijn om de werking van verschillende gedistribueerde machines te controleren en coördineren. Een voorbeeld van een gedistribueerde controle applicatie is een softwaresysteem om productiemachines in een fabrieksomgeving te controleren. De omgeving van een gedistribueerde controle applicatie is typisch dynamisch. In een dynamische omgeving veranderen de werkingsomstandigheden van de controle applicatie voortdurend. Bijvoorbeeld, dynamiek in een fabrieksomgeving omvat het toekomen van nieuwe materialen, de werking van andere machines, voertuigen of mensen, etc. Het is essentieel dat een gedistribueerde controle applicatie rekening houdt met de omgeving waarin ze zich bevindt. Simulatie is essentieel voor de ontwikkeling van gedistribueerde controle applicaties. Simulatie biedt een veilige en kosteneffectieve manier om het gedrag van een gedistribueerde controle applicatie te bestuderen, te evalueren of te configureren in een gesimuleerde omgeving, voordat die applicatie in gebruik genomen wordt in de echte wereld. In dit proefschrift ligt de nadruk op software-in-de-lus simulatie van gedistribueerde controle applicaties in dynamische omgevingen. Software-in-de-lus simulatie betekent dat de software van een echte gedistribueerde controle applicatie ingebed wordt in de simulatie. Met andere woorden: de controle software zelf maakt deel uit van de simulatie-lus. Bestaande aanpakken om deze familie van simulaties te ondersteunen, maken gebruik van (1) ofwel generische modelleringsconcepten die formeel onderbouwd zijn, maar die geen ondersteuning bieden die specifiek gericht is op deze familie van simulaties, (2) ofwel informele abstracties die specifieke ondersteuning bieden voor deze familie van simulaties, maar waarvan de betekenis gekoppeld is met de implementatie van een bepaald simulatieplatform. We stellen een formeel onderbouwd modelleringsraamwerk voor ter ondersteuning van software-in-de-lus simulaties van gedistribueerde controle applicaties in dynamische omgevingen. De concepten van het modelleringsraamwerk bieden specifieke ondersteuning voor deze familie van simulaties. Bovendien zijn de modelleringsconcepten formeel onderbouwd. Dit is cruciaal om een simulatiemodel te ontkoppelen van het simulatieplatform om het model uit te voeren. Het modelleringsraamwerk beschrijft de kernkarakteristieken van deze familie van simulaties op een expliciete manier. Het modelleringsraamwerk omvat een omgevingsdeel en een controle applicatiedeel. Het omgevingsdeel omvat modelleringsconcepten voor het beschrijven van dynamische omgevingen. Deze modelleringsconcepten beschrijven (1) de structuur van de omgeving, (2) dynamiek in de omgeving, (3) de manier waarop dynamiek beïnvloed wordt door de verschillende bronnen van dynamiek, en (4) de manier waarop interactie van dynamiek mogelijk is. Het controle applicatiedeel omvat modelleringsconcepten om de controle software van een gedistribueerde controle applicatie te integreren in een simulatie. Deze modelleringsconcepten beschrijven (1) de uitvoeringstijd van de controle software, en (2) de interface van de controle software met de omgeving. Ter validatie van het modelleringsraamwerk, hebben we een simulatieplatform ontwikkeld dat de modelleringsconcepten ondersteunt in een uitvoerbare simulatie. Tevens hebben we de modelleringsconcepten toegepast in een simulator voor een industriële toepassing, meer bepaald een gedistribueerde controle applicatie om onbemande voertuigen te controleren in een fabrieksomgeving. De simulator omvat een simulatiemodel dat ontkoppeld is van het simulatieplatform om het uit te voeren. Dit vergemakkelijkt het aanpassen van het simulatiemodel, wat essentieel is om uiteenlopende functionaliteiten van de gedistribueerde controle applicatie te kunnen evalueren. Distributed control applications are software systems designed to coordinate and control the operation of several distributed devices. An example of a distributed control application is a software system that controls production machines in a manufacturing environment. The environment in which a distributed control application operates is typically dynamic. In a dynamic environment the operating conditions of the control application are continuously changing. For example, in a manufacturing environment new materials and product orders may arrive; other machines, vehicles and/or humans are operating, etc. It is essential that a distributed control application takes into account the dynamic environment in which it operates. Simulation is imperative for the development of distributed control applications. Simulation offers a safe and cost-effective way for studying, evaluating and configuring the behavior of a distributed control application in a simulated environment before it is deployed in the real world. In this dissertation, we focus on software-in-the-loop simulation of distributed control applications in dynamic environments. Software-in-the-loop simulation means that the software of the real distributed control application is embedded in the simulation, i.e. the control software itself is part of the simulation loop. Existing approaches to support this family of simulations either rely on (1) general-purpose modeling constructs that are formally specified, but offer no support specifically targeted at this family of simulations, or on (2) informal abstractions that offer support specifically targeted at this family of simulations, but of which the meaning is implicit and coupled to the implementation of a particular simulation platform. We put forward a formally founded modeling framework for software-in-the-loop simulations of distributed control applications in dynamic environments. The constructs of the modeling framework offer support that is specifically aimed at this family of simulations. Moreover, the modeling constructs are formally specified, which is crucial to decouple the simulation model from the simulation platform to execute the model. The modeling framework captures core characteristics of this family of simulations in a first-class manner. The modeling framework comprises an environment part and a control application part. The environment part offers special-purpose modeling constructs for dynamic environments. These modeling constructs capture (1) the structure of the environment, (2) dynamism in the environment, (3) the way dynamism is affected by the sources of dynamism and (4) the way dynamism can interact. The control application part offers special-purpose modeling constructs for integrating the software of a real distributed control application in the simulation model. These modeling constructs capture (1) the execution time of the control software and (2) the interface of the control software for interacting with the environment. To validate the modeling constructs, we developed a simulation platform that supports the constructs in an executable simulation, and we used the constructs to underpin a simulator for an industrial case, i.e. a distributed control application controlling unmanned vehicles in a warehouse environment. The simulator comprises a simulation model that is decoupled from the simulation platform to execute it. This enables customizing the simulation model, which is paramount to support the study and evaluation of different functionalities of the distributed control application. Een gedistribueerde controle applicatie is een softwaresysteem dat dient om de werking van verschillende machines te controleren en coördineren. Een voorbeeld van een gedistribueerde controle applicatie is een softwaresysteem om productiemachines in een fabrieksomgeving aan te sturen. De omgeving waarin een gedistribueerde controle applicatie moet werken, is typisch dynamisch. In een dynamische omgeving veranderen de werkingsomstandigheden van de controle applicatie voortdurend. Bijvoorbeeld, dynamiek in een fabrieksomgeving omvat het toekomen van nieuwe materialen, de werking van andere machines, voertuigen of mensen, etc. In dit proefschrift ontwikkelden we een aanpak om de software die de echte machines aanstuurt, in te pluggen in een gesimuleerde omgeving. Dit maakt het mogelijk om een gedistribueerde controle applicatie op een veilige manier te testen in een virtuele wereld, voordat die applicatie in gebruik genomen wordt in de echte wereld. We hebben de aanpak gevalideerd in een industriële toepassing, meer bepaald om de software te testen van onbemande voertuigen in een fabrieksomgeving. Distributed control applications are software systems designed to coordinate and control the operation of several machines. An example of a distributed control application is a software system that controls production machines in a manufacturing environment. The environment in which a distributed control application operates is typically dynamic. In a dynamic environment the operating conditions of the control application are continuously changing. For example, in a manufacturing environment new materials and product orders may arrive; other machines, vehicles and/or humans are operating, etc. In this dissertation, we developed an approach to embed the software of the real machines in a virtual environment. This enables testing a distributed control application safely in a virtual world, before it is deployed in the real world. We validated our approach in an industrial case, i.e. for testing the software of unmanned vehicles in a manufacturing warehouse.


Dissertation
Analysing and engineering self-organising emergent applications
Authors: ---
ISBN: 9789056828271 Year: 2007 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Moderne gedistribueerde systemen hebben meer en meer een verweven netwerkstructuur (v.b. ad-hoc netwerken, transport systemen, enz.). Verschillende subsystemen zijn afhankelijk van elkaar en interageren met elkaar op verschillende, complexe, dynamische, en onvoorspelbare manieren. Meer en meer systemen hebben ook een volledig gedecentraliseerde structuur en moeten hun vereisten op een autonome manier bereiken. Een veelbelovende aanpak is gebruik te maken van een groep van agenten die samenwerken om het gewenste globaal of macroscopische systeemgedrag te bereiken door enkel gebruik te maken van lokale interacties, locale agent activiteiten, en lokaal verworven informatie. Dergelijke multi-agentsystemen hebben een zelf-organiserend emergent gedrag. Bij het ontwikkelen van zelf-organiserende emergente multi-agent systemen is het praktisch onhaalbaar om op een analytische wijze het microscopische gedrag voor de individuele agenten af te leiden uit het vereiste macroscopische gedrag. De oorzaak hiervan is het feit dat er geen enkele globale of centrale controle gebruikt wordt en dat het probleemoplossende vermogen komt uit complexe, dynamische, en onvoorspelbare microscopische interacties. Als gevolg is er ook geen ontwikkelingsproces beschikbaar dat toelaat om op een systematische manier het gewenste macroscopische gedrag te specifiëren, hieruit de nodige gedragingen halen voor individuele agenten, het systeem te bouwen, en te verifiëren om garanties te geven over het vereiste gedrag. Nochtans zijn zelf-organiserende emergente multi-agent systemen enkel aanvaardbaar in een industriële situatie als er ondersteuning bestaat voor een systematisch ontwerp, en vooral ondersteuning voor verificatie om dergelijke garanties te kunnen geven. De bijdrage van dit eindwerk is tweeledig. Een eerste bijdrage is een gedetailleerde studie van een numerieke verificatietechniek die veelbelovend is om garanties te geven over het macroscopische gedrag, namelijk Vergelijkingsvrije Macroscopische Analyse. De resultaten geven aan dat zelfs voor een aanpak die zich specifiek richt op het macroscopische gedrag er redelijk wat praktische en meer fundamentele beperkingen zijn opdat de aanpak toepasbaar is voor realistische toepassingen. Geen enkele verificatietechniek is toepasbaar om elk type macroscopisch gedrag te analyseren. Een tweede bijdrage is een aanpassing van het unified proces voor het ontwikkelen van zelf-organiserende emergente toepassingen. Meer specifiek bespreken we hoe een geschikte verificatietechniek geïntegreerd kan worden in het ontwikkelingsproces, en werken we twee technieken uit die ondersteuning bieden voor het ontwerp. Deze twee technieken richten zich specifiek op waar het probleemoplossend vermogen moet zitten: coördinatie en interacties in het systeem. Een eerste techniek is een ontwerppatronencatalogus van gedecentraliseerde coördinatiemechanismen. De tweede techniek is een modelleringsaanpak die de focus legt op het ontwerp van informatiedistributie in het systeem door middel van informatiestromen. De evaluatie van de vergelijkingsvrije macroscopische analysetechniek en de validatie van de ontwerptechnieken werd gedaan in twee toepassingen: automated guided vehicle (AGV) transportsystemen en applicatie waarin gegevens gegroepeerd moeten worden volgens gelijkenis. Het is duidelijk dat een puur systematisch proces of stappenplan onmogelijk is om op een analytische manier de juist microscopische algoritmen af te leiden voor een vereist macroscopisch gedrag. Ondanks dat is er nog steeds nood aan een proces om ontwikkelaars te begeleiden. De bijdragen van dit doctoraatswerk resulteren in een pragmatische aanpak op basis van een gekend ontwikkelingsproces. Dit proces is aangepast om een ontwikkelaar te ondersteuning bij het op een creatieve manier ontwerpen van een aanvaardbare oplossing. Vergelijkingsvrije macroscopische analyse is moeilijk toepasbaar om dergelijke oplossingen te verifiëren maar laat wel toe om iteratief feedback te geven om het ontwerp aan te passen en te verbeteren. Modern distributed systems exhibit an increasingly interwoven structure (e.g. ad-hoc networks, transportation systems, etc.). Different subsystems depend on and interact with each other in many, often very complex, dynamic, and unpredictable ways. Also, more and more systems require and exhibit a completely decentralised structure and need to achieve their requirements autonomously. A promising approach is to use a group of agents that cooperate to achieve the required system-wide or macroscopic behaviour using only local interaction, local agent activities, and locally obtained information. Such multi-agent systems exhibit self-organising emergent behaviour. When engineering self-organising emergent multi-agent systems, it is practically infeasible to analytically derive the microscopic behaviours for the individual agents when given the required macroscopic behaviour. The main reason is the lack of any global control and that the problem-solving power resides in complex, dynamic and often unpredictable microscopic interactions. As a consequence, no engineering process exists which allows to systematically specify desirable macroscopic behaviour, map this to the behaviours of individual agents, build the system, and verify it to guarantee the required behaviour. However, self-organising emergent multi-agent systems will only be acceptable in industry if there exists support for a systematic design, and especially support for verification to give guarantees about the macroscopic behaviour. The contribution of this thesis is twofold. A first contribution is a detailed study of a numerical verification technique that appears to be promising for giving guarantees about the macroscopic behaviour, i.e. Equation-free Macroscopic Analysis. The results indicate that even the applicability of an approach specifically targeted at macroscopic behaviour is limited by a number of practical and more fundamental issues. Not one verification technique can be applied to analyse every type of macroscopic behaviour. Secondly, we propose to adopt the unified process for engineering self-organising emergent applications by the integration of a suitable verification approach to iteratively guide the process to the required behaviour, and design support explicitly targeted at coordination and interaction as the problem-solving source. The design is supported by two techniques. A first technique is a design pattern catalogue of decentralised coordination mechanisms. A second technique is a modelling approach focussed at designing coordination through appropriate information distribution with information flows. Evaluation of the equation-free macroscopic analysis technique and validation of the design support is done in two main case studies: an automated guided vehicle (AGV) transportation system and a document clustering application. It is clear that a purely systematic process or step plan to analytically derive the correct microscopic behaviours for a required macroscopic behaviour is infeasible. Nevertheless, a process is needed to guide engineers. The contributions of this thesis allow for a pragmatic approach based on an existing well-known process. The process is customised to support the engineer in creatively designing an acceptable solution. Equation-free macroscopic analysis is hard to use for verifying these solutions, but allows to iteratively provide feedback to adapt and improve the design. Het onderzoek beschouwt autonome en gedecentraliseerde software-oplossingen waarbij men dikwijls inspiratie haalt uit natuurlijke fenomenen (v.b. mieren die voedsel zoeken met feromonen, marktmechanismen, enz.). Dit zijn zelf-organiserende emergente oplossingen. Enerzijds gaat het onderzoek over het aanbieden van ondersteuning voor het ontwerpen en ontwikkelen van dergelijke oplossingen. Anderzijds resulteerde het onderzoek een gedetailleerde studie van de numerieke analysetechniek "Vergelijksvrije Macroscopische Analyse". Deze techniek spitst zich expliciet toe op het analyseren van het gedrag van bovenvermelde oplossingen maar blijkt in praktijk moeilijk toepasbaar te zijn op meer complexe en realistische toepassingen. This thesis considers autonomous and decentralised software solutions which are often inspired by phenomena in nature (e.g. ants foraging for food using pheromones, market mechanisms, etc.). Such solutions are called self-organising emergent solutions. On the one hand the research offers support to design and engineer such solutions. On the other hand the research resulted in a detailed study of the numerical analysis technique called "Equation-Free Macroscopic Analysis". This technique focusses explicitly on analysing the behaviour of self-organising emergent solutions but in practice it appear to be hard to apply it on more complex and engineered cases.

Listing 1 - 9 of 9
Sort by