Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|
Choose an application
Meunerie --- Molenaarsbedrijf --- Sciences appliquées --- Wetenschappen (Toegepaste) --- 664.6/7 (05)
Choose an application
Bakkerij --- Boulangerie --- Sciences appliquées --- Toegepaste wetenschappen --- 664.6/7
Choose an application
Ontwikkeling van een regelaarsysteem voor het vochtgehalte in pasta tijdens het droogproces op basis van een diffusiemodel Droogprocessen worden uitgevoerd in de voedingsindustrie, houtindustrie, papierindustrie en bouwindustrie. Deze processen worden meestal empirisch benaderd, aangezien de wetenschappelijke achtergrond slechts gedeeltelijk gekend is. Dit onderzoek concentreert zich op het droogproces van pasta, de laatste stap in de productiefase voordat pasta verpakt wordt. De gemiddelde vochtconcentratie van pasta dient tijdens het drogen gereduceerd te worden tot onder de wettelijke maximumgrens van 14.3% op droge basis, dit is de verhouding tussen de massa water en de totale massa droge stof in pasta. Het droogproces is de meest cruciale stap tijdens de pastabereiding, aangezien het enerzijds de microbiële veiligheid moet garanderen door het vochtgehalte te minimaliseren maar anderzijds ook de uiteindelijke productkwaliteit bepaalt. Dit zorgt ervoor dat er een optimaal droogtraject moet gevolgd worden, rekening houdend met deze microbiële veiligheid en finale productkwaliteit, die zelf vaak tegengesteld zijn. Indien de vochtconcentratie, ingegeven door economische belangen, immers te snel gereduceerd wordt, kan breukvorming ontstaan. Bij een te lage droogsnelheid kan dan weer verzuring of schimmelvorming optreden of kan de pasta aan elkaar beginnen kleven. Een degelijke kennis van zowel de producteigenschappen van pasta als de procescondities tijdens het drogen is dus van cruciaal belang. Door procesverstoringen wordt vaak het wettelijke maximum voor de gemiddelde vochtconcentratie in pasta niet bereikt. Daardoor dienen ganse partijen vaak vernietigd te worden, wat zware economische gevolgen met zich meebrengt en enorm tijdsrovend is. Pastaproducenten meten bovendien de vochtconcentratie enkel offline met als gevolg dat er niet kan ingegrepen worden bij variabele
Choose an application
Arabinoxylan, afkomstig uit graangewassen, bestaat voornamelijk uit een beta-1,4 koppeling van xylose-eenheden die gesubstitueerd kunnen zijn met arabinose, beta-D-glucuronosyl of zijn 4-O-methyl derivaat, en/of met acetyl zijketens. Feruline- en/of p-coumarinezuur kunnen, via verestering met de C5-positie van sommige arabinose-eenheden, covalent verbonden zijn met de arabinoxylan-structuur (Hoofdstuk 1). Omwille van deze chemische en fysische complexiteit van arabinoxylan vereist een volledige enzymatische afbraak een verscheidenheid aan enzymen. De zijketens van de arabinoxylan-hoofdketen worden vrijgesteld door middel van alpha-L-arabinofuranosidase, beta-D-glucuronidase, feruloyl- en acetylxylan-esteraseactiviteit, terwijl het depolymeriseren van arabinoxylan steunt op de werking van endoxylanase- en beta-xylosidaseactiviteit (Hoofdstuk 2). Endoxylanasen werden gedurende de laatste 10 jaar aandachtig bestudeerd wegens hun grondige impact op de functionaliteit van arabinoxylan. Bijgevolg worden ze frequent toegepast in verscheidene industriële processen (Hoofdstuk 2). Ze worden regelmatig gebruikt in de broodbereiding en gluten-zetmeelscheiding omdat ze een gunstig effect hebben op het proces en/of het verbeteren van de kwaliteit van het eindproduct. Desondanks is de bruikbaarheid van endoxylanasen in dergelijke processen sterk afhankelijk van twee belangrijke enzym-eigenschappen, namelijk de substraatselectiviteit en de inhibitiegevoeligheid. Arabinoxylan komt in twee vormen voor: water-extraheerbaar en niet-water-extraheerbaar. Beide vormen hebben elk hun eigen fysicochemische eigenschappen (Hoofdstuk 1). Endoxylanasen kunnen enerzijds niet-water-extraheerbaar arabinoxylan hydrolyseren waarbij enzym-gesolubiliseerd arabinoxylan wordt vrijgesteld. Anderzijds kunnen zij water-extraheerbaar en enzym-gesolubiliseerd arabinoxylan degraderen tot arabinoxylanfragmenten met een laag moleculair gewicht. Afhankelijk van de industriële toepassing is een voorkeur van het endoxylanase voor één van beide vormen gewenst, terwijl de activiteit ten opzichte van de andere populatie ongewenst is (Hoofdstuk 2). Bijgevolg zal de substraatselectiviteit een belangrijke invloed hebben op de functionaliteit van deze enzymen. Een tweede belangrijke eigenschap is de inhibitiegevoeligheid. De aanwezigheid van proteïnen in graangewassen met endoxylanase inhiberende capaciteit kan een sterke invloed hebben op de functionaliteit van endoxylanasen. Tot op heden kon men drie verschillende inhibitoren isoleren, namelijk TAXI ( Triticum aestivum xylanase inhibitor), XIP (xylanase inhibitor protein) en TLXI (thaumatin-like xylanase inhibitor) (Hoofdstuk 3). De doeltreffendheid van arabinofuranosidasen in de afbraak van arabinoxylan wordt hoofdzakelijk bepaald door hun substraatspecificiteit en hun vermogen om diverse arabinosezijketens af te splitsen (Hoofdstuk 2). Afhankelijk van hun substraatspecificiteit, worden arabinofuranosidasen in drie groepen verdeeld. Type A hydrolyseert enkel arabinoseijketens van oligosachariden, type B hydrolyseert arabinosezijketens van zowel oligosachariden als polymeren en type C is enkel actief op arabinoxylo-oligosachariden en arabinoxylan. Arabinoxylan bevat zowel mono- als di-gesubstitueerde xylose-eenheden. De specifieke hydrolyse van één of beide substituenten bepaalt de voorkeur van deze enzymen. Het xylanolytische systeem van B. subtilis werd een tiental jaar geleden ontrafeld door middel van een genomische karakterisering. Niettegenstaande op deze manier de verschillende leden geïdentificeerd werden, waren enkele leden aan het begin van dit onderzoek nog niet gekarakteriseerd. In deze studie wordt de recombinante expressie, opzuivering en biochemische karakterisering van deze endoxylanasen en arabinofuranosidasen van B. subtilis beschreven. Bij de aanvang van dit doctoraatsonderzoek was één endoxylanase van B. subtilis , namelijk Bs XynA, beschikbaar als additief in de broodbereiding met als doel het broodvolume te vergroten. Om meer inzicht te krijgen in de selectiviteit en inhibitiegevoeligheid van Bs XynA, is het van cruciaal belang om een goed recombinant expressie-systeem gekoppeld aan een eenvoudig opzuiveringsprotocol te verkrijgen. Daarom werden twee organismen gescreend voor recombinante expressie, waarbij de expressie van de xynA coderende sequentie in Escherichia coli de hoogste opbrengst aan recombinant Bs XynA vertoonde. Dit recombinant enzym kan vervolgens gebruikt worden als referentie ten opzichte van de verschillende varianten, aangemaakt in Hoofdstukken 8 en 9. Groeiexperimenten met B. subtilis waarbij xylose als koolstofbron werd gebruikt, duidden op de secretie van nog twee andere vermeende endoxylanasen naast Bs XynA, namelijk Bs XynC en Bs XynD. Beide enzymen werden recombinant aangemaakt in E. coli en biochemisch gekarakteriseerd zoals beschreven in Hoofdstukken 5 en 6. Bs XynC, een glucuronoxylanase, vertoonde een voorkeur voor de hydrolyse van niet-water-extraheerbaar arabinoxylan naar enzym-gesolubiliseerd arabinoxylan. Ten tweede werd de activiteit van Bs XynC niet beïnvloed in aanwezig van inhibitoren. Omwille van deze twee eigenschappen werd Bs XynC getest in de broodbereiding (Hoofdstuk 5). Bs XynD daarentegen, vertoonde geen endoxylanaseactiviteit. Door zijn activiteit te testen op verschillende substraten, werd duidelijk dat Bs XynD gelijkenissen vertoonde met gekende arabinoxylan arabinofuranohydrolasen. Het hydrolyseerde namelijk alpha-L-arabinose van mono-gesubstiteerde xylopyranoside-eenheden (Hoofdstuk 6). Via een structurele analyse werd deze biochemische karakterisering bevestigd. Naast de twee endoxylanasen en het xylan arabinofuranohydrolase, werden door B. subtilis nog twee arabinofuranosidasen intracellulair tot expressie gebracht. De recombinante expressie, opzuivering en biochemische karakterisering wordt beschreven in Hoofdstuk 7. Gebaseerd op de biochemische karakterisering en een structureel model, kan verondersteld worden dat Bs AbfA enkel alpha-L-arabinose hydrolyseert van xylose-eenheden die aan het niet-reducerend uiteinde van het substraat gelegen zijn. Daarentegen hydrolyseert Bs Xsa enkel de alpha-L-arabinoseresidu's van de interne mono-gesubstituteerde xylose-eenheden. Gebaseerd op deze resultaten, kan verondersteld worden dat B. subtilis niet in staat is glucuronosyl- en di-gesubstituteerde arabinose-substituenten van xylose-eenheden af te splitsen. Om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die aan de basis liggen van de belangrijkste enzym-eigenschappen die een invloed hebben op de functionaliteit van endoxylanasen in graanverwerkende toepassingen, namelijke endoxylanasesubstraatselectiviteit en inhibitiegevoeligheid, wordt plaatsgerichte mutagenese toegepast op BsXynA . Gebaseerd op de idee dat verschillen in oppervlakte-hydrofobiciteit van endoxylanasesn mogelijks verantwoordelijk zijn voor een verschillende endoxylanase substraatselectiviteit, werden endoxylanasen met lager aantal oppervlakte hydrofobe residu's ontwikkeld en aangemaakt (Hoofdstuk 8). Verscheidende varianten resulteerden in een lagere substraatselectiviteitsfactor in vergelijking met het wildtype endoxylanase. Dit weerspiegelt het belang van enkele specifieke aromatische residu's aan het oppervlak en/of nabijgelegen residu's in de substraatbinding bij de afbraak van arabinoxylan. Gebaseerd op het structureel inzicht van het complex tussen Aspergillus niger endoxylanase ExlA en TAXI-I, worden varianten van BsXynA ontwikkeld om het mechanisme van de inhibitiegevoeligheid, de tweede belangrijke parameter, te achterhalen (Hoofdstuk 9). Twee verschillende strategieën werden hierbij gebruikt: (i) introductie van sterische hindering of (ii) verbreking van de sleutelinteracties tussen inhibitor en endoxylanase ter hoogte van de substraat-bindingsgroeve. De eerste strategie werd met succes toegepast op positie G12 waar G12W inhibitie-ongevoeligheid combineert met een behouden katalytische werking. Varianten, gebaseerd op de tweede strategie, vertoonden een gewijzigde inhibitor-gevoeligheid samengaand met gewijzigde enzymactiviteit. Deze varianten lieten toe om meer inzicht te krijgen in de bindingsprocedure tussen TAXI-I en TAXI-II met Bs XynA. Arabinoxylans principally consist of a linear backbone of beta-1,4-linked D-xylopyranosyl units which are partially substituted with arabinofuranosyl residues. In addition to substitution by arabinose, the xylan backbone in cereals can be substituted with beta-D-glucopyranosyl uronic acid or its 4-O-methyl derivative, and/or with acetyl groups. Furthermore, ferulic acid and p-coumaric acid may be covalently linked to the arabinoxylan structure via esterification at the C5 position of some of the arabinofuranosyl units. Because of the heterogeneous composition of arabinoxylans (Chapter 1), their enzymatic degradation requires action of a battery of debranching and depolymerizing activities. Debranching activities mainly include alpha-L-arabinofuranosidases, feruloyl esterases, beta-glucuronidases, and/or acetyl xylan esterases, whereas depolymerization relies on endo-1,4-beta-xylanase and beta-xylosidase activities (Chapter 2). Endoxylanases have attracted a great deal of attention during the last decade because of their potential in many industrial processes as they have a profound impact on the functionality of arabinoxylan (Chapter 2). They are routinely used in several cereal-based industrial applications, such as bread-making and gluten-starch separation to improve processing and/or the quality of the final product. However, the functionality of endoxylanases in these applications is strongly influenced by two main enzyme characteristics, i.e. substrate selectivity and inhibition sensitivity. Arabinoxylan is present under a water-extractable and water-unextractable form, showing different physicochemical properties (Chapter 1). Endoxylanases can hydrolyse water-unextractable arabinoxylan, resulting in the release of enzyme-solubilized arabinoxylan and/or they can degrade water-extractable and enzyme-solubilized arabinoxylan to low molecular weight arabinoxylan fragments. Depending on the application, preferential attack by the endoxylanases of water-unextractable or water-extractable arabinoxylan is desired, while activity towards the other population is often undesirable (Chapter 2). As a result, the substrate selectivity of endoxylanases has a large impact on the functionality of these enzymes. Secondly, the presence of proteins capable of inhibiting endoxylanases in cereals also strongly influences the functionality of these enzymes. Nowadays, three different inhibitors have been isolated, i.e. TAXI ( Triticum aestivum xylanase inhibitor), XIP (xylanase inhibitor protein) and TLXI (thaumatin-like xylanase inhibitor) (Chapter 3). The efficiency of arabinofuranosidases in the degradation of arabinoxylan is mainly determined by their substrate specificity and their linkage preference (Chapter 2). Depending on their substrate specificity, arabinofuranosidases are divided in three main groups. Type A only releases arabinose from oligosaccharides, type B releases arabinose from oligosaccharides and polymers and type C is only active on arabinoxylo-oligosaccharides and arabinoxylan. Furthermore, as arabinoxylan contains mono- and di-substituted xylose moiety, the specific hydrolysis of these substituents by the arabinofuranosidases will determine the linkage preference. With the characterization of the genome of Bacillus subtilis , the puzzle of the xylanolytic system of B. subtilis was unraveled. Although members of this system were identified, still several of them were not characterized. This study describes the recombinant expression, purification and characterization of the endoxylanases and arabinofuranosidases of B. subtilis . At the beginning of this research, one endoxylanase of B. subtilis , namely Bs XynA, was available as it is used as an additive in the bread-making process to increase loaf volume. In order to gain insight in and to alter the substrate selectivity and the inhibition sensitivity of Bs XynA via site-directed mutagenesis, a recombinant expression system needed to be established, followed by a straightforward purification protocol. In Chapter 4, two different expression hosts were utilized. Expression of the xynA -encoding sequence in Escherichia coli resulted in high yield, sufficient to use recombinant Bs XynA as reference in comparison with the variants made in Chapters 8 and 9. Growth experiments of B. subtilis using xylose as carbon sources, indicated the secretion into the medium of two other putative endoxylanase next to Bs XynA, namely Bs XynC and Bs XynD. Both enzymes were recombinantly expressed in E. coli and biochemically characterized as described in Chapters 5 and 6. Bs XynC, a glucuronoxylanase, has a preference for solubilising water-unextractable arabinoxylans. As secondly, its activity was not influenced by the presence of proteinaceous inhibitors, it enabled us to test its potential in bread-making (Chapter 5). Bs XynD, on the contrary, did not display endoxylanase activity. Testing the activity on several substrates indicated that Bs XynD exhibited arabinoxylan arabinofuranohydrolase activity, hydrolysing alpha-L-arabinose from mono-substituted xylopyranosyl moieties (Chapter 6). Structural unravelling confirmed the biochemical characterization. In addition to two endoxylanases and one arabinoxylan arabinofuranohydrolase, B. subtilis expresses two intracellular arabinofuranosidases. The recombinant expression, purification and biochemical characterization is described in Chapter 7. Based on this biochemical characterization and a generated model, Bs AbfA probably only hydrolyses alpha-L-arabinose linked at the terminal non-reducing xylose moiety of the substrate. On the contrary, Bs Xsa releases alpha-L-arabinose residues of non-terminal mono-substituted xylose moieties. Based on the present results, it can be presumed that B. subtilis is unable to hydrolyse glucuronosyl and di-substituted arabinosyl substitutations of xylose moieties. To gain more insight in the underlying mechanism of the major enzyme characteristics that influences the functionality of endoxylanase in cereal-based applications, namely substrate selectivity and inhibition sensitivity, site-directed mutagenesis was performed on Bs XynA. Based on the idea that differences in the surface hydrophobicity of endoxylanases may influence the endoxylanase substrate selectivity, different Bs XynA variants with decreased levels of hydrophobic residues at the outer enzyme surface were designed and produced (Chapter 8). Several variants resulted in a lower substrate selectivity factor than their wild-type counterpart. The results imply the involvement of some specific surface aromatic residues and/or neighbouring residues in substrate binding and most likely also in the participation to the degradation of arabinoxylan. For the second par of the complex of Aspergillus niger ExlA endoxylanase and TAXI-I, was used to develop inhibitor-insensitive Bs XynA-variants (Chapter9). Two strategies were used: (i) inducing steric hindrance or (ii) interrupting the key interactions with the inhibitors in the endoxylanase substrate-binding groove. The first strategy was successfully applied to position G12 where G12W combined inhibition insensitivity with unharmed catalytic performance. Variants from the second strategy showed altered inhibitor sensitivities concomitant with changes in enzyme activities, allowing insight in the binding-mode of both TAXI-I and TAXI-II with Bs XynA. Arabinoxylan (AX) is een belangrijke component van de celwand bij planten. Na cellulose is AX het meest voorkomende polysacharide op aarde. Omwille van zijn complexiteit is een waaier aan enzymatische activiteit noodzakelijk om dit polysacharide te degraderen tot zijn basiseenheden of oligosachariden. De belangrijkste enzymen in dit degradatieproces zijn endoxylanasen en arabinofuranosidasen. Endoxylanasen werden gedurende de laatste 10 jaar aandachtig bestudeerd wegens hun grondige impact op de functionaliteit van AX. Bijgevolg worden ze frequent toegepast in verscheidene graanverwerkende industriële processen om de procescondities en de kwaliteit van de eindproducten te verbeteren. De functionaliteit van endoxylanasen in deze toepassingen is echter vaak niet goed begrepen. Dit is voornamelijk te wijten aan het feit dat hun substraten aanwezig zijn onder een water-extraheerbare (WE-AX) en een niet-water-extraheerbare (WU-AX) vorm, gekenmerkt door verschillende fysicochemische eigenschappen. Endoxylanasen kunnen enerzijds WU-AX hydrolyseren waarbij enzym-gesolubiliseerd arabinoxylan (ES-AX) wordt vrijgesteld. Anderzijds degraderen zij WE-AX en ES-AS tot AX-fragmenten met een laag moleculair gewicht. Afhankelijk van de industriële toepassing is een voorkeur van het endoxylanase voor één van beide vormen gewenst, terwijl de activiteit ten opzichte van de andere populatie ongewenst is. Een tweede belangrijke enzym-eigenschap van endoxylanasen is de inhibitiegevoeligheid. De aanwezigheid van proteïnen in graangewassen met endoxylanase inhiberende capaciteit kan een sterke invloed hebben op de functionaliteit van endoxylanasen. Tot op heden kon men drie verschillende inhibitoren isoleren, namelijk TAXI (Triticum aestivum xylanase inhibitor), XIP (xylanase inhibitor protein) en TLXI (thaumatin-like xylanase inhibitor). De doeltreffendheid van arabinofuranosidasen in de afbraak
Choose an application
664.6/.7 --- 664.6/.7 Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Wheats --- Cereal products --- Biotechnology --- Nutritive value --- Cereals --- Enzymes --- comminution --- Séparation --- Separating --- Carbohydrates --- Enzyme activity --- proteins --- Fermentation --- Starch --- Alcoholic beverages --- Economic analysis --- Bioconversion --- bioconversion --- Separating. --- bioconversion. --- Craquage --- Transformation enzymatique
Choose an application
664.6/.7 --- Cereals as food --- Cereal products --- 664.7 --- Bier --- Brood --- Brouwerij --- Deegwaren --- Graan --- Graanindustrie --- Graanmaalderij (maalderij, malen) --- Mout --- Ontbijtgranen --- Snacks --- Grain products --- Seed products --- Food --- 664.6/.7 Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc --- #KVIV:BB
Choose an application
Het meest voorkomende polysacharide op aarde, na cellulose, is (arabino)xylan, een belangrijke constituent uit de celwand van graankorrels. Het wordt grotendeels afgebroken door xylanasen. In granen zijn deze enzymen hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de celwandhermodellering en -afbraak tijdens de kieming. De best bestudeerde xylanasen zijn nochtans afkomstig uit bacteriën en schimmels waar ze vermoedelijk een rol spelen bij plantenziektes en bij de afbraak van dood organisch materiaal. Ze behoren immers tot het arsenaal van afbraakenzymen dat micro-organismen aanwenden om de plantencelwand af te breken en zo het plantenweefsel binnen te dringen. Niet alleen omwille van hun rol bij planteninfectie, maar ook omwille van hun toepassingsmogelijkheden in graangebaseerde industriële processen worden xylanasen bestudeerd. Ze worden gebruikt als proces-, opbrengst- of productverbetermiddel in een brede waaier van processen. Xylanasen worden vandaag de dag systematisch toegevoegd aan broodverbetermiddel, waar ze zorgen voor gemakkelijker verwerkbare degen en grotere broodvolumes. Ze worden verder ook aangewend in bierproductie, veevoeder en gluten-zetmeel scheiding. In 1997 werd de aanwezigheid van xylanase inhiberende proteïnen in tarwe voor het eerst beschreven. Sindsdien zijn twee verschillende types van xylanase-inhibitoren beschreven, namelijk Triticum aestivum xylanase-inhibitor (TAXI) en xylanase-inhibitor-proteïne (XIP) type inhibitoren. Meer recent werd tijdens de opzuivering van deze twee inhibitoren uit tarwe een derde type van xylanase-inhibitoren ontdekt. Het onderzoek in deze doctoraatsthesis richt zich op de opzuivering en volledige karakterisering van dit nieuwe type van xylanase-inhibitoren uit tarwe. Vervolgens tracht het onderzoek bij te dragen tot het begrijpen van de fysiologische rol van xylanase-inhibitoren in de plant. Allereerst werden twee verschillende methoden ontwikkeld om dit nieuwe proteïne op te zuiveren, vertrekkende van tarwemeel. De eerste methode is gebaseerd op het verschil in affiniteit voor xylanasen tussen de drie types van inhibitoren, terwijl in de tweede methode TAXI en XIP (en andere proteïnen) selectief worden neergeslagen met een methanolische ammoniumacetaat-oplossing. De nieuwe inhibitor wordt vervolgens opgepikt uit het supernatant via affiniteitschromatografie met geïmmobiliseerde xylanasen. De eerste methode is heel geschikt wanneer de drie types van inhibitoren gewenst zijn, maar het is een eerder tijdrovende methode als het enige doel is om de laatst ontdekte inhibitor op te zuiveren. De opbrengst voor deze laatste bedraagt 2 tot 4 mg per kg tarwemeel voor beide methoden. Vervolgens werd de nieuwe inhibitor gekarakteriseerd. Het is een basisch proteïne (pI > 9.3) en heeft een moleculaire massa (MM) van ongeveer 18 kDa, wat hem de kleinste van de xylanase-inhibitoren maakt. Hij komt voor in verschillende vormen met een variërende graad van glycosylatie. De suikereenheden zijn vooral O-gebonden. Weinig of geen N-gebonden suikers komen voor. De aminozuursequentie vertoont homologie met deze van thaumatine en bevat de consensussequentie van de familie van de thaumatine-achtige proteïnen (TLP). Daarom wordt de nieuwe inhibitor thaumatine-achtige xylanase-inhibitor (TLXI) genoemd. Zoals andere TLP's is TLXI heel stabiel, bij extreme condities van zowel temperatuur als pH. Bovendien vertoont het een zekere resistentie tegen proteolytische afbraak door pepsine. Net zoals bij de andere TLP's kan deze stabiliteit waarschijnlijk toegeschreven worden aan de aanwezigheid van meerdere intramoleculaire disulfidebruggen. Het 3D-structuurmodel van TLXI, gecreëerd op basis van de kristalstructuur van het thaumatine-proteïne, toont inderdaad dat alle (tien) cysteïneresidues voorkomen onder de vorm van (vijf) disulfidebruggen. Bovendien bevat het 12 β-strengen, gegroepeerd in 3 β-platen, en geen α-helices. De aanwezigheid van deze structurele kenmerken werd experimenteel bevestigd. Het experimentele werk laat toe te besluiten dat TLXI doorgaans actief is tegen xylanasen van glycoside hydrolase familie (GH) 11 met een laag pH optimum (pH £ 6.0). Er werd geen inhibitie-activiteit gevonden tegen GH 10 xylanasen, proteasen of amylasen. De inhibitie-activiteit van TLXI is over het algemeen het hoogst rond pH 5.0 en 40 °C. In tegenstelling tot wat gezien wordt voor de andere xylanase-inhibitoren uit granen gebeurt de interactie van TLXI niet in of nabij de actieve plaats van het xylanase. TLXI inhibeert namelijk op een niet-competitieve manier, terwijl TAXI en XIP competitieve inhibitoren zijn. Bovendien is TLXI een 'slow-tight' bindende inhibitor. De interactie tussen TLXI en een GH 11 xylanase van T. longibrachiatum (XTL1) gebeurt in één trage stap en wordt gekarakteriseerd door een inhibitieconstante van ongeveer 60 nM. Deze Ki-waarde ligt dus in de nanomolaire regio, net zoals deze van de andere xylanase-inhibitoren uit granen. Het TLXI-gehalte in meel van verschillende tarwe cultivars is doorgaans 10 en 30 keer lager dan de respectievelijke TAXI en XIP gehaltes. In meel van andere granen is het gehalte van de eventuele TLXI homologen eveneens lager dan het gehalte van eventuele TAXI-of XIP-homologen. In de proteïnefractie van rogge en gerst, bekomen na affiniteitschromatografie met geïmmobiliseerde xylanasen, werden proteïnen ontdekt die reageren met antilichamen tegen tarwe-TLXI. In gerst heeft dit proteïne een MM van ongeveer 27 kDa, terwijl het in rogge een MM van 18 kDa heeft. De N-terminale aminozuursequentie van het laatstgenoemde proteïne is volledig gelijk aan die van tarwe TLXI en die van het proteïne dat afgeschreven wordt van het hypothetische tlxi-gen uit rogge, wat meteen ook de effectieve expressie van dit gen in rogge bevestigt. In gerst kon geen TLXI-homoloog geïdentificeerd worden. Naast de verschillende granen werden ook verschillende fruitsoorten bestudeerd voor de aanwezigheid van TLXI-homologen, omdat de accumulatie van TLPs in fruit tijdens het rijpen veelvuldig beschreven is. Een 26 kDa proteïne uit kiwi, waarvan de N-terminale aminozuursequentie volledig gelijk is aan die van een thaumatine-achtig allergen uit kiwi met antifungale activiteit, bond aan de geïmmobiliseerde xylanasen, maar inhibeerde xylanasen in oplossing niet. Daarentegen vertoonde een gelijkaardige eiwitfractie uit appel, wel inhibitie-activiteit. De reactie met anti-TLXI antilichamen en de MM van dit proteïne doen vermoeden dat het om een gelijkaardig TLP als in kiwi gaat. Dit kon echter niet bevestigd worden door middel van een N-terminale aminozuursequentie. Ten slotte werd een 21 kDa proteïne gevonden in banaan, dat inhibitie-activiteit vertoont tegen GH 11 xylanasen van Aspergillus niger (XAN11) en Bacillus subtilis (XBS), maar niet reageert met de anti-TLXI-antilichamen. Dit zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van een onbekend type van xylanase-inhibitoren in banaan. Tijdens de studie van de kinetische parameters kwam aan het licht dat TLXI niet enkel met xylanasen interageert, maar ook met arabinoxylan. Omdat binding aan polysachariden reeds gerapporteerd werd voor XIP, werd een grondige studie van de interactie van de drie xylanase-inhibitoren met verschillende polysachariden uitgevoerd. Deze studie toonde aan dat alle types van xylanase-inhibitoren binden aan (arabino)xylan en dat de affiniteit stijgt met dalende arabinose tot xylose verhouding voor alle inhibitoren. De hoogste bindingsaffiniteit werd gezien voor TLXI. Bovendien binden de drie xylanase-inhibitoren ook aan bepaalde β-glucanen, hoewel deze binding minder uitgesproken is dan deze aan (arabino)xylanen. Voor TLPs bestaat er een verband tussen de binding aan polysachariden en hun antifungale werking. Bovendien wordt voor de xylanase-inhibitoren een functie in de plantdefensie gesuggereerd zonder het exacte mechanisme ervan te kennen. Daarom werd hun direct effect op de groei van schimmels onderzocht in deze doctoraatsthesis. Op een medium met glucose als enige koolstofbron, wordt de groei van de hyfen van Fusarium graminearum en Rhizoctonia solani geïnhibeerd door respectievelijk XIP en TAXI. Aangezien geen xylan voorkomt in dit medium kan de antifungale activiteit vermoedelijk niet toegeschreven worden aan xylanase-inhibitie-activiteit. Wanneer een medium gebruikt wordt met xylan als enige koolstofbron, wordt de uitdeining van de halo, veroorzaakt door de xylanasen geproduceerd door de schimmel, vertraagd door de drie xylanase-inhibitoren. Er werd geen effect op de groei van de hyfen gezien bij dit laatstgenoemde medium. Samengevat beschrijft dit werk de opzuivering en volledige karakterisering van een recent ontdekte xylanase-inhibitor, die behoort tot de TLPs. Bovendien draagt het werk bij tot het ontrafelen van de functie van xylanase-inhibitoren in de plant door het aantonen van hun bindingsaffiniteit voor polysachariden en hun inhiberend effect op de groei van schimmels. The most abundant polysaccharide on earth, next to cellulose, is (arabino)xylan, an important constituent of cereal seed cell walls. It is largely degraded by xylanases. In cereals, these enzymes are mainly responsible for cell wall remodelling and degradation upon germination. The best-studied xylanases, however, originate from bacteria and fungi where they are involved in plant infection and in the decay of dead organic material. They are one of the enzymes produced by microorganisms to degrade the plant cell wall and to, in this manner, invade the plant tissues. Next to their role in plant infection, xylanases have also been well studied because of their application in cereal-based industrial processes. They are used as process, yield or product improvers in a range of different processes. Xylanases are nowadays inherently present in most bread improvers, as they beneficially affect bread volume and processibility of doughs. They can also be used in beer production, feeds and gluten-starch separation. In 1997, the occurrence of xylanase inhibiting proteins in wheat was discovered. Since then, two different types of xylanase inhibitors have been described, namely Triticum aestivum xylanase inhibitor (TAXI) and xylanase inhibitor protein (XIP) type inhibitors. More recently, during the purification of these two xylanase inhibitors from wheat whole meal, a third type of xylanase inhibitors was discovered. The research described in this doctoral thesis aimed at purifying and fully characterising this new type of xylanase inhibitor from wheat. Subsequently, it aimed at contributing to an increased understanding on the physiological role of plant xylanase inhibitors. Two different methods to purify this novel protein, starting from wheat whole meal, were developed. The first method is based on the difference in affinity for xylanases between the three types of xylanase inhibitors, while in the second method TAXI and XIP (and other proteins) are selectively precipitated using a methanolic ammonium acetate solution. The inhibitor is then isolated from the supernatant with affinity chromatography with immobilised xylanases. The first method is very convenient when all three types of inhibitors are needed, but it is rather time consuming when the only objective is to purify the last discovered one. The yield for the latter inhibitor with both methods is in the range of 2 to 4 mg per kg whole meal. Subsequently, the novel inhibitor was characterised. It is a basic protein (pI > 9.3) and has a molecular mass (MM) of approximately 18 kDa, which makes it the smallest xylanase inhibitor from wheat. It occurs in different forms with varying degrees of glycosylation. Its glycan moiety/moieties are mostly O-bound. Little, if any, N-bound sugars are present. The amino acid sequence shows homology to thaumatin and contains the consensus sequence of the thaumatin protein family. Therefore, the new inhibitor is called thaumatin-like xylanase inhibitor (TLXI). Much as for other thaumatin-like proteins (TLPs), TLXI is a very stable protein both under extreme thermal and pH conditions. It is also quite resistant towards proteolytic attack by pepsin. Much as for other TLPs, the stability of TLXI can probably be ascribed to the presence of several intramolecular disulfide bridges. The three dimensional structure model of TLXI, generated with the crystal structure of the thaumatin protein as template, indeed shows that all (ten) cysteine residues are involved in five disulfide bridges. Furthermore, it maintains that TLXI contains 12 β-strands, organised in 3 β-sheets, and no α-helices. Experimental evidence to confirm these structural features was provided. The experimental work allows concluding that TLXI is generally active towards xylanases of glycoside hydrolase family (GH) 11 with low pH optimum (pH ≤ 6.0). No inhibition activity was seen towards GH 10 xylanases, proteases or α-amylases. The inhibition activity of TLXI is generally maximal at pH conditions around pH 5.0 and at temperatures around 40 °C. In contrast to what could be observed for the other cereal xylanase inhibitors, the interaction between TLXI and xylanases does not occur in or near the active site. TLXI inhibits in a non-competitive manner, while TAXI and XIP are competitive inhibitors. In addition, TLXI is slow-tight-binding. The interaction between TLXI and a GH 11 xylanase of T. longibrachiatum (XTL1) occurs in a single slow step and is characterised by a Ki of approximately 60 nM. The Ki value is thus situated in the nanomolar range, much as for the other cereal xylanase inhibitors. The TLXI levels in whole meals of different wheat cultivars are, in general, approximately 10 and 30 times lower than the TAXI and XIP levels, respectively. In other cereals seeds, the levels of TLXI homologues, if present, seem also lower than those of TAXI and XIP homologues, if present. In rye and barley, protein bands that cross-react with antibodies raised against wheat TLXI were detected in the fraction recovered after affinity chromatography with immobilised xylanases. In barley, this protein had a MM of approximately 27 kDa, while that in rye had a MM of 18 kDa. The N-terminal amino acid sequence of the latter was identical to that of TLXI from wheat and that of the protein expressed by the putative rye tlxi gene, confirming the actual expression of this gene in rye. We could not identify a TLXI homologue in barley. Because the accumulation of different TLPs during fruit ripening has been described, different fruits were also studied for the occurrence of TLXI homologues. A 26 kDa kiwi protein, of which the N-terminal amino acid sequence was identical to that of a thaumatin-like kiwi allergen with antifungal activity, binds to immobilised xylanases but does not inhibit xylanases in solution. In contrast, a similar protein fraction from apple displayed xylanase inhibition activity. The cross-reactivity with anti-TLXI antibodies and the MM of the protein present in this fraction suggest that the protein is similar to that in kiwi, but no N-terminal amino acid sequence could be determined. Finally in banana, a 21 kDa protein was found, which shows inhibition activity towards GH 11 xylanases of Bacillus subtilis (XBS) and Aspergillus niger (XAN11), but no cross-reactivity with the anti-TLXI antibodies. This suggests the presence of an unknown type of xylanase inhibitors in banana. During the study of the kinetic parameters, it came to light that TLXI not only interacts with xylanases, but also with arabinoxylan. As polysaccharide binding had already been reported for XIP, a profound study of the interaction of all three xylanase inhibitors with polysaccharides was performed. It revealed that all types of inhibitors can bind to (arabino)xylans and that their affinity increases with decreasing arabinose to xylose ratio. The highest level of binding was observed for TLXI. In addition, interaction with certain β-glucans was observed for all inhibitors, though this binding was less pronounced than that to (arabino)xylans. For TLPs, a correlation exists between the binding to polysaccharides and their antifungal activity. In addition, a role in plant defence has been suggested for xylanase inhibitors, without insight in the exact mechanism. The present PhD research studied their direct effect on fungal growth. The hyphal growth of Fusarium graminearum and Rhizoctonia solani was inhibited by XIP and TAXI, respectively, when a medium with glucose as only carbon source was used. Since xylan was absent in the medium, xylanase inhibition activity is probably
Academic collection --- 577.1 --- 664.6/.7 --- 664.6/.7 Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- 577.1 Chemical bases of life. Biochemistry and bio-organic chemistry generally --- Chemical bases of life. Biochemistry and bio-organic chemistry generally --- Theses
Choose an application
Includes papers delivered at annual meetings of the American Association of Cereal Chemists.
Food science and technology --- Agriculture Sciences --- General and Others --- 664.6/.7 --- 664 --- 63 --- 633.1 --- 641 --- 633.1 Cereals. Grain crops --- Cereals. Grain crops --- 63 Agriculture and related sciences and techniques. Forestry. Farming. Wildlife exploitation --- Agriculture and related sciences and techniques. Forestry. Farming. Wildlife exploitation --- 664 Production and preservation of solid foodstuffs --- Production and preservation of solid foodstuffs --- 664.6/.7 Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Technology and processing of cereal grains. Milling, baking etc. --- Food. Cooking. Dishes --- Periodicals --- Chemistry, Technical --- Baking --- Edible Grain. --- Food Analysis. --- Moulins à farine --- Pain --- Chimie industrielle --- 63 Landbouw, veeteelt en verwante wetenschappen en technieken. Bosbouw. Landbouw. Exploitatie van dieren in het wild. --- Landbouw, veeteelt en verwante wetenschappen en technieken. Bosbouw. Landbouw. Exploitatie van dieren in het wild. --- Chemistry, Technical - Periodicals. --- Baking - Periodicals. --- Moulins à farine - Périodiques. --- Pain - Périodiques. --- Chimie industrielle - Périodiques.
Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|