Listing 1 - 10 of 45 << page
of 5
>>
Sort by
A concise dictionary of chemistry.
ISBN: 0192861107 9780192861108 Year: 1990 Publisher: Oxford [etc.] : Oxford University Press,


Book
Messung von stoffeigenschaften und konzentrationen : (Physikalische analytik)
Authors: --- ---
ISBN: 3540092854 0387092854 Year: 1980 Volume: Band II 2 Publisher: Berlin Heidelberg New York Springer

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
Structure development in polymer blends during flow in confinements
Authors: ---
ISBN: 9789056827885 Year: 2007 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
A fundamental study of particle-substrate interactions in liquids of low polarity.
Authors: --- --- --- --- --- et al.
ISBN: 9789460180422 Year: 2009 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Ingenieurswetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De interesse in het gebruik van organische solventen voor het bewerken van silicium substraten tijdens het productieproces van micro-elektronica producten is recent sterk toegenomen. Tijdens dit proces moet de oppervlakte contaminatie door nano-deeltjes, deeltjes met een grootte in de nanometer schaal, onder controle gehouden worden om een hoge opbrengst (yield) te bekomen. Om dit te bereiken is er fundamentele kennis nodig over de interacties tussen de deeltjes en het substraat in de gebruikte vloeistoffen. Die interacties zijn goed gekend in op water gebaseerde oplossingen, maar niet in organische solventen. In deze thesis bestuderen we de deeltjes-substraat interacties in organische vloeistoffen met een lagere diëlektrische constante (i.e. lagere polariteit) dan water. Alcohol en dodecaan worden hier als representatief gekozen voor solventen met gemiddelde en lage polariteit. De deeltjes-substraat interacties werden in deze solventen bestudeerd als functie van de diëlektrische constante van de vloeistof, het type en de ruwheid van de oppervlakte, de aanwezigheid van ionische contaminatie en chemische additieven. Eerst werden de krachten tussen deeltjes, met een grootte in de micrometer schaal, en een vlak oppervlakte van hetzelfde materiaal opgemeten in solventen met ‘colloidal-probe atomic force microscopy’. In alle alcoholen zijn de oppervlaktekrachten afstotend en worden ze goed beschreven door de klassieke op water gebaseerde theorie. Immersie-experimenten hebben verder aangetoond dat dit ook geldt voor nano-deeltjes. De hoeveelheid ionische contaminatie in de solventen heeft echter een belangrijke invloed op de sterkte en het bereik van de interactie. In dodecaan zijn de krachten hoofdzakelijk aantrekkend en fundamenteel verschillend van de interactiekrachten in op water gebaseerde systemen. Meer in het bijzonder zijn deze krachten tijdsafhankelijk en zeer gevoelig aan de experimentele condities, zoals de aanwezigheid van elektrische ladingen, kleine hoeveelheden water of de ruwheid van de deeltjes. Als er een relatief hoge concentratie surfactant wordt toegevoegd, kunnen de oppervlaktekrachten afstotend gemaakt worden. Al deze bevindingen suggereren dat wat betreft het voorkomen van deeltjescontaminatie in natte processing, alcoholen potentieel goede solventen zijn om te gebruiken, terwijl dodecaan beter vermeden wordt. Nu deze eerste selectie van solventen, werden isopropylalcohol oplossingen verder bestudeerd. De studie werd ook verder uitgebreid naar systemen waar deeltjes en oppervlakte uit een verschillend materiaal bestaan. Een nieuwe experimentele opstelling werd gebouwd om de in-situ de depositie en verwijdering van nano-deeltjes op/van een vlak oppervlakte te meten in deze alcohol oplossingen. Deze nieuwe techniek is een combinatie van een ellipsometer en een ‘impinging jet cell’ en laat toe onder gecontroleerde hydrodynamische omstandigheden de depositie en verwijdering kinetica te meten in het diffusie regime. Het effect van chemische additieven, zoals HCl en surfactanten, op het depositiegedrag werd ook bestudeerd. In pure alcohol wordt het depositie gedrag bepaald door de relatieve lading van het deeltje ten opzichte van het oppervlakte. Initieel, wanneer de oppervlaktebedekking door deeltjes klein is, wordt de deeltjesdepositie gedreven door diffusie. Verder in de tijd, wanneer een significant gedeelte van het oppervlak bedekt is, vertragen de elektrostatische afstotende krachten tussen de deeltjes dit proces. Dit resulteert in een lage maximale deeltjesbedekking van het oppervlak. Het toevoegen van HCl resulteert in een algemene toename van de ionsiche sterkte, en bijgevolg in een toename van de oppervlaktepotentialen van zowel het deeltje als het oppervlak, waardoor er zelfs depositie van deeltjes wordt waargenomen in het geval dat het substraat en de deeltjes uit identiek materiaal bestaan. Bovendien resulteert een toename in ionische sterkte in de bulk oplossing in een onderdrukking van de afstotende krachten tussen het susbtraat en de deeltjes als ook tussen de deeltjes onderling. Als gevolg hiervan is de depositie diffusie-gelimiteerd en is de maximumwaarde voor de bedekking gelijk aan de voorspellingen voor ongeladen deeltjes. Het gebruik van een surfactant als voorbereiding van het oppervlak of in oplossing voorkomt de depositie van deeltjes. Voor het eerst werd aangetoond dat wanneer de deeltjes en het substraat uit verschillende materialen bestaan de lengteschaal grote impact heeft op de interacties. De oppervlaktekrachten voor ruwe micron-deeltjes blijken steeds afstotend, zelfs in systemen waar nano-deeltjes wel deponeren op het oppervlak. We verklaren dit door de heterogeniteit van het oppervlak, die locale fluctuaties in de oppervlakte lading veroorzaakt. Op die mannier kunnen nano-deeltjes deponeren op specifieke plaatsen, waar de locale lading tegengesteld is aan die van het deeltje. Voor micron-deeltjes wordt de invloed van de locale variaties op de totale interactie verwaarloosbaar. Ten tweede heeft de oppervlakteruwheid van de interagerende sferen een dominant effect op de krachten bij zeer korte afstanden. Micron-deeltjes zijn zeer ruw en vertonen een afstotende kracht bij korte afstanden. Als lange afstand elektrostatische krachten afwezig zijn, bepalen deze korte afstand krachten het depositiegedrag. Het laatste deel van deze thesis gaat over het in-situ verwijderen van eerder gedeponeerde deeltjes door alcohol/surfactanten oplossingen te gebruiken. Wanneer de bestudeerde surfactant gebruikt wordt in concentraties hoger dan een specifieke treshold was het mogelijk eerder gedeponeerde deeltjes te verwijderen. De hoeveelheid verwijderde deeltjes neemt toe met toenemende surfactant concentratie, tot de volledige verwijdering bereikt was. Een dubbele kinetica wordt waargenomen in het verwijderingsproces: sneller in het begin, trager naar het einde. Een mechanisme voor deeltjes verwijdering werd voorgesteld, waarbij locale gradiënten in oppervlaktespanning worden gecreëerd rond het oppervlakte-deeltje contactgebied door de preferentiële adsorptie van de surfactantmolecules op het vaste oppervlakte. Deze gradiënten creëren een liftkracht die de deeltjes wegduwen van de oppervlakte. Deze thesis toont duidelijk aan dat dodecaan een slecht solvent is voor natte processing van substraten. Het risico voor oppervlaktecontaminatie is zeer groot. Voor dezelfde toepassing zijn alcoholen betere solventen om te gebruiken. Een groot nadeel bij het gebruik van deze solventen is wel dat zowel de ionische contaminatie van de solventen als de homogeniteit van de oppervlaktes van de substraten nauwgezet onder controle gehouden moet worden. Er werd echter een oplossing voorgesteld die bestaat uit het gebruik van een gepaste surfactant. Dit voorkomt deeltjesdepositie en verwijdert zelfs deeltjes. Organic solvents have recently attracted much interest for wet processing of silicon wafers during the fabrication of microelectronic devices. During these processes, surface contamination from nano-sized particles must be controlled to ensure high device yields. This control requires a fundamental knowledge of the interactions between particles and substrates in the processing liquid. Such interactions are well known in aqueous solutions, but not in organic solvents. This thesis investigates particle-substrate interactions in organic liquids, which have a lower dielectric constant than water (i.e. low polarity). Alcohols and dodecane were chosen as representative for solvents of medium and low polarity, respectively. Particle-substrate interactions in these solvents were studied as a function of the dielectric constant of the liquid, the type and roughness of the solid surfaces, the presence of ionic contaminants and chemical additives.   First, the surface forces between micro-sized particles and flat substrates of the same material were measured in these solvents using colloidal-probe atomic force microscopy. In all alcohols the surface forces were repulsive, and well described by classical aqueous-based theories. Immersion experiments demonstrated that these findings were also valid for nano-sized particles. However, the level of background ionic contaminants in the solvents had an important effect on the magnitude and range of the interactions. On the contrary, in dodecane the surface forces were mostly attractive and fundamentally very different from the interaction forces in aqueous systems. In particular, these forces were time dependent and extremely sensitive to the experimental conditions such as the presence of electrical charges and of trace levels of water, and the surface roughness of the particles. Adding a surface active agent at relatively high concentration, the surface forces could be controlled and turned into repulsive. All these findings suggested that alcohols are potentially good solvents to use in wet processing with respect to the prevention from particle contamination, whereas dodecane is to be avoided.   Once a first screening of solvents was made, iso-propyl alcohol solutions were further explored, and the study was extended to various systems where particles and substrates were made of different materials. A new experimental setup was built to monitor in-situ the deposition and removal of nano-sized particles onto/from flat substrates in these alcohol solutions. The new technique, consisting of an impinging jet cell in combination with ellipsometry, enabled to study in-situ the kinetics of particle deposition and removal in the diffusive regime, under well defined hydrodynamic conditions. The effect of chemical additives such as hydrochloric acid and surfactant on the deposition behavior was also studied. In pure alcohol, the deposition or non-deposition behavior was determined by the relative surface charge of the particles with respect to the flat substrates. Particle deposition was driven by diffusion at initial times, when the surface particle coverage of the flat substrate was relatively low. At higher times, when the flat substrate was significantly covered by particles, electrical repulsive forces between the particles suppressed the deposition process. This in turn resulted in low maximum particle surface coverage. The addition of hydrochloric acid resulted in an overall increase in ionic strength. This fact led to an overall increase in the surface potentials of both particles and substrates, thus particle deposition was observed even in the case of similar surfaces. In the bulk solution moreover, an increase in ionic strength caused a suppression of the electrical repulsive forces between particles and substrates, and also between the particles. As a result, the deposition was diffusion-limited at all times and the maximum values for the particle surface coverage were equla to the predictions for uncharged particles. The addition of surfactant, used either to pre-treat the flat surface or as a co-dispersant, prevented particle deposition. For the first time it was demonstrated that, when particles and substrates are made of different material, the length scale has a dramatic consequence on the interactions. The surface forces for rough micro-sized spheres always revealed repulsive interactions, even in those systems where nano-sized particles were found to deposit onto the substrate. This fact was explained by the presence of surface heterogeneities on the flat substrates that cause local fluctuations in the average value of the surface charge. In this sense, nano-sized particles might deposit at some specific spots on the flat substrate where the local surface charge is opposite with respect to that of the particles. In case of micro-sized particles, the influence of local surface domains on the total interaction becomes negligible. Second, the surface roughness of the interacting spheres has a dominant effect on the surface force at short separations. Micro-sized spheres are very rough and exhibit an overall repulsive force at short separations. Nano-sized particles, which are relatively smooth in comparison, might exhibit very different surface forces at short separation. In absence of long-range electrical forces, these forces at short separation determine the deposition behavior. The last part of this thesis deals with the in-situ removal of previously deposited particles by using alcohol/surfactant solutions. The type of surfactant investigated, when used at concentrations higher than a specific threshold value, was able to remove previously deposited particles. The amount of removed particles increased with increasing surfactant concentration until total removal was reached. A double kinetics was observed in the particle removal process, higher at initial times and subsequently lower. A mechanism for particle removal was proposed, where local gradients in surface tension were created around the particle-substrate contact area due to the preferential adsorption of surfactant molecules on the solid surfaces. These gradients originate a lifting force that pushes the particle away from the flat substrate. This thesis clearly demonstrates that dodecane is a bad solvent for wet processing of wafers. The risk of surface particle contamination in this solvent is very high. Within the same application, alcohols are beneficial solvents to use. A big drawback using these solvents is that the level of ionic contamination must be strictly controlled, as well as the homogeneity of the surfaces of the flat substrates. However, a solution was proposed that consists in the use of dedicated surfactant. The latter enables to prevent particle deposition and even to remove deposited particles. aan de experimentele condities, zoals de aanwezigheid van elektrische ladingen, kleine hoeveelheden water of de ruwheid van de deeltjes. Als er een relatief hoge concentratie surfactant wordt toegevoegd, kunnen de oppervlaktekrachten afstotend gemaakt worden. Al deze bevindingen suggereren dat wat betreft het voorkomen van deeltjescontaminatie in natte processing, alcoholen potentieel goede solventen zijn om te gebruiken, terwijl dodecaan beter vermeden wordt. Nu deze eerste selectie van solventen, werden isopropylalcohol oplossingen verder bestudeerd. De studie werd ook verder uitgebreid naar systemen waar deeltjes en oppervlakte uit een verschillend materiaal bestaan. Een nieuwe experimentele opstelling werd gebouwd om de in-situ de depositie en verwijdering van nano-deeltjes op/van een vlak oppervlakte te meten in deze alcohol oplossingen. Deze nieuwe techniek is een combinatie van een ellipsometer en een ‘impinging jet cell’ en laat toe onder gecontroleerde hydrodynamische omstandigheden de depositie en verwijdering kinetica te meten in het diffusie regime. Het effect van chemische additieven, zoals HCl en surfactanten, op het depositiegedrag werd ook bestudeerd. In pure alcohol wordt het depositie gedrag bepaald door de relatieve lading van het deeltje ten opzichte van het oppervlakte. Initieel, wanneer de oppervlaktebedekking door deeltjes klein is, wordt de deeltjesdepositie gedreven door diffusie. Verder in de tijd, wanneer een significant gedeelte van het oppervlak bedekt is, vertragen de elektrostatische afstotende krachten tussen de deeltjes dit proces. Dit resulteert in een lage maximale deeltjesbedekking van het oppervlak. Het toevoegen van HCl resulteert in een algemene toename van de ionsiche sterkte, en bijgevolg in een toename van de oppervlaktepotentialen van zowel het deeltje als het oppervlak, waardoor er zelfs depositie van deeltjes wordt waargenomen


Dissertation
Removal of nanoparticulate contaminants from semiconductor substrates by megasonic cleaning.
Authors: --- --- --- --- --- et al.
ISBN: 9789088260452 Year: 2008 Volume: 782 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Verwijdering van nanodeeltjes verontreiniging van halfgeleider substraten met behulp van megasoon reiniging. Het verwijderen van ongewenste contaminatie, afkomstig van de omgeving of van voorafgaande proces-stappen is in de micro-electronica een noodzaak om een succesvolle chipproductie te garanderen. Daarenboven zorgt de voortdurende miniaturisatie van de geometrie van de schakelingen en de introductie van nieuwe materialen voor nieuwe uitdagingen aangaande contaminatiecontrole. De verwijdering van verontreiniging door nanodeeltjes kan niet meer gebeuren met de chemische middelen voorhanden. Daarom dringt de noodzaak om fysische processen te introduceren zich op. Het onderzoek in dit werk baseert zich op het gebruik van een akoestisch veld, dat stromingen in de reinigingsvloeistof kan veroorzaken, meer bepaald in de nabijheid van het halfgeleideroppervlak, die krachtig genoeg zijn om nanodeeltjes te verwijderen. De deeltjes die verwijderd moeten worden, zijn ook blootgesteld aan veroudering, wat de adhesiekrachten tussen deeltje en substraat versterkt. Het is aangetoond dat dit verouderingsproces voor harde deeltjes, zoals SiO2-deeltjes, gerelateerd is aan de preferentiële depositie van aanwezig afval en gevormde silicaten aan de voet van een deeltje, waar vervolgens een nek gevormd wordt. Dit maakt het verwijderen van nanodeeltjes een hele uitdaging. Experimenteel en theoretisch werd aangetoond dat van alle fenomenen, die zich afspelen in een akoestisch veld, transiënte cavitatie aan de basis ligt van een succesvol reinigingsprocess van een halfgeleidersubstraat. Deze soort cavitatie, die zich voordoet in een voldoende sterk akoestisch veld, waar voldoende opgeloste gassen aanwezig zijn, veroorzaakt schokgolven, jet stromingen, jet 'splashes' en sonoluminescentie. Deze effecten zijn het gevolg van asymmetrische implosies van gasbellen en hebben een impact op het oppervlak, waar de contaminatie en fragiele structuren aanwezig zijn. De jet 'splashes', die worden gegenereerd bij zo een implosie, zijn voldoende sterk om juist gedeponeerde deeltjes en zelfs verouderde deeltjes te verwijderen. Daarenboven laten ze de fragiele structuren ongemoeid. Maar de jetstroming, die vaak een waterhamer op het oppervlak veroorzaakt, kan lokaal tot schade leiden. Dat deze fenomenen plaatsvinden kan worden bevestigd door de duidelijk link met sonoluminescentie, die fotografisch of met een fotobuis kan worden waargenomen. Ook werd aangetoond dat Eckart stroming, met de nodige optimalisatie, een mogelijk alternatief voor cavitatie biedt. In dit werk worden verschillende parameters bestudeerd en hun effect op de verwijdering van nanodeeltjes. De meest belangrijke parameters zijn de geometrie en het vermogen van het akoestisch veld, de aangelegde frequentie, de hoeveelheid opgelost gas en de hoeveelheid chemicaliën. Elke configuratie leidt tot een specifiek patroon in verwijderde deeltjes van het substraat en schade aan het oppervlak. De onderste limiet van de parameters wordt bepaald door de cavitatie-grenswaarde en de bovenlimiet door de limiet voor schade, die meestal substraatafhankelijk is. Zo hebben vlakke substraten geen bovenlimiet en substraten met fragiele structuren een duidelijk grenswaarde, die zich meestal vlakbij de cavitatie-grenswaarde bevindt, wat de procesmogelijkheden duidelijk verkleind. Removal of nanoparticulate contaminants from semiconductor substrates by megasonic cleaning. In Integrated Circuit manufacturing, contaminants accumulated during processing on the wafer surface should be removed efficiently. This cleaning needs to be performed regularly to produce high performance, cost effective semiconductor devices and to avoid cross-contamination of process equipment. Historically, the physical and chemical processes, based on under-etching, required for contamination control could be evolutionary scaled with the device geometry. However, tomorrow's devices with nano-scale dimensions are extremely fragile and easily damaged by physical agitation. Moreover the etching in these devices should be drastically reduced to (< 0.3 Å for the 45 nm technology generation). Therefore a clean based on well tuned physical forces is required. The aim of this thesis is to explore the potential and the limitations of megasonic cleaning for the removal of nano-sized particulate contaminants. This requires the insight on the nanoparticulate cleaning challenge, the understanding of the different ongoing mechanisms in a megasonic cleaning system and the tools required for a selective and uniform cleaning process. In this work it is shown that silica-based nanoparticulate contaminants age fast. This aging is based on material transport and preferential deposition in the contact area between particle and substrate. This neck-formation then strengthens the particle-substrate adhesion. It is theoretically and experimentally demonstrated that there are two different mechanisms that initiate the removal of these nanoparticulate contaminants in a megasonic cleaning system. The first one is a cavitation driven mechanism, which is based on the initiation, activity and effects of bubbles. The second mechanism is driven by acoustic streaming, which is initiated through the losses of energy of acoustic waves in the cleaning liquid. Both of them create disturbances close to the substrate interface where the contaminants are present. The most promising and active mechanism is the cavitation driven mechanism. Practical implementation of megasonic cleaning typically suffers from major non-uniform performance. Regions with high cleaning performance alter with regions of lower or even no cleaning performance. This indicates that the phenomena are not even distributed in space and this is primarily related to the non-uniformity of the applied acoustic field.


Book
Chemical reactor theory : an introduction
Authors: ---
ISBN: 0521256453 0521276306 Year: 1984 Publisher: Cambridge Cambridge University press


Book
Chemische Laboratoriumstechnik : ein Hilfsbuch für Laboranten und Fachschüler
Authors: ---
ISBN: 3211811168 9783211811160 Year: 1973 Publisher: Wien Springer


Dissertation
From catalytically active materials to active catalysis : a model study
Authors: ---
ISBN: 9789056828561 Year: 2007 Publisher: Leuven Katholieke Universiteit Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Legeringen van overgangsmetalen worden in de chemische industrie vaak ingezet als katalysor. De structuur, orde en samenstelling van het katalysatoroppervlak spelen daarbij een grote rol. Een goed begrip van het oppervlaktegedrag in een dergelijke legering is dan ook onontbeerlijk om o.a. de fysico-chemie van het katalytisch proces te begrijpen en om gerichter experimenten uit te voeren. In dit doctoraat wordt een modelleer-platform ontwikkeld voor een meer realistische simulatie van een katalysator ‘in actie’. Een betrouwbaar energiemodel voor de beschrijving van de metallische binding wordt bekomen door de parameters van de Modified Embedded Atom Method (MEAM) te bepalen aan de hand van een consistente set van ab initio data, met inbegrip van oppervlakte-eigenschappen. Zo worden nieuwe MEAM parameters voor de elementen Cu, Pt, Pd en Rh en al hun binaire legeringen bepaald en daarna gevalideerd door de segregatie in de binaire deelsystemen te onderzoeken. Zowel voor de ongeordende Pt-Rh en Pt-Pd legeringen als voor de ontmengende Cu-Rh en Pd-Rh legeringen en geordende Cu3Pt en Cu3Pd verbindingen worden resultaten gevonden in goede overeenstemming met experimentele metingen en/of theoretische berekeningen. Vervolgens wordt de uitbreiding naar ternaire systemen gemaakt in een gevalstudie van segregatie naar PtxPdyRh1-x-y(111) oppervlakken, waarbij een typisch ‘hoger-orde’ effect van co-segregatie van Pt en Pd naar boven komt. Daarna wordt de stabiliteit van metallische katalysator partikels belicht. Voor zuiver Cu, Pt en Rh wordt de icosaëder als gunstigste partikelvorm voorspeld, terwijl dit voor Pd de cubo-octaëder is. Simulaties voor de segregatie in Cu3Pt nanopartikels brengen twee verschillende concurrerende mechanismen aan het licht. Tenslotte wordt de invloed bestudeerd van de aanwezigheid van gassen op de segregatie en de orde aan het Cu3Pt(111) oppervlak. Door het gesimuleerde Temperature Programmed Desorption (TPD) spectrum voor CO op geordend Cu3Pt(111) te vergelijken met dat op ongeordend Cu40Pt60(111) wordt een ligand effect gekwantificeerd. Simulaties van de Cu3Pt(111) legering in aanwezigheid van CO wijzen, bij volledig thermodynamisch evenwicht, op een sterke Pt-aanrijking aan het oppervlak, in tegenstelling met de Cu-aanrijking voor deze legering in vacuüm. Voor ditzelfde systeem wordt ook de kinetica van de oxidatie van CO op beide oppervlakken gesimuleerd. Uit deze simulaties kan afgeleid worden dat de beoogde CO2-productie op geordend Cu3Pt(111) bij hogere temperatuur aanzienlijk sneller verloopt dan op ongeordend Cu40Pt60(111). Transition metal alloys are frequently used as catalyst material in chemical industry. The structure, order and composition at the catalyst surface are crucial for the catalytic properties. The detailed knowledge of the surface behaviour is a necessary condition for understanding the physico-chemical behaviour of the catalytic process and for an optimal scheduling of further experiments. In this dissertation, a modelling platform is presented for a more realistic simulation of a catalyst ‘in action’. First, the description of the metallic bond requires a reliable energy model. This is obtained by parameterising the Modified Embedded Atom Method (MEAM) completely based on a consistent set of ab initio data, including bulk as well as surface material properties. Following this novel approach, new MEAM parameters are determined for Cu, Pt, Pd and Rh and all their binary alloys. Subsequently, these parameters are validated by Monte Carlo (MC) simulations of the segregation to low index surfaces of these binary alloys. For disordered solid solutions (Pt-Rh and Pt-Pd), as well as for phase seperating alloys (Pd-Rh and Cu-Rh) and for ordered alloys (Cu3Pt and Cu3Pd), the results are in good agreement with the experimental evidence and/or theoretical calculations. The impact of a slight deviation from the exact stoichiometry on the surface composition in ordered compounds is illustrated for off-stoichiometric Pt80Co20(111) alloys. The segregation study is then extended to ternary systems with a case study for Pt-Pd-Rh alloys, showing the typical multi-component effect of co-segregation. Next, segregation to the ideal single crystal surfaces is confronted with the segregation behaviour in nanoparticles. For pure Cu, Pt and Rh the icosahedron is calculated as the more stable particle, while Pd prefers the cubo-octahedral shape. MC simulations for Cu3Pt alloy particles elucidate how two distinct segregation mechanisms dominate at low and at high temperatures respectively. Finally, the presence of gaseous adsorbates is taken into account in a case study on the CO adsorption and the CO oxidation reaction on Cu3Pt(111) with Kinetic Monte Carlo (KMC) simulations. By comparing the Temperature Programmed Desorption (TPD) spectra for CO on ordered Cu3Pt(111) and on disordered Cu40Pt60(111), a ligand effect could be identified. Equilibrium simulations indicate a strong Pt enrichment of the surface, in contrast with the Cu enrichment in vacuum. KMC simulations at various conditions of temperature and pressure reveal a higher reaction rate on the ordered Cu3Pt(111) surface than on the disordered Cu40Pt60(111) surface. Een katalysator is een materiaal dat een chemische reactie versnelt en/of de selectiviteit voor een bepaalde reactie verhoogt, zonder daarbij zelf opgebruikt te worden. Katalysatoren zijn onmogelijk nog weg te denken uit onze hedendaagse samenleving. Een welbekend voorbeeld is de drieweg-katalysator voor de omzetting van schadelijke verbindingen in de uitlaatgassen van personenwagens. Edelmetalen en hun legeringen worden vaak gebruikt als katalysatoren. Aangezien chemische reacties zich afspelen aan het oppervlak van de katalysator zullen de structuur, de samenstelling en de orde aan het oppervlak van cruciaal belang zijn voor prestaties van de katalysator. Maar precies de aanwezigheid van dit oppervlak leidt tot oppervlakte-eigenschappen die grondig verschillen van die in het volume. Zo treedt quasi altijd segregatie op, d.i. een preferentiële aanrijking aan het oppervlak in één of meerdere legeringscomponenten onder thermodynamisch evenwicht. In dit doctoraat werd een bestaand energiemodel geparameteriseerd op basis van een consistente set van nauwkeurige kwantum-mechanische ab initio data. Met dit model werd dan het segregatiegedrag gesimuleerd in binaire legeringen bestaande uit Cu, Pt, Pd en Rh en in de ternaire Pt-Pd-Rh legering en deze modelberekeningen werden getoetst aan experimentele resultaten en/of theoretische gegevens uit de literatuur. Dit segregatiegedrag werd vervolgens uitgewerkt voor zeer kleine deeltjes (nanopartikels). Het is immers in deze vorm dat deze legeringen als katalysator gebruikt worden. De simulaties brachten aan het licht dat voor nanopartikels van het materiaal Cu3Pt het segregatiegedrag fundamenteel verschilt van dat voor uitgestrekte Cu3Pt oppervlakken. Na deze voorbereidende berekeningen werd ook de katalytische activiteit (omzetting per tijdseenheid) voor de oxidatie van CO tot CO2 van 2 verschillende Cu-Pt(111) oppervlakken met elkaar vergeleken: enerzijds een perfect geordend Cu3Pt(111) oppervlak en anderzijds een ongeordend Cu40Pt60(111) oppervlak. Simulaties toonden aan dat bij een temperatuur van 400 K de activiteit ca. 3 maal hoger is aan een perfect geordend oppervlak dan aan het ongeordende oppervlak. Dit resultaat toont zeer duidelijk aan dat de katalysator geen vast gegeven is en dat tijdens de optimisatie van een katalytisch proces ook rekening dient gehouden met de microscopische eigenschappen van de katalysator zelf.

Listing 1 - 10 of 45 << page
of 5
>>
Sort by