Narrow your search

Library

KU Leuven (71)

VUB (6)

UAntwerpen (5)

UGent (5)

KBR (3)

LUCA School of Arts (2)

Odisee (2)

Thomas More Kempen (2)

Thomas More Mechelen (2)

UCLL (2)

More...

Resource type

dissertation (65)

book (9)

digital (1)

film (1)


Language

Dutch (56)

English (17)

Undetermined (2)


Year
From To Submit

2024 (6)

2023 (8)

2022 (8)

2021 (6)

2020 (7)

More...
Listing 1 - 10 of 75 << page
of 8
>>
Sort by

Book
Talen geven en talen nemen : nieuwe denkkaders, contexten en methodes in de studie van lexicale ontlening
Authors: ---
Year: 2017 Publisher: Amsterdam Amsterdam University Press

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

Linguistics


Book
New Perspectives on Lexical Borrowing
Authors: --- --- ---
ISBN: 9781614515913 1614515913 1306205689 1614514305 Year: 2013 Publisher: Boston De Gruyter

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

This volume aims to broaden the focus of existing loanword research, which has mainly been conducted from a systemic and structuralist perspective. The eight studies in this volume introduce onomasiological, phraseological, and methodological innovations to the study of lexical borrowing. These new perspectives significantly enhance our understanding of lexical borrowing and provide new insights into contact-induced variation and change.


Dissertation
Expeditie tussentaal : een corpusgebaseerd onderzoek naar inter- en intrasprekervariatie in het gebruik van de Vlaamse tussentaal in "Expeditie Robinson".
Authors: --- ---
Year: 2007 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Shop jij duurzaam of sustainable? Een semantische feature-analyse van (ontleende) duurzame-modegerelateerde termen
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterproef onderzocht de manieren waarop deskundigen en leken de begrippen duurzaamheid en duurzame mode definiëren. Om dat te doen, hebben we twee soorten studies uitgevoerd. De eerste was een lexicografisch type onderzoek waarin we het voorkomen onderzochten van top-down en bottom-up semantische kenmerken die gebruikt werden in woordenboek- en databasedefinities voor de bovengenoemde concepten. De top-down kenmerken werden ontleend aan het zogenaamde triple bottom line model van John Elkington. Dat model wordt vaak gebruikt in het bedrijfsleven en het beleid met betrekking tot duurzaamheid en bestaat uit de volgende kenmerken: economisch/financieel levensvatbaar, milieuvriendelijk en mensvriendelijk. Alle semantische kenmerken die buiten het bereik van de drievoudige bottom line vielen, werden beschouwd als bottom-up kenmerken. De tweede studie was een online vragenlijstonderzoek, waarvoor de respondenten werden verzameld via convenience sampling. Zij moesten vragen beantwoorden over hun interpretatie van woorden die verband houden met duurzame mode, zoals de Nederlandse woorden 'duurzaamheid', 'duurzame mode', en hun veronderstelde Engelse equivalenten 'sustainability' en 'sustainable fashion'. Deze studie had verschillende doelen. Ten eerste wilden we illustreren welke semantische kenmerken werden gebruikt, zowel door experts (OV1) als door leken (OV2) om de concepten duurzaamheid en duurzame mode te beschrijven. Meer specifiek wilden we het gebruik in kaart brengen van top-down en bottom-up kenmerken die in hun definities (OV1a en OV2a) werden aangetroffen. Ten tweede wilden we de verschillen nagaan tussen de semantische kenmerken die werden gebruikt voor het algemene concept van duurzaamheid enerzijds, en voor duurzame mode anderzijds (OV1b). Ten derde waren we ook geïnteresseerd in de semantische relatie tussen de Engelse en Nederlandse equivalenten van de bovengenoemde concepten, op basis van de semantische kenmerken die gebruikt worden door experts (OV1c) en leken (OV2b). Ten slotte wilden we de correlatie vaststellen tussen shopgraagheid en de semantische kenmerken die door de deelnemers aan onze survey werden gebruikt (OV2c). Uit de resultaten van dit onderzoek bleek dat bottom-up kenmerken zeer populair waren in de experten- en lekendefinities. Alle geraadpleegde naslagwerken maakten er gebruik van, en meer dan de helft van de deelnemers aan de enquête. Die gebruikte men aanzienlijk meer bij de beschrijving van duurzame mode dan bij de beschrijving van duurzaamheid. Het bottom-up kenmerk dat in beide groepen het meest werd gebruikt was "duurzaam". Wat de top-downkenmerken betreft, stelden we vast dat deze noch in de expertdefinities, noch in de lekendefinities vaak werden gebruikt, met uitzondering van "milieuvriendelijk". Er waren geen aanzienlijke verschillen tussen de twee concepten. Slechts één deskundige bron gebruikte alle drie de TBL-kenmerken tegelijk. Wanner we naar de semantische kenmerken keken om te bepalen welke semantische relatie er bestaat tussen de Engelse en Nederlandse equivalenten van duurzaamheid en duurzame mode, concludeerden we dat ze gezien kunnen worden als bijna-synoniemen. Ten slotte zagen we dat shopgraagheid geen verklaring kon bieden voor de verschillen in het gebruik van semantische kenmerken voor 'duurzame mode' en 'duurzame mode' door leken. Bovenstaande bevindingen geven aan dat het tijd is om het kader van de TBL te heroverwegen voor de concepten duurzaamheid en duurzame mode.

Keywords


Dissertation
De invloed van Engelse leenwoorden in een company-profile-tekst op de perceptie van een bedrijf
Authors: --- ---
Year: 2015 Publisher: Leuven : KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het Engels is de belangrijkste bron van leenwoorden in Europa. In de bedrijfscommunicatie wordt dan ook vaak gebruik gemaakt van verschillende soorten Engelse leenwoorden om uiteenlopende redenen: zodat bedrijven zich een modern, jong imago kunnen aanmeten, om het prestige dat het gebruik van het Engels in sommige contexten met zich meebrengt, etc. Is het echter wel steeds een goed idee om als bedrijf gebruik te maken van Engelse leenwoorden in externe communicatie? Het doel van dit onderzoek is om de invloed van Engelse leenwoorden in een company-profile-tekst op de perceptie van een bedrijf te bestuderen.Hiertoe stelde ik een enquête op basis van drie algemene onderzoeksvragen op. Deze hadden betrekking tot het bedrijf zelf, het bedrijf als werkgever en de tekst zelf. Ik haalde een voorstellingstekst met een aantal Engelse leenwoorden van de website van Randstad en legde die voor aan twintig respondenten. Nog eens twintig andere respondenten kregen een andere versie van de tekst voor zich, zonder Engelse leenwoorden. Op basis van deze teksten dienden de respondenten hun mening te geven over de verschillende stellingen binnen de drie onderzoeksvragen. De resultaten van het onderzoek kunnen (meestal) niet veralgemeend worden, gezien het klein aantal ondervraagde respondenten. Toch biedt deze masterproef reeds een interessante opstap voor verder onderzoek in deze context.Met dit onderzoek tracht ik bij te dragen tot de trend om de impact van Engelse leenwoorden in bedrijfscommunicatie te onderzoeken. Tot dusver hebben onderzoekers zich echter vooral gericht op onderzoek naar Engelse leenwoorden in productadvertenties en functietitels (Taavitsainen and Pahta 2003; Ulrich et al. 2004; Van Meurs et al. 2007; Gerritsen 1996). Ik heb mijn onderzoek dan ook gebaseerd op deze studies. Vaak werd het Engels in functietitels helemaal niet goed ontvangen in bijvoorbeeld Finland (Taavitsainen and Pahta 2003) of in Duitsland (Ulrich et al. 2004). Van Meurs et al. konden dan weer geen erg positieve of erg negatieve houdingen in perceptie tegenover Engelse leenwoorden in functietitels ontdekken in Nederland.Uit mijn onderzoek blijkt dat, net als in het onderzoek van Van Meurs et al., er weinig significante effecten op te merken zijn in de perceptie van Randstad door de respondenten. Of een tekst met andere woorden Engelse leenwoorden bevat of niet is op het eerste zicht niet van groot belang: veel respondenten zullen een neutraal antwoord geven of er gewoonweg niet veel belang aan hechten. Dat zou kunnen komen doordat het Engels in Nederland en België al zodanig geïntegreerd is, dat het gebruik ervan in bedrijfscommunicatie als normaal wordt ervaren. Na een uitgebreide analyse vallen er echter wel een aantal zaken op. Hoewel ik door het beperkt aantal respondenten in mijn onderzoek geen harde conclusies kan maken, is het opmerkelijk dat iets meer respondenten met de volledig Nederlandse tekstversie zich voor elke onderzoeksvraag positief uitlieten. Er lijkt dus een zekere trend op te treden waaruit blijkt dat een bedrijf iets positiever wordt ervaren wanneer een bedrijf gebruik maakt van een volledig Nederlandstalige company-profile-tekst. Dit geeft alleszins een belangrijke indicatie aan die een inspiratiebron kan zijn voor verder onderzoek.

Keywords


Dissertation
De verengelsing van bedrijfsnamen in Vlaanderen
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

This dissertation offers new insights in the field of the Anglicization of company names in Flanders. In the literary overview, the impact of foreign languages on perceptions is discussed. Through FLD and COO, people may be influenced by the non-nativity of languages being used. Businesses around the globe rely on stereotypes, relevant to the COO associated with the foreign language being used. These stereotypes are then associated with the firms that make use of the non-native languages which makes that the way the firms are perceived, is altered. The second topic concerns the worldwide spread of the English language. Through historical and socio-economic evolutions, English has spread across all continents. The English language can be found, both officially and unofficially, in more countries than is the case for any other language. This unmatched spread is equally present in terms of the amount of speakers. English is the second most spoken language in the world. The amount of non-native speakers more than doubles the amount of native English speakers. This means that no other language is being spoken more than the English one. Thus, the English language is more present than any other language in terms of geography as well as number of speakers. English has equally found its way into non-native usage on three levels. The dissertation already discussed the spread of the language on a macro-level (global spread) and further focusses on the spread on micro-level. Loanwords are words that have its roots in a foreign language. Integration of a loanword can occur directly or indirectly. The differences between both forms of loaning and its many forms are discussed. Next, the previous topics are brought together. From here onwards, Anglicization of company names is being considered. Having concluded the literary review and having established the possibility for a new study, the research questions and hypotheses are discussed. For this dissertation, four main questions have arisen: 1. How many company names are Anglicized in Flanders? 2. Where in Flanders are companies located with an Anglicized name? 3. In which sectors are companies, with and Anglicized name, active in Flanders? 4. Which trends can be pointed out when crossing the independent variables? The next part of the dissertation discusses how the research itself took place. A database containing 2,500 company names and their relevant data was generated. This database was further cleaned up and formed the basis for the remainder of the study. First of all, the presence of English influences in the company names was mapped out by manually categorizing the data. Afterwards, the analyses and results were brought to light. The list below, summarizes the main findings of the study: 1. 42.36% of the company names are Anglicized. 2. Most companies with an Anglicized name are situated in the regions of Antwerp, Brussels and Leuven. 3. The sectors related to mining, transport and IT contain the highest amount of businesses with an Anglicized name. 4. The fact that there are a lot of Anglicized company names, can be explained by the presence of companies with headquarters in the United States of America. In the final part of the dissertation, the results above are further discussed. The shortcomings of the study are established and suggestions for future research are made. An example of suggested future research relates to perceptions and attitudes since the study at hand covers production.

Keywords


Dissertation
Playing with English - Een corpusonderzoek naar het gebruik van Engelse leenwoorden en rhetorical moves in productadvertenties voor kinderen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

A lot of research has been conducted about the use of English in advertising (see for example Martin, 1998 and Piller, 2001). However, there are two subjects within this field that have not really gained a lot of attention thus far. First of all, no attention has been given to children as a target audience. There is, however, one exception (see Luján-García, 2011). Secondly, up until now little research has been conducted on the use of English in the different building blocks of a TV spot. Therefore the purpose of this study is to investigate: 1.) The extent to which English is used in television advertising for children and 2.) The elements that influence the use of English in TV spots for that target audience. For that second research question, the following elements are discussed: children’s age and gender, country in which the company that sells the product has its headquarters and the rhetorical moves. In the first part of this study, a theoretical framework is presented to introduce the different topics on which this study will focus. Within that framework, different ideas and studies are presented which deal with the “englishization” of Europe, with special attention given to borrowing, and advertising. Next, the two gaps (children as target audience and television as medium) within the research field of “English in product advertising” are presented. In the second part of this study, the actual research is presented and conducted. The data for this research were collected through watching, and in a following step, transcribing 128 different commercials for children that aired on the Flemish television channels Nick Jr, Nickelodeon, VTM Kzoom, Disney Channel, Kadet and Disney Junior. Before analysing the data, a genre analysis of the different rhetorical moves of commercials was conducted. That analysis showed that there are three different moves within a commercial that can be distinguished: (1) Naming the product, (2) Describing and demonstrating the product and (3) Closing the commercial. The results of the quantitative analysis of the commercials, show that English is most used within the first move and that age, gender and internationality of the company influence the use of English in commercials.

Keywords


Dissertation
Culturele verschillen in woordspel - Britse en Vlaamse woordspelletjes in “the Bake Off”
Authors: --- ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Samenvatting Deze descriptieve en kwantitatieve studie onderzoekt het gebruik van woordspelingen in The Great British Bake Off en de Vlaamse variant: Bake Off Vlaanderen. Deze masterproef presenteert eerst en vooral een theoretisch kader en een categorisering van de woordspelingen die in de televisieseries voorkomen. Daarnaast wordt de frequentie van de woordspelingen uit vijf afleveringen van elke reeks onderzocht en wordt ook de frequentie van de verschillende soorten woordspelingen geanalyseerd. Dit onderzoek wees echter uit dat de categorieën vaak tegelijkertijd toegepast worden. Hierdoor worden woordspelingen nog complexer en veelzijdiger. Voor het verloop van het onderzoek hebben we er echter voor gekozen om ons telkens slechts tot één vorm te richten. Ten slotte werd ook de frequentie van de woordspelingen geanalyseerd per programmaonderdeel. De resultaten van dit kwantitatieve onderzoek hebben aangetoond dat er in het algemeen een toename vast te stellen is in het aantal woordspelingen naarmate het seizoen vordert en dat er globaal gezien geen grote verschillen waar te nemen zijn tussen The Great British Bake Off en Bake Off Vlaanderen wat frequentie van de woordspelingen betreft. Uit de bevindingen van het deelonderzoek naar de verschillende soorten woordspelingen blijkt dat de soorten taalkundige mechanismen die gehanteerd worden om woordspel te creëren in beide versies sterk overeenkomen. De meest voorkomende categorieën in beide versies zijn: intertekstuele woordspelingen, metaforen, homonymie, ironie en idiomen. Ook de resultaten van het onderzoek naar de frequentie van woordspelingen per programmaonderdeel vertoonden sterke gelijkenissen tussen beide programma’s. Zo werd er in beide gevallen de meeste woordspelingen aangetroffen in de introductie en in de outro. Op basis van de resultaten van bovenstaande deelonderzoeken kan men concluderen dat er zich in eerste instantie weinig verschillen voordoen tussen The Great British Bake Off en Bake Off Vlaanderen

Keywords


Dissertation
Gluren bij de buren : Een gebruiksgebaseerd perspectief op lexicale ontlening
Authors: --- ---
Year: 2014 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In deze verhandeling wordt de ontlening van Engelse neologismen in het Nederlands bestudeerd. Er worden in het bijzonder twee aspecten van ontlening uitgelicht. Enerzijds wordt de ontleenbaarheid van neologismen onderzocht en anderzijds wordt er gekeken naar de tijd die ontleende neologismen erover doen om het Nederlands te bereiken (i.e. 'travel time'). Zowel op theoretisch als methodologisch vlak wordt daarbij een gebruiksgebaseerd perspectief op taal aangenomen. Dat wil zeggen dat er gewerkt wordt vanuit de overtuiging dat er een dynamische wisselwerking bestaat tussen het taalgebruik en de mentale representatie van taal bij taalgebruikers. In methodologische termen uit dat perspectief zich in het gebruik van corpora en statistische analyses. Dankzij het perspectief kan bestaand onderzoek naar ontleenbaarheid herzien worden en kunnen hiaten in het onderzoek worden opgevuld. Concreet wordt het ontleningsproces van Engelse neologismen in het Nederlands bestudeerd aan de hand van woordenboeken en corpora. Eerst wordt een dataset opgesteld van Engelse neologismen uit zes periodes van vijf jaar uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Met die neologismen wordt het onderzoek vervolgens in twee verschillende fasen voortgezet. In de eerste fase komen alle neologismen aan bod en wordt er gekeken welke factoren een invloed hebben op het al dan niet ontleend worden van de neologismen in het Nederlands. In de tweede fase worden enkel de ontleende substantieven en adjectieven onderzocht. Hier wordt er gekeken naar de factoren die mogelijk een invloed hebben op de 'travel time' van de neologismen. In beide fasen worden de resultaten verwerkt aan de hand van descriptieve en inferentiële statistiek.Het onderzoek bracht enkele interessante resultaten aan het licht. Ten eerste hebben neologismen uit semantische domeinen waarmee Nederland en België in de loop van de geschiedenis het eerst met Engels in contact kwamen, de grootste kans op ontlening. Ten tweede moeten bestaan...

Keywords


Dissertation
Taalvariatie op VRT: Een diachroon perspectief
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

This master’s thesis examines the use of Colloquial Belgian Dutch (‘tussentaal’) in the soap opera Thuis. More specifically, an analysis is carried out to determine whether a diachronic evolution can be discerned in the cinematographic discourse. The dissertation also investigates differences in the language use of the characters. On the basis of those results, the social meanings which are indexed in the series, are explored. Thus, the present research is not only embedded in the academic work on language variation in Flanders, but also in the study of social meaning in sociolinguistic variation. In addition, the influence of two contextual factors, hearer and emotion, on the use of Colloquial Belgian Dutch (CBD) are examined. For these purposes, the utterances of four main characters, Marianne, Ann, Frank and Simonne, during several dinner table conversations were transcribed. Data were collected for six points in time: 1996, 2001, 2005, 2010, 2015 and 2018-19. The language use of the four characters was subsequently analysed on one phonological and three morphological features of Colloquial Belgian Dutch. The results show that the increase in the use of CBD features in Thuis is limited. There were, however, clear differences between the speech repertoires of the four characters under investigation. Marianne used relatively little nonstandard language (substandard index of 61%). Her daughter Ann had an average score in relation to the group of 80%. Frank and Simonne used the most CBD features, with respective substandard indexes of 88% and 92%. It is argued that language variation in Thuis reflects the traditional language ideology which links standard language use to high class individuals and nonstandard language use to lower class individuals. In addition to this, differences in language use are deployed to accentuate the contrasts between the main characters in terms of authentic versus inauthentic, good guy versus bad guy, modern versus conservative, and so on. Concerning the contextual factors, the results generally showed minor shifts for the hearer variable. The emotion variable showed an increased use of CBD features for positive emotions. On a broader level, this master’s thesis has argued in favour of a holistic approach to research on cinematographic discourse, with attention to real life language use, the social meaning of fictional language and the influence of in-house policy.

Keywords

Listing 1 - 10 of 75 << page
of 8
>>
Sort by