Listing 1 - 10 of 16 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Ondanks vele culturele en theologische overeenkomsten en frequente sociale interactie tussen beide groepen, overheerst een eenzijdig negatief, ongenuanceerd en gepolariseerd beeld van de relaties tussen joden en moslims. Dit boek beoogt deze negatieve beeldvorming, die doorlopend gevoed en versterkt wordt door het Israëlisch-Palestijnse conflict, te doorbreken. Met name in de Lage Landen, waar omvangrijke groepen joden en moslims als religieuze minderheden leven.Enerzijds schetst Joden en moslims aan zet de contouren van de diverse historische en geografische contexten waarbinnen de joods-islamitische relaties gesitueerd kunnen worden: van de gewelddadige confrontatie tussen de joden in en rond Medina en de profeet Mohammed over de zogeheten ?Gouden Eeuwen? in Andalusië tot de explosieve situatie in het Midden-Oosten vandaag. Anderzijds wordt er dieper ingegaan op de complexe interactie tussen de islam en het jodendom, die onder meer tot uiting komt in de houding van de Koran ten opzichte van joden. Tot slot worden zowel de wederzijdse beïnvloeding van teksten en tradities onder de loep genomen, als parallellen en verschillen op het vlak van de praktijk van het religieuze leven en de positie van de vrouw en de LGBTQIA+-gemeenschap.https://www.pelckmansuitgevers.be/joden-en-moslims-aan-zet.html
Islam en jodendom --- Jewish religion --- Islam --- Sociology of religion --- Jodendom --- Relatie --- Geschiedenis --- Aardrijkskunde --- Conflict --- Koran --- Beïnvloeding --- Midden-Oosten --- Vrouw --- lgbtq+ --- Beeldvorming
Choose an application
In Poetry and Memory in Karaite Prayer Joachim Yeshaya offers an edition of liturgical poems which the Karaite poet Moses Darʿī composed in twelfth-century Egypt as introductory poems for the Torah readings on each Sabbath. The Hebrew text and Judaeo-Arabic heading of each poem are provided in the original order attested in the manuscript NLR Evr. I 802, dated to the fifteenth century. Every poem comes with a commentary section consisting of English commentary essays and bilingual (Hebrew / English) line-by-line annotations. In the conclusion following this edition, Joachim Yeshaya demonstrates how Darʿī’s liturgical poems are among the earliest examples of the introduction of poetry, Andalusian Rabbanite poetical norms, and the “memory” of being exiled from Jerusalem into Karaite prayer.
Hebrew poetry, Medieval --- 296*72 --- Medieval Hebrew poetry --- History and criticism. --- Joodse sekten en stromingen in de nabijbelse tijd: Karaïten--bv. --- Dari, Moses ben Abraham, --- Criticism and interpretation. --- 296*72 Joodse sekten en stromingen in de nabijbelse tijd: Karaïten--bv. --- History and criticism --- Joodse sekten en stromingen in de nabijbelse tijd: Karaïten--bv --- Darʻī, Moses ben Abraham, --- Darʻi, Mosheh, --- רדרעי, משה בר אברהם --- גרעי, משה בן אברהם, --- דרעי, משה בר אברהם --- דרעי, משה בן אברהם, --- דרעי, משה בר אברהם, --- Hebrew poetry --- Hebrew literature
Choose an application
"This collection of essays offers an inquiry into the complex interaction between exegesis and poetry that characterized medieval and early modern Karaite and Rabbanite treatment of the Bible in the Islamic world, the Byzantine Empire, and Christian Europe. Discussing a variety of topics that are usually associated with either exegesis or poetry in conjunction with the two fields, the authors analyze a wide array of interactions between biblical sources and their interpretive layers, whether in prose exegesis or in multiple forms of poetry and rhymed prose. Of particular relevance are mechanisms for the production and transmission of exegetical traditions, including the participation of Jewish poets in these processes, an issue that serves as a leitmotif throughout this collection"--
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Moses ben Abraham Darʿī, born in Alexandria into a family of Moroccan Jewish immigrants, lived in Egypt in the middle of the twelfth century. Though he visited Damascus and Jerusalem, he spent most of his professional life as a physician and poet in the Karaite community of Fusṭāṭ-Cairo. This study offers an annotated edition of secular poems taken from the earliest manuscript, NLR Evr. I 802, dated to the fifteenth century. The Hebrew text and Judaeo-Arabic heading of each poem are provided in the original order attested in the manuscript. The introduction to this edition seeks to evaluate Darʿī’s poetry in the light of the Andalusian-Hebrew poetical tradition and within the context of Hebrew literary activity in the Muslim East. “This learned book displays sound, rigorous scholarship in the best tradition of the philological-historical method… It also provides solid ground for further work by scholars with different agendas, different scholarly interests and different methodologies in the study of medieval Hebrew poetry. On all accounts, it is a welcome and most valuable addition to the field.” Esperanza Alfonso, CCHS-CSIC 'Yeshaya's work is an excellent contribution to the study of both medieval Hebrew poetry and Karaitica, showing Darʿī to be a central representative of Hebrew poets writing in the Muslim East and, most importantly, a charming author, whose Karaiteness only adds to the attraction.' Riikka Tuori
Hebrew poetry, Medieval --- Medieval Hebrew poetry --- History and criticism. --- Dari, Moses ben Abraham, --- Criticism and interpretation. --- 296*72 --- 296*72 Joodse sekten en stromingen in de nabijbelse tijd: Karaïten--bv. --- Joodse sekten en stromingen in de nabijbelse tijd: Karaïten--bv. --- History and criticism --- Joodse sekten en stromingen in de nabijbelse tijd: Karaïten--bv --- Darʻī, Moses ben Abraham, --- Darʻi, Mosheh, --- דרעי, משה בר אברהם,
Choose an application
Het Israëlisch-Palestijns conflict is een complexe kwestie met significante maatschappelijke impact, in het bijzonder ook onder moslimjongeren. Dit onderzoek richt zich op de religieuze en politieke dimensies van het conflict, met een specifieke focus op de escalatie vanaf 7 oktober 2023. De complexiteit van het conflict wordt vaak gereduceerd tot een louter religieuze strijd tussen moslims en joden, terwijl het ook sterke politieke dimensies bevat. Deze simplistische voorstelling draagt bij aan een gepolariseerd klimaat binnen de multiculturele samenleving, waarin nuance vaak verloren gaat. Het doel van deze thesis is om een grondige analyse te maken van de rol van religieuze en politieke motieven in het Israëlisch-Palestijns conflict in de aanloop naar 7 oktober 2023. De onderzoeksvraag luidt: In hoeverre spelen religieuze en politieke motieven een rol in het Israëlisch-Palestijns conflict? Het onderzoek is hoofdzakelijk gebaseerd op een uitgebreide literatuurstudie, waarbij historische bronnen en actuele politieke analyses worden gebruikt. De eerste hoofdstukken schetsen de historische context van de Joodse diaspora en de oprichting van de Joodse staat in 1948, evenals de spanningen tussen de Arabische buurlanden en Israël. Dit biedt een noodzakelijke achtergrond voor het begrijpen van het huidige conflict. Vervolgens worden de religieuze dimensies van het conflict besproken, met specifieke aandacht voor de oorlog tussen Hamas en Israël vanaf 7 oktober 2023. De politieke dimensies worden eveneens geanalyseerd, met nadruk op de impact van de Abraham-akkoorden (2020) en de daaropvolgende normalisatiegesprekken tussen Israël en Saudi-Arabië. Ten slotte worden mogelijke oplossingen voor het conflict besproken. De belangrijkste bevindingen van dit onderzoek tonen aan dat zowel religieuze als politieke motieven een cruciale rol spelen in de voortzetting van het conflict. Religieuze teksten worden door beide partijen gebruikt om hun acties te rechtvaardigen. Politieke ontwikkelingen, zoals de Abraham-akkoorden en het Amerikaans buitenlands beleid in de regio, hebben eveneens een grote invloed op het conflict. Tot slot stelt deze thesis dat een diepgaand begrip van zowel de religieuze als de politieke dimensies essentieel is voor een genuanceerde beeldvorming en voor het streven naar een duurzame oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict. Verder wordt aanbevolen om onderzoek te doen naar socio-economische factoren die ook een rol kunnen spelen in het conflict, evenals naar hermeneutische verschillen in religieuze interpretaties. Deze studie hoopt bij te dragen aan een genuanceerde, beargumenteerde beeldvorming over het Israëlisch-Palestijns conflict en over de joods-islamitische relaties opdat een meer constructieve dialoog mogelijk is.
Choose an application
Rond 1276 schreef de Egyptisch-joodse dichter Jozef ben Tanḥum ha-Yerushalmi zijn eerste literair werk: Sefer ʿarugot ha-beśamim ook bekend als ‘het boek van de geurige bloembedden’. Dit boek bestaat uit gedichten van twee of drie regels, waarbij het laatste woord van elke regel een homoniem is. Het werk is opgedeeld in tien ‘bloembedden’ of hoofdstukken, elk met een eigen thema. Opmerkelijk is dat Yerushalmi dit huzarenstukje schreef toen hij slechts 14 of 15 jaar oud was, en daarbij voornamelijk gebruik maakte van de Bijbels-Hebreeuwse woordenschat. Gezien de technische complexiteit van dergelijke homoniemgedichten, zowel op lexicaal als grammaticaal vlak, is er als aanvulling op 'Sefer ʿarugot ha-beśamim' (hierna SAB genoemd) ook een Judeo-Arabische commentaar bekend, waarschijnlijk geschreven door Yerushalmi zelf. Hierin legt hij voor elk paar homoniemen in elke sectie ('bloembed') uit hoe ze geïnterpreteerd moeten worden. Yerushalmi koppelt vaak het Hebreeuwse homoniem aan de Bijbelpassage waarin het wordt gebruikt, terwijl hij tevens beknopte lexicale en grammaticale toelichting bij het woord geeft. Het manuscript van deze commentaar, dat momenteel wordt bewaard in de Nationale Bibliotheek van Sint-Petersburg, werd gevonden in de geniza van Caïro. Deze commentaar werd in het onderzoek naar Yerushalmi –helaas zelf nog in volle ontwikkeling– stiefmoederlijk behandeld. In de enige uitgave van SAB, door Judith Dishon (2005), wordt de commentaar bijvoorbeeld enkel sporadisch vermeld of in het Hebreeuws geparafraseerd ter ondersteuning van de analyse van de gedichten. Naar literaire waardering voor het Judeo-Arabisch, Yerushalmi’s moedertaal, is het zoeken. Er bestaat momenteel geen gepubliceerde editie van het manuscript zelf. Het is op deze lacune dat mijn masterthesis een antwoord wil bieden. Aan de hand van fragmenten uit het eerste bed in het manuscript wordt de Judeo-Arabische commentaar onderzocht. Net als deze Judeo-Arabische commentaar op de SAB bleef de figuur van Yerushalmi helaas onbekend in de Hebreeuwse literatuurgeschiedenis en werd hij overschaduwd door de literaire productie van de Andalusisch-joodse dichters in de zogenoemde ‘Gouden Eeuw’ van de Hebreeuwse poëzie (1000-1140) in al-Andalus. In deze ‘Gouden Eeuw’ – een concept geïntroduceerd door de Duits-joodse beweging van de Wissenschaft des Judentums- vormden de goede relaties tussen joden en moslims de basis voor een literaire bloeiperiode. Na het hoogtij van Al-Andalus, met haar heropleving van de Griekse wetenschappen, kwam volgens deze visie echter een periode van ‘donkere eeuwen’ met het ‘irrationele’ soefisme van Egypte. Als gevolg daarvan kwam de joodse gemeenschap en haar literaire productie in het Egypte van het Mamlukkensultanaat helaas in de marge van het onderzoek terecht. Het opvallende gegeven dat slechts een minderheid van de literaire productie van Yerushalmi, de belangrijkste joodse dichter uit het 13e-eeuwse Egypte, is uitgegeven, zegt veel over de eenzijdige visie op de Hebreeuwse letteren uit die periode. Deze thesis heeft dan ook als doel om, gesteund door nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek en een analyse van Yerushalmi's werk, een meer genuanceerd beeld te schetsen van de Hebreeuwse letteren uit deze periode.
Choose an application
The present Master’s degree thesis contains an edition of the 15th glossary found in MS Vat. ebr. 423 fol. 1-8. The glossary is divided in three columns, Judaeo-Greek, Aramaic and Hebrew. All three columns are written in Hebrew characters, only the Judaeo-Greek column contains vocalization. The Judaeo-Greek and Hebrew columns are edited here. The edition is preceded by an introduction giving a broad overview of the history and characteristics of the Judaeo-Greek language and its literature, with a focus on the long tradition of Bible translations and accompanying glossaries. Subsequently there is a commentary that aims to explain the problems and peculiarities of different individual lemmata. After the discussion of the individual lemmata follows a more general overview of the properties and content of the glossary. Analysis of the text shows that the glossary shares many of its characteristics with other texts in the Judaeo-Greek Biblical and lexicographic tradition. These similarities are found in its use of the vernacular language, translation style, and interaction with the older translations. We find traces of these older translations, the LXX, Aquila, Symmachus and Theodotion all throughout the glossary. All these aspects make the glossary a valuable source for our knowledge of late medieval and early modern Greek, and for the reception history of the ancient translations. The text is also unique in its kind. It is the only alphabetically ordered glossary in the Judaeo-Greek corpus. It is also the only thematical glossary in this corpus, whereas other glossaries usually follow specific sections of the Bible text, or are unordered collections of difficult words. The collected glosses are all names, epithets, adjectives and participles that can be used to describe God. Thus, this glossary is unique in its content and composition, but the glosses are borrowed from a longer tradition of Biblical translations and glossaries.
Choose an application
“Een verbod invoeren op onverdoofd slachten komt dus neer op het wegpesten van de joden. De laatste die ons zo’n verbod heeft opgelegd, was Adolf Hitler.” In 2015 deed Michael Freilich, voormalig hoofdredacteur van Joods Actueel, een opmerkelijke uitspraak als reactie op het wetsvoorstel van Ben Weyts, Vlaams minister van Dierenwelzijn, voor een verbod op onverdoofd slachten. Freilich gaf hiermee de bezorgdheid aan van de Joodse gemeenschap over mogelijke wettelijke beperkingen op ritueel slachten en vreesde hiermee het einde van de Joodse gemeenschap in België. Deze zorg overstijgt echter de Joodse gemeenschap, omdat het ook moslims treft aangezien dit ritueel een eeuwenoude traditie is die verankerd is in hun geloof. Waarom houden moslims en joden zo sterk vast aan dit ritueel? Het eerste hoofdstuk van deze masterproef zal zich focussen op het beantwoorden van deze centrale vraag: wat zijn de ethische overtuigingen die leiden tot het uitvoeren van dit ritueel? Hierin zal het theologisch kader van deze verhandeling worden belicht. Dit onderzoek betreft een vergelijkende literatuurstudie waarbij zowel voor het jodendom als de islam gebruik is gemaakt van primaire bronnen. Daarnaast zijn deze bevindingen versterkt door secundaire literatuur in de vorm van wetenschappelijke artikelen en de opinies van professoren en wetenschappers. Dit onderwerp heeft de laatste jaren veel aandacht gekregen in het maatschappelijk debat. De kernvraag die hierbij steeds naar voren komt, is de balans tussen religieuze vrijheid en dierenwelzijn. Vanuit dit maatschappelijk debat kwam bovendien de oproep naar voren om een dialoog aan te gaan met de religieuze gemeenschappen, met als doel vrijwillig alternatieven te zoeken voor het ritueel slachten. Piet Vanthemsche, voormalig voorzitter van de Belgische Boerenbond, werd aangesteld door Ben Weyts als onafhankelijk bemiddelaar en kreeg de taak om overleg te voeren met alle betrokken partijen en stakeholders (Vanthemsche, 2017). Dit resulteerde al snel in een politiek akkoord, gevolgd door een decreet dat het onverdoofd slachten vanaf 2019 verbiedt. Echter rijst de vraag of er geen sprake is van discriminatie op basis van godsdienstvrijheid. Deze vraag zal beantwoord worden in hoofdstuk twee, waarin het juridische kader wordt geanalyseerd, zowel in België, Nederland als in Frankrijk. Dit wordt gedaan omdat sommige Belgische moslims in de buurlanden hun vlees halen en het dus interessant is om na te gaan hoe de bevoegdheden in de ons omringende landen daarmee omgaan. Als conclusie kan gesteld worden dat zowel binnen het jodendom als de islam grote waarde wordt gehecht aan dierenwelzijn, waarbij ritueel slachten wordt beschouwd als een manier om het dier zo min mogelijk pijn te doen. Gezien de vooruitgang van de wetenschap, zijn er tal van onderzoeken die het tegendeel aantonen. De vraag of dierenwelzijn voorrang moet krijgen boven godsdienstvrijheid blijft relevant en zal in het laatste hoofdstuk beantwoord worden. Tot slot is het van belang dat zowel moslims als joden actief op zoek gaan naar alternatieven en lessen trekken uit hoe andere landen binnen en buiten Europa deze kwestie benaderen. Aangezien er al onderzoek is gedaan naar verdoofd slachten en omkeerbare bedwelming, is het opmerkelijk dat de islamitische gemeenschap in België hier nog niet goed van op de hoogte is. Het is daarom van belang dat belanghebbenden, waaronder wetenschappers en theologen, samenwerken in plaats van langs elkaar heen te werken.
Listing 1 - 10 of 16 | << page >> |
Sort by
|