Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Probleemstelling: om tot een besluit te komen, ben ik eerst op zoek gegaan naar informatie over dementie en reminiscentie. de belangrijkste zaken die ik daar uitgehaald heb zijn dat dementie geen op zich staande ziekte is, maar een veelheid aan symptomen en ziektes zoals o.a. de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson,... elke van deze vormen van dementie hebben ook hun verschillende symptomen en gedragingen, geen enkele dementie is dus eigenlijk gelijk. dit verschilt van persoon tot persoon. Bij reminiscentie bestaan er ook verschillende vormen en doelen. mijn hoofddoel in dit afstudeerproject was het ophalen van herinneringen aan de hand van reminiscentie activiteiten. vooraleer ik aan deze activiteiten begonnen ben, ben ik eerst gaan opzoeken hoe zo een reminiscentieactiviteit in elkaar zit. men eerst een werkplan opstellen en rekening houden met verschillende zaken zoals de groepsgrootte, de locatie, het tijdstip,... ook kan men tijdens het geven van de reminiscentieactiviteit stoten op verschillende weerstanden en probleemsituaties zoals een praatzieke deelnemer, ruzie tussen de deelnemers,... als begeleiding moet je hierop voorbereid zijn en moet je hier ook mee kunnen omgaan. Tot slot heb ik zelf 4 reminiscentie activiteiten gegeven. twee groepsactiviteiten en 2 individuele activiteiten. Sommige van deze activiteiten verliepen niet zo vlot als ik gedacht had. ook zat er een groot verschil bij de deelnemers onderling, de ene persoon had al genoeg bij het zien van een foto om herinneringen op te halen , een andere moest meer gestimuleerd worden en meer voorbeelden krijgen. Dit hing ook wel af van de fase van dementie waarin ze zaten. iemand in fase 1 kon al meer en beter herinneringen ophalen dan iemand in fase 3. wat normaal is want het geheugen takelt steeds maar verder af. al bij al ben ik er met deze 4 activiteiten min of meer in geslaagd om herinneringen op te roepen. dan volgde mij nog een laatste taak en deze was het inbedden in de voorziening. Probleemstelling (vervolg1) : gedaan door een reminiscentiemapje aan te leggen waarin elke activiteit uitgebreid beschreven stond, met evaluaties en het benodigde materiaal. bij enkele van de activiteiten heb ik ook extra thema's of onderwerpen bijgevoegd zodat de activiteit niet steeds dezelfde is. uit dit alles kan ik nu concluderen dat ik in mijn opzet geslaagd ben en dat mijn doelen zijn bereikt. Conclusies: om tot een besluit te komen, ben ik eerst op zoek gegaan naar informatie over dementie en reminiscentie. de belangrijkste zaken die ik daar uitgehaald heb zijn dat dementie geen op zich staande ziekte is, maar een veelheid aan symptomen en ziektes zoals o.a. de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson,... elke van deze vormen van dementie hebben ook hun verschillende symptomen en gedragingen, geen enkele dementie is dus eigenlijk gelijk. dit verschilt van persoon tot persoon. Bij reminiscentie bestaan er ook verschillende vormen en doelen. mijn hoofddoel in dit afstudeerproject was het ophalen van herinneringen aan de hand van reminiscentie activiteiten. vooraleer ik aan deze activiteiten begonnen ben, ben ik eerst gaan opzoeken hoe zo een reminiscentieactiviteit in elkaar zit. men eerst een werkplan opstellen en rekening houden met verschillende zaken zoals de groepsgrootte, de locatie, het tijdstip,... ook kan men tijdens het geven van de reminiscentieactiviteit stoten op verschillende weerstanden en probleemsituaties zoals een praatzieke deelnemer, ruzie tussen de deelnemers,... als begeleiding moet je hierop voorbereid zijn en moet je hier ook mee kunnen omgaan. Tot slot heb ik zelf 4 reminiscentie activiteiten gegeven. twee groepsactiviteiten en 2 individuele activiteiten. Sommige van deze activiteiten verliepen niet zo vlot als ik gedacht had. ook zat er een groot verschil bij de deelnemers onderling, de ene persoon had al genoeg bij het zien van een foto om herinneringen op te halen , een andere moest meer gestimuleerd worden en meer voorbeelden krijgen. Dit hing ook wel af van de fase van dementie waarin ze zaten. iemand in fase 1 kon al meer en beter herinneringen ophalen dan iemand in fase 3. wat normaal is want het geheugen takelt steeds maar verder af. al bij al ben ik er met deze 4 activiteiten min of meer in geslaagd om herinneringen op te roepen. dan volgde mij nog een laatste taak en deze was het inbedden in de voorziening. dit he Conclusies (vervolg1): gedaan door een reminiscentiemapje aan te leggen waarin elke activiteit uitgebreid beschreven stond, met evaluaties en het benodigde materiaal. bij enkele van de activiteiten heb ik ook extra thema's of onderwerpen bijgevoegd zodat de activiteit niet steeds dezelfde is. uit dit alles kan ik nu concluderen dat ik in mijn opzet geslaagd ben en dat mijn doelen zijn bereikt.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Mijn eerste doelstelling was om fingerfoods te bereiden bij bejaarden. Met behulp van enkele bewerkingen wordt een standaardmaaltijd omgevormd tot hapklare componenten. Het onderzoek werd uitgevoerd bij bejaarden met een motorische, cognitieve en/of visuele dysfunctie. In de studie werd er onderzocht of fingerfoods, bereid in koude lijn, een effect hadden op de voedselinname en –beleving. Omwille van de voedende waarde, smaakbeleving en bordschikking werd ervoor gekozen om alle maaltijdcomponenten apart te bereiden in fingerfoods. Hiervoor dienden er recepten uitgewerkt te worden die in koude lijn kunnen bereid worden zonder dat er sprake is van een grote belasting voor het personeel. De fingerfoods moeten organoleptisch als nutritioneel aanleunen bij de gewone maaltijd. Zodat de voedingstoestand niet achteruit gaat en de omgeving niet abnormaal zou reageren.Materiaal en methodeEr werden in het totaal 7 deelnemers geselecteerd door de ergotherapeuten van het woon- en zorgcentrum. De personen werden 5 dagen geobserveerd a.d.h.v. een observatieformulier. Er werd gelet op de kwaliteit en kwantiteit van de geconsumeerde voeding. Daarnaast werd er geobserveerd of de bejaarde morst, het bestek moeilijk kon gebruiken, er kauw- en/of slikproblemen waren. Er werd gekeken naar het gedrag tijdens de maaltijd: loopt de bejaarde weg, gooit de bejaarde met eten, spuugt de bejaarde het eten uit, weigert de bejaarde om te eten en zijn er typische gedragingen bij bepaalde voedingsmiddelen? Als laatst werd de omgeving geobserveerd: is er veel lawaai, is er verstoring door een persoon, zijn er onaangename geuren? Op de eerste dag van de week at de persoon een standaard maaltijd. De andere vier dagen kreeg de persoon fingerfoods. Op basis van deze gegevens kan er afgeleid worden dat de bejaarde meer of minder at. Anderzijds werd de voedende waarde van de huidige voeding en de fingerfoods vergeleken a.d.h.v. het berekeningsprogramma ‘Evry’.ResultatenDe resultaten zijn geba