Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze masterproef onderzoekt de mogelijke invloed van 6 variabelen op de beslissing van ouders om hun dochter al dan niet in te enten tegen HPV. Op die manier evalueert de studie de huidige promotiecampagne voor de vaccinatie. Deze studie concludeert dat de vaccinatiegraad significant verschilt per provincie. Ook het beroep van de vader heeft een belangrijke invloed: ongeschoolde arbeiders en hogere bedienden vaccineren hun kinderen significant meer dan zelfstandigen en werklozen. Als meisjes andere basisvaccinaties gekregen hebben, zullen ze vaker ingeënt worden met het HPV-vaccin. Vrouwen die al eens een vaccinatie weigerden voor hun dochter vaccineren het meisje significant minder. Opvallend is wel dat moeders van meisjes die slechts twee dosissen kregen in plaats van drie niet denken dat ze al eens een vaccinatie geweigerd hebben. Vrouwen die blij zijn dat hun dochter ingeënt is tegen hepatitis B beschermen hun kind eveneens meer tegen HPV. De meeste vrouwen vaccineren hun dochter als ze overtuigd zijn van de effectiviteit van het vaccin maar een opvallend grote meerderheid denkt dat condooms hun dochter eveneens beschermen tegen het virus. Daarnaast enten moeders hun dochter significant minder als ze weten dat Gardasil zowel baarmoederhalskanker als genitale wratten voorkomt. Er bestaat een verrassend negatieve correlatie tussen de vaccinatiestatus van de dochter en de inschatting van de moeders over het aantal ouders dat hun kinderen inent met het HPV-vaccin en andere kindervaccins. De meeste vrouwen hebben al over HPV gehoord voor ze de begeleidende brief en brochure ontvangen. Toch is dit informatiemedium heel belangrijk omdat moeders hun kinderen significant meer inenten als ze die brochure en brief gelezen hebben. Vrouwen die vinden dat de documentatie onvoldoende informatie bevat, vaccineren hun dochter bovendien significant minder. Vrouwen die zelf kanker (gehad) hebben, vaccineren hun dochters significant meer tegen HPV, evenals vrouwen die al eens ...

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Corporate identity and image are known to affect the performance of a firm. Identity refers to how a firm presents itself to its stakeholders, and image is the impression of the firm in the minds of its stakeholders. Green identity and image are becoming more popular as the environmental crisis becomes more pronounced. Green identity and image can be communicated via the environmental initiatives and activities of a company. Effective communication of green image and identity has the ability to benefit the company via cost savings and risk reduction. A website is a primary way to communicate green identity and image. Communicating environmentally friendly features is based on two concepts according to the literature: the 'green' concept and the 'sustainability' concept. These two concepts can be explored via products, technologies, personal responsibility, emissions and the work environment. Previous studies have shown that communications deriving from the company will tend to frame the activities and efforts of a company as being good for the environment; these documents will avoid mentioning any bad influence that the company has on the environment. When communicating green identity and image, a company can raise suspicions by 'greenwashing,' which involves making claims that mislead stakeholders about the company's initiatives. This dissertation focuses on linguistic research. It will examine the framing texts, word use, and text about green corporation identity and image. The analysis will be largely based on Volkswagen's Chinese website in order to discuss how texts communicate green identity and image. This work will include a close reading of the Volkswagen website to examine the genre, the framing of the texts, and any potential greenwashing. Volkswagen has been promoting itself as an environmentally friendly company in several interviews and reports. The aim of this dissertation is to examine whether Volkswagen is really a green company or if it is simply greenwashing its communication text. Furthermore, this dissertation will investigate whether Volkswagen's website text is written in the genre and frames of the results of previous studies. This dissertation will employ AntConc software, a powerful linguistic analysis tool that is able to read Chinese. Word analysis, keywords lists, and the contexts of some key words will be furthermore investigated. We may conclude that Volkswagen China does communicate a green identity and image via products, technologies, personal dimension responsibility and emissions. Products and technologies account for the most percent, which means that the majority of text on the website is communicating these two terms. The term 'work environment' is not mentioned on Volkswagen's Chinese website. The text on the website emphasizes how the company benefits the environment; poor impacts on the environment are not mentioned. There is evidence of greenwashing on the website, but not all text is greenwashing. Text that is suspected to contain greenwashing has been mainly collected from joint venture's website of Volkswagen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

President Obama addressed the American public in a rare Address to the Nation on 10 September 2014. In that speech, he talked about a threat to the nation and to the world, i.e. the Islamic State of Iraq and the Levant. This was not the only occasion he spoke of the terrorist group. The President and his administration have dedicated many speeches, statements, press conferences, and remarks to the subject. This research has analysed President Obama's communication on ISIL from 7 August 2014 up until 6 August 2015 in order to uncover the frame the President has used. Framing theory states that framing ins concerned with the social construction of a situation as focusing on one aspect or perspective of the issue, the actor shapes the view of the public on that issue in a certain way. An inductive framing analysis was used to uncover the view of ISIL Obama and his administration want the public to adopt. Before the research paper goes into the methodology and the results, it gives an overview of Obama's foreign policy principles and possible tenets of what some journalists and researchers have called the Obama Doctrine. This was done to provide the reader with context and background before looking at and analysing a new foreign policy crisis, i.e. the rise of the Islamic State in Iraq and Syria. The tenets that were found were: multilateralism, the use of soft power, and the death of American exceptionalism. The questions that guided this research were: how does President Obama define ISIL? What is the cause of the current situation in Iraq and Syria? How is ISIL to be (morally) judged? Which solutions or what strategy does the Obama administration propose to better or solve the situation in Iraq and Syria? The second part of the paper is concerned with the media response. How did they respond to Obama's communication on ISIL? That was the question that guided the second part of the research. The goal was to see whether or not the media would adopt Obama's frame, therefore making his framing effort successful, or if they would reject or fundamentally change his frame, therefore making his framing effort unsuccessful. For the media analysis, 193 articles from five of the most read online newspapers in the US were read and analysed. This research paper ends with a conclusion and a frame matrix that gives an overview of Obama's frame and the media's views.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Nieuwsberichtgeving is een soort constructie van de realiteit. Die constructie wordt beïnvloed door verschillende factoren. Preston (2009) had het over vijf clusters die een invloed uitoefenen op nieuwsselectie, terwijl McQuail (20210) tien factoren aanhaalde. Daarnaast kunnen ook gatekeeping, framing, discours en ideologieën een rol spelen in nieuwsberichtgeving. Othering en Oriëntalisme zijn eveneens twee zaken die van belang zijn in onderzoek naar de voorstelling van islam en moslims in de media. Othering heeft betrekking op de tegenstelling 'wij' en 'zij'. Oriëntalisme kent volgens Said (1973) drie definities. Vooral de derde definitie is van belang voor dit onderzoek. Daarin wordt gesteld dat Oriëntalisme door het Westen gebruikt wordt om te domineren over het Oosten. Nieuwsmedia kunnen een invloed hebben op hun publiek. Zo kunnen ze beslissen wat het publiek waarneemt en wat niet. Media zijn deels in staat om een bepaald wereldbeeld te creëren en te behouden. Wanneer media berichten over islam en moslims, kunnen ze een bepaald beeld produceren, wat de publieksperceptie over islam kan beïnvloeden. Eerder onderzoek toonde aan dat die voorstelling van islam eerder negatief is. Berichtgeving bevat vaak wij-zij-delingen, oriëntalistische discours, stereotypen en vooroordelen (o.a. Poole, 2002; Shahid, 2005; Devroe, 2007; Powell, 2011). Verschillende onderzoekers zijn van mening dat 9/11 een kanteling teweegbracht in de journalistiek en mediaberichtgeving (o.a. Ahmad, 2006; Karim, 2011; Zelizer & Allan, 2011; Powell, 2011). Onderzoek naar Vlaamse berichtgeving over IS, terrorisme, islam en de aanslag op Charlie Hebdo is eerder beperkt. Deze masterproef wil voorgaand onderzoek aanvullen en toekomstig onderzoek een opstap bieden. Een kwalitatieve inhoudsanalyse werd uitgevoerd naar de berichtgeving in De Standaard en Het Laatste Nieuws over IS, islam en de aanslag op Charlie Hebdo. Krantenartikelen werden verzameld via twee zoektermen 'Islamitische Staat' en 'Charlie Hebdo' in de database Academic Gopress. Gepubliceerde artikelen tijdens de periode van 24 december 2014 tot 21 januari 2015 werden opgenomen als data. Op de dag van de aanslag zelf, 7 januari 2015, werden ook de nieuwssites standaard.be en hln.be betrokken. In totaal werden 199 (203) artikels geanalyseerd. Bevindingen tonen verscheidene consistenties met voorgaande literatuur. Beide kranten publiceerden wij-zij-delingen en oriëntalistisch discoursen. Moslims werd zelden de ruimte gelaten om hun mening te uiten. Vaak voorkomende termen waren 'terrorist', 'moslimextremist', 'radicale islam'... . Hoewel kranten islam en terrorisme niet steeds als monolithische entiteiten benaderden, werd er niet veel onderscheid, diepgang en achtergrond geboden. Resultaten toonden ook een verschil tussen de berichtgeving over binnenlandse en buitenlandse islam. Gematigde islam probeerde men iets vaker te framen als verschillend van extreme islam. Het is belangrijk dat journalisten en nieuwsorganisaties zich bewust zijn van de gevolgen die hun publicaties teweeg kunnen brengen. Op die manier kunnen nieuwsmedia, en media in het algemeen, een meer evenwichtig en correct beeld van islam schetsen.