Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In deze masterproef wordt er een mogelijke verklaring onderzocht voor de relatie tussen een maladaptieve persoonlijkheidsontwikkeling en gedragsproblemen bij adolescenten. Het tweeconfiguraties model van Blatt stelt dat een optimale persoonlijkheidsontwikkeling gebeurt door een integratie van de ontwikkelingsdimensies interpersoonlijke verbondenheid en zelfdefinitie. Wanneer deze integratie niet optimaal verloopt en er een te sterke focus blijft op één van de twee dimensies, spreekt men van afhankelijke versus zelfkritische individuen respectievelijk. In de literatuur is er meermaals het verband tussen afhankelijkheid en zelfkritiek met internaliserende en externaliserende gedragsproblemen aangetoond. Wij willen deze resultaten repliceren en kijken of problemen met mentalisatie, dat wil zeggen de capaciteit om zichzelf en anderen te begrijpen in termen van mentale toestanden, dit verband medieert. In een cross-sectionele studie bij 280 adolescenten tussen de 11 en 16 jaar oud werd eerst nagegaan of afhankelijkheid eerder samenhing met internaliserende gedragsproblemen, en zelfkritiek met externaliserende gedragsproblemen. Vervolgens is er gekeken naar de relatie tussen de maladaptieve persoonlijkheidsontwikkeling en de mate waarin de adolescent zijn eigen en andermans mentale toestanden kan herkennen en beschrijven, dus het mentalisatievermogen. Hierop volgend werd de relatie tussen het mentalisatievermogen en gedragsproblemen bestudeerd. Uiteindelijk werd er gekeken of de relaties tussen de maladaptieve persoonlijkheidsontwikkeling en gedragsproblemen verklaard kan worden door problemen met mentalisatie. Om deze relaties na te gaan, werd er gebruik gemaakt van de descriptieve en regressieanalyses aan de hand van SPSS-20. De resultaten bevestigen eerder onderzoek, er is namelijk een verband tussen de maladaptieve persoonlijkheidsdimensies, afhankelijkheid en zelfkritiek, en het vertonen van internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. Dit verband wordt na controle voor geslacht en depressieve stemming, deels verklaard door problemen met mentalisatie met betrekking tot het zelf die medieren tussen afhankelijkheid en internaliserende gedragsproblemen. Dit betekent dat moeilijkheden in het herkennen van de eigen gedachten, gevoelens en intenties, gedeeltelijk de relatie tussen afhankelijke adolescenten en internaliserende gedragsproblemen verklaren. Tussen zelfkritiek en externaliserende gedragsproblemen wordt, wanneer gecontroleerd voor geslacht en depressieve stemming, een volledige mediatie van problemen met mentalisatie met betrekking tot anderen teruggevonden. Dit betekent dat moeilijkheden met mentalisatie met betrekking tot anderen volledig de relatie tussen zelfkritiek en externaliserende gedragsproblemen verklaart. Samenvattend tonen de resultaten aan dat zowel de persoonlijkheidsontwikkeling als het mentalisatievermogen risicofactoren zijn in het vertonen van gedragsproblemen. Vervolgonderzoek zou moeten uitwijzen of deze bevindingen gerepliceerd kunnen worden bij adolescenten. Daarenboven kan men nagaan wat de gevolgen zijn van een verbeterd mentalisatievermogen voor zowel de behandeling als de preventie van internaliserende en externaliserende gedragsproblemen.