Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Het gebruik van een mobiliteitshulpmiddel is vaak een voorwaarde om het handelen van personen met een beperking te optimaliseren. Zonder de juiste rolstoel of een ander mobiliteitshulpmiddel is integratie in de maatschappij vaak niet mogelijk. Autonoom handelen met de rolstoel reikt ergotherapeuten en studenten ergotherapie de nodige tools aan om het handelen van de cliënt in relatie tot zijn fysieke en sociale omgeving in kaart te brengen, om de geschikte rolstoel te adviseren en de cliënt gepast te begeleiden en te coachen. De cliënt, zijn handelen en een permanente evaluatie staan daarbij centraal.De auteurs vertrekken van de bespreking van de verschillende types rolstoelen en onderdelen. In wat volgt wordt de rolstoel in relatie tot zijn gebruiker uitgebreid besproken. Tot slot wordt een belangrijk onderdeel in het boek aan de verschillende beroepsrollen van de ergotherapeut gewijd.De casus op basis van de beleving van ervaringsdeskundige Henk Beyaert, bekend van het Eén-programma Voorbij de grens, maakt het geheel bevattelijk voor de student. De verschillende opdrachten, de overzichtelijke schemas, de talrijke afbeeldingen en de vele extras maken van Autonoom handelen met de rolstoel een uniek en onmisbaar werkinstrument voor ergotherapeuten en studenten ergotherapie.

Rolstoelen --- hulpmiddelen --- rolstoelen --- Rolstoel --- 629.312 --- 617.16 --- rolstoel --- Sociale problemen van en zorg voor zintuiglijk en lichamelijk gehandicapten; algemeen --- Roelstelgebruikers --- 325 --- mobiliteit --- Ergotherapie --- Rolstoelen : zithouding --- Rolstoelgebruikers --- 617.3 --- sport --- ergotherapie --- Physiotherapy. Alternative treatments --- ADL (activiteiten dagelijks leven) --- revalidatie --- Social policy and particular groups --- PXL-Healthcare 2015 --- ergotherapie bij fysische stoornissen --- ICF; International Classification of Functioning --- rolstoelgebruik

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Aan de hand van ergotherapeutische interventies wordt geprobeerd om de ouderen zo lang als mogelijk thuis te laten wonen. Hierbij is er in de thuiszorg vaak de confrontatie met armoede bij ouderen. In dit eindwerk wordt een antwoord geformuleerd op de onderzoeksvraag “Wat is de meerwaarde van ergotherapeutische interventies bij thuiswonenden ouderen met financiële problemen?”. Dit eindwerk wordt uitgewerkt op de dienst thuiszorg van het Sociaal Huis Oostende waar er ergotherapie aan huis geboden wordt. Na een uitgebreide literatuurstudie werd in de praktijk als ergotherapeut aan de slag gegaan met vier ouderen met financiële problemen. Bij elke casus werd een klinisch beeld opgemaakt om een duidelijk zicht te krijgen over de mogelijkheden en problemen die zich afspelen in de thuissituatie. Aan de hand van deze informatie wordt per casus het probleem gedefinieerd, prioriteiten opgesteld en de doelstellingen opgemaakt. Uiteindelijk wordt er voor de vier casussen een plan van aanpak opgesteld om daarna gericht ergotherapeutisch te interveniëren in de thuissituatie. In de resultaten wordt duidelijk welke meerwaarde ergotherapie kan bieden in interventies bij de doelgroep in de thuissituatie. In de conclusie worden belangrijke aandachtspunten in kader van ergotherapeutische interventies bij de doelgroep besproken.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Vergrijzing is een begrip dat in onze hedendaagse maatschappij niet meer weg te denken is. Bovendien is er zelfs al sprake van een dubbele vergrijzing (De Coninck, 2014). De toename van ouderen heeft invloed op de woonnoden. Onderzoek bracht aan het licht dat ouderen zeer honkvast zijn (De Groot, Van Dam, & Daalhuizen, 2013). Deze wens van de ouderen zorgt er dus voor dat ‘ag(e)ing-in-place’ de nodige aandacht verdient (De Donder, Dury, De Witte, & Verte, 2012; Doekhie, De Veer, Rademakers, Schellevis, & Francke, 2014). Van hieruit wordt in het kader van dit eindwerk een antwoord geformuleerd op de onderzoeksvraag: “Hoe is de toegankelijkheid in de gemeente Hooglede-Gits voor ouderen?” Aan de hand van de richtlijn van het WHO (Global Age-friendly Cities), de checklists van Inter vzw en de richtlijnen vanuit De Zilveren Sleutel wordt er gescreend in welke mate Hooglede-Gits een leeftijdsvriendelijke omgeving is. De algemene bevindingen (goede punten en aandachtspunten) op vlak van de toegankelijkheid worden weergegeven. Hieruit kunnen er aanpassingen gebeuren in de gemeente om deze beter toegankelijk te maken voor de ouderen zodat ze hun oude dag op een betere, veiligere en kwaliteitsvollere manier kunnen beleven.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In dit onderzoek wordt onderzocht wat de meerwaarde is van AAI binnen de ergotherapie bij ouderen, verblijvend in een woonzorgcentrum. Daarnaast wordt ook onderzocht hoe een AAI-programma kan geïmplementeerd en gebruikt worden in het kader van ergotherapeutische interventies. Er werd een voorbereidende literatuurstudie uitgevoerd die peilde naar de effecten van dieren op mensen en op welke manier een ergotherapeut daar een rol kan in spelen. Uit onderzoek blijkt dat dieren en AAI vooral positieve effecten hebben op vlak van sociale, emotionele en fysieke factoren en dat er relatief weinig gekend is over de specifieke rol van de ergotherapeut binnen dergelijke interventies. Op basis van de literatuurstudie onderzoekt deze bachelorproef wat de meerwaarde kan zijn van AAI binnen ergotherapeutische interventies bij ouderen in een woonzorgcentrum. Vier bewoners van WZC Sint-Jozef Kortrijk namen deel aan verschillende ergotherapeutische interventies waarbij getrainde en niet-getrainde dieren werden ingezet om individueel opgestelde doelen te bereiken. Aan de hand van interviews en verschillende observaties werd ontdekt dat ergotherapeutische interventies met dieren wel degelijk veranderingen op emotioneel, sociaal en fysiek vlak bij de bewoners met zich mee kunnen brengen. Een ergotherapeut kan een heel belangrijke rol spelen in het organiseren en begeleiden van een AAI-programma. Er kunnen ergotherapeutische doelen bereikt worden bij bewoners door het inzetten van getrainde of niet-getrainde dieren tijdens activiteiten en interventies.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Abstract literatuurstudie Probleemstelling: Tijdens de COVID-19 pandemie kregen de klinische symptomen van het virus de meeste aandacht, de indirecte en directe effecten op psychisch vlak en fysieke inactiviteit van ouderen kregen weinig aandacht. Ouderen ondervinden nochtans veel negatieve gevolgen van sociaal isolement ten gevolgen van de COVID-19 pandemie. De ouderen werden geïsoleerd in hun kamer, bezoek was niet langer welkom en de meeste betekenisvolle activiteiten werden geschrapt. Hierdoor werd de volgende onderzoeksvraag gesteld: Wat zijn de gevolgen van sociale isolatie van de COVID-19 pandemie op de kwaliteit van leven van ouderen in een woonzorgcentrum? Methode: In kader van dit literatuuronderzoek werd gezocht op vier verschillende databanken, namelijk: Pubmed, Cinahl, Trip en SumSearch2. Finaal werden zes artikels geanalyseerd, waarvan drie systematic reviews, een meta-analyse en twee semigestructureerd interviews. Deze onderzoeken beschrijven de gevolgen van het isoleren van de ouderen tijdens de COVID-19 pandemie. In deze literatuurstudie werden ouderen vanaf 60 jaar en ouder geïncludeerd. Resultaten: Uit het literatuuronderzoek blijkt dat het isoleren van de ouderen verschillende gevolgen zowel op psychisch vlak als fysiek vlak met zich meebrengt. De meest voorkomende gevolgen zijn: eenzaamheid, angst, leven in onzekerheid, snellere cognitieve achteruitgang, depressies, gedragsproblemen (zoals apathie, agressie,…), verandering in slaapgedrag, verminderde eetlust, repetitieve gedragingen, fysieke inactiviteit, frequenter vallen, delirium en vermoeidheid. Discussie en conclusie: COVID-19 is een recent fenomeen. Hierdoor zou het interessant zijn mochten er meer longitudinale studies bereikbaar zijn om nog dieper in te gaan om de gevolgen van sociale isolatie ten gevolge van de COVID-19 pandemie te onderzoeken. Trefwoorden: ouderen, COVID-19, gevolgen Abstract praktijkstudie Inleiding: In het literatuuronderzoek wordt beschreven dat sociale isolatie ten gevolge van de COVID19 pandemie verschillende gevolgen op fysiek en psychisch vlak met zich meebrengt voor ouderen. Daarom is het van groot belang dat onderzocht wordt hoe we deze negatieve gevolgen kunnen aanpakken voor ouderen in een woonzorgcentrum. Hierbij werd de volgende onderzoeksvraag gesteld: Wat zijn de gevolgen van sociale isolatie van de COVID-19 pandemie op de kwaliteit van leven van ouderen in een woonzorgcentrum? Methode: Er werd gebruik gemaakt van een kwalitatief onderzoek met name een gevalsstudie waarbij het volledig ergotherapeutisch proces doorlopen werd met een aantal geselecteerde bewoners van het woonzorgcentrum Polderzicht. Daarnaast werden vragenlijsten opgesteld en afgenomen van personeelsleden, bewoners en hun familieleden. Deze vragen peilden naar hun mening, noden en wensen tijdens de pandemie. Resultaten: Uit de vragenlijsten blijkt dat personeelsleden, bewoners en hun familieleden het over veel zaken grotendeels eens zijn. Ook bij de gevalsstudie zijn de resultaten vrij gelijklopend, door middel van de uitgevoerde ergotherapeutische interventies. Discussie en conclusie: Er kan geconcludeerd worden dat ergotherapeutische interventies als positief beschouwd kunnen worden voor de bewoners. Echter is er nood aan vervolgonderzoek, omdat COVID19 een recent fenomeen is, waarbij de gevolgen op middellange- en lange termijn nog niet gekend zijn. Sleutelwoorden: ergotherapeutische interventies, woonzorgcentrum, COVID-19