Narrow your search

Library

KU Leuven (126)


Resource type

dissertation (126)


Language

Dutch (91)

English (35)


Year
From To Submit

2024 (13)

2023 (17)

2022 (14)

2021 (15)

2020 (22)

More...
Listing 1 - 10 of 126 << page
of 13
>>
Sort by

Dissertation
Zorgdiagnose bij thuiswonende dementerenden : een nieuw concept?
Authors: --- ---
Year: 2009 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Palliatieve zorg in een interculturele context vanuit het perspectief van de huisarts in kaart gebracht
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In deze masterproef werd indachtig de veranderende samenleving op de patiëntenpopulatie het perspectief van de huisarts op het gebied van palliatieve zorg bij niet-Westerse patiënten in kaart gebracht. Allereerst werd door middel van een literatuurstudie de bestaande literatuur rond dit thema nagegaan. Op basis van een studie van bestaande richtlijnen als naar wetenschappelijke literatuur in databanken, bleek dat in de zowel Nederlandse als Vlaamse Pallialine-richtlijnen verwezen naar interculturaliteit in de palliatieve zorg. Hierbij ontbreekt echter de precieze invullinghiervan en zijn er geen praktische adviezen opgesteld. Uit de zoektocht in de databanken blijkt dat er zeer beperkte internationale literatuur beschikbaar is; slechts vijf beantwoorden aan de vooropgestelde inclusiecriteria. De literatuurstudie geeft samengevat weer dat de huidige richtlijnen rond palliatieve zorg een zeer Westerse inslag hebben en dat de knelpunten die de Westerse huisarts ondervindt bij palliatieve zorg bij niet-westerse allochtonen te categoriseren zijn in drie groepen: communicatie, bevoegdheid over zorgbeslissingen en cultureel bepaalde gebruiken & gewoonten. Op basis van deze conclusies werd een veldstudie opgezet waarbij werd getracht een beeld te hebben in welke mate de huisarts in Vlaanderen vandaag te maken krijgt met palliatieve nieWesterse patiënten (onderzoeksvraag 1), alsook wat de knelpunten en uitdagingen hierbij zijn (onderzoeksvraag 2). Daarnaast werden deze interculturele competenties nagegaan, rekening houdend met de voortrekkersrol van de huisarts voor een cultuursensitieve aanpak van palliatieve zorg (onderzoeksvraag 3). Door middel van een online enquête werden 31 Vlaamse huisartsen bevraagd naar hun ervaringen rond dit thema. Deze enquête werd vormgegeven door middel van de categorisering die uit de literatuurstudie naar voren kwam. Ondanks de beperkingen uit dit veldonderzoek, kunnen er enkele voorzichtige conclusies geformuleerd worden. Allereerst blijkt dat de huisarts in Vlaanderen vandaag niet vaak te maken heeft met palliatieve niet-Westerse patiënten, en dat dit verband heeft met een aantal achtergrondkenmerken van de huisarts. Daarnaast blijkt dat de huisartsen die wel in aanraking komen met dergelijke zorgvraag, allen de uitdagingen en knelpunten ervoeren op vlak van communicatie, beslissingsrecht, en culturele gebruiken. Tenslotte blijkt dat de gemiddelde huisarts zich niet voldoende intercultureel competent voelt om om te gaan met dergelijke zorgvragen die zich uiten als gevolg van demografische veranderingen in de bevolking. Doordat deze ervaringen in kaart werden gebracht, werd op basis van deze informatie gerichte richtlijnen en aanbevelingen naar zowel het beleid als de praktijk opgesteld; wat ook het uiteindelijk doel van deze masterproef was.

Keywords


Dissertation
Adaptatie Duodecim Giardiasis
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Context Giardia lamblia is een parasiet die wereldwijd voorkomt, vooral in tropische gebieden. Ook in België worden er infecties met Giardia Lamblia gezien. Om die reden wordt ervoor gekozen om de Finse Duodecimrichtlijn ‘Giardiasis’ aan te passen aan de Belgische zorgcontext. Na deze adaptatie worden de nieuwe aanbevelingen geïmplementeerd in de huisartsenpraktijk. Onderzoeksvragen Aan het begin worden er twee huisartsen-in-opleiding geselecteerd per onderwerp. Deze formuleren samen vier klinische vragen waarvan ieder er twee verder uitwerken. Deze masterproef geeft antwoord op de volgende klinische vragen: ‘Wat is de medicamenteuze behandeling voor een patiënt met een primo-infectie door Giardia?’ en ‘Wat is de medicamenteuze behandeling voor een patiënt met een recidiverende infectie door Giardia?’. Methode In deze masterproef wordt er op de bestaande Duodecim richtlijn ‘Giardiasis’ de ADAPTE methodologie toegepast. De bovengenoemde klinische vragen worden opgesteld aan de hand van het PIPOH-model. Vervolgens vindt er een onafhankelijk literatuuronderzoek plaats naar bestaande richtlijnen die een antwoord kunnen bieden op de geformuleerde klinische vragen. De gevonden richtlijnen worden nadien beoordeeld met behulp van AGREE II. Daarbij worden de geselecteerde artikels gescoord op inhoud, courantheid, samenhang en toepasbaarheid. Alles wordt zorgvuldig bijgehouden in een matrix die wordt nagelezen door de leescommissie. Hierna volgt de adaptatiefase waar de aanbevelingen worden aangepast aan de Belgische zorgcontext met toekenning van een GRADE. Deze geadapteerde aanbevelingen worden getoetst bij verschillende artsen. Hun feedback wordt tenslotte gebruikt om een finale consensus te formuleren. Resultaten Uit de literatuurstudie blijven na screening twee richtlijnen over, die relevant zijn voor het adaptatieproces. Er vindt een minimale adaptatie van de aanbevelingen plaats. Met als doel het formuleren van aanbevelingen die een antwoord bieden op de klinische vragen. Medicatie die niet beschikbaar is in België wordt geschrapt en dosissen worden na een vergelijkende studie aangepast. Het betreft eerder sterke aanbevelingen met een matig tot laag niveau van bewijskracht door de beschikbaarheid van goede reviews maar het gebrek aan grote en kwaliteitsvolle studies die geïncludeerd werden. Na de peer review wordt er inhoudelijk niets meer veranderd. In de implementatiefase worden de nieuwe aanbevelingen aan een eerder kleine groep voorgesteld, er wordt besloten dat de aanbevelingen duidelijk geformuleerd zijn en toepasbaar in de dagdagelijkse praktijk. Conclusie In deze masterproef worden er twee nieuwe aanbevelingen geformuleerd enerzijds over de medicamenteuze behandeling bij een nieuwe diagnose van giardiasis anderzijds wat men dient te doen bij een recidief van giardiasis. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de huidige beschikbare richtlijnen en Belgische EBM-informatie. Er bestaat nog geen eenduidigheid over de eerstekeuzebehandeling. Daarom is er nood aan grotere en meer kwaliteitsvolle studies over de medicamenteuze behandeling van een infectie met Giardia in de toekomst. Alsook een meer uitgebreide toetsing aan huisartsengroepen is genoodzaakt om de toepasbaarheid in de Belgische zorgcontext te kunnen evalueren. Trefwoorden D70.A07.1 Giardiasis D70.A07.1 Giardia lamblia infectie

Keywords


Dissertation
Optimalisatie van vroegtijdige zorgplanning in de thuiszorg: een kwaliteitsverbeterend project
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: Vroegtijdige zorgplanning (VZP) is een belangrijk proces van dialoog om de specifieke zorgnoden en -wensen van iedere patiënt te vervullen. Patiënten verwachten dat zorgverleners dit gesprek initiëren, maar dit gebeurt te weinig wegens angst voor de reactie van de patiënt, tijdgebrek en onvoldoende kennis. Ook interdisciplinaire communicatie is vaak beperkt. Met dit project werd onderzocht of VZP in de thuiszorg bevorderd kan worden door inschakeling van thuisverpleegkundigen, of een aangereikte leidraad gesprekken rond VZP kan faciliteren en hoe communicatie tussen huisarts en verpleegkundige hierover verbeterd kan worden. Methode: Er werden drieledige groepen samengesteld waarbij een thuisverpleegkundige van het Wit-Gele Kruis bij de patiënt een gesprek over VZP initieerde en dit nadien terugkoppelde naar de huisarts. Ook werd een leidraad ontwikkeld om de verpleegkundige te ondersteunen in het gesprek. Nadien werd bij elke deelnemer een semigestructureerd interview afgenomen over hun ervaringen. Resultaten: Er werden zeven groepen gevormd bestaande uit een huisarts, een thuisverpleegkundige en een patiënt. Het potentieel van thuisverpleegkundigen binnen VZP werd door alle deelnemers bevestigd mits voldoende kennis en de aanwezigheid van een vertrouwensband. De opgestelde leidraad bleek ondersteunend voor thuisverpleegkundigen met beperkte ervaring binnen VZP. Als communicatiemedium verkozen huisartsen en thuisverpleegkundigen schriftelijke documentatie aangevuld met mondelinge toelichting, al werd een geïntegreerd dossiersysteem als ideaal gesuggereerd. Discussie: Thuisverpleegkundigen kunnen een waardevolle functie opnemen in VZP. Om hun rol hierin verder te definiëren, zal men moeten inzetten op sensibilisering en opleiding om zo tot een functioneel samenwerkingsmodel te komen. Interdisciplinaire communicatie is hierbij essentieel. De ontwikkeling van een geïntegreerd dossiersysteem kan hierbij bevorderlijk zijn.

Keywords


Dissertation
Regret and Clinical Decision Making: The Experience and Impact of Perceived Regret amongst Flemish Physicians
Authors: --- --- ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

A qualitatitive paper that interviewed 7 Flamish physician in a semi-structured questionaire to assess their regret experiences and the impact they had on further clinical practice. This was the second paper of a combined study by Kenis Sasha and Vander Plaetse Corneel who combined efforts in 2018 to research this central question.

Keywords


Dissertation
Levenskwaliteit in de palliatieve setting: Hoe bevragen Vlaamse huisartsen de levenskwaliteit van hun palliatieve patiënten en wat is de rol van bestaande assessment tools?

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Context: Begeleiding van palliatieve patiënten is de laatste jaren een belangrijk onderdeel geworden van het takenpakket van de moderne huisarts. Het optimaliseren van de levenskwaliteit van de patiënt staat centraal tijdens deze fase. Om een correcte inschatting te kunnen maken van de levenskwaliteit hebben huisartsen bepaalde technieken nodig om door te dringen tot de gedachten en gevoelens van hun patiënten. Ondanks het bestaan van gevalideerde assessment tools is er weinig geweten over de manier waarop Vlaamse huisartsen omgaan met kwaliteit van leven tijdens de palliatieve setting. Het doel van deze studie is om een beter inzicht te krijgen in de manier waarop Vlaamse huisartsen de kwaliteit van leven bevragen bij hun palliatieve patiënten en of ze gekend zijn met de bestaande assessment tools. Methode: Een kwalitatieve studie werd uitgevoerd aan de hand van semigestructureerde interviews. Aan het begin van de studie werd een topiclijst opgesteld om een basisstructuur te bieden aan de interviews. Indien bepaalde vragen weinig nuttige informatie bleken op te leveren, werden deze geschrapt uit de lijst. Wanneer er tijdens een interview een nieuwe, bruikbare vraag ontstond, werd deze toegevoegd aan de volgende interviews. Resultaten: Zeven Vlaamse huisartsen werden geïnterviewd tijdens deze studie. Ze beschikken over drie verschillende communicatietechnieken om de kwaliteit van leven te bevragen bij hun palliatieve patiënten. Kenmerkend voor deze bevraging blijkt het persoonlijke en gevoelsmatige karakter. Hierdoor maakt geen enkel van de bevraagde huisartsen effectief gebruik van de bestaande assessment tools aangezien deze eerder artificieel en onpersoonlijk overkomen. De huisartsen vinden het wel nuttig om de tools te incorporeren in het medisch dossier of om mantelzorgers in te schakelen om de tools te overlopen met de patiënt. Conclusie: Vlaamse huisartsen hechten veel belang aan de levenskwaliteit van hun palliatieve patiënten, maar maken geen gebruik van de bestaande assessment tools om de kwaliteit te bevragen. Hiervoor gebruiken ze enkele specifieke communicatietechnieken. Volgens de huisartsen kunnen de tools wel een goede ondersteuning bieden om de kwaliteit van leven zo correct mogelijk te evalueren. Daarom zouden de bestaande assessment tools naar de toekomst toe meer kenbaar gemaakt moeten worden aan de Vlaamse huisartsen.

Keywords


Dissertation
Zelfzorg in de opleiding: onbekend en onbemind? Een literatuuroverzicht van interventies in de opleiding tot arts om burn-out te verminderen: voorbereiding op de ontwikkeling van een zelfzorgprogramma voor huisartsen in opleiding.
Authors: --- ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond – Zowel (huis)artsen als huisartsen in opleiding (HAIO’s) lopen een verhoogd risico op burn-out. Ter voorbereiding op de ontwikkeling van een zelfzorgprogramma in de HAIO-opleiding wordt middels een literatuuronderzoek primair gezocht naar interventies tijdens de opleiding die effectief zijn gebleken om burn-out te verminderen. Daarnaast wordt ook gekeken naar het effect op zachte eindpunten, zoals stress-en angstklachten, algemeen welzijn/gemoedstoestand, kwaliteit van leven en slaapkwaliteit. Methode – Het betreft een systematische literatuurstudie volgens de 6S piramide van Haynes, met als geraadpleegde databanken voornamelijk Cochrane Library en Medline. Hierin werd gezocht met een combinatie van trefwoorden (medical student, resident, physician, burnout en burnout intervention) of MeSH-termen. De selectie van de artikels verliep volgens drie fases: eerst op basis van de relevantie van de titel en abstract, vervolgens op basis van de beoordeling van de volledige tekst en tot slot aan de hand van een kwaliteitsbeoordeling. De data-extractie gebeurde als een descriptieve analyse. Resultaten – Uit de 720 geïdentificeerde studies werden er 15 weerhouden: vijf reviews, zes gerandomiseerde onderzoeken met controlegroep (RCT’s) en vier niet-gerandomiseerde onderzoeken met controlegroep (NRSI’s). Organisatiegerichte interventies, voornamelijk uurrestrictie en integratie van een pass-fail puntensysteem, waren over het algemeen effectiever dan individueel gerichte interventies in het verminderen van burn-out. Mindfulness en stressmanagement gaven aanleiding tot een daling in aspecten van burn-out, een toename in algemeen welzijn en een vermindering van stress- en angstklachten. Cognitieve gedragstherapeutische interventies gaven gemengde resultaten in het verminderen van burn-out of stressklachten. Daarnaast vertoonden fysieke relaxatie en een cursus in communicatie- en stressmanagement een tendens tot minder stress en hogere levenskwaliteit. Conclusie – De literatuurstudie toont aan dat zowel organisatie- als individueel gerichte interventies effectief kunnen zijn ter preventie van burn-out. Bij de ontwikkeling van een zelfzorgprogramma in de opleiding dienen beiden aan bod te komen. Trefwoorden – Burn-out, preventie, artsen in opleiding

Keywords


Dissertation
Medische psychiatrische units (MPU's) voor ouderen
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding De hoge prevalentie van psychiatrische comorbiditeit en geassocieerde slechtere uitkomsten is een uitdaging in de zorg voor de groeiende geriatrische populatie. Als reactie ontstonden medisch-psychiatrische units (MPU) voor ouderen. Deze literatuurstudie beoogt het verzamelen van de verschenen literatuur de afgelopen 10 jaar omtrent het effect op levenskwaliteit, kwaliteit van zorg en kosteneffectiviteit. Methoden Een zoekstrategie rond de concepten ouderdom, psychiatrische comorbiditeit (delirium-dementie-depressie) en ziekenhuisafdeling werd ondernomen in Pubmed, CINAHL, Cochrane en Embase. Finaal voldeden 8 artikels aan de in- en exclusiecriteria. Resultaten Er was grote klinische heterogeniteit bij de geïncludeerde studies. In MPU’s bevonden patiënten zich meer in positieve gemoedstoestand, hadden mantelzorgers een betere perceptie van de zorgkwaliteit, was er minder potentieel ongepast voorschrijven en minder beperkende maatregelen. Er kon geen statistisch significant positief effect worden vastgesteld op aantal dagen in de thuisomgeving na ontslag of op vlak van kosteneffectiviteit. Discussie De klinische heterogeniteit bepaalde het narratief karakter en de beperkingen van deze literatuurstudie. MPU’s voor ouderen lijken een interessant en effectief antwoord op de uitdagingen binnen geriatrische patiënten met psychiatrische comorbiditeiten ondanks de weinige evidentie voor kosteneffectiviteit. De complexiteit en diversiteit van MPU’s vormen een uitdaging voor het verder noodzakelijk onderzoek ter evaluatie van MPU voor ouderen.

Keywords


Dissertation
Collaborative care bij depressie
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Geestelijke gezondheidsproblemen zoals depressie komen bij één op de vier Vlamingen voor tijdens zijn of haar leven. Wereldwijd lopen de cijfers voor depressie op tot meer dan 264 miljoen mensen. Gezondheidszorgsystemen wereldwijd zijn daarom genoodzaakt interventies te implementeren om de impact en belasting hiervan te reduceren. Collaborative care is een interventie gebaseerd op de zorg bij chronische aandoeningen en kan effectief zijn in de behandeling van deze geestelijke gezondheidsproblemen. Het doel van deze review is het evalueren van de effectiviteit van collaborative care bij patiënten met een depressie. In deze systematic review worden randomised controlled trials geïncludeerd over collaborative care waarbij de deelnemers een leeftijd van 65 jaar of ouder hebben met een depressie die vastgesteld kan zijn in verscheidene gezondheidsinstellingen. De primaire outcome is een verandering in de depressie gemeten aan de hand van een evaluatie door de patiënt zelf of door een evaluatie van een observator. De secundaire outcomes zijn het medicatiegebruik, het sociaal functioneren, de levenskwaliteit en de patiënttevredenheid. Er worden drie databanken doorzocht tussen 10 februari 2012 en 31 december 2020 om studies te selecteren: PubMed, Embase en CINAHL. Van elke geïncludeerde studie wordt een critical appraisal uitgevoerd aan de hand van de CONSORT 2010 checklist of information to include when reporting a randomised trial. Er worden 9 studies geïncludeerd waarmee er in totaal 3682 patiënten betrokken zijn in deze review. Wat betreft de resultaten van de primaire outcome tonen zeven van de negen studies een verbetering van de depressie aan waarbij het merendeel van de studies een effect op lange termijn toont. Wat betreft de resultaten van de secundaire outcomes tonen twee studies een verbetering van de levenskwaliteit aan in de interventiegroep, maar evenveel studies tonen geen significant verschil tussen beide groepen. Voor de secundaire outcomes medicatiegebruik en patiënttevredenheid wordt er ook geen significant verschil waargenomen. Het merendeel van de geïncludeerde studies toont een verbetering van de depressie aan door evaluatie van de patiënt zelf of door evaluatie van een observator. Er zijn enkele zwaktes die kunnen aangehaald worden bij de totstandkoming van deze review waaronder het beperkt aantal geïncludeerde studies en patiënten, hiermee moet rekening gehouden worden bij het stellen van implicaties voor de praktijk. Door de globale positieve trend in de literatuur zou collaborative care een vaste plaats moeten krijgen bij de behandeling van depressie of zou dit toch zeker in overweging moeten genomen worden.

Keywords


Dissertation
Ontwikkelen en toetsen van een blended learning-module in 'exercise medicine' voor huisartsen in opleiding
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Context ‘Exercise medicine’ heeft een belangrijke preventieve en curatieve rol in de aanpak van chronische aandoeningen. Internationaal proberen verschillende organisaties dan ook lichaamsbeweging meer te integreren in het gezondheidssysteem. Maar ondanks het Vlaamse project ‘Bewegen op Verwijzing’, ligt de focus in de huisartsenpraktijk grotendeels op medicamenteuze en interventionele behandelingen. Ook in de huidige opleiding (huisarts)geneeskunde is er een beperkte aandacht voor lichaamsbeweging als behandeling. Doelstelling Deze studie betreft een kwaliteitsverbeterend project in de opleiding huisartsgeneeskunde in Vlaanderen. Het doel van dit project is om de studenten door middel van een blended learning-module kennis en praktische handvaten aan te reiken rond ‘exercise medicine’. De studie onderzoekt of de module het gedrag van de studenten ten aanzien van ‘exercise medicine’ verandert, of de module als waardevol wordt ervaren en of de module een plaats heeft in de opleiding geneeskunde. Methode Het kwaliteitsverbeterend project bestond uit drie fases: allereerst de ontwikkeling van een blended learning-module over ‘exercise medicine’, vervolgens de pilotering ervan in de opleiding huisartsgeneeskunde en ten slotte een evaluatie van de module bij de studenten. De evaluatie gebeurde door middel van een driedelig kwalitatief onderzoek met twee vragenlijsten en een semi-gestructureerd interview. De interviews werden geanalyseerd aan de hand van de QUAGOL-methode. Resultaten De deelnemende studenten ervaren zelf de positieve gevolgen van fysieke activiteit en het belang ervan voor de patiënt. Doch geven zij aan over onvoldoende kennis en vaardigheden te beschikken om ‘exercise medicine’ succesvol toe te passen in de praktijk. De studenten beschouwen de module daarom als zeer waardevol en een meerwaarde voor de huisartsenopleiding. Na de module hebben de studenten meer zelfvertrouwen om fysieke activiteit te implementeren tijdens hun consultvoering. Conclusie Huisartsen in opleiding erkennen het belang van ‘exercise medicine’ bij de behandeling van chronische aandoeningen. De ontwikkelde module helpt studenten om ‘exercise medicine’ toe te passen tijdens de consultvoering en heeft bijgevolg een plaats in de opleiding huisartsgeneeskunde.

Keywords

Listing 1 - 10 of 126 << page
of 13
>>
Sort by