Narrow your search

Library

KU Leuven (15)


Resource type

dissertation (13)

book (2)


Language

Dutch (11)

English (4)


Year
From To Submit

2022 (1)

2021 (2)

2020 (5)

2019 (2)

2018 (4)

More...
Listing 1 - 10 of 15 << page
of 2
>>
Sort by

Book
A goal-directed perspective on self-regulation in social identity-threatening work and education fields
Authors: --- --- --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
How am I doing? : How stereotyping affects the accuracy, certainty, and stability of the abilityself-concept
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en pedagogische wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Coping with social identity threat in work and education : Seeking belonging through distancing from the ingroup or distancing from the domain
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Waarom verhogen percepties van gemeenschapswaarden interesse in STEM bij meisjes? Een onderzoek naar de rol van zorgen over zich thuis voelen en presteren in STEM
Authors: --- --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Wereldwijd groeit de vraag naar gediplomeerden in STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Het aanbod van afgestudeerden kan echter niet tegemoetkomen aan deze groeiende vraag. Een tweede knelpunt daarbij is het genderonevenwicht in STEM. Vrouwen en meisjes blijven ondervertegenwoordigd in STEM-richtingen. Veel onderzoek heeft zich toegelegd op het vinden van de oorzaken van dit genderonevenwicht. Daaruit blijkt dat het verschil in cognitieve capaciteiten tussen jongens en meisjes is verdwenen, maar het genderverschil in interesse nog niet, waarbij meisjes minder interesse in STEM vertonen dan jongens. Lage percepties van gemeenschapswaarden in STEM (mensen helpen, met anderen samenwerken) blijkt een gevonden reden te zijn dat meisjes minder interesse in STEM hebben. Aangezien het nog niet duidelijk is wat die link precies verklaart, is het interessant om te onderzoeken wat de verklarende factoren zijn in dit onderliggende mechanisme. Deze masterproef wilde vernieuwing brengen door het onderliggende mechanisme in de link tussen percepties van gemeenschapswaarden en interesse in STEM te onderzoeken. Dit is belangrijk om een beter inzicht te krijgen in dit onderliggende proces en op die manier het model beter te verklaren. Meer bepaald wil deze masterproef onderzoeken of deze link gedreven wordt door minder zorgen over belonging en/of zorgen om te presteren in STEM. Deze twee factoren werden onderzocht omdat ze beide voorspellers van interesse blijken. Het onderzoek werd gebaseerd op data uit een online vragenlijst die 67 meisjes invulden vóór het deelnemen aan een evenement georganiseerd door de organisatie Greenlight for girls. Voor de data-analyse werd gebruik gemaakt van enkelvoudige en meervoudige regressieanalyses. De link tussen percepties van gemeenschapswaarden in STEM en interesse in STEM werd opnieuw bevestigd, wat eerder onderzoek van Diekman en collega’s repliceert. Daarbij bleken zorgen over belonging en presteren geen onderliggende mechanismen voor deze link. Zorgen over belonging was echter wel gelinkt aan minder interesse in een STEM-studie. Bij zorgen over presteren werd dit niet teruggevonden. Uit deze masterproef kan geconcludeerd worden dat er een link is tussen percepties van gemeenschapswaarden en interesse in STEM bij tienermeisjes, maar dat dit niet verklaard wordt door zorgen over belonging en presteren. Verder onderzoek moet uitwijzen welke factoren wel een rol spelen in dit onderliggende mechanisme. Dit is belangrijk voor de aanpak van het genderonevenwicht in STEM.

Keywords


Dissertation
Stereotype dreiging en cognitieve waakzaamheid: De invloed van stereotype dreiging op aandacht voor de omgeving
Authors: --- --- --- ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Stereotype dreiging kan gedefinieerd worden als het discomfort dat individuen voelen wanneer ze het risico lopen een negatief stereotype over hun groep te bevestigen. Het is een actueel thema, aangezien kinderen op school, studenten in hogere studies en ook volwassenen in bepaalde carrièrevelden hiermee in aanraking kunnen komen. Er werd al veel onderzoek gedaan naar de effecten van stereotype dreiging op prestaties, waarbij onder stereotype dreiging een verminderde prestatie werd vastgesteld. Er is echter ook onderzoek dat een effect van stereotype dreiging op waakzaamheid vaststelt. Onderzoek toonde dat stereotype dreiging leidt tot een verhoogde waakzaamheid voor stereotype-gerelateerde signalen. Deze masterproef onderzoekt het effect van stereotype dreiging op cognitieve waakzaamheid voor de omgeving. Wat deze masterproef onderscheidt, is dat er niet alleen gekeken wordt naar het effect van stereotype dreiging op waakzaamheid voor stereotype-gerelateerde signalen, maar ook naar het effect op waakzaamheid voor stereotype-ongerelateerde signalen. Aangezien aandachtsprocessen steunen op het werkgeheugen en de werkgeheugencapaciteit beperkt is, kan hierbij verwacht worden dat stereotype dreiging leidt tot een verminderde aandacht voor signalen uit de omgeving. Via een online experiment werd nagegaan of stereotype dreiging leidt tot een verhoogde aandacht voor stereotype dreigingsgerelateerde signalen en een verminderde aandacht voor stereotype dreigings-ongerelateerde signalen. De resultaten konden deze verwachtingen echter niet bevestigen. Een mogelijke verklaring kan gevonden worden in methodologische gebreken zoals een te makkelijke taak, waardoor het onderscheidend vermogen in het effect van de verschillende condities niet tot uiting kwam. Vervolgonderzoek zou kunnen testen of het effect van stereotype dreiging op waakzaamheid wel naar voren komt bij een meer complexe taak. Anderzijds suggereert recent onderzoek dat de effecten van stereotype dreiging op prestaties mogelijks minder sterk zijn dan veelal gedacht wordt. In het onderzoek wordt echter niet ingezoomd op het mechanisme dat deze bevinding kan verklaren. Voorlopig is het bijgevolg onduidelijk wat deze bevinding precies kan betekenen voor het huidige onderzoek. Concluderend kon het huidige onderzoek de verwachting niet bevestigen dat stereotype dreiging leidt tot een verhoogde waakzaamheid voor stereotype-gerelateerde signalen en een verminderde waakzaamheid voor stereotype-ongerelateerde signalen. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of dit verklaard kan worden door methodologische gebreken of doordat de stereotype dreiging in werkelijkheid misschien minder invloed heeft op waakzaamheid dan veelal wordt gedacht.

Keywords


Dissertation
Verschillen in Interesse Tussen Verschillende STEM Domeinen bij Adolescente Meisjes: De Relaties van Belongingzorgen, Prestatiezorgen en Interesse
Authors: --- --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Samenvatting Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd binnen STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics) domeinen in westerse landen. Die ondervertegenwoordiging zorgt er onder meer voor dat er binnen de domeinen van STEM problemen ontstaan rond gelijkheid en het vinden van voldoende werknemers in knelpuntberoepen. Er is voornamelijk een tekort aan ingenieurs en computerwetenschappelijk en fysisch opgeleide mensen. Daarbij komt dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen net in die domeinen sterker is dan in andere STEM domeinen en zich al manifesteert vanaf studiekeuze. Een analyse van verschillen tussen de subdomeinen bij jonge meisjes kan ons daarom iets leren over waarom vrouwen wel of niet vertegenwoordigd zijn en hoe prioriteiten in onderzoeken en interventies bepaald moeten worden. In deze masterproef werd gekeken in welke domeinen jonge vrouwen wel of geen interesse hebben in een STEM opleiding en of die verschillen tussen domeinen verklaard kunnen worden vanuit belongingzorgen en prestatiezorgen. Dit gebeurde aan de hand van een vragenlijst, afgenomen bij 256 meisjes van het vijfde middelbaar. De 3 variabelen interesse, belongingzorgen en prestatiezorgen werden onderzocht in 4 domeinen van STEM (en aanverwanten): (1) biologische wetenschappen, (2) medische wetenschappen, (3) wiskunde en natuurwetenschappen en (4) technologische, fysische en computerwetenschappen. Dit werd onderzocht aan de hand van 4 hypothesen: (1) interesse van de meisjes zou lager en de belongingzorgen en prestatiezorgen zouden hoger liggen in domeinen met een hogere ondervertegenwoordiging van vrouwen, (2) er zou een negatief verband zijn tussen belongingzorgen en prestatiezorgen enerzijds en interesse in hetzelfde domein anderzijds, (3) er werd verwacht dat hogere belongingzorgen en prestatiezorgen in een domein samen zouden gaan met lagere interesse in een ander domein, wanneer de domeinen een gelijkaardige mate van ondervertegenwoordiging van vrouwen hebben (assimilatie-effecten) en (4) tot slot werd er verwacht dat hogere belongingzorgen en prestatiezorgen in een domein samen zouden gaan met een hogere interesse in een ander domein, wanneer de ene uit een domein met lage ondervertegenwoordiging van vrouwen kwam en de andere uit een domein met een grote ondervertegenwoordiging (contrast-effecten). Uit dit onderzoek bleek dat 3 van de 4 hypothesen (deels) bevestigd werden. Enkel hypothese 3 werd volledig ontkracht. Bij de andere hypothesen traden de verwachte verbanden op bij (enkele) domeinen of variabelen. Vooral belongingzorgen leken daarbij een invloed te hebben op interesse. Daarnaast leken de domeinen met grote ondervertegenwoordiging van vrouwen het meest consistent samenhang tussen belongingzorgen, prestatiezorgen en interesse te vertonen en via cross-over effecten invloed te hebben op de minder ondervertegenwoordigde domeinen. Op basis van deze resultaten zou focussen op belongingzorgen en die domeinen als prioriteit voor onderzoek en interventies gezien kunnen worden, maar verder onderzoek is nodig om de exacte sterktes en zwaktes vast te leggen.

Keywords


Dissertation
Vrouwen in de identiteitsbedreigende omgeving van Defensie: hoe genderidentificatie, ervaren sociale steun en strategieën hun uitkomsten beïnvloeden.
Authors: --- --- --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De Belgische Defensie bestaat tot op heden hoofdzakelijk uit mannen en wordt ook nog steeds beschouwd als typisch mannelijk. Over vrouwen bestaan er bij Defensie dan ook veel stereotypes. Onderzoek toont aan dat, wanneer vrouwen geconfronteerd worden met deze stereotypes, dit een bedreiging kan vormen voor hun identiteit en uitkomsten, zoals welzijn en motivatie. Onderzoek toont daarentegen ook aan dat vrouwen strategieën gebruiken om met deze dreiging om te gaan. Twee van deze strategieën zijn afstand nemen van andere vrouwen en steun zoeken bij andere vrouwen. Wij hebben onderzocht of genderidentificatie de manier waarop vrouwen met sociale identiteitsdreiging omgaan beïnvloedt, hoe deze twee strategieën welzijn en motivatie beïnvloeden, en ook of ervaren sociale steun uit de persoonlijke omgeving hierbij een rol speelt. Deze masterproef bestaat uit drie delen die elk een ander aspect bestudeerd hebben van vrouwen in een sociaal identiteitsbedreigende omgeving. Dit gebeurde aan de hand van vragenlijstonderzoek bij 58 vrouwelijke studenten van de Koninklijke Militaire School. In het eerste deel van deze masterproef lag de focus op genderidentificatie en werd onderzocht of dit een invloed had op welke strategie vrouwen gebruikten bij sociale identiteitsdreiging. De resultaten lieten zien dat de vrouwen in onze steekproef vooral afstand namen van andere vrouwen en dit ongeacht de mate van genderidentificatie. Het tweede deel ging hier verder op in en onderzocht of steun zoeken en afstand nemen het welzijn en de motivatie van vrouwen zouden kunnen beschermen, want hoewel deze strategieën worden gezien als manieren voor vrouwen om om te gaan met sociale identiteitsdreiging, is het onduidelijk of zij ook daadwerkelijk hun welzijn en motivatie beschermen. Onze resultaten lieten zien dat beide strategieën welzijn en motivatie niet beschermden. Integendeel, afstand nemen van andere vrouwen was gelinkt aan een verminderde algemene gezondheid. Het derde deel ten slotte focuste op ervaren sociale steun uit de persoonlijke omgeving en testte of dit wel een beschermende factor vormde voor vrouwen hun welzijn en motivatie. Echter, ook dit bleek vrouwen niet te beschermen tegen de negatieve gevolgen van sociale identiteitsdreiging. Mogelijk omdat Defensie een zeer specifieke, gesloten gemeenschap vormt. De resultaten van dit onderzoek suggereren nogmaals dat een identiteitsbedreigende omgeving een gevaar kan vormen voor de uitkomsten van vrouwen. Het toont aan dat de strategie die vrouwen gebruiken wanneer zij pas in aanraking komen met sociale identiteitsdreiging - afstand nemen van andere vrouwen - hen niet direct lijkt te beschermen, maar er integendeel voor lijkt te zorgen dat hun algemene gezondheid verder daalt. Ook ervaren sociale steun uit de persoonlijke omgeving blijkt niet direct een beschermende factor. Mogelijk zijn deze elementen niet op korte termijn, maar wel op lange termijn voordelig voor leden van negatief gestereotypeerde groepen. Deze mogelijkheid wordt ook besproken. Een goede ondersteuning van vrouwen in identiteitsbedreigende omgevingen blijft dus van groot belang om zo ook voor hen een gezonde werksfeer te creëren waar de positieve aspecten die vrouwen kunnen bijdragen worden erkend en aangemoedigd.

Keywords


Dissertation
Perceptie van Competentie van Ouders en van Bezorgdheid over Welbevinden van hun Kind
Authors: --- --- --- ---
Year: 2019 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Samenvatting masterproef De meeste gezinnen bestaan tot op heden hoofdzakelijk uit een moeder en een vader, de traditionele verdeling. Door de legalisering van homohuwelijken en adoptie door homoseksuele en lesbische ouders is er een opmars van niet-traditionele gezinnen ontstaan. Hoe worden deze atypische gezinnen nu gepercipieerd de dag van vandaag? Maken mensen zich bij deze gezinnen meer zorgen over het welbevinden van het kind? Worden homoseksuele en lesbische ouders als minder competent in het ouderschap beschouwd? Voor deze masterproef werd er in Nederland en België een online vragenlijst afgenomen bij 542 personen. We verwachten dat homoseksuele/lesbische ouders als negatiever worden geëvalueerd. Hiervoor hebben we ons gebaseerd op de sociale roltheorie die stelt dat mannen en vrouwen andere eigenschappen en gedrag vertonen als ouders. Deze masterproef bestaat uit vier onderdelen waarbij we verwachten dat (1) homoseksuele/lesbische ouders als minder competent worden geacht en dat participanten zich meer zorgen maken over het welbevinden van het kind van homoseksuele/lesbische ouders vergeleken met heteroseksuele ouders, aangezien deze traditionele overtuigingen leven in de maatschappij, (2) lesbische ouders als minder negatief worden beoordeeld aangezien een lesbisch koppel bestaat uit twee moeders en een moeder als meer essentieel voor de opvoeding van kinderen wordt geacht, (3) homoseksuele en lesbische ouders voornamelijk minder positief worden ervaren wanneer het kind een ander geslacht heeft dan zijn/haar ouders, aangezien het rolmodel gelinkt aan hetzelfde geslacht van het kind ontbreekt in deze situatie, en (4) die verschillen voornamelijk naar voren treden als evaluatoren hoog op die overtuiging van genderexclusieve ouderrollen scoren en dat deze verschillen zouden moeten verminderen als beide prototypische ouderrollen wel aanwezig zijn bij de homoseksuele/lesbische ouders. De resultaten van dit onderzoek toonden aan dat homoseksuele en lesbische ouders over de gehele lijn niet negatiever geëvalueerd werden vergeleken met heteroseksuele ouders, met uitzondering van de algemene ouderschapscompetentie. Aangezien er weinig recent onderzoek beschikbaar is over hoe homoseksuele en lesbische ouders geëvalueerd worden, is vervolgonderzoek aan te raden. Er is vaak enkel onderzoek naar lesbische ouders gedaan, waarbij deze lesbische ouders met heteroseksuele ouders zijn vergeleken. Hierdoor zou er best meer onderzoek gedaan worden over homoseksuele ouders in vergelijking met lesbische ouders. Dit kan voor nieuwe inzichten zorgen in hoe deze ouders gepercipieerd worden en waarom er een verschil zou zijn tussen lesbische en homoseksuele ouders.  

Keywords


Dissertation
Stereotiepe dreiging en emotionele reactiviteit De invloed van stereotiepe dreiging op de emotionele reactie op dagelijkse negatieve gebeurtenissen
Authors: --- --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Stereotiepe dreiging is een bekend fenomeen dat een negatieve invloed uitoefent op prestaties en welzijn van een individu. Deze masterproef kijkt naar de bredere gevolgen van stereotiepe dreiging en tracht te beantwoorden of de emotionele reactiviteit van een individu op een negatieve gebeurtenis beïnvloed wordt door stereotiepe dreiging. En of hierin een verschil is tussen gebeurtenissen die wel of niet gerelateerd zijn aan stereotiepe dreiging. Daarnaast vraagt deze masterproef of het effect van stereotiepe dreiging op de emotionele reactiviteit van een individu op een negatieve gebeurtenis mede verklaard doordat men de situatie anders interpreteert. Er wordt verwacht dat vrouwen onder stereotiepe dreiging een lagere emotionele reactiviteit vertonen zullen dan vrouwen niet onder stereotiepe dreiging bij een negatieve gebeurtenis die ongerelateerd is aan het stereotype. Bovendien werd verwacht dat vrouwen onder stereotiepe dreiging een hogere emotionele reactiviteit zullen vertonen dan vrouwen niet onder stereotiepe dreiging bij een SD-gerelateerde negatieve gebeurtenis omdat ze de situatie als meer gender-gerelateerd interpreteren en omdat ze de gebeurtenis als belangrijker en erger ervaren. Daarnaast werd verwacht dat vrouwen onder stereotiepe dreiging een lagere emotionele reactiviteit zullen vertonen dan vrouwen niet onder stereotiepe dreiging bij een SD-ongerelateerde negatieve gebeurtenis omdat ze minder belang hechten aan de gebeurtenis/ minder erg vinden. De resultaten gaven geen eenduidig antwoord op de hypotheses.

Keywords


Dissertation
Diversiteit binnen Defensie: mannelijke en vrouwelijke militairen als bondgenoten. Hoe kunnen mannelijke militairen een welkom klimaat bieden voor vrouwelijke militairen en diversiteit binnen het leger omarmen?
Authors: --- --- --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Vandaag de dag is de overgrote meerderheid van de Belgische Defensie nog steeds mannelijk. Hierdoor kan Defensie niet profiteren van de voordelen die genderdiversiteit met zich mee kan brengen. Bovendien ervaren vrouwen soms nadelen, meer specifiek discriminatie, als gevolg van hun lidmaatschap van deze minderheidsgroep. Mannen worden vaak gezien als ‘dader’ in het in stand houden van deze sociale ongelijkheid. Zij kunnen evenwel bijdragen aan een oplossing door een zeer krachtig signaal te zenden in het streven naar sociale verandering. Wij gingen in deze thesis na hoe mannelijke militairen een welkom klimaat konden bieden aan vrouwen binnen Defensie. Meer bepaald onderzochten we welke onderliggende processen meespelen in dat mannelijke militairen eerder positieve attitudes ervaren en steungedrag aanbieden ten opzichte van vrouwelijke militairen. Dit gebeurde aan de hand van een online experiment, uitgevoerd bij mannelijke kandidaat-officieren van de Koninklijke Militaire School, waarin we discriminatie-relevant contact manipuleerden en het effect hiervan op attitudes en steungedrag nagingen. We verwachtten dat perspectief nemen en empathische gevoelens hierin een mediërende rol zouden spelen en redeneerden bovendien dat dit voornamelijk het geval zou zijn wanneer mannen laag scoorden op de individuele verschillen in genderidentificatie en seksistische attitudes. Het bleek dat enkel seksistische attitudes een invloed hadden op wanneer mannelijke militairen wel dan niet vrouwelijke militairen hun perspectief innamen, mannelijke militairen met lagere seksistische attitudes deden dit namelijk eerder. Daarnaast werd duidelijk dat mannelijke militairen, na het ervaren van discriminatie-relevant contact, gender-relevante beleidsmaatregelen eerder zouden ondersteunen dan daadwerkelijk positievere attitudes en steungedrag ten opzichte van vrouwelijke militairen aanbieden. Ook hing meer perspectief nemen samen met meer steun voor gender-relevante beleidsmaatregelen en een verminderde waargenomen negatieve vrouwelijke invloed binnen Defensie. Echter, relateerde empathische gevoelens, tegen onze verwachtingen, aan een verminderde beoordeling van het algemeen vrouwelijk functioneren en een verhoogde waargenomen negatieve invloed van vrouwen binnen Defensie. We reikten welwillend seksisme, onbewust goedbedoeld seksisme, aan als mogelijke verklaring van deze laatste onverwachte bevinding. Uit de resultaten kunnen we besluiten dat noch perspectief nemen, empathische gevoelens en genderidentificatie ervoor zorgden of bijdroegen aan dat mannelijke militairen (eerder) positieve attitudes en steun aan vrouwelijke militairen aanboden nadat zij discriminatie ten opzichte vrouwelijke militairen opmerkten. Echter, het feit dat de mannelijke bereidheid tot het steunen van gender-relevante beleidsmaatregelen steeg en dat de positieve attitudes niet daalden, maar onveranderd bleven na een confrontatie met een discriminatie-ervaring is geruststellend. Wij denken dat het openen van het debat over discriminatie en diversiteit kan bijdragen aan een toegankelijk en welkom klimaat voor vrouwelijke militairen binnen Defensie.

Keywords

Listing 1 - 10 of 15 << page
of 2
>>
Sort by