Listing 1 - 10 of 21 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Dans la série de livres « Focus sur le droit », vous trouverez des commentaires clairs et concis sur une série d’articles de loi. Chaque commentaire de texte est précédé par l’article de loi et son historique. Vous obtenez des informations sur l’essence de l’article en un tournemain. Les publications sont ainsi un instrument pratique pour les spécialistes en la matière qui souhaitent contrôler rapidement un point, mais aussi pour les non-spécialistes qui veulent connaître et comprendre le contenu d’un article. La qualité des textes de commentaire est garantie par des auteurs, universitaires et praticiens du droit de renom. Dans cet ouvrage, l’accent est mis sur les articles de loi relatifs aux contrats spéciaux repris dans le Code civil. Toutes les modifications de loi jusqu’au 1er août 2023 sont traitées dans le livre.
Contracts --- Contrats --- Droit des contrats spéciaux --- Obligations (droit) --- Réforme --- Contracten --- Breach of contract --- België --- Handboeken
Choose an application
In het eerste deel wordt het concept algemene voorwaarden uitgewerkt. Vooreerst komen de verschillende definities van algemene voorwaarden aan bod. Daarnaast wordt de vraag naar de nood aan bescherming beantwoord, aan de hand van een bespreking van de voor- en nadelen van algemene voorwaarden. Ten slotte zoomt dit deel in op twee verschillende visies die kunnen worden gevolgd bij het zoeken naar de grondslag voor een bescherming. De conclusie hier is dat België een buitenbeetje lijkt te zijn wat betreft het niet voorzien in een algemene regeling voor rechterlijke controle op algemene voorwaarden. Een tweede deel omschrijft en analyseert de controlemechanismen en sancties van de rechter bij de toetsing van algemene voorwaarden. De beschrijving gebeurt aan de hand van vier grote topics: tegenstelbaarheid, interpretatie, geldigheid en rechtsmisbruik, waarbij het derde topic de meeste aandacht verdient. Telkens wordt er een onderscheid gemaakt tussen het gemeen recht, consumentenrecht en handelsrecht, hoewel er ook overlappingen mogelijk zijn. Uit dit deel valt af te leiden dat er verschillende rechterlijke controlemechanismen voorhanden zijn in verschillende wetten, maar die geen van al specifiek de bescherming tegen algemene voorwaarden voor ogen hebben. De bescherming is bovendien vooral geregeld in het consumentenrecht, waardoor handelscontracten quasi geen bescherming tegen algemene voorwaarden genieten. De rechter kan bij de beoordeling van algemene voorwaarden dus niet terugvallen op een algemeen, coherent wettelijk kader in verschillende contractuele relaties. Het derde en laatste deel poogt een antwoord te geven op de vraag of het nodig is om in België te komen tot een algemene wetgeving met betrekking tot algemene voorwaarden die niet alleen van toepassing is in de verhouding B2C, maar ook in de verhouding B2B. Het antwoord op deze vraag is positief en daarom worden de verschillende mogelijkheden voor de Belgische wetgever, met hun voor- en nadelen, overl...
Choose an application
Choose an application
In België was het vroeger zo dat enkel de absolute onmogelijkheid tot nakoming een geldige bevrijdingsgrond was voor de niet-nakoming van een verbintenis. Dit hield in dat er geen uitvoering meer kon plaatsvinden wanneer er een onvoorziene omstandigheid de nakoming volstrekt onmogelijk maakte. Om overmacht correct in te roepen, moet er aan twee toepassingsvoorwaarden voldaan zijn. Ten eerste moet zoals gezegd de nakoming van de verbintenis absoluut onmogelijk zijn. Ten tweede mag deze onmogelijkheid niet aan de schuldenaar van de verbintenis toerekenbaar zijn. In Nederland benadert men het overmachtsbegrip iets soepeler dan in België. Daar gaat het om een relatieve onmogelijkheid tot nakoming. Dit vereist namelijk niet dat de nakoming volstrekt onmogelijk is, maar het is voldoende dat het menselijkerwijze onmogelijk is om de overeenkomst nog te honoreren. Niet-translatieve overeenkomsten, dit zijn overeenkomsten waar geen overdracht van eigendom plaatsvindt, kunnen veel verschillende overeenkomsten voorstellen, zoals huur, aanneming. De rechter zal hier telkens moeten rekening houden met specifieke regels die hierop van toepassing zijn, die zowel te vinden zijn in het Burgerlijk Wetboek als in aparte wetten. De rechtsgevolgen van het geldig inroepen van overmacht, zijn verschillend naargelang de overmachtssituatie blijvend of tijdelijk is, de verbintenis geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt, de aard van de overeenkomst. Overmachtsbedingen maken het voor de partijen gemakkelijker om zelf de gevolgen van overmacht te voorzien. De partijen kunnen de overmachtsgevallen opsommen die wel of niet als overmacht in aanmerking komen en kunnen op die manier de aansprakelijkheid beperken of juist uitbreiden.Er is ook een recente evolutie te zien waar overmacht in België niet meer zo strikt wordt toegepast als vroeger. Deze evolutie kan te wijten zijn aan het feit dat in België geen imprevisie erkend wordt. Deze versoepeling van het overmachtsbegrip zou dan situaties m...
Choose an application
Wat indien er zich na de totstandkoming van een overeenkomst met opéénvolgende prestaties gewijzigde omstandigheden voordoen buiten de wil van de partijen om? Moeten de partijen dan de verbintenissen voortvloeiend uit het contract nog uitvoeren? Op dit juridisch vraagstuk kan onder meer een antwoord gezocht worden in de rechtsfiguren van overmacht en imprevisie. Het essentiële onderscheid tussen beide rechtsfiguren is dat bij overmacht de nakoming van de verbintenis volstrekt onmogelijk geworden is, terwijl bij imprevisie de uitvoering nog steeds mogelijk blijft. De imprevisieleer verleent de rechter de bevoegdheid om een contract aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden ten einde het contractueel evenwicht tussen de partijen te herstellen. Deze masterscriptie onderzoekt hoe de rechter imprevisiesituaties in een contract behandelt.In beginsel geniet de imprevisieleer geen algemene erkenning in België. Derhalve blijft het algemeen principe van de bindende kracht van de overeenkomst gehandhaafd. De matigende werking van de goede trouw kan dit principe weliswaar temperen. Tevens zijn er een aantal nationale en internationale regels uitgevaardigd die de imprevisieleer wel aanvaarden. Aangezien de Belgische wetgever de algemene erkenning van de imprevisieleer verwerpt, is het beter om te anticiperen en derhalve nemen partijen vaak imprevisieclausules op in overeenkomsten. Daarnaast gaat ook de rechter op zoek naar creatieve oplossingen in andere rechtsfiguren. Onder meer een verruimde interpretatie van overmacht, alsook een toepassing van de matigende werking van de goede trouw via het verbod op rechtsmisbruik worden als alternatief voor de niet-erkenning van de imprevisieleer gebruikt. Is een wettelijke erkenning van de imprevisieleer in België dan noodzakelijk geworden? De meeste rechtsgeleerden zijn van oordeel van wel.
Choose an application
Deze masterscriptie behandelt het lot van lopende overeenkomsten bij faillissement en de knelpunten die zich stellen bij enkele bijzondere overeenkomsten. Voor een beter begrip en coherent geheel, zullen we in het eerste deel de bevoegdheden van de twee spilfiguren van de faillissementsprocedure kort toelichten, nl: de curator en de rechter-commissaris.In het tweede deel gaan we ons de vraag stellen wat er met de lopende overeenkomsten gebeurt in geval van faillissement. Door middel van een klassieke bronnenstudie, zullen we zien dat ons antwoord in het centrale artikel 46 van de faillissementswet ligt. Dit artikel bevat het optierecht van de curator met betrekking tot het beëindigen of verderzetten van de lopende overeenkomsten bij faillissement. Op basis van een rechtsvergelijkende analyse met Nederland zullen we opmerken dat zij over een parallel artikel beschikken. Hoewel artikel 37 Fw grotendeels dezelfde inhoud bevat, duiden we op een aantal opmerkelijke verschillen.Wanneer we voorgaande leer toepassen op een aantal bijzondere overeenkomsten, zullen we op volgende knelpunten stuiten. Eerst gaan we aan de hand van drie cassatiearresten de discussie betreffende de draagwijdte van het optierecht bij huurovereenkomsten analyseren. In het tweede hoofdstuk betreffende arbeidsovereenkomsten vragen we ons af hoe de beëindigingsvergoeding moet gekwalificeerd worden. In het volgend hoofdstuk over koopovereenkomsten stellen we ons de vraag of de curator zonder meer beroep kan doen op zijn keuzerecht dan wel de machtiging van de rechter nodig heeft om tot een beslissing over te gaan. En als laatste gaan we een evenwichtsoefening maken tussen art. 32 WLVO en het algemene art. 46 Faill.W. om te zien welk van de twee artikelen voorrang dient te verkrijgen met betrekking tot verzekeringsovereenkomsten.
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 10 of 21 | << page >> |
Sort by
|