Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze masterproef onderzoekt of de auteurstheorie vandaag de dag nog relevant is in televisiereeksen. Hierbij wordt er nagegaan in welke mate Vlaamse televisieregisseur- en scenarist Jan Eelen te plaatsen valt binnen deze auteurstheorie. De masterproef begint met een literatuuroverzicht van de auteurstheorie. De totstandkoming, kritieken en relevantie worden besproken. Daarna behandelt de literatuur televisieseries en de verwetenschappelijking ervan en wordt Vlaamse televisiefictie onder de loep genomen. Vervolgens worden de onderzoeksvragen geëxpliceerd. Ten eerste zal er aan de hand van literatuur onderzocht worden of de auteurstheorie al gebruikt werd voor televisieregisseurs en hoe. Op basis van deze bevindingen worden er parameters geconstrueerd om een auteursanalyse van televisiereeksen uit te voeren. Hiermee zal de tweede onderzoeksvraag opgelost worden, namelijk of Jan Eelen een auteur is. Voorts wordt er onderzocht hoe zijn cinécriture eruit ziet en of hij een auteur is in de klassieke zin of moderne zin van het woord. Deze onderzoeksvragen worden onderzocht aan de hand van een cinema poetics benadering, met de zes P’s als kader. De eerste onderzoeksvraag wordt onderzocht door middel van een literatuurstudie van de boekenreeks The Television Series. Hieruit blijkt dat de schrijvers, allen academici, de auteurstheorie toepasten op het Britste televisielandschap en auteurschap hanteren als flexibel concept, ingebed in de brede televisieproductionele context. Op basis van deze literatuur worden vier parameters naar voren geschoven om te onderzoeken of Jan Eelen een auteur is: actoren, institutionele context, scenario en personages en ideologie. Om de tweede onderzoeksvraag op te lossen, worden Jan Eelens fictiereeksen geanalyseerd. Eerst voorziet de masterproef een biografie, gevolgd door vroege werken. Hierna volgen uitvoerige analyses van Het eiland, De Ronde en Callboys aan de hand van de parameters. Deze masterproef besluit ten eerste dat de auteurstheorie nog steeds wordt gehanteerd in film- en televisiestudies. Maar er is nood aan een genuanceerde benadering van auteurschap, omdat film- en televisieproductie vandaag de dag een groepsproces is, dat afhangt van meer factoren dan alleen een creatieve regisseur. De omstreden relatie tussen auteurschap en televisie vergt verder onderzoek. Ten tweede heeft een Eelen cinécriture, die bestaat uit vijf delen. Ten eerste is er de vruchtbare relatie met Woestijnvis, die hem zijn manier van werken garandeert. Ten tweede werkt Eelen onconventioneel, in die zin dat zijn scenario’s nooit af zijn bij start van opnames en dat sommige van zijn scènes indruisen tegen de regels van scenarioschrijven. Hierbij kan hij rekenen op co-schrijver Youri Boone waarmee hij zijn scenario’s scant op kwaliteit. Ten derde omvat zijn werk komische elementen, die in het Vlaamse televisielandschap vernieuwend zijn. Hij hanteert hierbij grondig uitgewerkte personages met onderling duidelijke onderbouwde verhoudingen, die zijn fascinatie voor de menselijke psyche weerspiegelen. De personages hebben bovendien een opvallende karikaturale look in een realistische setting. Doorheen dit alles schemert tenslotte een antikapitalistisch discours, met vriendschap als tegenpool, die fluctueert en uitgedaagd wordt door het kapitalistisch establishment. Er wordt tenslotte geargumenteerd dat Eelen valt onder de defintie van een moderne hyphenate auteur (Benshoff, 2015).