Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Prei is een éénzaadlobbige plant die, hoewel het een tweejarig gewas is, meestal geoogst wordt in het eerste jaar. Dit omwille van de daling in smaak en kwaliteit wanneer de zaadvorming op gang komt. Prei is, omwille van het oppervlakkig wortelstelsel, zeer gevoelig voor waterstress. Dit resulteert in daling gewicht, verminderde hoogte en smallere stengel. Dit alles zorgt voor daling in productie en uiteindelijke winst voor de landbouwer. Een groot voordeel echter is dat prei geteeld kan worden op de meeste bodemtypes. De voorkeur ligt echter wel op lossere gronden. Dit omwille van de betere doordringbaarheid voor de wortels. Watertekort wordt meer en meer een wereldwijd probleem. Klimaatsveranderingen, stijgende wereldbevolking…zullen dit alleen maar erger maken. Gezien de invloed dat watertekort heeft op gewassen kan dit, zeker in ontwikkelingslanden, voor levensbedreigende scenario’s zorgen. Hierdoor is het van belang dat er wordt gezocht naar meer efficiëntere vormen van irrigatie waarbij er met eenzelfde hoeveelheid water een hogere productie gerealiseerd kan worden. Deze nood is hoger voor planten die van nature droogtegevoelig zijn zoals prei. Voor mijn bachelor werden de eventuele voordelen van druppelirrigatie onderzocht en hoe deze vorm van irrigatie succesvol geïmplementeerd zou kunnen worden in Vlaanderen, een gebied dat de laatste jaren steeds meer en meer lijdt onder warme, droge zomers. Deze studie probeert aan te tonen wat het effect is van druppelirrigatie bij prei ten opzichte van traditionele irrigatiemethoden (in deze thesis werd haspel gebruikt). Voor deze studie werd het veld eerst in 6 delen verdeeld. Hierop werd één deel niet geïrrigeerd en op de rest werden 5 verschillende irrigatiemethoden getest: 1) Bovengrondse druppelirrigatie waarbij de lang 5 à 10 cm diep tussen de rij ligt. 2) Droog/ geen irrigatie. 3) Ondergrondse druppelirrigatie waarbij de slang 20 cm diep en 10 cm langs elke rij geplaatst is. 4) Bovengrondse druppelirrigatie waarbij de lang 5 à 10 cm diep langs de rij ligt. 5) Ondergrondse druppelirrigatie waarbij de slang 20 cm diep en 10 cm langs elke rij ligt met hogere afgifte. 6) Haspelirrigatie. Hierbij werd onderzocht wat de invloed was van de verschillende irrigatiemethoden en het niet irrigeren van de gewassen op de hoogte, breedte en uiteindelijke gewicht van de preigewassen. Het uiteindelijke doel voor de landbouwer is steeds voldoende winst te kunnen realiseren. Hierdoor is het belangrijk dat de meerwaarde die de verschillende irrigatiemethoden met zich meebrengen hoger is dan de uiteindelijke kostprijs van irrigatie. Om dit te bepalen wordt er in deze thesis berekend of de prijs van de hoeveelheid geoogst gewas minus de totale kosten van de druppelirrigatie (pomp, druppelslangen…) groter is dan de winst die de landbouwer zou kunnen krijgen mocht hij zijn veld niet irrigeren of gebruik maken van klassieke irrigatiemethoden. Niet alleen werd de invloed van haspel bepaald, maar er werd ook gekeken naar de verschillen die er zijn tussen de verschillende soorten van druppelirrigatie onderling. Een tweede deel van de studie was het bestuderen van de toestand van het bodemvocht. Hierbij werden er grondstalen genomen op een diepte van 0-30 cm en 30-60 cm. Deze werden naar Bodemkundige Dienst van België gestuurd en daar werd het vochtgehalte bepaald. Met deze gegevens werd er bepaald of er een verschil is in vochtgehalte op verschillende dieptes tussen de verschillende irrigatiemethoden.