Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|
Choose an application
Deze meesterproef focust zich op het onderzoek naar belangrijke proces- en outcomevariabelenin een (semi-)residentiële behandeling van angst- en stemmingsstoornissen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Leuvens Systematisch Case Study (LSCS) Protocol, aangepast aan de (semi-)residentiële setting van de afdeling 'Angst en Depressie' van Context UPC Leuven. Het eerste deel van deze meesterproef geeft een literatuuroverzicht. In hoofdstuk één worden de verschillende angst- en stemmingsstoornissen beschreven aan de hand van de indeling van de DSM-IV. In hoofdstuk twee wordt er dieper ingegaan op het ruimer functioneren van patiënten met angst- en stemmingsstoornissen. Er wordt een onderverdeling gemaakt in de beleving van het ziektebeeld, de vervreemding van het eigen lichaam, de beleving van tijd en ruimte, het zelfconcept, de interactie met anderen en de cognitieve beperkingen. In hoofdstuk drie worden een aantal aandachtspunten aangereikt over de behandeling van angst- en stemmingsstoornissen, namelijk in de behandeling van het ziektebeeld, de behandeling van de problemen met zichzelf en de behandeling van problemen in interactie met anderen. Er worden verschillende manieren besproken hoe de therapeut met deze aandachtspunten kan omgaan.Tenslotte volgt een bespreking van de aangeboden behandeling op de afdeling 'Angst en Depressie'. In het tweede deel van deze meesterproef wordt het onderzoeksluik uitgewerkt. Hoofdstuk vieromschrijft de aanpassing van het LSCS Protocol voor een (semi-)residentiële setting. De gebruikte kwantitatieve en kwalitatieve meetinstrumenten worden besproken (DAPP-SF, BSI-NL, WAV-12, SBL, CVI, (G)SRS). De onderzoeksgroep wordt besproken en er wordt een overzicht gegeven van de vier onderzoeksvragen, namelijk (1) Wat zijn de belangrijkste persoonskenmerken en symptomen/klachten van deze groep? (2) Hoe is het verloop van de klachten? (3) Hoe is het gesteld met het behandelcontact? (4) Wat ervaren cliënten als helpend en storend in hun behandeling?. De DAPP-SF, BSI-NL, WAV-12 en de (G)SRS worden op een kwantitatieve manier verwerkt. De SBL wordt verwerkt op een kwalitatieve manier, aan de hand van een bestaand categorieënsysteem. In hoofdstuk vijf worden de belangrijkste onderzoeksresultaten besproken aan de hand van een cross-casusonderzoek. Deze meesterproef eindigt met hoofdstuk zes waarin de resultaten worden teruggekoppeld naar de literatuurstudie en een antwoord geformuleerd wordt op de vier onderzoeksvragen. Tot slot wordt de beperkingen van het huidige onderzoek besproken en worden er aanwijzingen geformuleerd voor toekomstig onderzoek.
Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|