Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Na het bestuderen van de verschillende onderzoeken kan geconcludeerd worden dat schaamte in alle klassen, rassen en standen bestaat, zeker als het gaat over het onderwerp ‘soa’s’. Het is een ruim begrip dat bij iedereen wel een belletje doet rinkelen. Het taboe hierover blijft echter overheersen. Bij jongeren wordt er daarom niet veel over gesproken en dit moet veranderen. Wat opvalt in deze literatuurstudie is dat jongeren niet wakker liggen van soa’s en dat ze onvoldoende kennis hebben over soa’s en de seksuele gezondheid. Ze zijn zich meer bewust van de risico’s die een eventuele zwangerschap met zich meebrengt dan van de risico’s die een soa met zich mee kan brengen. Sociale media lijken het forum bij uitstek om jongeren te bereiken en zo ook te sensibiliseren. Sociale media kunnen ertoe bijdragen om jongeren bewust te maken van de risico’s en de gevolgen die soa’s met zich meebrengen. Het is belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan dit onderwerp en sociale media kan hier zeker bij helpen. Er kan verder ook geconcludeerd worden dat het ontwikkelen van interventies die niet face-to-face plaatsvinden effectief kunnen zijn in sensibilisatie voor soa’s. Aan de hand van sociale media kunnen miljoenen gebruikers bereikt worden en kunnen er interventies gedaan worden om de kennis omtrent soa’s te vergroten en gedragsveranderingen te bekomen om uiteindelijk het aantal soa’s te doen dalen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Inleiding: Borstvoeding is de ideale manier om een zuigeling te voeden. Het welslagen van borstvoeding is afhankelijk van tal van factoren waarvan de borsten en tepels van de moeder de meest belangrijke zijn. Ingetrokken tepels komen bij twee tot tien procent van de vrouwen voor en kunnen de borstvoeding bemoeilijken. Een succesvolle borstvoeding is zeker mogelijk bij deze vrouwen, maar het aanhappen van het kind kan moeilijker verlopen. Goede begeleiding en/of verschillende corrigerende technieken bij vrouwen met ingetrokken tepels kunnen helpen tot het bekomen van een succesvolle borstvoeding. Er bestaat echter geen éénduidig beleid voor borstvoedingsbegeleiding bij deze vrouwen. Hiernaar werd op zoek gegaan in deze literatuurstudie. Methodologie: De databanken Pubmed, ScienceDirect, Medline, Google Scholar, Springerlink en LIMO werden geraadpleegd. Hierbij werden artikels geselecteerd die informatie geven over borstvoeding bij vrouwen met ingetrokken tepels, de borstvoedingsuitkomst en verschillende corrigerende technieken voor ingetrokken tepels. Resultaten: Er werd een beleid ontwikkeld waarbij er zowel pre- als postnataal handvaten worden gegeven voor een borstvoedingsbegeleiding bij vrouwen met ingetrokken tepels. Het prenataal geven van borstvoedingsinformatie, het toelichten van bestaande corrigerende technieken en het gebruik van Supple cups en Hoffman oefeningen blijken een positief effect te hebben op de borstvoeding. Postnataal kunnen een correcte positionering (biological nurturing en rugbyhouding), het voorvormen van de tepel (theekopjesmethode), het naar buiten brengen van de tepel (met een elektrische kolf, de Niplette, Supple cups of de wegwerpbare spuit) en een tepelhoedje een oplossing bieden bij slecht aanhappen van het kind aan de borst. De techniek met de rubberen bandjes, de zuigkracht van de partner en operatieve correctie van de tepel blijken effectief te zijn maar worden niet aangeraden omwille van mogelijke complicaties. Conclusie: Het ontwikkelde beleid biedt pre- en postnatale handvaten en legt verschillende wetenschappelijk onderbouwde technieken uit die een positief effect kunnen hebben op de borstvoeding bij vrouwen met ingetrokken tepels.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Abstract: De kunst van het kolven voor een prematuur De Graeve, K.; Govaerts, L. & Pluys, U., UCLL, Genk Abstract van de CAT, ingeleverd op 9 mei 2022 Deze abstract werd geschreven voor het behalen van het postgraduaat lactatiekunde. Het doel van deze CAT was om factoren te achterhalen die de moedermelkproductie kunnen verhogen bij prematuur bevallen moeders. In een eerste deel werd de PICO voorgesteld en de zoekstrategie van de literatuur besproken. Uit de literatuurstudie werden uiteindelijk 10 artikels weerhouden die voldeden aan de zoekcriteria. In een tweede deel werd de patiëntencasus voorgesteld met daarbij de voordelen van moedermelk, meer specifiek voor een prematuur. De beïnvloedende factoren voor de opstart van de borstvoeding bij een prematuur bevallen moeder werden besproken evenals het ontbreken van Belgische en meer specifiek Vlaamse cijfers over borstvoeding bij prematuren. In een derde deel werden de beïnvloedende factoren voor de borstvoeding bij een prematuur besproken. Daaruit bleek dat er verschillende positieve en negatieve factoren naar voor kwamen. In de conclusie werden deze factoren kort samengevat met daarbij een take home message om ervoor te zorgen dat meer moeders over een goed kolftoestel zouden moeten kunnen beschikken.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Er kan besloten worden dat er een preventieve werking is van langdurige BV op het ontstaan en ontwikkelen van bepaalde types BK. Er kan nu met zekerheid gezegd worden dat bij vrouwen die BV gegeven hebben er minder risico is op TNBC en luminal A BK. Zoals eerder werd besproken heeft TNBC de slechtste prognose, dus BV geven is een belangrijke toegankelijke en kosteneffectieve risicobeperkende strategie voor agressieve subtypes van de ziekte. Ook bij vrouwen die draagster zijn van de BRCA1 mutatie en minstens 1 jaar BV geven, hebben 32% minder kans op het ontwikkelen van BK. Wanneer er gecounseld wordt omtrent BV moet deze preventieve werking zeker besproken worden. Dit kan een hele grote motivatie zijn om BV te geven voor vrouwen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Titel: Borstvoeding & COVID-19, hand in hand. Borstvoedingsvriendelijke en praktijkgerichte suggesties bij een (vermoedelijk) met SARS-CoV-2 besmette moeder. Studenten: Ghajar S., Gorssen A., Mommen K., Willen I. Procesbegeleider: Mevr. Mertens Lotte Co-promotor: Mevr. Debonnet Serena Inleiding: In het postpartum is zowel horizontale als verticale transmissie van virussen mogelijk. Borstvoeding, skin-to-skin contact en rooming-in kunnen een neonaat mogelijks besmetten met SARS-CoV-2. Bij de start van de pandemie ontbraken data over transmissie waardoor moeder en kind vaak postpartum werden gescheiden. Dit heeft geleid tot tegenstrijdige richtlijnen omtrent de adviezen aan een moeder met een vermoedelijke of bevestigde COVID-19 infectie. Methode: Er werd naar wetenschappelijke literatuur gezocht in de databanken en zoekplatform Pubmed, Science Direct, Cochrane Library, Medline en LIMO. De inclusiecriteria zijn gepubliceerde artikels van januari 2020 tot en met februari 2021, Nederlandstalige en Engelstalige artikels, onderzoeken die een antwoord bieden op de onderzoeksvraag. De doelgroep betreft de gezonde a terme neonaat van wie de moeder (vermoedelijk) besmet is met COVID-19. Onderzoeken die gebaseerd werden op een preterme neonaat werden geëxcludeerd. Resultaten: Het SARS-CoV-2 virus werd niet gedetecteerd in moedermelkstaaltjes. Dit maakt de kans op transmissie onwaarschijnlijk. Hygiënemaatregelen zijn cruciaal bij borstvoeding, skin-to-skin contact en rooming-in om horizontale transmissie te voorkomen. Neonaten kennen een relatief lage prevalentie van COVID-19 en een milder of asymptomatisch ziekteverloop. Bij het opstellen van adviezen omtrent borstvoeding en COVID-19 is een gezamenlijke beslissing van zorgverleners en ouders essentieel. Conclusie: Er hoort een afweging gemaakt te worden tussen de beschermende effecten van skin-to-skin contact en borstvoeding en de mogelijke risico’s van een neonatale COVID-19 infectie. Mits voorzorgsmaatregelen kan horizontale transmissie door borstvoeding, skin-to-skin contact en rooming-in mogelijks vermeden worden. Deze voorzorgsmaatregelen dienen duidelijk te zijn voor ouders en zorgverleners. Hierdoor krijgt borstvoeding ook tijdens de pandemie alle kansen. De beschermende waarde van moedermelk door de mogelijke aanwezigheid van specifieke immunoglobulinen moet verder onderzocht worden.