Listing 1 - 10 of 63 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Onze organisatie staat voor een noodzakelijke verandering. Het bestuur heeft gekozen voor een uitbreiding van onze capaciteit. Dit betekent eveneens een uitbreiding van de infrastructuur. Er wordt dit jaar nog gestart met het bouwen van een nieuw gebouw. De plannen zijn intussen al getekend en de bouwaanvraag is ingediend. Tijdens het project is onze capaciteit van 100 kinderen (onverwacht) verhoogd naar 130 kinderen. Met de realisatie van de nieuwbouw hopen we 180 plaatsen te creëren. De uitbreiding is een belangrijke verandering voor onze medewerkers. De focus van dit project ligt dan ook op participatie van de medewerkers op verschillende vlakken: - een analyse maken van de huidige werking - mogelijke opportuniteiten analyseren (herbekijken organisatiestructuur) - beslissingen nemen over de uitwerking van de nieuwbouw (samenwerking architect) Mijn rol als leidinggevende (en de inzichten hierin) is belangrijk in dit project: - Ik wou in eerste instantie rust creëren bij de medewerkers, zeker omdat het over een grote verandering gaat (rekening houdend met mogelijke weerstand bij verandering maar ook vanuit een bezorgdheid en respect voor de medewerkers). - Daarnaast was het voor mij ontzettend belangrijk dat het team van begin af aan inspraak had in de beslissingen over de nieuwbouw. Niet alleen over de concrete uitwerking van de ruimtes op zich maar ook over onze organisatiestructuur (zoals uurroosters, al dan niet werken met deelteams, ...). - De meeste beslissingen zijn intussen ook SAMEN genomen. Dit was niet altijd een gemakkelijk pad om te bewandelen. Een bepaald moment heb ik ervaren dat je als leidinggevende nog altijd richting moet geven, ook al wil je zoveel mogelijk participatie nastreven. Het is een en - en verhaal. - Dit project, maar zeker ook de opleiding in het algemeen hebben mij als leidinggevende gevormd tot wie ik nu ben. Ik probeer zoveel mogelijk SAMEN te beslissen maar tegelijkertijd ook richting te geven. Maar misschien nog belan...
Choose an application
Naast conventionele therapieën - radio- en chemotherapie alsook heelkunde - kunnen nu ook gepersonaliseerde therapieën toegepast worden in longcarcinomen, zoals de programmed death-ligand 1(PD-L1) inhibitor en de tyrosine kinase inhibitoren voor epidermal growth factor receptor (EGFR), anaplastic lymphoma kinase receptor (ALK) en ROS1. Teneinde deze gepersonaliseerde therapieën te valideren was formol gefixeerd en paraffine ingebed weefsel beschikbaar van 23 patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom: 9 plaatepitheelcarcinomen, 11 adenocarcinomen en 3 grootcelligcarcinomen. Immunohistochemisch onderzoek werd uitgevoerd voor PD-L1, EGFR en ALK met anti-PD-L1 22C3, anti-EGFR 3C6 en anti-ALK D5F3 antilichamen. Bovendien werd moleculaire analyse verricht voor EGFR, ALK en ROS1. PD-L1 expressie werd gevonden in adenocarcinoom (5/11), plaatepitheelcarcinoom (5/9) en grootcelligcarcinoom (1/3). ALK-translocatie (Immunohistochemie en in situ hybridisatie onderzoek) was aanwezig in 2/11 adenocarcinomen en EGFR-mutatie in 3/11 adenocarcinomen (2 x exon 19 deletie, 1 x exon 21 missense mutatie c.2573 T > G). Afwijkingen in het ROS-gen werden niet gedetecteerd. De therapie werd gepersonaliseerd naargelang EGFR-mutaties (Gefitinib), ALK-translocatie (Crizotinib) of PD-L1 positiviteit (Pembrolizumab). Opsporen van specifieke moleculaire afwijkingen in het longcarcinoom kan de toepassing van gepersonaliseerde therapieën optimaliseren.
Choose an application
Leefgroep 'de Rakkers' van het internaat MPI de Luchtballon te Genk worden dagelijks geconfronteerd met opstandig gedrag. Om op dit gedrag te reageren werken ze met de methode van Totale Afzondering Van Aandacht en een beloningssysteem. Deze worden niet voldoende consequent toegepast, waardoor er geen verbetering te zien is in het gedrag van de kinderen. Dit onderzoek beoogt een beschrijving te geven van de effecten van het optimaliseren van de TAVA-methode en het beloningssysteem op het algemeen opstandig gedrag van de kinderen uit leefgroep 'de Rakkers'.
Choose an application
Het klinisch labo van het Mariaziekenhuis Noord-Limburg heeft de aankoop gedaan van een nieuw hematologie toestel, de DxH801 Workcell. De DxH801 Workcell bestaat uit twee compartimenten nl. een hematologische celteller, de Unicel DxH800, die gekoppeld is aan de DxH Slidemaker Stainer. De hematologische celteller is een onmisbaar toestel voor het bepalen van hematologische parameters op zowel EDTA stalen als body fluids stalen. De stalen waarbij 'flags' worden gemeten voor morfologische- of differentiële afwijkingen, worden automatisch uitgestreken en gekleurd door de DxH Slidemaker Stainer. Volgens de kwaliteitsrichtlijnen moet elk nieuw toestel in het klinisch labo van het Mariaziekenhuis gevalideerd worden. Voor de DxH801 Workcell is op voorhand door de verantwoordelijke klinisch bioloog dr. De Vreese een specifiek validatieplan opgesteld. Het validatieplan en de effectieve validatie worden opgesplitst in verschillende onderdelen: precisie, accuraatheid, carry-over, lineariteit en correlatie. Elk onderdeel van de validatie wordt afzonderlijk behandeld en verder uitgewerkt in Excel. Hierbij wordt er rekening gehouden met de door de Westgard, ICSH of fabrikant vooropgestelde validatietechnieken en regels. De volledige validatie heeft als einddoel een gevalideerd en operationeel toestel te bekomen.
Choose an application
In 2012 ontwikkelde Daidalos vzw een kortdurende methodiek ERPP (Emotioneel, Relationeel, Pedagogisch Programma). Sinds de start van het programma werd er nog geen onderzoek gedaan naar de werkzame factoren van deze methodiek. Het onderzoeksdoel werd als volgt geformuleerd: 'Na het onderzoek weet Daidalos vzw van de gezinsleden, die in begeleiding zijn of bij wie de begeleiding afgerond is in 2016, welke interventies uit het emotioneel, relationeel en pedagogisch programma (ERPP) helpend zijn'. Er werden twee onderzoeksmethoden gekozen, namelijk het bronnenonderzoek en de semi - gestructureerde interviews. De theoretische kaders, die door Daidalos vzw worden beschreven, vormen de basis voor het ERPP - programma en deze kaders worden concreet vertaald naar de werkwijze binnen het programma. Dit gaat over drie basiskaders, namelijk de systeemtheorie, de contextuele theorie en de gestalttheorie. Daarnaast richt Daidalos vzw zich voor het ERPP - programma op het sociaal ecologisch model van Bonfenbrenner, de hechtingstheorie van Bowbly en Ainsworth, de emotiegerichte theorie van Leslie Greenberg, geweldloos verzet/nieuwe autoriteit van Haim Omer en het ervaringsgericht leren / begeleiden van Kolb. Daidalos vzw beschrijft welke interventies, methodieken en/of technieken toegepast kunnen worden tijdens elke fase van het ERPP - programma. Tijdens alle cliëntgesprekken worden drie elementen in het oog gehouden, namelijk 'de inhoud', 'het proces' en 'emoties/gevoelens'. De gezinsleden benoemden houdingsaspecten van de begeleider (begripvol, vertrouwen, gedreven, luisteren) en hun leerproces (inzichten krijgen, tips, leren omgaan met elkaar), als het meest helpend. Gezinsleden vinden het belangrijk dat de hulpverlener professioneel is en zijn expertise binnenbrengt. Het lijkt moeilijker voor gezinsleden om interventies te benoemen. Ze verwoorden meer wat ze geleerd hebben op emotioneel, relationeel en pedagogische vlak. Deze bevindingen komen grotendeels overeen me...
Choose an application
Mijn stage vond plaats in Maastricht universitair medisch centrum (MUMC+), meer bepaald op de afdeling anatomopathologie. Hier worden uitgesneden weefsels volgens verschillende stappen verwerkt tot gekleurde coupes. Histologische kleuringen worden uitgevoerd zodat bepaalde weefselbestanddelen of bepaalde elementen in het weefsel, zoals ijzer, aangetoond worden. In deze context werden tien verschillende histologische kleurtechnieken van twee nieuwe automatische kleurtoestellen vergeleken met de oude technieken. Dit omdat er nieuwe regels gelden aangezien de afdeling moet voldoen aan de ISO-normen en omdat men de verschillende kleurtechnieken volledig wil automatiseren. Het doel van mijn eindwerk is deze twee nieuwe toestellen te evalueren zodat voldaan wordt aan de eisen van de pathologen. De verschillende kleuringen die in deze studie vergeleken worden zijn: de Elastine von Gieson -, de Jones -, de Reticuline -, de ijzer volgens Perls -, de Giemsa -, de Congo rood -, de Gram-, de Ziehl Neelsen -, de Alcian blue - en de P.A.S./P.A.S. + kleuring. Deze kleuringen worden uitgevoerd op de nieuwe toestellen: VENTANA BenchMark Special Stains en Dako Artisan(tm) Link. De resultaten worden door de analisten en door mezelf met elkaar vergeleken en met de in routine uitgevoerde kleuringen. Dit zijn kleuringen die uitgevoerd worden door de Leica ST5020 of de NexES Special Stains. Op basis van deze resultaten beslist de afdeling anatomopathologie welk toestel ze gaan aanschaffen om de speciale histologische kleurtechnieken in de toekomst mee uit te voeren.
Choose an application
Dit eindwerk kadert binnen de professionele bachelor orthopedagogie aan de UCLL. De student deed onderzoek naar mogelijke eerstelijnshulpverlening voor aanmeldende transgenderjongeren binnen het Jongerenaanbod van het CAW Limburg. De transgenderthematiek vertoont een opkomende frequentie in de actualiteit en de genderspecifieke zorg- en dienstverlening. Wanneer nieuwe thema's zich aanreiken kan het een meerwaarde zijn daaraan aandacht te besteden en ze op te nemen. Daarbij kan het thema meegenomen worden in het werkveld als toekomstig opvoeder/begeleider. Het gegeven om mensen te benaderen met openheid en de diversiteit tussen mensen te respecteren, lijkt hierin een belangrijke factor. Eerst startte de onderzoeker met een literatuurstudie. Vanuit de gevonden literatuur werd de volgende onderzoeksvraag opgesteld: 'Wat is mogelijke hulpverlening op eerstelijnsniveau voor aanmeldende transgenderjongeren binnen JAC Limburg?'. De onderzoeksvraag werd opgedeeld in drie deelvragen: 'Wat zijn transgenderjongeren?', 'Wat is de kennis van JAC-hulpverleners omtrent transgenderisme?' en 'Is eerstelijnshulpverlening mogelijk voor transgenderjongeren?'. Het onderzoek werd uitgevoerd in functie van de deelvragen om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.
Choose an application
Ter afsluiting van de bacheloropleiding medische laboratoriumtechnologie (MLT) aan de UC Limburg heb ik de kans gekregen om stage te lopen op het Centrum Menselijke Erfelijkheid (CME) te Leuven. Dit was voor mij een zeer boeiende en leerrijke stage, waarbij ik de mogelijkheid had om mij te verdiepen in de technieken van de constitutionele cytogenetica. Het eindwerkproject handelde over de Single Nucleotide Polymorphism-array (SNP-array). De doelstelling was nagaan of DNA geëxtraheerd uit speeksel- of urinestalen gebruikt kon worden in plaats van DNA uit bloedstalen dat doorgaans wordt aangewend voor deze techniek. Dit zou het hele proces een aanzienlijk stuk vereenvoudigen met eveneens een aantal belangrijke voordelen. Dit zou bijvoorbeeld betekenen dat kinderen geen bloedafname moeten laten doen, maar dat speeksel of urine kan afgenomen worden als alternatief. Begin dit jaar werd er reeds een pilootexperiment uitgevoerd met een achttal stalen. De resultaten van dit experiment werden goed bevonden maar het aantal stalen was uiteraard te beperkt om sluitende conclusies te trekken. Dit project werd nu verdergezet waarbij een 200-tal stalen werden onderzocht. Er kan geconcludeerd worden dat DNA geëxtraheerd uit speeksel- of urinestalen een betrouwbaar en doeltreffend alternatief biedt voor DNA uit bloed om SNP-arrays uit te voeren.
Choose an application
De onderzoeker heeft het thema 'kind en echtscheiding' onderzocht binnen dagcentrum de Ark. Zij heeft de, door de kinderen als helpend ervaren factoren tijdens en na het echtscheidingsproces in kaart gebracht en van hieruit handvatten geformuleerd naar het bredere netwerk om de begeleiding van echtscheidingskinderen tussen 6 en 13 jaar in een VOS te verbeteren.
Choose an application
Het betrokken onderzoek, uitgevoerd in het gezinshuis 'The Mix' onderdeel van Stichting Jeugdzorg Sint Joseph(SJSJ), had als doel om de effecten van de SoVa op Maat training te omschrijven, met suggesties tot mogelijke bijsturing. Het onderzoek was gericht op jongeren van 14-18 jaar met ernstige gedragsproblemen en/of psychische problemen. SoVa op Maat is een sociale vaardigheidstraining ontwikkeld voor jongeren met probleemgedrag dat deels voortkomt uit het onvermogen tot zelfstandig en adequaat hanteren van lastige sociale situaties. De SoVa op Maat training heeft als doel om het tekort aan sociale vaardigheden te verminderen om zo het probleemgedrag van de jongeren te beïnvloeden. De effecten van deze training werden nader onderzocht aan de hand van sociaal-emotionele ontwikkelingsnoden. Deze sociaal-emotionele ontwikkelingsnoden werden benaderd vanuit het ontwikkelingsdynamisch model van Došen alsook de SEN-SEO benadering. Het belang van een goede beeldvorming omtrent de sociaal-emotionele ontwikkeling werd door deze benadering verduidelijkt. Door deze benadering te integreren in de werking van het gezinshuis kregen de begeleiders meer zicht op het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van de jongeren en de bijbehorende ondersteuningsnoden. Hierdoor werden de begeleiders tevens ook in staat gesteld om een gepaste begeleidingsstijl te hanteren, waarbij voldoende rekening wordt gehouden met de basale emotionele noden. Er werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd om de betekenisgeving door hulpverleners te achterhalen. Dit vond plaats door middel van een observatie aan de hand van de SEO-R2 schaal. Daarnaast werd er ook een focusgroep georganiseerd met de begeleiders van het gezinshuis en twee individuele interviews met de therapeuten van SoVa op Maat. Hierdoor kreeg de onderzoeker meer zicht op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de jongeren in het gezinshuis. Daarnaast kreeg de onderzoeker meer zicht op de effecten van de SoVa op Maat training, er...
Listing 1 - 10 of 63 | << page >> |
Sort by
|