Listing 1 - 2 of 2 |
Sort by
|
Choose an application
Abstract Aanleiding onderzoek: Voor het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) zijn er geen genormeerde rekentesten. Een vorm van niveaubepaling is echter nodig om de rekenvaardigheden van deze kinderen en jongeren in kaart te brengen en om hun ondersteuningsnoden en onderwijsbehoeften te bepalen. Methodiek: Dit onderzoek focuste op OV1 en OV2 van het BuSO en bestond uit twee delen: 1) een kwalitatief onderzoek waarin middels semi-gestructureerde interviews bij drie leerkrachten werd gepeild naar de noden en verwachtingen van een rekentest, gevolgd door de opmaak van een eerste versie van een test en 2) een kwantitatief, observationeel cross-sectioneel onderzoeksdesign waarbij een pilootafname van de rekentest werd uitgevoerd bij 18 leerlingen uit OV1 en OV2. Resultaten: Het eerste deel van dit onderzoek maakte de nood aan een rekentest voor het BuSO OV1 en OV2 kenbaar. De participanten gaven aan dat deze test voor beide OV’s en voor elk onderwijstype dezelfde kon zijn gedurende de hele loopbaan in het BuSO. Een getallendictee, hoofdrekenen (optellen), getallenassen, kloklezen (analoog en digitaal), geldrekenen en oefeningen op meten en metend rekenen mochten daarbij zeker niet ontbreken. Uit de resultaten van de pilootafname bleek dat alle subtests, behalve Kloklezen analoog en Kloklezen digitaal, te gemakkelijk waren voor de meerderheid van de leerlingen. Met deze resultaten was de betrouwbaarheid van de rekentest dan ook matig. Conclusie: De voorgestelde rekentest zal nog moeten worden verfijnd zodat de betrouwbaarheid en validiteit toenemen. Voor logopedisten en leerkrachten werkzaam in het BO kan het een eerste screeningsinstrument zijn die peilt naar de rekenvaardigheden van de leerlingen.
Choose an application
Abstract Aanleiding onderzoek: Vanuit het BUSO kwam de vraag naar een gepast instrument om de rekenvaardigheden van de leerlingen uit OV3 in kaart te kunnen brengen. De focus ligt op het aanpassen van Het Rekenvaardighedenprofiel (Smits et al., 2016), een test die enkel geschikt bleek te zijn voor de A-stroom van het secundair onderwijs. Methodiek: Voor dit kwalitatief onderzoek vonden drie semigestructureerde interviews met leerkrachten die rekenles geven aan OV3 plaats. Dit interview bevatte algemene en specifieke vragen. De algemene vragen gingen over de vorm van de aanpak van rekenen op de betreffende school. De specifieke vragen betroffen de topics en niveaus die als doelen gesteld worden. Resultaten: De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat er een groot verschil is binnen OV3 in de aanpak, focus en evaluatie van het rekenen. Eveneens verschillen de leerkrachten in hun noden en verwachtingen in verband met een test die de rekenvaardigheden nagaat. Wel is er een consensus over de vorm van de test. Alle leerkrachten willen een test die de rekenvaardigheden nagaat die ze eerder per jaar, per beroepsrichting, met mondelinge instructies, met eventuele ondersteuning en zonder tijdslimiet kunnen aanbieden. Conclusie: Dit onderzoek maakt het mogelijk om een eerste stap te zetten naar een voorstel van een rekentest voor leerlingen uit OV3. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende visies op het belang van rekenvaardigheden binnen OV 3 van het BUSO. De test zal uiteindelijk leerkrachten kunnen helpen om een beter beeld te krijgen van de rekenvaardigheden van hun leerlingen. Zo is er ook voor de leerlingen betere ondersteuning mogelijk.
Listing 1 - 2 of 2 |
Sort by
|