Narrow your search

Library

Thomas More Kempen (2)

KU Leuven (1)


Resource type

dissertation (3)


Language

Dutch (3)


Year
From To Submit

2016 (1)

2011 (2)

Listing 1 - 3 of 3
Sort by

Dissertation
Alle vuil gevloerd : Studie ter ondersteuning van de opmaak van een rationeel reinigingsprogramma voor de vloer van een vivarium voor SPF dieren bij Janssen Pharmaceutica
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: Geel Katholieke Hogeschool Kempen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Binnen Janssen Pharmaceutica worden er diverse producten gebruikt in de verschillende knaagdiervivaria voor het reinigen en ontsmetten van de vloer. Omdat één van de gebruikte producten van de markt gaat verdwijnen dient er een ander product geselecteerd te worden in het gebouw voor de kweek van transgene muizen. Tegelijkertijd is er de vraag bij Janssen Pharmaceutica om te kijken of er niet meer uniformisatie kan bekomen worden in de verschillende gebouwen. Tijdens mijn eindwerk heb ik mij toegespitst op het inventariseren, selecteren en evalueren van desinfectantia voor vloeren. Het eerste deel bestaat uit een theoretisch gedeelte waar wordt op zoek wordt gegaan naar een ideaal desinfectans voor desinfectie- of reinigingsprotocol. In het 2de gedeelte wordt dit gekozen alternatief dan in de praktijk getest. Vanwege het ontbreken van gegevens over de praktische waarde en efficaciteit van de huidige desinfectantia is het praktijkgedeelte ook uitgebreid tot het onder de loep nemen van andere desinfectantia die in de knaagdiervivaria voor vloeren gebruikt werden. De evaluatie gebeurde op 3 manieren. Ten eerste was er zowel voor als na de desinfectie de visuele controle die er op toe zag dat het oppervlak visueel proper was waarna er een Rodac-plaat en een ATP-swab werd genomen. Dit om de vervuiling zowel voor als na de desinfectie te kunnen bepalen. Uit het gevoerde onderzoek zijn enkele belangrijke vaststellingen naar boven gekomen. Ten eerste blijkt het heel moeilijk om objectief in te schatten welke mate van (microbiologische) verontreiniging op een vloer van een knaagdiervivarium acceptabel is en welke acceptatiecriteria hierbij moeten gehanteerd worden. Er is wel in geslaagd om aan te tonen dat er geen verband bestaat tussen ATP-waarden en het aantal CFU en dat beide parameters een uitspraak doen over een verschillend aspect. Verder bleek dat 1 van de huidige desinfectiemiddelen uit praktische overwegingen, om 'gemakkelijker' te werken, eigenlijk verke...

Keywords


Dissertation
Alle vuil gevloerd : Studie ter ondersteuning van de opmaak van een rationeel reinigingsprogramma voor de vloer van een vivarium voor SPF dieren bij Janssen Pharmaceutica
Authors: ---
Year: 2011 Publisher: Geel Katholieke Hogeschool Kempen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Binnen Janssen Pharmaceutica worden er diverse producten gebruikt in de verschillende knaagdiervivaria voor het reinigen en ontsmetten van de vloer. Omdat één van de gebruikte producten van de markt gaat verdwijnen dient er een ander product geselecteerd te worden in het gebouw voor de kweek van transgene muizen. Tegelijkertijd is er de vraag bij Janssen Pharmaceutica om te kijken of er niet meer uniformisatie kan bekomen worden in de verschillende gebouwen. Tijdens mijn eindwerk heb ik mij toegespitst op het inventariseren, selecteren en evalueren van desinfectantia voor vloeren. Het eerste deel bestaat uit een theoretisch gedeelte waar wordt op zoek wordt gegaan naar een ideaal desinfectans voor desinfectie- of reinigingsprotocol. In het 2de gedeelte wordt dit gekozen alternatief dan in de praktijk getest. Vanwege het ontbreken van gegevens over de praktische waarde en efficaciteit van de huidige desinfectantia is het praktijkgedeelte ook uitgebreid tot het onder de loep nemen van andere desinfectantia die in de knaagdiervivaria voor vloeren gebruikt werden. De evaluatie gebeurde op 3 manieren. Ten eerste was er zowel voor als na de desinfectie de visuele controle die er op toe zag dat het oppervlak visueel proper was waarna er een Rodac-plaat en een ATP-swab werd genomen. Dit om de vervuiling zowel voor als na de desinfectie te kunnen bepalen. Uit het gevoerde onderzoek zijn enkele belangrijke vaststellingen naar boven gekomen. Ten eerste blijkt het heel moeilijk om objectief in te schatten welke mate van (microbiologische) verontreiniging op een vloer van een knaagdiervivarium acceptabel is en welke acceptatiecriteria hierbij moeten gehanteerd worden. Er is wel in geslaagd om aan te tonen dat er geen verband bestaat tussen ATP-waarden en het aantal CFU en dat beide parameters een uitspraak doen over een verschillend aspect. Verder bleek dat 1 van de huidige desinfectiemiddelen uit praktische overwegingen, om 'gemakkelijker' te werken, eigenlijk verke...

Keywords


Dissertation
Het management bij reptielen in gevangenschap
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het particulier houden en verzorgen van reptielen is de laatste jaren zeer populair. Denk hierbij maar aan de moerasschildpadden die je in menig dierenwinkel en/of tuincenter kunt vinden. Het houden en verzorgen van reptielen vraagt echter veel meer aandacht/ opvolging dan het verzorgen van een zoogdier (vb. hond, kat, knaagdier). Bijkomend stelt zich het probleem dat het beeld geschept wordt dat vele hobbyisten niet voldoende op de hoogte zijn in verband met de verzorging van een dergelijk reptiel en het wetgevend kader hier rond. Er is getracht om in deze masterproef enkele zaken hiervan van nader te onderzoeken, en na te gaan hoe de particuliere houder met zijn reptielen omgaat en in hoeverre hij bovendien op de hoogte is van de wetgeving en deze bijgevolg ook naleeft. De literatuurstudie start met een uiteenzetting van het wetgevend kader in Vlaanderen, Brussel en Europa aangaande het houden van reptielen. Dit zowel voor de particuliere bezitter als diegene die er professioneel mee bezig is. Uit deze gegevens blijkt dat zeer weinig particuliere reptielenhouders op de hoogte zijn van de wetgeving die komt kijken bij het huisvesten van reptielen. Nog een veel kleinere minderheid is hiermee effectief in orde. Grote verschillen zijn er tussen reptielenhouders met een kleine collectie van maximaal 10 reptielen en diegene met grotere collecties. In een 2de deel zijn er enkele mogelijke aspecten uitgelicht die bij een falend management kunnen lijden tot mogelijk verminderd welzijn bij het reptiel in kwestie. Vanwege de verscheidenheid aan reptielen die particulier gehouden worden is het moeilijk om hier specifieke uitspraken over te doen. Opvallend is dat ook hier de collectiegrootte van de particuliere reptielenhouder zeer bepalend is voor de manier waarop de particulier met zijn reptielen omgaat. Zo is ook hier te merken dat respondenten met kleinere collecties (< 11 reptielen) hun reptiel vaker gaan behandelen als een zoogdier, onder meer op het gebied van huisvesting, het verstrekken van het voedsel en het hanteren. Hierbij wordt slechts in zeer geringe mate rekening gehouden met de specifieke anatomie en het metabolisme van het reptiel in kwestie. Bij grotere collecties daarentegen wordt er vaker rekening gehouden met de specifieke anatomie en het metabolisme van het reptiel in kwestie. Bovendien is het huisvesten in een zo ideaal mogelijke omgeving voor het reptiel hierbij zeer belangrijk. De belangrijkste reden hiervoor is naast de kennis en de ervaring die deze respondenten bezitten, voornamelijk het feit dat zij op regelmatig basis kweken met hun reptiel en hun reptiel met deze reden ook anders behandelen dan de reptielenhouder die zijn reptiel bezit enkel vanwege het gezelschap.

Keywords

Listing 1 - 3 of 3
Sort by