Listing 1 - 10 of 35 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Introductie: Het aanbod van computergerelateerde strategieën voor het (para-)medisch onderwijs wordt steeds breder. Termen zoals game-based learning, gamification en educational games worden geïntroduceerd. Steeds vaker wordt gebruik gemaakt van serious games in het (para-)medisch onderwijs. Deze computergerelateerde strategieën kunnen helpen om het interprofessioneel leren en onderwijs te optimaliseren. Desondanks hebben bestaande onderzoeken het leren binnen deze serious games nog niet volledig in kaart gebracht. Daarom wordt in deze literatuurstudie nagegaan welke games er bestaan in de literatuur. Er wordt eveneens onderzocht welke eigenschappen deze games hebben. Methode: Deze literatuurstudie werd uitgevoerd met behulp van zowel thesaurustermen als vrije zoektermen. Hieraan werden booleaanse operatoren gekoppeld. Er werd in deze literatuurstudie gebruik gemaakt van de elektronische databanken CINAHL, Pubmed, Elsevier science direct en Web of science. Deze systematische review werd opgezet door J.S. en B.V.P. De zoekactie werd uitgevoerd tussen september en februari 2022. Resultaten: Er werd een totaal van zes wetenschappelijke artikels geïncludeerd in deze review. Daaruit bleek dat gamification een veelbelovend instrument was om leerresultaten te verbeteren. De tevredenheidspercentages waren hoog en er werden positieve veranderingen in gedrag gerapporteerd. Gedragsdenken en cognitivisme bleken overheersende pedagogische strategieën onder spelontwikkelaars. Serious games hebben geleid tot een verhoogde betrokkenheid van studenten en dat zorgde op zijn beurt voor andere voordelen zoals bijvoorbeeld het verwerven van kennis. Daarnaast bleek dat het langetermijnbehoud van informatie kon verhogen door gebruik te maken van serious games. Uit eenzelfde onderzoek bleek dat bepaalde studenten serious games bedreigend en intimiderend vonden. Het vergroten van kennis door zowel hoorcolleges als games bleek echter succesvol. Sleutelfactoren die naar voren kwamen waren motivatie, competitie en een niet-bedreigende houding. Ondanks goede bewijzen waaruit bleek dat het gebruik van games het leren van leerlingen optimaliseerde, werd duidelijk dat de meerderheid van de docenten serious games zelden of helemaal niet gebruikten. Conclusie: Samenvattend kunnen we stellen dat gamification een veelbelovend instrument is. In deze literatuurstudie worden drie serious games teruggevonden. De betreffende games zijn: AbcdeSIM, Septris en E-baby serious game oxygenation of preterm babies. Serious games hebben een positieve invloed op de cognitieve, affectieve en psychomotorische vaardigheden van stu-denten. Het plezier verhoogt wanneer games worden ingezet en daarnaast verhoogt het lange-termijnbehoud van informatie. Games kunnen gebruikt worden als aanvullende hulpmiddelen bij lessen. Daarentegen blijken sommige games voor bepaalde studenten bedreigend en intimi-derend. De afhankelijkheid van interdisciplinaire experts, het tijdrovende karakter en de afhan-kelijkheid van leerstijlen zijn nog enkele nadelen. Ondanks goede bewijzen blijken serious ga-mes nog te weinig toegepast te worden als pedagogisch instrument bij het lesgeven. Er wordt in deze literatuurstudie geen verband gevonden tussen het versterken van het interprofessioneel opleiden en serious games. Binnen de geïncludeerde artikelen wordt er niets over de eigen-schappen van een serious game vermeld. Kernwoorden: serious games, gamification, eigenschappen, interprofessioneel
Choose an application
Choose an application
De aDSWAL-QoL is een vragenlijst die de levenskwaliteit nagaat bij mensen met dysfagie. Patiënten met bijkomende communicatieve en/of cognitieve problemen (DysLC) zijn vaak niet in staat een PRO-meting te voltooien. Bij de papieren aDSWAL-QoL heeft de patiënt nood aan ondersteuning van de onderzoeker. In deze studie werd de aDSWAL-QoL omgezet naar een digitale vragenlijst en werd de hanteerbaarheid vergeleken tussen beide versies. Uit vorig onderzoek kwamen suggesties naar aanpassing van antwoordschalen en items. De aanpassingen werden eerst doorgevoerd, vervolgens werd de digitale versie ontwikkeld. De toegankelijkheid werd vergeleken aan de hand van een pilootstudie. Van de 20 proefpersonen waren er 12 met enkel dysfagie en 8 met bijkomende problemen. De ondersteuning van de onderzoeker werd in kaart gebracht bij beide versies van de aDSWAL-QoL. De resultaten tonen aan dat de computer-assisted aDSWAL-QoL een hanteerbaar instrument is. De instructies, antwoordcategorieën en algemene structuur zijn duidelijk. De DysLC-groep heeft minder hulp van de onderzoeker nodig (p=0.018) bij het invullen van de digitale versie. Bij de Dys-groep is er geen significant verschil (p=0.753) in hulp van de onderzoeker tussen beide versies. Deze groep kan beide versies van de vragenlijst zelfstandiger invullen. De digitale aDSWAL-QoL kan de nood aan ondersteuning van de onderzoeker verminderen waardoor de validiteit van de zelfrapportage verhoogt. Verder onderzoek met een grotere proefgroep is nodig om dit te bevestigen.
Choose an application
Bij patiënten met muscle tension dysphonia zorgt een verstoorde (para)laryngeale spierspanning voor dysfonie (Dynphy, 2013). Het correct diagnosticeren van deze (para)laryngeale spierspanning blijkt evenwel een groot punt van discussie in de literatuur. Om die reden heeft dit onderzoek zich ten eerste gefocust op hoe de diagnosestelling van muscle tension dysphonia verloopt. Daarnaast worden manuele circumlaryngeale behandeltechnieken frequent gebruikt om muscle tension dysphonia te behandelen. Daarom wordt het effect van deze behandeltechnieken nagegaan bij personen met muscle tension dysphonia. Ook wordt onderzocht welk onderzoeksprotocol voor effectmeting gebruikt kan worden om het effect van manuele circumlaryngeale therapie bij muscle tension dysphonia na te gaan. Een scoping review van de literatuur werd uitgevoerd, waarbij alle soorten studiedesigns werden geïncludeerd in het onderzoek. Om tot een voorstel van onderzoeksprotocol voor effectmeting te komen, werd gescreend op de meest valide onderzoeken die effectiviteit van manuele circumlaryngeale behandeltechnieken hadden aangetoond. Een ‘quality appraisal’ van de onderzoeken werd niet uitgevoerd. Zowel ‘Randomized Controlled Trials’ als ‘single group-pre posttest designs’ werden daarom geïncludeerd bij het opstellen van het onderzoeksprotocol. Het werd duidelijk dat er geen vaste en geobjectiveerde maatstaven bestaan om muscle tension dysphonia te diagnosticeren. Zowel anamnese, laryngostroboscopie, logopedisch onderzoek, als palpatieonderzoek zijn noodzakelijk om tot een gefundeerde diagnose te besluiten. Ondanks de grote mate van subjectiviteit bleek dat palpatieonderzoek een onmisbare factor in het diagnostisch proces is. Het vaststellen van laryngeale stijging is namelijk essentieel, aangezien dit een van de belangrijkste kenmerken van muscle tension dysphonia is. Uit een overzicht van studies, die de effectiviteit van manuele circumlaryngeale behandeltechnieken bij muscle tension dysphonia onderzocht hebben, werd het kortetermijneffect in meerdere studies aangetoond. Zeven ‘single group pre-posttest designs’ en twee ‘Randomized Controlled Trials’ (RCT) werden geïncludeerd in de scoping review. Het langetermijneffect werd slechts in twee ‘single group pre-posttest designs’ aangetoond, verder onderzoek hieromtrent is noodzakelijk. Een voorstel tot een protocol werd ontworpen, op basis van de gangbare onderzoeksmethodes in de studies met het grootste effect. Belangrijk zal zijn om in de toekomst de nieuwste studies betreffende effectmeting op te volgen en op basis daarvan het protocol eventueel aan te passen. Ook een navraag over hanteerbaarheid van het protocol in de praktijk kan nuttig zijn om de nodige wijzigingen in het protocol aan te brengen. Daarnaast zal er in de toekomst nood zijn aan een ‘quality appraisal’ van de geïncludeerde studies, om de validiteit en betrouwbaarheid van de studies met zekerheid te kunnen vaststellen. Deze ‘quality appraisal’ zal vervolgens in grote mate de kwalitatieve waarde van het onderzoeksprotocol bepalen.
Choose an application
Introductie: Een perifere facialisparalyse werkt belemmerend voor heel wat zaken. Moeilijkheden met articuleren, eten, drinken, uitdrukken van emoties, mondhygiëne en andere mondfuncties zoals blazen, fluiten en kussen komen voor. Het zelfbeeld van de persoon daalt sterk. We onderzoeken of de behandeling met actieve mondmotorische oefeningen een significant effect heeft bij de behandeling van een perifere facialisparalyse. Methode: Er werden voor deze literatuurstudie 7 wetenschappelijke artikels geïncludeerd. Ieder artikel had actieve mondmotorische oefeningen in de behandeling. We maakten zoekstrategieën met thesaurustermen en vrije termen en koppelden booleaanse operatoren hieraan. Zo kregen we een accurate zoekstrategie. We maakten gebruik van 4 verschillende databanken: PubMed, Sciencedirect, Google Scholar en Springerlink. Resultaten: Als we alle resultaten van de verschillende onderzoeken samen nemen, kunnen we stellen dat actieve mondmotorische oefeningen een bewezen positief effect hebben bij patiënten met een perifere facialisparalyse. Verdere onderzoeken bewezen dat het gebruik van spiegeltherapie een gunstig effect had op de revalidatie. Andere onderzoeken keken ook naar het verschil in effectiviteit van de onset van de therapie. Deze onderzoeken bewezen dat vroege therapieopstart een gunstig effect had op het verder verloop van de perifere facialisparalyse. Conclusie: Actieve mondmotorische oefeningen hebben een positief effect op de revalidatie bij een perifere facialisparalyse. Een risico van de behandeling waarbij we moeten stilstaan zijn de synkinesieën. Deze kunnen optreden tijdens de behandeling en zijn onherstelbaar. Verdere onderzoeken naar de triggers van de synkinesieën zijn noodzakelijk om de zorgverleners beter te kunnen informeren bij het ontstaan ervan. Kernwoorden: perifere facialisparalyse, Bell palsy, actieve mondmotorische oefeningen, behandeling
Choose an application
Deze literatuurstudie beoogt te beschrijven wat de effecten zijn van de frequentie en duur van logopedische therapie bij dysfagie bij volwassenen.
Choose an application
Het is van groot belang om na te gaan welke impact enterale voeding kan hebben op de levenskwaliteit van een persoon. Uit de literatuur bleek echter dat er tot op heden nog geen specifieke vragenlijst bestaat die de impact van enterale voeding op de Health Related Quality of Life (HRQoL) nagaat bij personen met een orofaryngeale dysfagie. Deze bachelorproef is een vervolg op de eindwerken van J. Lammertijn (2015) en A. Gadeyne (2015). Het is een volgende belangrijke stap in de ontwikkeling van zo'n vragenlijst. Als eerste stap werd er een grondige literatuurstudie gedaan. Vervolgens kwam het praktische deel aan bod, waar patiënten met enterale voeding werden geïnterviewd. Op basis van de resultaten van de interviews, werd een inventarisatie gemaakt van sondevoeding-gerelateerde items. Deze items werden vervolgens vergeleken met de literatuur. Tenslotte werd een voorstel gedaan voor welke items zeker aan bod moeten komen in de toekomstige vragenlijst.
Choose an application
Op heden bestaat nog geen vragenlijst die de levenskwaliteit nagaat bij patiënten met orofaryngeale dysfagie, die minstens één maand hoofdzakelijk via sondevoeding gevoed werden. Met deze bachelorproef werd nogmaals een stap gezet in de ontwikkeling van zo’n vragenlijst. Het model van Testa en Simonson werd, gedurende het opstellen en het verwerken van de items, gebruikt als conceptueel framework. Dit model wordt onderverdeeld in drie domeinen. Eerst werd een grondige literatuurstudie omtrent orofaryngeale dysfagie, enterale voeding en de verschillende slikfasen uitgevoerd. Hierna werden patiënten, via allerhande centra en derden, gecontacteerd. Via ongestructureerde of open interviews werden sondevoeding-gerelateerde items verzameld. Patiënten konden vertellen vanuit eigen percepties en ervaringen, waardoor de kans om een eigen mening te vormen groter was. Vervolgens werden 13 patiënten geïnterviewd. In de toekomst zullen de gerapporteerde items aan de drie domeinen gekoppeld moeten worden. Vervolgens werden de meest gerapporteerde items, gevonden in de literatuurstudie als in het onderzoek, opgelijst. Deze kunnen gebruikt worden voor het opstellen van een vragenlijst in de toekomst.
Choose an application
In het belang van kwaliteitsvolle zorgverlening, is het nagaan van de impact van enterale voeding op de levenskwaliteit noodzakelijk. Tot op heden bestaat er nog geen vragenlijst die deze impact nagaat op de Health Related Quality of Life (HRQoL) bij patiënten met orofaryngeale dysfagie. Na onderzoeken uit het verleden en voorgaande bachelorproeven, werd met deze bachelorproef een volgende stap gezet in de ontwikkeling van zo’n vragenlijst. Eerst en vooral werd er een grondige literatuurstudie uitgevoerd. Hierin worden termen als ‘Quality of Life (QoL)’, ‘enterale voeding’ en ‘orofaryngeale dysfagie’ uitvoerig beschreven. Daarnaast wordt er ook een korte schets gegeven van de slikfasen die van toepassing zijn. Er wordt ook een overzicht gegeven van de gerapporteerde items uit de literatuur, aangegeven door professionele hulpverleners. Daarna werden er open of ongestructureerde interviews afgenomen bij negentien verpleegkundigen. Op deze manier werden sondevoeding-gerelateerde items verzameld. Het was de bedoeling dat de professionele hulpverleners antwoordden vanuit hun eigen ervaringen met de doelgroep. Gedurende het hele proces werd het model van Testa en Simonson gebruikt als conceptueel framework. De gerapporteerde items werden vergeleken met items uit de literatuur. Vervolgens werd een oplijsting gemaakt van de belangrijkste sondevoeding-gerelateerde items uit zowel de literatuur als het onderzoek. Deze kunnen in de toekomst gehanteerd worden voor het opstellen van een vragenlijst.
Listing 1 - 10 of 35 | << page >> |
Sort by
|