Narrow your search

Library

UCLL (7)


Resource type

dissertation (7)


Language

Dutch (7)


Year
From To Submit

2023 (5)

2020 (2)

Listing 1 - 7 of 7
Sort by

Dissertation
Case study: Het effect op authentiek leren op kinderen van 9-12 jaar hun kennis rond gezonde en duurzame voeding.
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding Kinderen en adolescenten in Europa voldoen niet aan de voedingsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Om dit probleem aan te pakken moeten kinderen bewuster worden gemaakt van gezonde voeding en hun kennis erover vergroten. Daarnaast is het bevorderen van duurzame voedselpraktijken cruciaal vanwege de aanzienlijke bijdrage van de voedingssector aan de uitstoot van broeikasgassen. Door kinderen bloot te stellen aan ervaringen met gezonde en duurzame voeding kan hun kennis en gedrag positief worden beïnvloed. Doelstelling Het doel van deze studie was te onderzoeken of authentiek leren door middel van boerderijbezoeken, waaronder bezoeken aan een moestuin en een voedselbos, een effect had op de kennis over gezonde en duurzame voeding bij achttien kinderen van negen tot twaalf jaar, waaronder zowel jongens als meisjes. Methodologie Het onderzoek betrof een enkel bezoek, waarbij de kinderen een uur in de moestuin en een uur in het voedselbos doorbrachten. Ze kregen uitleg over de tuin en het bos en voerden onderhoudstaken uit. Authentiek leren benadrukt praktische taken en de integratie van theorie en praktijk. De verandering in kennis werd beoordeeld aan de hand van een pre-bezoekvragenlijst bestaande uit zeven vragen en een post-bezoekvragenlijst bestaande uit acht vragen. Bovendien namen twee willekeurig toegewezen groepen van elk vier kinderen deel aan focusgroepdiscussies voor en na het bezoek om dieper in te gaan op hun kennis van gezonde en duurzame voeding. Resultaten De kwantitatieve resultaten op basis van de vragenlijsten voor en na het bezoek toonden een toename van de kennis met 10,9%. De kwalitatieve resultaten werden onderverdeeld in vier criteria: algemene kennis, kennis van gezonde voeding, kennis van duurzaamheid en intrinsieke motivatie. Dit werd toegepast op de focusgesprekken. Wat de algemene kennis betreft, werd een toename van 24 verwijzingen vastgesteld, wat erop wijst dat tijdens het focusgroepsgesprek na het bezoek aan het voedselbos en de moestuin vijf extra antwoorden op algemene kennis werden gegeven. Vóór het groepsgesprek waren er geen verwijzingen naar het criterium "kennis van gezonde voeding". Na de discussie gaven echter vijf antwoorden van leerlingen blijk van kennis over gezonde voeding. Met betrekking tot het criterium "kennis van duurzaamheid" werd een toename van vijf verwijzingen waargenomen. Het laatste criterium, intrinsieke motivatie, vertoonde een toename van drie verwijzingen. Besluit De analyse van de antwoorden op de vragenlijst en de informatie uit de vier focusgroepdiscussies leidde tot de conclusie dat de authentieke leerbenadering door de bezoeken aan de moestuin en het voedselbos de kennis en de intrinsieke motivatie van de kinderen positief beïnvloedde, waardoor onze hypothese werd bevestigd.

Keywords


Dissertation
Case study: Het effect van authentiek leren op kinderen van 9-12 jaar hun kennis rond gezonde en duurzame voeding.
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding Kinderen en adolescenten in Europa voldoen niet aan de voedingsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Om dit probleem aan te pakken moeten kinderen bewuster worden gemaakt van gezonde voeding en hun kennis erover vergroten. Daarnaast is het bevorderen van duurzame voedselpraktijken cruciaal vanwege de aanzienlijke bijdrage van de voedingssector aan de uitstoot van broeikasgassen. Door kinderen bloot te stellen aan ervaringen met gezonde en duurzame voeding kan hun kennis en gedrag positief worden beïnvloed. Doelstelling Het doel van deze studie was te onderzoeken of authentiek leren door middel van boerderijbezoeken, waaronder bezoeken aan een moestuin en een voedselbos, een effect had op de kennis over gezonde en duurzame voeding bij achttien kinderen van negen tot twaalf jaar, waaronder zowel jongens als meisjes. Methodologie Het onderzoek betrof een enkel bezoek, waarbij de kinderen een uur in de moestuin en een uur in het voedselbos doorbrachten. Ze kregen uitleg over de tuin en het bos en voerden onderhoudstaken uit. Authentiek leren benadrukt praktische taken en de integratie van theorie en praktijk. De verandering in kennis werd beoordeeld aan de hand van een pre-bezoekvragenlijst bestaande uit zeven vragen en een post-bezoekvragenlijst bestaande uit acht vragen. Bovendien namen twee willekeurig toegewezen groepen van elk vier kinderen deel aan focusgroepdiscussies voor en na het bezoek om dieper in te gaan op hun kennis van gezonde en duurzame voeding. Resultaten De kwantitatieve resultaten op basis van de vragenlijsten voor en na het bezoek toonden een toename van de kennis met 10,9%. De kwalitatieve resultaten werden onderverdeeld in vier criteria: algemene kennis, kennis van gezonde voeding, kennis van duurzaamheid en intrinsieke motivatie. Dit werd toegepast op de focusgesprekken. Wat de algemene kennis betreft, werd een toename van 24 verwijzingen vastgesteld, wat erop wijst dat tijdens het focusgroepsgesprek na het bezoek aan het voedselbos en de moestuin vijf extra antwoorden op algemene kennis werden gegeven. Vóór het groepsgesprek waren er geen verwijzingen naar het criterium "kennis van gezonde voeding". Na de discussie gaven echter vijf antwoorden van leerlingen blijk van kennis over gezonde voeding. Met betrekking tot het criterium "kennis van duurzaamheid" werd een toename van vijf verwijzingen waargenomen. Het laatste criterium, intrinsieke motivatie, vertoonde een toename van drie verwijzingen. Besluit De analyse van de antwoorden op de vragenlijst en de informatie uit de vier focusgroepdiscussies leidde tot de conclusie dat de authentieke leerbenadering door de bezoeken aan de moestuin en het voedselbos de kennis en de intrinsieke motivatie van de kinderen positief beïnvloedde, waardoor onze hypothese werd bevestigd.

Keywords


Dissertation
Case study: Het effect van authentiek leren op kinderen van 9-12 jaar hun kennis rond gezonde en duurzame voeding.
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding Kinderen en adolescenten in Europa voldoen niet aan de voedingsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Om dit probleem aan te pakken moeten kinderen bewuster worden gemaakt van gezonde voeding en hun kennis erover vergroten. Daarnaast is het bevorderen van duurzame voedselpraktijken cruciaal vanwege de aanzienlijke bijdrage van de voedingssector aan de uitstoot van broeikasgassen. Door kinderen bloot te stellen aan ervaringen met gezonde en duurzame voeding kan hun kennis en gedrag positief worden beïnvloed Doelstelling Het doel van deze studie was te onderzoeken of authentiek leren door middel van boerderijbezoeken, waaronder bezoeken aan een moestuin en een voedselbos, een effect had op de kennis over gezonde en duurzame voeding bij achttien kinderen van negen tot twaalf jaar, waaronder zowel jongens als meisjes. Methodologie Het onderzoek betrof een enkel bezoek, waarbij de kinderen een uur in de moestuin en een uur in het voedselbos doorbrachten. Ze kregen uitleg over de tuin en het bos en voerden onderhoudstaken uit. Authentiek leren benadrukt praktische taken en de integratie van theorie en praktijk. De verandering in kennis werd beoordeeld aan de hand van een pre-bezoekvragenlijst bestaande uit zeven vragen en een post-bezoekvragenlijst bestaande uit acht vragen. Bovendien namen twee willekeurig toegewezen groepen van elk vier kinderen deel aan focusgroepdiscussies voor en na het bezoek om dieper in te gaan op hun kennis van gezonde en duurzame voeding. Resultaten De kwantitatieve resultaten op basis van de vragenlijsten voor en na het bezoek toonden een toename van de kennis met 10,9%. De kwalitatieve resultaten werden onderverdeeld in vier criteria: algemene kennis, kennis van gezonde voeding, kennis van duurzaamheid en intrinsieke motivatie. Dit werd toegepast op de focusgesprekken. Wat de algemene kennis betreft, werd een toename van 24 verwijzingen vastgesteld, wat erop wijst dat tijdens het focusgroepsgesprek na het bezoek aan het voedselbos en de moestuin vijf extra antwoorden op algemene kennis werden gegeven. Vóór het groepsgesprek waren er geen verwijzingen naar het criterium "kennis van gezonde voeding". Na de discussie gaven echter vijf antwoorden van leerlingen blijk van kennis over gezonde voeding. Met betrekking tot het criterium "kennis van duurzaamheid" werd een toename van vijf verwijzingen waargenomen. Het laatste criterium, intrinsieke motivatie, vertoonde een toename van drie verwijzingen. Besluit De analyse van de antwoorden op de vragenlijst en de informatie uit de vier focusgroepdiscussies leidde tot de conclusie dat de authentieke leerbenadering door de bezoeken aan de moestuin en het voedselbos de kennis en de intrinsieke motivatie van de kinderen positief beïnvloedde, waardoor onze hypothese werd bevestigd.

Keywords


Dissertation
CASE STUDY: HET EFFECT VAN AUTHENTIEK LEREN OP DE KENNIS VAN KINDEREN TUSSEN 9 TOT 12 JAAR OVER GEZONDE EN DUURZAME VOEDING
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding Kinderen en adolescenten in Europa voldoen niet aan de voedingsrichtlijnen van de Wereldgezond- heidsorganisatie. Om dit probleem aan te pakken moeten kinderen bewuster worden gemaakt van gezonde voeding en hun kennis erover vergroten. Daarnaast is het bevorderen van duurzame voed- selpraktijken cruciaal vanwege de aanzienlijke bijdrage van de voedingssector aan de uitstoot van broeikasgassen. Door kinderen bloot te stellen aan ervaringen met gezonde en duurzame voeding kan hun kennis en gedrag positief worden beïnvloed. Doelstelling Het doel van deze studie was te onderzoeken of authentiek leren door middel van boerderijbezoeken, waaronder bezoeken aan een moestuin en een voedselbos, een effect had op de kennis over gezonde en duurzame voeding bij achttien kinderen van negen tot twaalf jaar, waaronder zowel jongens als meisjes. Methodologie Het onderzoek betrof een enkel bezoek, waarbij de kinderen een uur in de moestuin en een uur in het voedselbos doorbrachten. Ze kregen uitleg over de tuin en het bos en voerden onderhoudstaken uit. Authentiek leren benadrukt praktische taken en de integratie van theorie en praktijk. De verandering in kennis werd beoordeeld aan de hand van een pre-bezoekvragenlijst bestaande uit zeven vragen en een post-bezoekvragenlijst bestaande uit acht vragen. Bovendien namen twee wil- lekeurig toegewezen groepen van elk vier kinderen deel aan focusgroepdiscussies voor en na het bezoek om dieper in te gaan op hun kennis van gezonde en duurzame voeding. Resultaten De kwantitatieve resultaten op basis van de vragenlijsten voor en na het bezoek toonden een toe- name van de kennis met 10,9%. De kwalitatieve resultaten werden onderverdeeld in vier criteria: algemene kennis, kennis van gezonde voeding, kennis van duurzaamheid en intrinsieke motivatie. Dit werd toegepast op de focusgesprekken. Wat de algemene kennis betreft, werd een toename van 24 verwijzingen vastgesteld, wat erop wijst dat tijdens het focusgroepsgesprek na het bezoek aan het voedselbos en de moestuin vijf extra antwoorden op algemene kennis werden gegeven. Vóór het groepsgesprek waren er geen verwijzingen naar het criterium "kennis van gezonde voeding". Na de discussie gaven echter vijf antwoorden van leerlingen blijk van kennis over gezonde voeding. Met betrekking tot het criterium "kennis van duurzaamheid" werd een toename van vijf verwijzingen waargenomen. Het laatste criterium, intrinsieke motivatie, vertoonde een toename van drie verwij- zingen. Besluit De analyse van de antwoorden op de vragenlijst en de informatie uit de vier focusgroepdiscussies leidde tot de conclusie dat de authentieke leerbenadering door de bezoeken aan de moestuin en het voedselbos de kennis en de intrinsieke motivatie van de kinderen positief beïnvloedde, waardoor onze hypothese werd bevestigd. Referentie(s): - How healthy are children’s eating habits? WHO/Europe surveillance results. WHO. 2021. Be- schikbaar via: https://www.who.int/europe/news/item/03-03-2021-how-healthy-are-child- ren-s-eating-habits-who-europe-surveillance-results. Geraadpleegd 2023 april 20. - Gegevensverwerking uit de vragenlijst - Gegevensverwerking uit het focusgesprek

Keywords


Dissertation
De voedingsinname van kinderen met cerebrale parese tijdens krachttraining
Authors: --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding Cerebrale parese (CP) is één van de meest voorkomende oorzaken van motorische beperkingen bij kinderen. Voeding vormt een belangrijke factor in de ontwikkeling van kinderen en zo ook van kinderen met CP. Hoewel het belang van voeding in deze doelgroep vaststaat, werd er tot op heden weinig aandacht aan gegeven in de behandeling en begeleiding van kinderen met CP. Met deze insteek werd een kwalitatief, cross-sectioneel onderzoek opgestart inzake de voedingsstatus van kinderen met CP tijdens een krachttraining. Bijkomend werd de vergelijking gemaakt met hun typisch ontwikkelende (TD) leeftijdsgenoten en werd er gezocht naar een mogelijke link tussen de voedingsinname en het effect van de krachttraining. Doelstelling Het doel van het onderzoek was drieledig. Ten eerste werd de voedingsinname van CP-kinderen tijdens krachttraining bestudeerd. Daarnaast werd nagegaan in hoeverre de voedingsgewoonten van CP-kinderen overeenkomen met hun TD-leeftijdsgenoten. Als laatste werd nagegaan of er een link bestaat tussen de voedingsinname van de CP-kinderen en het effect van de krachttraining op hun spiervolume. Methodologie Alle deelnemende kinderen bevonden zich in eenzelfde leeftijdscategorie van zes tot en met 12 jaar en woonden in Vlaanderen. Drie meetinstrumenten werden gebruikt. Er werd gestart met een combinatie van het driedaags voedingsdagboek, om de voedingsinname te beschrijven, en een voedselfrequentievragenlijst (FFQ) om de voedingsgewoonten te bevragen. Omwille van COVID-19 werd overgeschakeld op de combinatie van de 24-uursnavraag en de FFQ. De vragenlijsten werden initieel schriftelijk afgelegd, na COVID-19 gebeurde dit volledig digitaal en telefonisch. Deze werden ingevuld door de ouders van de participerende kinderen uit het reeds bestaande krachttrainingsonderzoek. Het driedaags voedingsdagboek telde zes participanten, de 24-uursnavraag negen en de FFQ van de CP-populatie en TD-populatie respectievelijk 10 en 21. Van negen kinderen die de krachttraining hadden afgerond, werden zes driedaags voedingsdagboeken en zeven 24-uursnavragen verzameld. Omwille van de kleine studiepopulaties werden de gegevens descriptief geanalyseerd (Excel, SPSS) en beschreven. De resultaten werden weergegeven aan de hand van frequenties en boxplots. Resultaten De resultaten van de voedingsinname bevestigden de gegevens uit de literatuur: de koolhydraatinname was over het algemeen te laag, de eiwitinname voldoende en hun vetinname te hoog. Verder lag de ijzer-, vitamine D- en calcium-inname te laag. Bij de voedingsgewoonten waren er weinig verschillen op te merken tussen de CP- en TD-populatie. Op basis van de gegevens uit het driedaags voedingsdagboek en/of de 24-uursnavraag kon er geen verband gelegd worden tussen de voedingsinname en het effect van de krachttraining op het spiervolume ten gevolge van verschillende factoren die het resultaat van de krachttraining kunnen beïnvloeden. Besluit De bevindingen uit dit onderzoek bevestigen eerdere gegevens uit de literatuur. Uitspraak doen over de link tussen de energie- en eiwitinname en het effect van de krachttraining is niet mogelijk door een samenspel van verschillende factoren. Vervolgonderzoek moet met deze factoren rekening houden om een verband te kunnen vinden. Referentie(s): Scarpato E, Staiano A, Molteni M, Terrone G, Mazzocchi A, Agostoni C. Nutritional assessment and intervention in children with cerebral palsy: a practical approach. Int J Food Sci Nutr. 2017;68(6):763–70.

Keywords


Dissertation
De voedingsinname van kinderen met cerebrale parese tijdens krachttraining
Authors: --- --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding Cerebrale parese (CP) is één van de meest voorkomende oorzaken van motorische beperkingen bij kinderen. Voeding vormt een belangrijke factor in de ontwikkeling van kinderen en zo ook van kinderen met CP. Hoewel het belang van voeding in deze doelgroep vaststaat, werd er tot op heden weinig aandacht aan gegeven in de behandeling en begeleiding van kinderen met CP. Met deze insteek werd een kwalitatief, cross-sectioneel onderzoek opgestart inzake de voedingsstatus van kinderen met CP tijdens een krachttraining. Bijkomend werd de vergelijking gemaakt met hun typisch ontwikkelende (TD) leeftijdsgenoten en werd er gezocht naar een mogelijke link tussen de voedingsinname en het effect van de krachttraining. Doelstelling Het doel van het onderzoek was drieledig. Ten eerste werd de voedingsinname van CP-kinderen tijdens krachttraining bestudeerd. Daarnaast werd nagegaan in hoeverre de voedingsgewoonten van CP-kinderen overeenkomen met hun TD-leeftijdsgenoten. Als laatste werd nagegaan of er een link bestaat tussen de voedingsinname van de CP-kinderen en het effect van de krachttraining op hun spiervolume. Methodologie Alle deelnemende kinderen bevonden zich in eenzelfde leeftijdscategorie van zes tot en met 12 jaar en woonden in Vlaanderen. Drie meetinstrumenten werden gebruikt. Er werd gestart met een combinatie van het driedaags voedingsdagboek, om de voedingsinname te beschrijven, en een voedselfrequentievragenlijst (FFQ) om de voedingsgewoonten te bevragen. Omwille van COVID-19 werd overgeschakeld op de combinatie van de 24-uursnavraag en de FFQ. De vragenlijsten werden initieel schriftelijk afgelegd, na COVID-19 gebeurde dit volledig digitaal en telefonisch. Deze werden ingevuld door de ouders van de participerende kinderen uit het reeds bestaande krachttrainingsonderzoek. Het driedaags voedingsdagboek telde zes participanten, de 24-uursnavraag negen en de FFQ van de CP-populatie en TD-populatie respectievelijk 10 en 21. Van negen kinderen die de krachttraining hadden afgerond, werden zes driedaags voedingsdagboeken en zeven 24-uursnavragen verzameld. Omwille van de kleine studiepopulaties werden de gegevens descriptief geanalyseerd (Excel, SPSS) en beschreven. De resultaten werden weergegeven aan de hand van frequenties en boxplots. Resultaten De resultaten van de voedingsinname bevestigden de gegevens uit de literatuur: de koolhydraatinname was over het algemeen te laag, de eiwitinname voldoende en hun vetinname te hoog. Verder lag de ijzer-, vitamine D- en calcium-inname te laag. Bij de voedingsgewoonten waren er weinig verschillen op te merken tussen de CP- en TD-populatie. Op basis van de gegevens uit het driedaags voedingsdagboek en/of de 24-uursnavraag kon er geen verband gelegd worden tussen de voedingsinname en het effect van de krachttraining op het spiervolume ten gevolge van verschillende factoren die het resultaat van de krachttraining kunnen beïnvloeden. Besluit De bevindingen uit dit onderzoek bevestigen eerdere gegevens uit de literatuur. Uitspraak doen over de link tussen de energie- en eiwitinname en het effect van de krachttraining is niet mogelijk door een samenspel aan verschillende factoren. Vervolgonderzoek moet met deze factoren rekening houden om een verband te kunnen vinden.

Keywords


Dissertation
Nuttige stoffen aanwezig in moedermelk, als toevoeging in zuigelingenmelk: een evidence-based onderzoek

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De belangrijkste voedingsbron voor zuigelingen is melk. Moedermelk wordt tot op heden beschouwd als optimale voedingsregime voor pasgeboren baby’s vanwege hun vermogen om een volledige voeding te bieden en vele bioactieve gezondheidsfactoren. Borstvoeding brengt zowel op lange als korte termijn voordelen met zich mee voor moeder en kind. Men tracht gelijkaardige flesvoeding te ontwikkelen en voegt gunstige stoffen, aanwezig in moedermelk, toe met als doel deze gunstige effecten te evenaren. Het doel van deze bachelorproef is inzicht krijgen over de invloed van toevoegingen in zuigelingenvoeding op de ontwikkeling van de zuigeling. Dit door wetenschappelijk onderbouwde effecten van deze stoffen na te gaan. In deze bachelorproef werd er een literatuurstudie uitgevoerd. Hiervoor werden de databanken Pubmed, LIMO en trip gebruikt en werd er gefilterd op: ‘full tekst’, periode van 10 jaar en onderzoek gebaseerd op mensen en niet op dieren. Om correct te achterhalen of deze toevoegingen nuttig zijn, werd allereerst het belang van voeding bij zuigelingen bestudeerd. Daarbij is het belangrijk ook de werking van het gastro-intestinaal stelsel te bestuderen en na te gaan hoe moedermelk hierop is afgestemd. Tevens werd de samenstelling van moedermelk besproken en werd deze vergeleken met de samenstelling van koemelk en andere vervangende melken. Tenslotte zijn de gunstige stoffen aanwezig in moedermelk besproken en werd er onderzocht welke effecten deze stoffen in kunstmatige melk hebben. Uit het onderzoek is gebleken dat de toevoeging van verschillende stoffen, zoals α-lactalbumine, lysozym, taurine, nucleotiden en LC-PUFA's, in zuigelingenvoeding mogelijks een gunstig effect heeft voor de zuigeling. Echter is er extra onderzoek noodzakelijk om deze gunstige effecten te bevestigen. Voor andere stoffen, zoals osteopontine, lactoferrine, melkvetbolletjesmembraan, oligosachariden, probiotica en β-palmitaat zijn er reeds positieve effecten bevestigd. Desondanks wil dit niet zeggen dat de toevoeging van deze gunstige stoffen hetzelfde effect leveren als borstvoeding. Daarnaast is extra onderzoek gewenst om meerdere gunstige of ongunstige effecten te bevestigen. Referentie(s): breastfeeding AND infant growth; breastfeeding; breastfeeding AND benefits; breastfeeding VS formula

Keywords

Listing 1 - 7 of 7
Sort by