Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Het Vlaamse Humane-biomonitoringsprogramma onderzoekt sinds 2002 de mate waarin de Vlaamse bevolking wordt blootgesteld aan omgevingspolluenten. Deze meetgegevens worden vervolgens in verband gebracht met mogelijke gezondheidseffecten. In de periode 2016-2020 werd een vierde meetcampagne uitgevoerd bij 610 jongeren. In dit rapport worden de eerste resultaten beschreven van 428 jongeren. Meer gedetailleerde analyses zullen in de loop van 2020 worden uitgevoerd en gerapporteerd.
Choose an application
In deze studie werd een aanzet gegeven tot de ontwikkeling van humane biomonitoring(HBM) indicatoren in het kader van Milieurapportering in Vlaanderen (MIRA). Verschillende buitenlandse HBM-campagnes, en hierop gebaseerde bestaande indicatoren, werden doorgelicht. Informatie werd gevonden bij o.a. de Verenigde Staten, Canada, Zweden en de WereldGezondheidsOrganisatie (WGO). Op basis van wat in deze indicatoren vermeld stonden wat de leemtes waren, werden criteria verzameld die nuttig waren voor de ontwikkeling van de Vlaamse indicatoren. Tevens werd rekening gehouden met in de literatuur vermelde criteria aan welke een goede indicator moet voldoen (biologische, methodologische,maatschappelijke relevantie). Eén van de leemtes in de buitenlandse HBM-indicatoren is de afwezigheid van gezondheidskundige toetsingswaarden (GTW) uitgedrukt als lichaamsbelastingen een weergave van hoe de HBM-resultaten zich ten opzichte van deze waarden verhouden. Hieruit kan afgeleid worden of er mogelijk een gezondheidsrisico is. In de wetenschappelijke literatuur zijn er voor sommige chemische stoffen wel GTW’s beschikbaar of kunnen deze mogelijk afgeleid worden uit toxicologische, epidemiologische data.Voor de ontwikkeling van de Vlaamse indicatoren werd gekeken naar de biomerkers waarvoor er metingen gebeurden in meer dan één HBM-campagne zodat een evolutie in detijd kon bepaald worden. Ook werd nagegaan of er mogelijk GTW’s konden afgeleid worden,of indien niet, er corresponderende buitenlandse HBM data beschikbaar waren om toch een referentie te hebben. Er werden zes indicatorfiches ontwikkeld:1) Perfluoroctaanzuur in navelstrengserum van pasgeborenen2) Cadmium in bloed van jongeren3) Lood in navelstrengbloed van pasgeborenen4) Polychloorbifenylen (PCB’s) in serum van jongeren5) Hexachloorbenzeen in serum van volwassenen6) Arseen in urine van jongeren. Indien beschikbaar, werden voor deze chemische stoffen de meest relevante GTW’s geselecteerd/afgeleid zodat de HBM-data in perspectief konden geplaatst worden. Eeneerste versie van dit rapport werd afgewerkt in januari 2016. Toen werd gesteld dat een ruimere discussie met experten en beleidsmakers over de te selecteren GTW’s wenselijk was. In september 2016 werd daarom een expertenoverleg gehouden omtrent de te hanteren GTW’s en de grafische weergave van de indicatoren. De resultaten van dit overleg werden gerapporteerd binnen het Steunpunt Milieu en Gezondheid (Cornelis et al., 2016).De genomen beslissingen werden geïntegreerd in de huidige versie van het rapport.In elke fiche is een omschrijving gegeven van de blootstelling en de mogelijke gezondheidseffecten. De evolutie in de tijd van de HBM data wordt geschetst. Verder wordt,indien mogelijk, het gezondheidsrisico besproken aan de hand van een vergelijking van de HBM-data met de GTW’s. In afwezigheid van GTW’s wordt een vergelijking gemaakt met HBM-data uit buitenlandse literatuur. Als laatste wordt het beleidskader besproken.
Choose an application
Pediatric respiratory diseases --- Risk factors --- Biochemical markers
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|