Listing 1 - 10 of 27 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Probleemstelling: Het OCMW merkt een sterke stijging op van het aantal cliënten in budgetbeheer. Zal het op termijn nog haalbaar blijven om al deze aanvragen op te nemen binnen het wijkwerk of moet er gewerkt worden met wachtlijsten? Conclusies: De uitbreiding van de diensten schuldbemiddeling is volgens mij prioriteit. Zo kan men de aanvragen tot schuldbemiddeling blijven opnemen, en hoeft men niet te werken met wachtlijsten. Zo krijgen de maatschappelijk assistenten ook terug tijd om zich met de educatieve taak van budgetbeheer bezig te houden.
Choose an application
Probleemstelling: Hoe kunnen lokale beleidsmakers een fuifbeleid uitwerken op maat van alle betrokken partijen? Conclusies: Dit beleid dient uitgewerkt te worden om maat van de desbetreffende gemeente, en kan niet zomaar gekopieerd worden naar andere gemeentes. Alle partijen dienen betrokken te worden, alvorens een beslissing te nemen. Het is goed dat het beleid gedragen wordt door de oragnisatoren, dit geeft het beleid meer kans op slagen.
Choose an application
Probleemstelling (vervolg1) : Conclusies (vervolg2): zijn van de voorwerpen. Bij de voorbereiding maak je gebruik van de infobundels aanwezig in de koffer. Je laat de koffer beter enkel uitvoeren door vaste vormingswerkers. Ideaal zou zijn dat elke koffer, een vaste vormingswerker heeft, die gespecialiseerd is in het thema.•Maak bij het uitvoeren van de koffer gebruik van de tips rond werken aan beeldvorming, de didactische tips aanwezig bij het Team Vorming en de feedback die je krijgt. Een vorming met de koffer is pas geslaagd, wanneer je die op de juiste manier uitvoert. Zo mag je nooit veralgemenen, moet je concreet de situatie beschrijven, en zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden en het werkwoord ‘zijn’ vermijden. •Wanneer je de groep niet kent, werk je best met naamkaartjes. Het is de bedoeling dat je interactief werkt met de groep. Wanneer je de groep wil bereiken met je vorming, doe je dat best door hen gericht aan te spreken. Zo behoud je automatisch ook makkelijker hun aandacht.•Geef de voorwerpen niet gewoon door met wat uitleg erbij. Maak gebruik van het onderwijsleergesprek. Dit is een vraagvorm waarin je als begeleider de deelnemers stapsgewijs tot kennis en inzicht brengt aan de hand van gestructureerde vragen. De begeleider stelt de vragen; de deelnemers antwoorden; de begeleider geeft feedback en vraagt door. Valkuil van het onderwijsleergesprek is dat het een schoolse overhoring wordt. Als begeleider moet je dit dus proberen te voorkomen.•Probeer wat theorie in je vorming te verwerken. Zo kan je het hebben over vooroordelen en stereotypen, over beeldvorming, over interculturele competentie, … . Deze theoretische achtergrond is belangrijk wanneer je de doelgroep, aan de hand van de koffer, wil leren omgaan met diversiteit.•Zorg ervoor dat de koffer representatief is en blijft. Cultuur is geen statisch begrip. Blijf je informeren, controleer tijdig eens de voorwerpen in de koffer, en vul de koffer indien nodig aan.
Choose an application
Probleemstelling: De vraagstelling die ik relateerde met dit onderzoek, luidt als volgt: Wat zijn de bevindingen van leerkrachten omtrent de handleiding Wonen en Leven in India” en het leerlingenboekje “Wandu Parungal? Welke tips kan ik Studio Globo geven, afgeleid uit de bevindingen van de leerkrachten?Deze hoofdvraag lokte natuurlijk verschillende bijvragen uit.•Wat vinden leerkrachten van de verschillende methodieken die gebruikt worden in de huidige lesmap?•Vinden de leerkrachten de handboeken nog actueel en werkbaar?•Wat willen de leerkrachten Studio Globo aanraden bij de nieuwe handleiding en het leerlingenboek?•En wat vinden ze van de haalbaarheid van onze voorstellen? Conclusies (vervolg2): et klimaat, de voeding, de godsdienst, …..De discussie over kennis of vaardighedenoverdracht blijft een heet topic in het onderwijsmilieu. •De lees en kijkmethodiek van het leerlingenboekjeDeze methodiek wordt door veel leerkrachten positief bevonden. Het nodigt de leerlingen uit hun woordenschat uit te breiden en zelfstandig de tekst door te nemen. Andere leerkrachten vinden deze methodiek soms te simpel voor leerlingen van de derde graad. Vaak moeten de leerlingen een tekst lezen en daarna de inhoud kopiëren op een werkblad. Volgens de leerkrachten moeten de leerlingen meer uitgedaagd worden.De vele teksten in het leerlingenboek zijn voor zwakke lezers een harde dobber. Persoonlijk vind ik het positief dat moeilijke lezers uitgedaagd worden om wat vaardigheden te ontwikkelen in het lezen. Eveneens vind ik het belangrijk dat moeilijke lezers ook een opdracht kunnen maken die hen toont dat ze veel in hun mars hebben. Ik ben bang dat de vele leesteksten hen soms ontmoedigen. Andere methodieken integreren zou ook betekenen dat leerlingen andere capaciteiten aan moeten spreken. Een tekst kan bijvoorbeeld voorgelezen worden, zo kunnen de leerlingen hun luistervaardigheden oefenen. 4MediapakketHet mediapakket is voor vele leerkrachten een ideale manier om het lespakket mee te starten. Het treinspel vinden alle leerkrachten een zeer goed spel, omdat het de leerlingen een goed beeld van India meegeeft. De collega’s van Studio Globo Roeselare dachten dat de leerkrachten kritiek zouden spuien over het non-actieve karakter van het spel. Dit bleek echter niet zo te zijn. Geen enkele leerkracht had kritiek over de activiteit van het treinspel. Eén leerkracht vermeldde zelf dat dit spel een perfect beeld gaf over India. Dit vooral doordat de leerlingen vaak lang moesten wachten. In India wordt wachten op iets niet als hinderlijk aanzien en zijn er bij allerlei zaken lange wachttijden.Enkele leerkrachten opteerden ook v
Choose an application
Probleemstelling: Wat zijn de mogelijke effecten die het werken in arbeidszorg kan hebben op het psychisch welbevinden van mensen met een psychische problematiek?Aan de hand van een literatuurstudie en een praktijkonderzoek gebaseerd op diepte-interviews, probeer ik de mogelijke effecten van het werken in arbeidszorg op vlak van zelfbeeld, persoonlijke groei, zingeving, omgevingscontrole, autonomie en positieve relaties met anderen, in kaart te brengen. Het gaat om de (ex-)psychiatrische patiënt die werkt in arbeidszorg. Conclusies: De invloed die het werken in arbeidszorg heeft op het psychisch welbevinden situeert zich vooral op het vlak van zelfbeeld, persoonlijke groei, zingeving en positieve relaties met anderen. Uit mijn praktijkonderzoek kwamen voornamelijk positieve invloeden naar boven, maar deze invloeden zullen steeds sterk verschillen van persoon tot persoon.
Choose an application
Probleemstelling: hoe zit het met de wetgeving rond beroepsgeheim als men werkt binnen een multidisciplinair team? en hoe is het gesteld met de kennis van professionele hulpverleners rond het thema beroepsgeheim? Conclusies: de wettekst gaat enkel over een individuele hulpverlenersrelatie; maar binnen de rechtsleer en rechtsspraak is er sprake van gedeeld en gezamenlijk beroepsgeheim. wat betrekt de kennis van de professionele hulpverleners, is deze behoorlijk. maar je merkt dat de details soms over het hoofd worden gezien. het is belangrijk om enkel relevante informatie door te geven van een cliënt als men binnen een multidisciplinair team werkt.
Choose an application
Probleemstelling: Een hulpverlener moet, om een cliënt te kunnen helpen, een hulpverleningsgesprek voeren. Hierbij kunnen er af en toe wel eens problemen opduiken. Hulpverleners komen in aanraking met problemen en weerstanden tijdens de gesprekken. In deze scriptie wil de studente nagaan wat de mogelijke problemen en weerstanden zijn tijdens hulpverleningsgesprekken. In de praktijk gaat de studente kijken hoe dergelijke obstakels voorkomen in het O.C.M.W. Gent - Noord en hoe deze worden aangepakt. Conclusies: Uit dit trekken we verschillende conclusies: We kunnen stellen dat een hulpverleningsgesprek voeren met heel wat valkuilen en moeilijkheden gepaard kan gaan. Tijdens de hulpverlening kunnen de hulpverleners namelijk met weerstanden geconfronteerd worden.Een degelijk hulpverleningsgesprek vergt zowel gespreks- als luistervaardigheden en heeft bij voorkeur de vorm van een dialoog. Het is niet eender welke vragen de hulpverlener stelt, hoe hij deze stelt en wat zijn houding daarbij is. Vooral de omvang van het begrip weerstand heeft ons verbaasd. Het woord ‘weerstand’ wekte bij ons oorspronkelijk een louter negatief gevoel op. Dit onderzoek heeft ons dan ook geleerd dat weerstand niet als puur negatief moet worden aanzien. Het is vooral een signaal dat de hulpverlener moet uitputten.Twee kernwaarden die onmisbaar blijken, zijn empathie en vertrouwen. Deze twee waarden zijn dan ook een deel van de sleutel tot succes bij hulpverlening.Wanneer we nu alle gegevens in verband brengen met de titel van dit onderzoek, nl. “Problemen en weerstanden tijdens hulpverleningsgesprekken. Onderzoek naar hoe problemen en weerstanden voorkomen bij een hulpverleningsgesprek in het OCMW Gent-Noord” is onze vaststelling dat problemen en weerstanden heel frequent voorkomen. Elke hulpverlener heeft ervaring met cliënten die weerstanden ontwikkelden en zowat elke hulpverlener heeft er zelf al gevormd.Een andere vaststelling die we hebben gedaan, heeft betrekking op tijdsgebrek. Hulpverleners menen onvoldoende tijd te hebben per dossier. Als ze meer tijd zouden hebben, zouden ze nog betere hulp kunnen verlenen. Toch blijken de cliënten daar zelf weinig last van te ondervinden, want alle geïnterviewde cliënten vinden dat hun hulpverlener voldoende tijd voor hen maakt.
Choose an application
Probleemstelling: De scriptie zal zich hier focussen op twee verschillende vraagstellingen. Eerst ga ik op zoek naar wat (elektronische) DIY vandaag is, hoe het allemaal begonnen is en welke mogelijke effecten dit heeft op de maatschappij. Dit onderdeel is gekoppeld aan een literatuurstudie over DIY, met een bijkomende bevraging aan ervaringsdeskundigen binnen het veld.Mijn tweede vraagstelling is gekoppeld aan mijn eindproject binnen Ladda vzw die als sociaal culturele organisatie inspeelt op deze cultuur, en specifieker over elektronische DIY via het project Gather-It-Yourself. Hier stellen we ons de vraag hoe een vzw kan inspelen op DIY als een sociaal culturele organisatie. Conclusies (vervolg1): . Binnen deze informele omgeving heb ik jongeren, kunst en cultuur bij elkaar kunnen brengen, in overeenstemming met de visie van Ladda vzw.Er moet duidelijk meer onderzoek gepleegd worden naar elektronische DIY in al zijn variaties en aspecten. Dit omdat het niet duidelijk is waar elektronische DIY begint of eindigt en er een enorme vertakking van sociale netwerken en gemeenschappen plaatsvindt.DIY werd altijd gezien als een onderdeel van verschillende jongerensubculturen en is nooit uit zijn context getrokken om het te bekijken als een apart fenomeen dat zich uit in die verschillende jongerensubculturen. Dit kan volgens mij de rol van DIY binnen de maatschappij alleen maar verduidelijken.
Choose an application
Probleemstelling: Vanuit onze prestatiegerichte maatschappij, een druk sociaal netwerk en vrijetijdsbesteding kampen heel wat mensen met faalangst! Specifiek jongeren die zich in de puberteitsfase en vaak een identiteitscrisis doormaken weten niet goed hoe ze met dit probleem moeten omgaan. Vanuit het CLB hebben wij een faalangsttraining ontwikkeld, waarin volgende vragen aan bod kwamen; 1) Wat gaan kunnen wij allemaal aanbieden aan jongeren, opdat ze beter kunnen omgaan met faalangst?- Welke methodieken bestaan er om jongeren faalangst- bestendiger te maken?- Kunnen wij ook aan ouders theoretische achtergronden en methodieken aanreiken om beter om te gaan met hun faalangstig kind?2) Hoe kunnen wij vanuit het CLB handvaten aanreiken aan jongeren om faalangst beter te kunnen hanteren? Hoe kunnen we ouders ondersteunen in het begeleiden van hun faalangstig kind?- Op welke manier kunnen wij deze methodieken integreren in de jongere?- Waar hebben ouders nood aan? Hoe kunnen wij hieraan tegemoet komen? Conclusies: Voor ouders hebben wij vanuit het CLB een oudermoment georganiseerd, die beston uit een theoretisch en methodisch luik en een vraagplatform. Daarnaast hebben we een faalangsttraining van 4 sessies georganiseerd voor jongeren tussen 12 en 15 jaar. Dit alles was gebaseerd op de principes van het groepsmaatschappelijk werk. Ik heb heel wat conclusies getrokken vanuit dit eindwerk en project. Er bestaan al heel wat methoden (vanuit literatuur) die ontwikkeld zijn voor jongeren met faalangst. Vooral het G-denken en de ontspanningsoefeningen werken zeer effectief. Het werken rond kwaliteiten en zelfzekerheid is eveneens een zeer belangrijk aspect, waar de begeleider doordacht moet over nadenken. Het belangrijkste is dat jongeren zelfstandig nog aan de slag gaan met deze methoden. Hiervoor kunnen ouders aan belangrijke steunfiguur vormen.
Listing 1 - 10 of 27 | << page >> |
Sort by
|