Listing 1 - 10 of 13 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Sciences and engineering --- physical sciences --- applied sciences --- engineering --- biomedical --- materials science --- plastics technology --- biomedical. --- materials science. --- plastics technology. --- Physical sciences --- Applied sciences --- Engineering --- Biomedical. --- Materials science. --- Plastics technology.
Choose an application
Een bestaande opstelling voor testen van proefstaafjes op trek moet worden aangepast naar een opstelling voor afschuiving. Daarna worden de verbindingsmogelijkheden van verscheidene materiaalcombinaties onderzocht. De gekozen verbindingen moeten geproduceerd worden en getest op afschuivingsbelasting. An existing test configuration for tensile strength needs to be adapt to a configuration for shear resistance. The possibilities of joining for several material combinations must be investigated. The chosen conjunctions have to be produced en tested for shear resistance.
Choose an application
Dit handboek introduceert de basisprincipes van materiaalkunde zoals die voor ingenieurs nuttig zijn. In tegenstelling tot wat studenten vaak verwachten, is materiaalkunde meer dan alleen chemie of fysica. Materiaalkunde handelt voornamelijk over de relatie tussen de structuur en de eigenschappen van een materiaal. Het vereist inzichtelijk denken over verschillende schaalgroottes heen: van atoom over kristalrooster en microstructuur tot product. Dit handboek biedt inzicht in de betekenis van veelgebruikte materiaaleigenschappen, de structurele opbouw van verschillende materialen en hoe die structuur onlosmakelijk verbonden is met de eigenschappen. Voor de materiaalklassen metalen, polymeren en composieten wordt de link gelegd met verwerking, wat voor ingenieurs de voornaamste manier is om structuur te beïnvloeden.
Materiaalkunde --- 620.1 --- bouwmaterialen --- materiaalkunde --- materialenleer
Choose an application
Scaffolds van poly-?-caprolacton (PCL) en polyethyleenoxide (PEO) worden aangewend in tissue-engineering. PEO wordt toegevoegd om de scaffolds meer hydrofiel te maken en de flexibiliteit te verhogen. In dit werk wordt de opschaling van het blending proces van laboschaal naar industriële schaal onderzocht. In een eerste fase worden de blends in een draadvorm geëxtrudeerd met een dubbelschroefextruder. Doordat de afmetingen van de draden niet uniform zijn, kunnen hieruit geen eenduidige conclusies omtrent de eigenschappen van de blends worden getrokken. Daarom wordt overgegaan tot het produceren van scaffolds met behulp van een BioScaffolder. SEM en indrukproeven worden aangewend om respectievelijk het oppervlak en de flexibilteit van de scaffolds te onderzoeken. Hieruit blijkt dat de menging van PCL en PEO in eerste instantie niet homogeen gebeurt. Om de menging te verbeteren wordt vervolgens een nieuwe methode, waarbij de blends meerdere keren geëxtrudeerd worden, ontwikkeld. SEM en SCA tonen aan dat de migratie van PEO naar het oppervlak, wat nodig is om de hydrofiliteit te verhogen, niet gebeurt. De oorzaak hiervan is hoogstwaarschijnlijk het hoge moleculair gewicht van het gebruikte PEO. Morfologie-onderzoek van de blends leert ons dat de PEO-arme zones in de blends kleiner worden naarmate het aantal keren extruderen groter wordt. Tevens worden de kristallen kleiner als de blend twee keer geëxtrudeerd wordt. Dit betekent dat de verdeling van PEO en PCL beter wordt door de blend twee maal te extruderen. Scaffolds of poly-?-caprolacton (PCL) and polyethyleneoxide (PEO) are of big interest in tissue engineering. PEO has the property to enhance the hydrophilicity, by migrating to the surface, and the flexibility of the scaffolds. In this study, the scale-up of the blending process from lab scale to industrial scale, is investigated. In a first stage, blends of PCL and PEO are extruded with a twin screw extruder in the shape of a filament. Because the dimensions of the filament are not constant, no unambiguous conclusions about the properties of the blends can be made. Therefore scaffolds are manufactured with the blends by means of a BioScaffolder. SEM and indentation tests are applied to study respectively the surface and the flexibility of the scaffolds. The conclusion is that the mixing of PEO and PCL is not homogeneous. To enhance the homogenization of the blend, a new method in which the blends are extruded several times, is studied. SEM and SCA shows that the migration of PEO to the surface is not occuring, probably due to the large molecular weight of the used PEO. To know more about the blends, morphologic investigation is done. It is found that the surfaces which are poor in PEO decrease when the blend is extruded more than once. Also the crystals are smaller when the extrusion has been done two times. This means that extruding the blend twice, has a positive influence on the homogenization of the blend.
Choose an application
Binnen de groep CPMT is een nieuwe extrusiekop ontwikkeld (COMET), voor het verwerken van thermisch gevoelige polymeren door 3D-plotten van micro-geëxtrudeerde filamenten. Het COMET systeem vereiste nog een technische optimalisatie alvorens het in productie kon genomen worden, met name terugvloei van materiaal naar de koude zone was nog niet up-to-date. De bedoeling van deze masterproef is een oplossing te zoeken voor dit probleem, om zo de COMET volcontinu functioneel te maken. Om deze vervolgens in combinatie met de conventionele extrusiekop, voor de productie van multi-materiaal structuren. Er zijn enkele testopstellingen gemaakt om de terugvloei tegen te gaan. We hebben het probleem kunnen oplossen via een andere toevoer, de uiteindelijke keuze is een transportschroef en DC motor geworden om de terugvloei tegen te gaan. Het eindresultaat van deze masterproef is een volcontinu werkende COMET. For the processing of thermally sensitive polymers for 3D plotting micro-extruded filaments a new extrusion head (COMET) has been developed within the group CPMT. The COMET system still required a technical optimization before it could be taken into production; in particular the material-flow-back to the cold zone wasn’t up to date. The purpose of this thesis is to find solutions for this problem so the COMET can work fully functional, and then to use the COMET in combination with the conventional extrusion head for the production of multi-material structures. Some prototypes are made to counter the material-flow-back. We have been able to solve the problem by creating another supply. Eventually we preferred to use a screw conveyor and DC-motor. The final result of this thesis is a fully continuous working COMET.
Choose an application
Scaffolds of poly-?-caprolacton (PCL) and polyethyleneoxide (PEO) are of big interest in tissue engineering. PEO has the property to enhance the hydrophilicity, by migrating to the surface, and the flexibility of the scaffolds. In this study, the scale-up of the blending process from lab scale to industrial scale, is investigated. In a first stage, blends of PCL and PEO are extruded with a twin screw extruder in the shape of a filament. Because the dimensions of the filament are not constant, no unambiguous conclusions about the properties of the blends can be made. Therefore scaffolds are manufactured with the blends by means of a BioScaffolder. SEM and indentation tests are applied to study respectively the surface and the flexibility of the scaffolds. The conclusion is that the mixing of PEO and PCL is not homogeneous. To enhance the homogenization of the blend, a new method in which the blends are extruded several times, is studied. SEM and SCA shows that the migration of PEO to the surface is not occuring, probably due to the large molecular weight of the used PEO. To know more about the blends, morphologic investigation is done. It is found that the surfaces which are poor in PEO decrease when the blend is extruded more than once. Also the crystals are smaller when the extrusion has been done two times. This means that extruding the blend twice, has a positive influence on the homogenization of the blend. Scaffolds van poly-?-caprolacton (PCL) en polyethyleenoxide (PEO) worden aangewend in tissue-engineering. PEO wordt toegevoegd om de scaffolds meer hydrofiel te maken en de flexibiliteit te verhogen. In dit werk wordt de opschaling van het blending proces van laboschaal naar industriële schaal onderzocht. In een eerste fase worden de blends in een draadvorm geëxtrudeerd met een dubbelschroefextruder. Doordat de afmetingen van de draden niet uniform zijn, kunnen hieruit geen eenduidige conclusies omtrent de eigenschappen van de blends worden getrokken. Daarom wordt overgegaan tot het produceren van scaffolds met behulp van een BioScaffolder. SEM en indrukproeven worden aangewend om respectievelijk het oppervlak en de flexibilteit van de scaffolds te onderzoeken. Hieruit blijkt dat de menging van PCL en PEO in eerste instantie niet homogeen gebeurt. Om de menging te verbeteren wordt vervolgens een nieuwe methode, waarbij de blends meerdere keren geëxtrudeerd worden, ontwikkeld. SEM en SCA tonen aan dat de migratie van PEO naar het oppervlak, wat nodig is om de hydrofiliteit te verhogen, niet gebeurt. De oorzaak hiervan is hoogstwaarschijnlijk het hoge moleculair gewicht van het gebruikte PEO. Morfologie-onderzoek van de blends leert ons dat de PEO-arme zones in de blends kleiner worden naarmate het aantal keren extruderen groter wordt. Tevens worden de kristallen kleiner als de blend twee keer geëxtrudeerd wordt. Dit betekent dat de verdeling van PEO en PCL beter wordt door de blend twee maal te extruderen.
BioScaffolder. --- Compounderen - compounding. --- Compounderen. --- Dubbelschroefextruder. --- Indruktest. --- Kunststoffen - plastics. --- Kunststofverwerking - plastics processing. --- Morfologie. --- Poly-caprolacton. --- Polyethyleenoxide. --- Scanning Elektron Microscopy. --- Tissue engineering. --- Verwerking.
Choose an application
Binnen de groep CPMT is een nieuwe extrusiekop ontwikkeld (COMET), voor het verwerken van thermisch gevoelige polymeren door 3D-plotten van micro-geëxtrudeerde filamenten. Het COMET systeem vereiste nog een technische optimalisatie alvorens het in productie kon genomen worden, met name terugvloei van materiaal naar de koude zone was nog niet up-to-date. De bedoeling van deze masterproef is een oplossing te zoeken voor dit probleem, om zo de COMET volcontinu functioneel te maken. Om deze vervolgens in combinatie met de conventionele extrusiekop, voor de productie van multi-materiaal structuren. Er zijn enkele testopstellingen gemaakt om de terugvloei tegen te gaan. We hebben het probleem kunnen oplossen via een andere toevoer, de uiteindelijke keuze is een transportschroef en DC motor geworden om de terugvloei tegen te gaan. Het eindresultaat van deze masterproef is een volcontinu werkende COMET. For the processing of thermally sensitive polymers for 3D plotting micro-extruded filaments a new extrusion head (COMET) has been developed within the group CPMT. The COMET system still required a technical optimization before it could be taken into production; in particular the material-flow-back to the cold zone wasn't up to date. The purpose of this thesis is to find solutions for this problem so the COMET can work fully functional, and then to use the COMET in combination with the conventional extrusion head for the production of multi-material structures. Some prototypes are made to counter the material-flow-back. We have been able to solve the problem by creating another supply. Eventually we preferred to use a screw conveyor and DC-motor. The final result of this thesis is a fully continuous working COMET.
Choose an application
De wereld van 3D printen is aan het veranderen naar een techniek die ook beschikbaar is voor de gewone consument. Om 3D printers meer toegankelijk te kunnen maken moet de kostprijs sterk naar omlaag en moet de kwaliteit verbeteren. Momenteel is het printmateriaal één van de grootste kosten bij een 3D printer. Als printmateriaal wordt bij huidige 3D printers steeds filament gebruikt, een kunststof draad vervaardigd uit granules. Deze masterproef onderzoekt de mogelijkheid om een compacte low-budget granule-extruder te ontwikkelen die het filament vervangt door de veel goedkopere granules. Met het oog op een implementatie in een 3D printer is een ontwerp opgesteld. Het RepRap project is hiervoor gebruikt als referentie. Voor een implementatie in een 3D printsysteem moet een extruder compact zijn en toch een stabiele werking hebben. Deze masterproef ontwikkeld en evalueert een dergelijk prototype. Resultaten tonen aan dat het prototype een stabiele werking heeft. Het gaat hier om een alleenstaand prototype. Voor werkelijke implementatie moet er verder onderzoek verricht worden en moet een verbeterd prototype getest worden als 3D printkop. Deze masterproef vormt een goede basis om dit te verwezenlijken. The world of 3D printing is changing to a technique which becomes available for ordinary consumers. To make 3D printing more accessible, the cost should be reduced strongly and the quality has to improve. Currently the printing materials are one of the biggest costs in a 3D printer. The 3D printers existing today all use filament as printing material. This is a plastic wire which is made from granules. This thesis examines the possibility to develop a compact low budget granule extruder which is capable of replacing the filament with much cheaper granules. With a view to an implementation in a 3D printer a design is drawn up. Therefor the RepRap project is used as reference. For an implementation in a 3D printing system, an extruder must be compact and still have a stable state of operation. In this thesis such a prototype is developed and evaluated. Results show that the prototype has a stable operation. It involves a standalone prototype. An actual implementation as a 3D printing head needs further research and demands an improved prototype to be tested. This thesis provides a good basis to achieve this.
3D printer. --- CAD - CAD. --- Extrusie. --- FDM. --- Granule-extruder. --- Kunststofverwerking - plastic processing. --- Low-budget. --- Productietechniek - production engineering. --- RepRap. --- T130-produktietechnologie. --- T210-toegepaste-plasticiteitsleer.
Listing 1 - 10 of 13 | << page >> |
Sort by
|