Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid beschikken over een afgescheiden vermogen van dat van hun aandeelhouders. Deze vermogensafscheiding heeft tot gevolg dat de ingebrachte activa niet meer in het persoonlijk vermogen van de aandeelhouders zitten. Die activa maken aldus geen deel uit van het onderpand van de persoonlijke schuldeisers. De aandeelhouders verarmen zichzelf niet, aangezien ze aandelen krijgen ter waarde van hun inbreng. Ze kunnen echter wel hun persoonlijke schuldeisers verarmen wanneer het uitvoerend beslag op de in ruil verkregen aandelen wordt bemoeilijkt ten gevolge van wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen op die aandelen. De persoonlijke schuldeisers zijn gerechtigd verhaal te nemen op die aandelen, maar die overdrachtsbeperkingen kunnen de onuitwinbaarheid bemoeilijken, waardoor de persoonlijke schuldeisers-beslagleggers eveneens niet onrechtstreeks geraken aan het ingebrachte vermogen. In onderstaande masterthesis wordt ten eerste onderzocht welke problemen het organisatierecht met zich meebrengt voor persoonlijke schuldeisers-beslagleggers. Nadien wordt onderzoek gedaan naar de vennootschapsrechtelijke regels achter overdrachtsbeperkingen in het Belgische recht. Hierna zal het Nederlands recht uiteengezet worden, waarin wordt beschreven op welke wijze persoonlijke schuldeisers, in tegenstelling tot het Belgische recht, beschermd worden tegen moeilijk uitwinbare aandelen in het vermogen van hun schuldenaar. Hieruit wordt afgeleid dat de hedendaagse Belgische bescherming niet voldoende is. Het laatste deel van deze masterthesis zal op normatieve wijze samenvatten hoe de Belgische bescherming een voorbeeld kan nemen aan het Nederlands recht om de bescherming van persoonlijke schuldeisers te verhogen, op een manier die het doel achter de hantering van overdrachtsbeperkingen op een maximale wijze probeert te respecteren. Dat vereist een belangenafweging door de beslagrechter. Voor deze belangenafweging wordt inspiratie gezocht in de mogelijke toetsingsvormen door de Nederlandse beslagrechter en wordt eveneens Nederlandse rechtspraak bestudeerd.