Narrow your search

Library

KU Leuven (2)


Resource type

dissertation (2)


Language

English (2)


Year
From To Submit

2018 (1)

2017 (1)

Listing 1 - 2 of 2
Sort by

Dissertation
The impact of grazing intensity on vegetation in a Molinia caerulea/Juncus spp. dominated Scottish upland grassland: A 15-year long experiment in the context of the larger ecosystem

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De laatste jaren treedt er over heel de wereld een enorme daling in de biodiversiteit op. De belangrijkste reden daarvoor is de menselijke activiteit: habitat vernietiging, overbegrazing, fragmentatie, urbanisatie, enz. De effecten van de opwarming van de aarde spelen daar echter ook een grote rol in, zoals verhoogde temperaturen, veranderingen in neerslag en verhoogde zeespiegel. Wetenschappers hebben verschillende strategieën bedacht om de biodiversiteit te behouden of te verbeteren, zoals natuurreservaten maken, sleutelsoorten beschermen en natuurlijk, het onderwerp van deze thesis, ontwikkelen van geschikte begrazingsintensiteiten. Om begrazing te kunnen toepassen als een manier om de biodiversiteit te behouden of te verbeteren, moet er kennis zijn over de effecten van begrazing op de biodiversiteit van verschillende trofische niveaus. Zo kunnen we de impact op het ecosysteem in kader brengen. Daarom onderzoek ik in deze studie de lange-termijn effecten van begrazingsintensiteit op de vegetatie in een door Molinea caerulea/Juncus spp. gedomineerd grasland in de Schotse hooglanden van Glen Finglas. Dit experiment bevat ook andere gelijktijdige monitoringen. Het studiegebied is verdeeld in drie clusters, dat elk twee blokken bevat. Elk blok bevat vier afgesloten weiden (±3,3 ha) met elk een verschillende behandeling: 2,72 schapen/ha (I), 0,91 schapen/ha (II), gemengde begrazing met schapen en runderen, equivalent aan 0,91 schapen/ha (III), zonder begrazing (IV). In elk van de weiden, hebben wij 25 meetpunten aangebracht. Op alle meetpunten hebben we met behulp van een kader en een pin de vegetatie gemonitord. Ook hebben we met behulp van een vierkant op dat kader een graad gegeven aan de hoeveelheid aan (of grootte van) begrazing, uitwerpselen, bloemen, dood plantenmateriaal en pollen (groeiwijze). De analyses zijn uitgevoerd met (gegeneraliseerde) lineaire gemengde modellen ((G)LMM). Om te beginnen, slechts 19 van de 28 veel voorkomende plantensoorten hadden een significante (p < 0,05) interactie tussen jaar en behandeling voor de gemiddelde proportie en/of aantal aanrakingen met de pin per meetpunt. De hoeveelheid dood plantenmateriaal vervolgens, is significant gedaald met stijgende begrazingsintensiteit. De hoeveelheid aan (of grootte van) pollen en de gemiddelde vegetatiehoogte is daarentegen gestegen met dalende begrazingsintensiteit. De plantendiversiteit, soortenrijkdom en de hoeveelheid bloemen, begrazing en uitwerpselen zijn gestegen met stijgende begrazingsintensiteit. Tot slot, de meeste heterogeniteit in vegetatiehoogte was in de behandeling met hoge begrazingsintensiteit en het minste in de weiden zonder begrazing. Met de informatie van de andere monitoringen op de Aardmuis (Microtus agrestis L.), de Vos (Vulpes vulpes L.), de Graspieper (Anthus pratensis L.) en geleedpotigen (Arthropoda), kunnen we besluiten dat de behandeling met een lage intensiteit aan gemengde begrazing de meest voordelige situatie creëert voor de onderzochte dieren en sommige plantensoorten. Echter, in dit experiment was de meeste heterogeniteit en plantendiversiteit in de behandeling met hoge begrazingsintensiteit. Dat suggereert dat er ook andere factoren, naast de heterogeniteit in vegetatiehoogte, belangrijk zijn voor dieren en dat de hoogste begrazingsintensiteit dichter ligt bij de optimale intensiteit voor maximale plantendiversiteit. Sleutelwoorden: Biodiversiteit, Begrazingsintensiteit, Hooglanden, Trofische interacties, Vegetatie.

Keywords


Dissertation
Impacts of Diversifying Barley Crops (Hordeum vulgare L.) on Traits and Performance of Weed Species

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

The increase in human population creates a lot of problems. One of those problems is the undernourishment in a lot of countries around the world. Not only does the world need more food but they also expect better and healthier food. Healthier and more natural food can be created by minimalizing the use of herbicides. To solve this problem it is necessary to study the effects of competition within crop-weed systems. A number of plots with different barley-weed compositions were researched using two leaf traits, specific leaf area and leaf dry matter content, and biomass as a factor for performance. We looked for a difference in traits between barley phenotype monocultures and barley phenotype combinations. Increasing the amount of genotypes or phenotypes within a plot was to search for a correlation between the increasing amount of genotypes or phenotypes and the leaf traits and biomass. We found very few significant differences or correlations, but the spreading barley phenotype was found to be the phenotype which resulted in the most conservative growth pattern of the weed species.

Keywords

Listing 1 - 2 of 2
Sort by