Listing 1 - 10 of 108 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Ecologische zoekhonden zijn speurhonden die in Europa meer en meer ingezet worden bij wetenschappelijk onderzoek naar zeldzame- of bedreigde soorten. Na het uitvoeren van een literatuurstudie en het interviewen van zowel soortenspecialisten als zoekhonden vrijwilligers, is er een evaluatie van de huidige situatie opgemaakt. Wereldwijd zijn er al verschillende organisaties en onderzoeken die in een verder stadium zitten dan Vlaanderen. In Vlaanderen is het nog eerder een pilootproject, dat in de startblokken zit en nog veel potentieel heeft. Uit de interviews blijkt dat er soorten zijn waarbij de communicatie tussen soortenspecialist en vrijwilliger beter verloopt als bij andere, hierdoor wordt er voor deze soorten vaker in het veld gezocht. Er is ook een sterke groep vrijwilligers die gemotiveerd is. De struikelblokken en problemen die vaker terugkomen zijn: de communicatie tussen soortenspecialist en zoekhonden vrijwilliger, het verkrijgen van stalen om mee te trainen en vooral het gebrek aan regelmaat van training. Dit laatste puntje kan verbeterd worden door te beginnen werken met een protocol waarin de stappen beschreven staan van het werken op het veld i.v.m. het verzamelen en doorgeven van data. Door te starten met het opstellen van een generieke checklist met alle betrokken partijen, kan de stap naar een soortspecifiek protocol makkelijker gezet worden. Het eventueel werken met een communicatieverantwoordelijke is zeker ook een interessante piste om te bekijken, aangezien er op een meer gestructureerde manier gecommuniceerd moet worden. Eventueel kan hier iemand van Natuurpunt bij betrokken worden aangezien zij ook de vrijwilligers begeleiden van de meetnetten waarbij door mensen gezocht wordt. Er zijn nog wat praktische problemen op het veld zoals onder andere de twijfel over de correctheid van de zoekhond, het vinden van een gepast traject, het niet vinden van duidelijke sporen. Naar deze problemen zal op termijn beter gehandeld kunnen worden door onder andere nauwer samen te werken en door de mogelijke aanpak in een protocol op te nemen.
Choose an application
Omdat persoonlijkheid en gedrag een indicator kunnen zijn voor de algemene gezondheid van een dier. Gaat men in dit onderzoek nagaan hoe men de persoonlijkheid van de humboldtpinguïns in ZOO Planckendael kan meten en of er dan ook überhaupt een verschil in persoonlijkheid is tussen de individuen en de groepen. Daarna worden de dieren tijdens de voedermomenten geobserveerd om hun gedragingen voor de categorieën “aanwezigheid”, “afstand”, en “gedrag” naar de verzorger toe, in kaart te brengen. Om het voorbeeld van de literatuur te volgen wordt er daarna, aan de hand van een novel object test, gekeken of men de dieren kon indelen in verschillende persoonlijkheidscategorieën. Ook werd er een link gelegd met de gedragingen per groep. (Per geslacht en status). Hieruit bleek dat er waarschijnlijk geen verschil is tussen de geslachten in relatie tot de categorieën aanwezigheid, afstand en gedragingen, tijdens het voedermoment. Bij de vergelijking tussen de mannetjes en de vrouwtjes tijdens de novel object test bleek, dat de vrouwtjes meer in het water zwommen dan de mannetjes. Bij de vergelijking tussen de gepaarde en de ongepaarde individuen bleek er wel een verschil te zijn. Zo waren de ongepaarde individuen vaker aanwezig dan de gepaarde dieren Dit kwam waarschijnlijk omdat de dieren op het moment van de studie volop in het broedseizoen zaten. De vergelijking van de verlegen en de brutale individuen bij de gepaarde dieren bracht niet erg veel verschil met zich mee. In tegenstelling tot de ongepaarde individuen waarbij er wel een duidelijke link tussen persoonlijkheid en hun gedragingen te zien was. Zoals voorspelt in de literatuur bleven de verlegen individuen verder van de verzorger staan en toonden ze minder interactie, terwijl de brutale individuen dit wel deden. Omdat deze studie tijdens het broedseizoen werd uitgevoerd, kan dit mogelijk een wat vertekend beeld geven aangezien de gepaarde dieren een groot deel van de tijd op hun nest doorbrachten. Het is dan ook raadzaam om deze studie verder te zetten buiten het broedseizoen, of enkel met de ongepaarde individuen.
Choose an application
Bij deze bachelorproef werden 4 activiteiten opgesteld die gelinkt zijn aan een plaats in het voedselbos van Pomona. Aan de inkom, aan de bijenbuffer, aan de productierand en aan de landschapsbuffer werd telkens 1 activiteit ontworpen waarin telkens een thema verwerkt werd dat hoorde bij die plaats of die ‘stop’. De bedoeling hierbij was om de doelgroep, kinderen van 9 tot en met 12 jaar, spelenderwijs te laten kennis maken met enkele ‘groene’ concepten gelinkt aan het voedselbos. Aan de inkom wordt er door een quiz dieper ingegaan op wat boslandbouw of agroforestry is, wat een voedselbos is en de lagen in een voedselbos. Bij de bijenbuffer was het thema bijen, de bedreigingen waarmee bijen kampen en hoe Pomona hen probeert te helpen. Een andere activiteit vond plaats bij de productierand, waar het vooral draaide rond de verschillende lagen in een voedselbos en het belang van biodiversiteit. Als laatste komt de landschapsbuffer aan bod, waar de inhoud van de activiteit gaat over kleine landschapselementen en hoe deze van belang zijn voor fauna. Om de inhoud van iedere stop/activiteit goed te onderbouwen, werd er vooraf een literatuurstudie gemaakt over het desbetreffende onderwerp. Om een beter beeld te krijgen op de doelgroep en hoe ze dingen leren werd hierover eveneens informatie verzameld. Aan de hand van eigen ideeën, ideeën van de promotor en co-promotor en inspiratie van andere activiteiten en (gezelschaps)spelletjes werd aan de slag gegaan om zelf activiteiten te ontwerpen die gebruikt konden worden in het voedselbos. Een beschrijving van de activiteiten is te vinden in bijlage.
Choose an application
In dit onderzoek wordt onderzocht of het aanbod aan voeding, drinkbenodigdheden, huisvesting… in Vlaamse dierenspeciaalzaken voldoet aan de noden van de cavia. Daarnaast wordt er ook onderzocht of de consument kennis heeft van deze noden. Dit wordt onderzocht door dierenspeciaalzaken over heel Vlaanderen te bezoeken om het aanbod te beoordelen. Daarnaast wordt er voor de consument een enquête opgesteld om te peilen naar hun kennis. Om dit onderzoek vlot te laten verlopen is het maken van een literatuurstudie van essentieel belang. In deze literatuurstudie wordt er namelijk weergegeven wat de noden van de cavia zijn, en waar deze noden vandaan komen. Dit wil zeggen dat er ook gekeken wordt naar de wilde voorouder van de gedomesticeerde cavia, hoe deze leeft is het beginpunt van het onderzoek naar wat de specifieke noden van de cavia zijn. Dit is voor dit onderzoek belangrijk om in het achterhoofd te houden aangezien er niet veel studies zijn over het houden van cavia’s als huisdier. De cavia is wel een populair onderzoekdier in laboratoria, echter wordt er niet veel onderzoek gedaan naar de leefstijl en de noden van de cavia. Dit is ook deels te merken in het onderzoek zelf. Hierin werd aangetoond dat het aanbod in dierenspeciaalzaken nog niet helemaal aan de noden van de cavia is aangepast, vooral de caviaverblijven, verrijking en voeding voldoen nog niet aan de noden van de cavia. De kennis van de consument is wel redelijk goed, al zijn er hier ook nog enkele verbeteringen mogelijk. De kennis over het type materiaal voor de verblijven, de verrijking en deels de voeding is nog niet voldoende. Het is nochtans belangrijk dat cavia’s gehuisvest worden volgens hun behoeften aangezien een foutieve huisvesting kan leiden tot gezondheidsproblemen.
Choose an application
Het welzijn van gorilla’s in dierentuinen is vandaag de dag nog steeds een groot probleem net zoals bij vele dieren. Er bestaan richtlijnen om gorilla’s zo goed mogelijk te laten verblijven in dierentuinen. Deze richtlijnen zouden het welzijn van gorilla’s in dierentuinen goed moeten houden of verbeteren. Ook bestaan er in Vlaanderen en Duitsland minimumnormen. Het onderzoek in deze bachelorproef naar het welzijn van gorilla’s in dierentuinen is opgedeeld in twee delen. Enerzijds wordt er een vergelijking gemaakt tussen de vijf domeinen van Mellor en de EAZA Best Practice Guidelines for Gorillas. Anderzijds worden er verschillende verblijven via Zoolex besproken en vergeleken met de minimumnormen van de Vlaamse wetgeving. Uit het onderzoek bleek dat de EAZA richtlijnen voor gorilla’s zeer praktisch uitgeschreven zijn. Hierdoor komen de gorilla’s fysiek niets te kort, maar mentaal wel. De mentale toestand van de dieren wordt verwaarloosd. Dit betekent dat het welzijn van de gorilla’s niet op het niveau is dat gehoopt was. Naast het onderzoeken van de EAZA richtlijnen, zijn er ook verschillende verblijven onderzocht. Daaruit bleek dat de meeste dierentuinen een buitenverblijf hadden en deze ook dagelijkse toegang verleende aan de gorilla’s. Ondanks dat de gorilla’s een buitenverblijf hadden met een misschien mooi regenwoud of natuurlijke omgeving voor de bezoekers, hadden de meeste verblijven een aantal tekorten om een minimumverblijf te kunnen vormen voor een groep gorilla’s. Bij sommige buitenverblijven waren er bijvoorbeeld geen klimmogelijkheden of deftige schuilplekken om te kunnen schuilen van bezoekers. En dit is niet alles. Al deze tekorten zorgen er voor dat veel natuurlijk gedrag niet geuit kan worden en wordt er veel abnormaal gedrag teruggevonden bij de gorilla’s in dierentuinen.
Choose an application
De doelstelling van dit onderzoek was om een antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvraag, wordt er rekening gehouden met inteeltfactoren tijdens het fokken van sportpaarden. De besproken factoren zijn de kenmerken van de merrie en die van de hengst, zoals grootte en karakter. Ook de manier van informatie verwerven van de hengst werd bevraagd. Zoeken de fokkers bijvoorbeeld zelf informatie op over dekhengsten of laten ze zich informeren door hun dierenarts of hengstenhouders. Het onderzoek werd uitgevoerd doormiddel van een enquête die werd uitgestuurd via Facebook en e-mail, de 135 antwoorden werden verwerkt met Microsoft Excel. De literatuurstudie beschrijft het fokprogramma (voor het fokken van een paard), hoe een gezonde genetische diversiteit behouden kan worden, meetbare eigenschappen van sportpaarden zoals springvermogen en wat inteelt juist is. In de resultaten worden de relevantste antwoorden aangetoond door middel van grafieken en een tabel. Vanuit de resultaten werd duidelijk dat fokkers vooral zelf, op verschillende manieren, informatie gaan opzoeken zoals resultaten en stambomen. Bij de inteeltcoëfficiënt werd verwacht dat de hobbyfokker deze niet ging berekenen, dit bleek wel zo te zijn. Zowel de hobbyfokker als de professionele fokker berekenen de inteeltcoëfficiënt. Verder in het onderzoek werd duidelijk dat de fokkers weldegelijk rekening houden met de voorgaande bloedlijn van de hengst. Zij zouden graag de goede eigenschappen van de gekozen hengst behouden in het veulen. Daarnaast viel het op dat fokkers mogelijks niet altijd op de hoogte zijn van de aandoeningen van hun merrie.
Choose an application
Deze bachelorproef heeft als doel om een systeem te bouwen die het effect van bomen in steden kwantificeert. Aan de hand van elektronica werden dozen gemaakt die fijn stof en temperatuur meten. Luchtkwaliteit in steden wordt beïnvloed door bomen. In welke mate bomen bijdragen tot een verlaging van fijn stof is controversieel. Wat wel goed gedocumenteerd is, is dat bomen het hitte-eiland effect in steden verminderen. Het systeem die wordt ontwikkeld, zal temperatuur en fijn stof meten. Er werden hiervoor verschillende elektronische componenten gebruikt. Resultaten over metingen van temperatuur en PM2.5 met één en met vier dozen toont aan dat het systeem effectief relevante data opneemt. Extra metingen (met meer dozen) in vervolgonderzoek zijn nodig om conclusies te kunnen trekken over het effect van bomen op fijn stof en temperatuur in steden.
Choose an application
Onderstaand werk is een beschrijving van acht verschillende ziekten die vaak worden gezien bij honden in een dierenasiel. De ziekten die aan bod komen zijn giardiasis, kennelhoest, parvo, de ziekte van Carré, dermatofytose, demodicose, oormijt en leptospirose. Per ziekte komen volgende dingen aan bod: een beschrijving van de ziekte, het ziektebeeld, de manier van overdracht, mogelijke preventieve maatregelen, de diagnose, desinfectie en de behandeling. Per ziekte is er een protocol opgesteld dat beschrijft wat er gedaan moet worden bij (vermoeden van) een mogelijke ziekteuitbraak. Op deze manier kan er snel gehandeld worden. Er is een protocol voor in de asielen zelf en één voor opvanggezinnen.
Choose an application
De terugkeer van de wolf in België veroorzaakt implicaties voor de samenleving door de sterk uiteenlopende meningen. Zo zijn er zowel sterke voorstanders, als sterke tegenstanders, onder meer beïnvloed door hun cultuur en hobby’s. Uit voorgaande onderzoeken bleek dat jagers voornamelijk een negatieve houding hebben over de terugkeer van de wolf maar er waren ook individuen bij die net sterke voorstanders waren. Hoe de Vlaamse jagers hierover denken, was nog onduidelijk. Dit onderzocht ik a.d.h.v. een online enquête, die enkel onder jagers werd verdeeld, op verschillende facebook jachtpagina’s en ook op een gesloten ledenportaal van de Hubertus Vereniging Vlaanderen. De enquête is voornamelijk ingevuld door frequente jagers waarvan 49% wekelijks jaagt en 26% meermaals per week jaagt. Van alle respondenten stond 59% negatief tegenover de terugkeer van de wolf, 27% stemde neutraal en 14% was positief. Het van mening zijn dat de wolf, al dan niet, op een natuurlijke manier in België is terechtgekomen, had invloed op hun mening. Zo hebben personen die van mening zijn dat de wolf op een onnatuurlijke manier in België is terechtgekomen, ook meestal een negatieve kijk op de terugkeer ervan. Personen die wel denken dat de wolf op een natuurlijke manier is teruggekomen, tonen vaker een positieve houding tegenover de wolf. Het beschikken over dieren heeft de neiging naar invloed hebben op hun mening. Andere variabelen werden ook getest maar deze bleken geen directe/overtuigende invloed te hebben op hun mening. Dit waren zaken zoals: jachtervaring, opleidingsniveau, directe woonomgeving, in contact komen met de natuur tijdens hun beroep, een al dan niet directe ontmoeting met een wilde wolf gehad te hebben, leeftijd en geslacht. 67% van de respondenten was van mening dat er boven op de huidige maatregelen, nog extra maatregelen nodig zijn om het samenleven tussen wolf en mens te bevorderen. Het is dus zeker interessant verder onderzoek te plegen rond dit onderwerp om zo misvattingen tussen verschillende sociale groepen in de samenleving te vermijden.
Choose an application
Vandaag de dag zijn paarden enorm atletische dieren. Als we kijken naar het lichaam van hun voorouders valt dit bijna niet te vergelijken. Paarden worden zowel voor recreatieve doeleinden als voor de paardensport op hoger niveau ingezet. Er wordt fysiek veel verlangd van het paard. Hierdoor wordt het paardenlichaam zwaar belast. Het paardenbeen is anatomisch zodanig opgebouwd dat de pezen onbeschermd liggen, waardoor er een verhoogde kans is op blessures. Daarom grijpen veel paardeneigenaren naar beenbescherming. Zowel recreatie- als wedstrijdruiters gebruiken beenbescherming bij hun paard. Peesbeschermers worden het vaakst toegepast. Daarom kan het gebruik van beenbescherming voordelig zijn. Ondanks dat bescherming nuttig kan zijn, hangen er ook risico’s aan vast. Het grootste probleem is de warmte die zich ontwikkelt onder de beenbeschermers tijdens het gebruik ervan. Dit veroorzaakt het degenereren van de pezen en kan leiden tot peesletsel. Daarnaast is de juiste pasvorm en het correct aanbrengen van de beenbescherming ook van belang. Want een foute pasvorm en het foutief aanbrengen zorgt voor ongemak bij het paard. Het doel van dit rapport is om beenbescherming bij paarden en de invloed ervan op het paardenbeen nader te onderzoeken. Dit onderzoek bestaat hoofdzakelijk uit een literatuurstudie. Via een korte enquête wordt er nagegaan waarom en wanneer men in België en Nederland beenbescherming gebruikt bij paarden. Dit onderwerp is relevant omdat hierrond nog veel onenigheid bestaat. De een zweert bij het gebruik van beenbescherming, de ander is ervan overtuigd dat het volledig overbodig is. Bovendien is de beschikbare informatie omtrent het gebruik ervan nog onvoldoende, verder onderzoek is een vereiste.
Listing 1 - 10 of 108 | << page >> |
Sort by
|