Narrow your search

Library

KU Leuven (4)

UCLL (1)


Resource type

dissertation (3)

book (1)


Language

Dutch (4)


Year
From To Submit

2018 (1)

2017 (1)

2011 (1)

2004 (1)

Listing 1 - 4 of 4
Sort by

Book
Organische stof : de essentie van bodemkwaliteit
Authors: --- --- ---
Year: 2011 Publisher: Heverlee Bodemkundige dienst van België

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Fenotypische merkers voor een vroege selectie van boomarchitectuur bij appel (Malus x domestica Borkh.)

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Bepaling van de kritische fosforbeschikbaarheid in de bodem voor landbouwgewassen in Vlaanderen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Fosfor is essentieel voor een goede gewasgroei en -opbrengst. Fosforbeschikbaarheid is de kleine hoeveelheid van de fosfor in de bodem die beschikbaar is voor de plant, en is wereldwijd vooral een opbrengstlimiterende factor voor landbouwgewassen. In Noordwest-Europa is er echter algemeen voldoende tot een overmaat aan fosfor in de bodem. De kritische fosforbeschikbaarheid is de drempelwaarde in de fosforbeschikbaarheid waaronder de gewasopbrengst daalt. Daarnaast is er de drempelwaarde in de fosfor-beschikbaarheid waarbij de fosforverliezen sterk stijgen. Die verliezen kunnen terechtkomen in oppervlakte- en grondwater, met eutrofiëring als gevolg. Tussen de drempelwaardes wordt een streefzone afgebakend, die is zowel vanuit landbouw- als milieukundig standpunt optimaal. De ondergrens van die streefzone wordt in dit onderzoek onder de loep genomen. De kritische fosforbeschikbaarheid in de bodem voor een gewas kan op drie verschillende manieren worden bepaald: via langdurige bemestingsproeven, eenmalige responsproeven en monitoringsproeven. ILVO, BDB en KU Leuven voeren een fosforproject uit, waarin onderzoek gedaan wordt naar het economisch en milieukundig verantwoord fosforgebruik in de Vlaamse landbouw. Op basis van langdurige bemestingsproeven van buiten Vlaanderen werden reeds voorlopige waarden voor kritische fosforbeschikbaarheid voor maïs, aardappelen, wintertarwe, wintergerst, suikerbieten en raaigras bepaald. In dit onderzoek, dat deel uitmaakt van het fosforproject, wordt met behulp van de monitorings- en responsproeven gedurende drie jaar (2016-2018) nagegaan of de voorlopig vastgestelde kritische fosforbeschikbaarheid ook voor Vlaanderen geldt. De monitoringsproef werd uitgevoerd op zes gewassen: maïs, aardappelen, wintertarwe, wintergerst, suikerbieten en raaigras. Op kritische momenten voor fosforopname in de gewasgroei vond een analyse van het fosforgehalte in het gewas en de fosforbeschikbaarheid in de bodem plaats. Nadien werd het geanalyseerde fosforgehalte vergeleken met het kritische fosforgehalte voor dat gewas uit de literatuur. Indien het fosforgehalte in het gewas lager was dan de kritische waarde, werd besloten dat de fosforbeschikbaarheid van de bodem te laag was voor een optimale gewasgroei en -opbrengst. De monitoringsproef leverde echter geen eenduidige resultaten op, wellicht omdat er andere factoren dan de fosforbeschikbaarheid bepalend waren voor de gewasgroei en daardoor ook voor het fosforgehalte. Ook is het mogelijk dat er variatie was in bepaalde factoren die een invloed hebben gehad op de fosforopname, en daardoor ook op het fosforgehalte in het gewas. De responsproef werd uitgevoerd op wintertarwe, aardappelen en maïs. Op een perceel met een lage fosforbeschikbaarheid werd nagegaan of een bemesting met fosfor een opbrengstverhoging kan teweegbrengen. Indien dat het geval was, was de fosforbeschikbaarheid van dat perceel te laag voor een optimale opbrengst en lag die dus onder de kritische waarde. Uit de proeven van 2017 werd de geschatte kritische fosforbeschikbaarheid voor wintertarwe, aardappelen en maïs van 2016 grotendeels bevestigd. Voor wintertarwe moet de voorlopige kritische waarde van 70-80 mg P/kg niet hoger worden geschat. Voor aardappelen en maïs wordt de range van de kritische fosforbeschikbaarheid uitgebreid tot respectievelijk 90-180 mg P/kg en 60-90 mg P/kg. Om die waardes te bevestigen en verder te verfijnen zijn extra bemestingsproeven in 2018 nodig.

Keywords


Dissertation
Kritische fosforbeschikbaarheid voor landbouwgewassen in Vlaanderen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Voldoende fosforbeschikbaarheid in de bodem is essentieel voor de plantengroei. Plantenwortels nemen fosfor op uit de bodemoplossing. De hoeveelheid fosfor in de bodemoplossing is vaak gering ten opzichte van de hoeveelheid fosfor in de bodem. Een deel van de fosforhoeveelheid in de vaste bodemfase kan vrijkomen en beschikbaar worden voor de plant. Door bemesting kan de hoeveelheid beschikbare fosfor verhoogd worden. Een recente bemesting heeft in vergelijking met de fosfortoestand in de bodem geen grote invloed op de fosforbeschikbaarheid. De bemestingsgeschiedenis daarentegen heeft een grotere invloed want de bemestingsgeschiedenis creëert de fosfortoestand in de bodem. Een goed bemestingsadvies is noodzakelijk om de streefzone voor fosforbeschikbaarheid in de bodem te bereiken. Door te hoge fosforhoeveelheden in de bodem, kunnen fosforverliezen uit de bodem optreden wat nadelige gevolgen heeft voor het milieu. Dit onderzoek kadert in een groter onderzoek over economisch en milieukundig verantwoord fosforgebruik dat uitgevoerd wordt door ILVO, Bodemkundige Dienst van België en KU Leuven. Er worden twee methodes toegepast om de minimale benodigde fosforbeschikbaarheid voor het gewas te bepalen: de eenmalige bemestingsproef en de evaluatie van het fosforgehalte in het gewas (monitoringsproef). De bemestingsproeven worden toegepast op drie gewassen: wintertarwe, snijmaïs en aardappelen. Met de bemestingsproef wordt nagegaan of het bij een bepaalde fosforbeschikbaarheid in de bodem nog mogelijk is om een hogere opbrengst te behalen door fosforbemesting in verschillende bemestingstrappen. De monitoringsproeven worden toegepast op zes gewassen: wintertarwe, snijmaïs, aardappelen, wintergerst, suikerbieten en raaigras. Het fosforgehalte in het geoogste deel van de plant wordt bepaald en vergeleken met kritische fosforgehaltes uit de literatuur. Er wordt nagegaan of bij een lagere of hogere fosforbeschikbaarheid dan de voorlopig vastgestelde waarde voor Vlaanderen een respectievelijk lager of hoger fosforgehalte in de plant wordt waargenomen. Door combinatie van deze twee methodes gedurende drie jaar kan de kritische fosforbeschikbaarheid voor die gewassen in Vlaanderen geschat worden. Uit de resultaten blijkt dat ondanks de lage fosforbeschikbaarheid in de bodem de invloed van de bemestingsdosis op de opbrengst en/of het fosforgehalte niet altijd significant is. Voor aardappelen kan besloten worden dat de kritische fosforbeschikbaarheid lager is dan de voorlopig vastgestelde kritische fosforbeschikbaarheid. Voor wintertarwe en snijmaïs zijn de resultaten niet eenduidig. Op het ene perceel is de invloed van de bemestingsdosis op de opbrengst en/of het fosforgehalte significant, op het andere perceel niet. Een fosfortekort in de bodem is niet altijd eerder merkbaar in het fosforgehalte van het geoogste deel van de plant dan in de droge stofopbrengst. Zowel bij wintertarwe als bij snijmaïs werd geen significante invloed van de bemestingsdosis op het fosforgehalte gemeten terwijl bij wintertarwe de bemestingsdosis wel een significante invloed had op de graanopbrengst. Voor aardappelen was de invloed van de bemestingsdosis op het fosforgehalte in de knol significant terwijl de invloed van de bemestingsdosis op de opbrengst niet significant was. Uit de monitoringsproeven kan besloten worden dat een lagere of hogere fosforbeschikbaarheid bijna altijd resulteert in een respectievelijk lager of hoger fosforgehalte in het geoogste deel van de plant.

Keywords

Listing 1 - 4 of 4
Sort by