Narrow your search

Library

KU Leuven (7)


Resource type

dissertation (7)


Language

English (7)


Year
From To Submit

2023 (6)

2018 (1)

Listing 1 - 7 of 7
Sort by

Dissertation
The effect of the wheelchair skills training program on participation and quality of life in children and young people with cerebral palsy

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het is belangrijk dat mensen zich kunnen verplaatsen zonder hulp van anderen om deel te nemen aan het maatschappelijke leven (participatie). Dat heeft impact op hun levenskwaliteit. Dat geldt uiteraard ook voor kinderen en jongeren. Mensen met ernstige lichamelijke beperkingen zijn hier vaak beperkt in, maar kunnen dankzij elektrische rolstoelen zelfstandig mobiel zijn. In deze studie werd het effect onderzocht van een rolstoeltrainingsprogramma op participatie en levenskwaliteit bij kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) tussen 10 en 21 jaar oud. CP ontstaat wanneer de hersenen van een kind voor, tijdens of binnen het eerste jaar na de geboorte beschadigd raken. Door deze aandoening werken de hersenen niet meer goed samen met de spieren. Dit zorgt voor allerlei klachten, zoals problemen met bewegen. Deze kinderen en jongeren zijn dus afhankelijk van passende hulpmiddelen en trainingsprogramma's om mobiliteitsbeperkingen te verhelpen. Tot op vandaag zijn er geen heldere richtlijnen rond duur, intensiteit en structuur voor mobiliteits-trainingsprogramma’s voor kinderen en jongeren met ernstige CP. Het Wheelchair Skills Training Program (WSTP) blijkt geschikt te zijn voor verschillende rolstoelafhankelijke populaties. Het WSTP is nog niet gebruikt voor kinderen en jongeren met ernstige CP maar het lijkt wel tegemoet te komen aan hun noden. Voor de studie van start ging, was de verwachting dat er na het WSTP een verbetering zou zijn in rolstoelvaardigheden, participatie en levenskwaliteit. Daarnaast werd er verwacht dat er een verband zou zijn tussen de verbetering in rolstoelvaardigheden en de verbetering in participatie enerzijds en de verbetering in rolstoelvaardigheden en de verbetering in levenskwaliteit anderzijds. Er werden twee verschillende aspecten van participatie bekeken. Enerzijds in welke mate de vooropgestelde doelen bereikt werden (uitvoering) en anderzijds hoe tevreden het kind/de jongere zich daarbij voelde. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat de rolstoelvaardigheden na het programma verbeterd waren. Verder verbeterden beide aspecten van de participatie van de deelnemers duidelijk na het trainingsprogramma. De vragenlijst over de levenskwaliteit bevatte negen domein. Na de trainingen was er in geen enkel domein een duidelijke verbetering zichtbaar. Als de rolstoelvaardigheden van een deelnemer na het WSTP goed waren, was de tevredenheid over zijn/haar participatie ook goed. De uitvoering van hun participatiedoelen had echter geen sterke relatie met hun rolstoelvaardigheden. Daarentegen bleek dat een verbetering van de rolstoelvaardigheden een matige, goede of zelfs uitstekende relatie had met een verbetering van bepaalde aspecten van de levenskwaliteit en de totale levenskwaliteit. Deze studie toont dus aan dat met het programma voor rolstoelvaardigheidstraining de participatie van een kind of jongvolwassene kan verbeteren. Op basis van de waargenomen relaties kan er gezegd worden dat als hun rolstoelvaardigheid verbetert, hun levenskwaliteit ook kan verbeteren op lange termijn. Het gebruik van het programma voor rolstoelvaardigheidstraining kan veelbelovend zijn voor gebruik in de klinische praktijk om de zelfstandigheid van kinderen en jongeren met CP te stimuleren. Voor meer robuuste resultaten zijn echter meer studies nodig met meer deelnemers, een langere trainingsperiode en nog betere beoordelingsinstrumenten voor levenskwaliteit.

Keywords


Dissertation
THE RELATION OF POWERED WHEELCHAIR SKILLS TRAINING AND STRESS INDICATORS IN CHILDREN AND YOUNG PEOPLE WITH CEREBRAL PALSY

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Kinderen met cerebrale parese hebben veel hulp nodig in hun dagelijkse leven en zijn in veel situaties afhankelijk van hun omgeving. Cerebrale parese is een aandoening die zich situeert in het ontwikkelende brein. Als resultaat zien we vaak ernstige motorische tekorten, meer bepaald in de laatste drie GMFCS-levels. Deze kinderen ervaren de meeste beperkingen. Onze studie verdiept zich meer in deze elektrische rolstoelafhankelijke doelgroep. Ondanks dat ze ernstige limieten ervaren, is het belangrijk om hen zo veel mogelijk onafhankelijk te laten ontwikkelen, wat op zijn beurt ontwikkeling, participatie, zelf-ontdekking en motorisch leren zal bevorderen. Een elektrische rolstoel kan een belangrijke rol spelen in dit proces. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat deze kinderen kunnen welvaren bij een rolstoeltrainingsprogramma ter verbetering van hun rolstoelvaardigheden. Het doel van deze studie is om de invloed van stress in een programma voor het trainen van rolstoelvaardigheden na te gaan, aangezien stress een significante invloed kan hebben op motorisch leren. Hiervoor besloten we HRV parameters te gebruik om de stresslevels in kinderen met CP na te gaan. Ondanks dat er een link werd gevonden in de interventieperiode tussen de verandering in WST scores en HRV parameters, was er geen duidelijke toename in stress levels in een rolstoeltrainingsprogramma. Een belangrijke kanttekening is hier dat eerder onderzoek heeft aangetoond dat HRV parameters significant kunnen verschillen in kinderen met CP en normaal ontwikkelende kinderen. Verder, zijn er ook maar beperkte referentiewaarden voor HRV parameters in kinderen met CP. In toekomstig onderzoek kan dit een belangrijke stap zijn om dieper in te gaan op de invloed van stress op kinderen met CP. Toch kunnen we concluderen dat ieder kind kan gebruik maken van een trainingsprogramma om zijn/haar rolstoelvaardigheden te verbeteren en dat dit geïmplementeerd dient te worden in hun therapieprogramma.

Keywords


Dissertation
The impact of the Wheelchair Skills Training Program on wheelchair mobility skills in children and young people with cerebral palsy

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

“Cerebrale parese (CP) is een neurologische aandoening die het bewegen en de houding aantast. Het ontstaat door schade aan de zich ontwikkelende hersenen, meestal voor, tijdens of kort na de geboorte.” CP is de meest voorkomende oorzaak van ernstige lichamelijke beperkingen in de vroege kinderjaren en treft ongeveer 1.6 op 1000 geborenen. Afhankelijk van het type bewegingsstoornis en de aangetaste lichaamsdelen wordt er een onderverdeling gemaakt in verschillende types CP, met meest voorkomende: spastische, dyskinetische en ataxische CP. De ernst van CP kan je op basis van grove motoriek en functionele beperkingen opdelen in gradaties van niveau 1 tot 5. CP kan leiden tot sociale, psychologische en cognitieve beperkingen. Als gevolg hiervan heeft een kind een mindere onafhankelijkheid in het leven. Het besturen van een gemotoriseerde rolstoel zou dan een hulpmiddel kunnen zijn om hun autonomie te verzekeren. Ondanks dat het zelfstandig gebruiken van een gemotoriseerde rolstoel de zorgverlener ontlast, zullen deze motorische beperkingen zowel het gebruiken van een elektrische rolstoel als het aanleren van rolstoelvaardigheden beïnvloeden. In 1996 ontwikkelden R. Lee Kirby en collega's het ‘Wheelchair Skills Training Program’ (WSTP). Het wordt gedefinieerd als een ‘evidence-based’ trainingsprogramma om de rolstoelvaardigheden van personen met mobiliteitsbeperkingen te verbeteren. Aan de hand van de ‘Wheelchair Skills Test’ (WST) en optioneel de ‘Wheelchair Skills Test-Questionnaire’ (WST-Q) wordt de capaciteit van de vaardigheden gemeten. WSTP is nuttig en veilig gebleken bij verschillende rolstoelafhankelijke populaties, maar tot op heden heeft geen enkele studie zich in het bijzonder gericht op kinderen en adolescenten met ernstige CP. Elf kinderen, tussen 10 en 21 jaar oud, gediagnosticeerd met CP en gebruikmakend van een elektrische rolstoel, werden gerekruteerd om deel te nemen aan dit onderzoek bestaande uit drie, vier weken durende, fasen (baseline-, interventie- en retentiefase). Om de vooruitgang in uitvoering van hun rolstoelvaardigheden vast te stellen, werd de WST op vier meetpunten afgenomen. Daarnaast werd de kinesitherapeut of ergotherapeut van elke deelnemer gevraagd om wekelijks de WST- Q in te vullen tijdens de baseline- en interventiefase, alsook op elk meetpunt. Een stijging van gemiddeld 10% in de WST-scores na de interventie was zichtbaar en stelt dat men de vaardigheid beter kon uitvoeren. Na een retentiefase verminderde het niveau van de deelnemer niet. Bovendien werden de drie WST-Q subschalen (prestatie, frequentie en vertrouwen) bestudeerd. De prestatieschaal meet of de deelnemer de vaardigheid kan. De frequentieschaal registreert hoe vaak een deelnemer de vaardigheid uitvoert. De betrouwbaarheidsschaal evalueert het vertrouwen tijdens de uitvoering. De prestatie- en frequentieschaal rapporteerden een effect in de tijd en gaven aan dat door oefening het aantal en de uitvoering van de vaardigheid was verbeterd. Het vertrouwen is moeilijk te beoordelen, aangezien subjectiviteit de resultaten overschaduwt. Verschillende factoren kunnen de trainingsresultaten hebben beïnvloed, zoals motivatie, gemoedstoestand van de deelnemer, interpretatie van kinesitherapeut of ergotherapeut,... Toch heeft dit WSTP de mobiliteitsvaardigheden bij kinderen en adolescenten met ernstige CP verbeterd. Hopelijk kan dit protocol binnen deze populatie verder worden onderzocht zodat WSTP kan worden toegepast in de klinische praktijk.

Keywords


Dissertation
The impact of the Wheelchair Skills Training Program on wheelchair mobility skills in children and young people with cerebral palsy

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

“Cerebrale parese (CP) is een neurologische aandoening die het bewegen en de houding aantast. Het ontstaat door schade aan de zich ontwikkelende hersenen, meestal voor, tijdens of kort na de geboorte.” CP is de meest voorkomende oorzaak van ernstige lichamelijke beperkingen in de vroege kinderjaren en treft ongeveer 1.6 op 1000 geborenen. Afhankelijk van het type bewegingsstoornis en de aangetaste lichaamsdelen wordt er een onderverdeling gemaakt in verschillende types CP, met meest voorkomende: spastische, dyskinetische en ataxische CP. De ernst van CP kan je op basis van grove motoriek en functionele beperkingen opdelen in gradaties van niveau 1 tot 5. CP kan leiden tot sociale, psychologische en cognitieve beperkingen. Als gevolg hiervan heeft een kind een mindere onafhankelijkheid in het leven. Het besturen van een gemotoriseerde rolstoel zou dan een hulpmiddel kunnen zijn om hun autonomie te verzekeren. Ondanks dat het zelfstandig gebruiken van een gemotoriseerde rolstoel de zorgverlener ontlast, zullen deze motorische beperkingen zowel het gebruiken van een elektrische rolstoel als het aanleren van rolstoelvaardigheden beïnvloeden. In 1996 ontwikkelden R. Lee Kirby en collega's het ‘Wheelchair Skills Training Program’ (WSTP). Het wordt gedefinieerd als een ‘evidence-based’ trainingsprogramma om de rolstoelvaardigheden van personen met mobiliteitsbeperkingen te verbeteren. Aan de hand van de ‘Wheelchair Skills Test’ (WST) en optioneel de ‘Wheelchair Skills Test-Questionnaire’ (WST-Q) wordt de capaciteit van de vaardigheden gemeten. WSTP is nuttig en veilig gebleken bij verschillende rolstoelafhankelijke populaties, maar tot op heden heeft geen enkele studie zich in het bijzonder gericht op kinderen en adolescenten met ernstige CP. Elf kinderen, tussen 10 en 21 jaar oud, gediagnosticeerd met CP en gebruikmakend van een elektrische rolstoel, werden gerekruteerd om deel te nemen aan dit onderzoek bestaande uit drie, vier weken durende, fasen (baseline-, interventie- en retentiefase). Om de vooruitgang in uitvoering van hun rolstoelvaardigheden vast te stellen, werd de WST op vier meetpunten afgenomen. Daarnaast werd de kinesitherapeut of ergotherapeut van elke deelnemer gevraagd om wekelijks de WST- Q in te vullen tijdens de baseline- en interventiefase, alsook op elk meetpunt. Een stijging van gemiddeld 10% in de WST-scores na de interventie was zichtbaar en stelt dat men de vaardigheid beter kon uitvoeren. Na een retentiefase verminderde het niveau van de deelnemer niet. Bovendien werden de drie WST-Q subschalen (prestatie, frequentie en vertrouwen) bestudeerd. De prestatieschaal meet of de deelnemer de vaardigheid kan. De frequentieschaal registreert hoe vaak een deelnemer de vaardigheid uitvoert. De betrouwbaarheidsschaal evalueert het vertrouwen tijdens de uitvoering. De prestatie- en frequentieschaal rapporteerden een effect in de tijd en gaven aan dat door oefening het aantal en de uitvoering van de vaardigheid was verbeterd. Het vertrouwen is moeilijk te beoordelen, aangezien subjectiviteit de resultaten overschaduwt. Verschillende factoren kunnen de trainingsresultaten hebben beïnvloed, zoals motivatie, gemoedstoestand van de deelnemer, interpretatie van kinesitherapeut of ergotherapeut, ... Toch heeft dit WSTP de mobiliteitsvaardigheden bij kinderen en adolescenten met ernstige CP verbeterd. Hopelijk kan dit protocol binnen deze populatie verder worden onderzocht zodat WSTP kan worden toegepast in de klinische praktijk.

Keywords


Dissertation
The effect of the wheelchair skills training program on participation and quality of life in children and young people with cerebral palsy

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het is belangrijk dat mensen zich kunnen verplaatsen zonder hulp van anderen om deel te nemen aan het maatschappelijke leven (participatie). Dat heeft impact op hun levenskwaliteit. Dat geldt uiteraard ook voor kinderen en jongeren. Mensen met ernstige lichamelijke beperkingen zijn hier vaak beperkt in, maar kunnen dankzij elektrische rolstoelen zelfstandig mobiel zijn. In deze studie werd het effect onderzocht van een rolstoeltrainingsprogramma op participatie en levenskwaliteit bij kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) tussen 10 en 21 jaar oud. CP ontstaat wanneer de hersenen van een kind voor, tijdens of binnen het eerste jaar na de geboorte beschadigd raken. Door deze aandoening werken de hersenen niet meer goed samen met de spieren. Dit zorgt voor allerlei klachten, zoals problemen met bewegen. Deze kinderen en jongeren zijn dus afhankelijk van passende hulpmiddelen en trainingsprogramma's om mobiliteitsbeperkingen te verhelpen. Tot op vandaag zijn er geen heldere richtlijnen rond duur, intensiteit en structuur voor mobiliteits-trainingsprogramma’s voor kinderen en jongeren met ernstige CP. Het Wheelchair Skills Training Program (WSTP) blijkt geschikt te zijn voor verschillende rolstoelafhankelijke populaties. Het WSTP is nog niet gebruikt voor kinderen en jongeren met ernstige CP maar het lijkt wel tegemoet te komen aan hun noden. Voor de studie van start ging, was de verwachting dat er na het WSTP een verbetering zou zijn in rolstoelvaardigheden, participatie en levenskwaliteit. Daarnaast werd er verwacht dat er een verband zou zijn tussen de verbetering in rolstoelvaardigheden en de verbetering in participatie enerzijds en de verbetering in rolstoelvaardigheden en de verbetering in levenskwaliteit anderzijds. Er werden twee verschillende aspecten van participatie bekeken. Enerzijds in welke mate de vooropgestelde doelen bereikt werden (uitvoering) en anderzijds hoe tevreden het kind/de jongere zich daarbij voelde. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat de rolstoelvaardigheden na het programma verbeterd waren. Verder verbeterden beide aspecten van de participatie van de deelnemers duidelijk na het trainingsprogramma. De vragenlijst over de levenskwaliteit bevatte negen domein. Na de trainingen was er in geen enkel domein een duidelijke verbetering zichtbaar. Als de rolstoelvaardigheden van een deelnemer na het WSTP goed waren, was de tevredenheid over zijn/haar participatie ook goed. De uitvoering van hun participatiedoelen had echter geen sterke relatie met hun rolstoelvaardigheden. Daarentegen bleek dat een verbetering van de rolstoelvaardigheden een matige, goede of zelfs uitstekende relatie had met een verbetering van bepaalde aspecten van de levenskwaliteit en de totale levenskwaliteit. Deze studie toont dus aan dat met het programma voor rolstoelvaardigheidstraining de participatie van een kind of jongvolwassene kan verbeteren. Op basis van de waargenomen relaties kan er gezegd worden dat als hun rolstoelvaardigheid verbetert, hun levenskwaliteit ook kan verbeteren op lange termijn. Het gebruik van het programma voor rolstoelvaardigheidstraining kan veelbelovend zijn voor gebruik in de klinische praktijk om de zelfstandigheid van kinderen en jongeren met CP te stimuleren. Voor meer robuuste resultaten zijn echter meer studies nodig met meer deelnemers, een langere trainingsperiode en nog betere beoordelingsinstrumenten voor levenskwaliteit.

Keywords


Dissertation
THE RELATION OF POWERED WHEELCHAIR SKILLS TRAINING AND STRESS INDICATORS IN CHILDREN AND YOUNG PEOPLE WITH CEREBRAL PALSY

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Kinderen met cerebrale parese hebben veel hulp nodig in hun dagelijkse leven en zijn in veel situaties afhankelijk van hun omgeving. Cerebrale parese is een aandoening die zich situeert in het ontwikkelende brein. Als resultaat zien we vaak ernstige motorische tekorten, meer bepaald in de laatste drie GMFCS-levels. Deze kinderen ervaren de meeste beperkingen. Onze studie verdiept zich meer in deze elektrische rolstoelafhankelijke doelgroep. Ondanks dat ze ernstige limieten ervaren, is het belangrijk om hen zo veel mogelijk onafhankelijk te laten ontwikkelen, wat op zijn beurt ontwikkeling, participatie, zelf-ontdekking en motorisch leren zal bevorderen. Een elektrische rolstoel kan een belangrijke rol spelen in dit proces. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat deze kinderen kunnen welvaren bij een rolstoeltrainingsprogramma ter verbetering van hun rolstoelvaardigheden. Het doel van deze studie is om de invloed van stress in een programma voor het trainen van rolstoelvaardigheden na te gaan, aangezien stress een significante invloed kan hebben op motorisch leren. Hiervoor besloten we HRV parameters te gebruik om de stresslevels in kinderen met CP na te gaan. Ondanks dat er een link werd gevonden in de interventieperiode tussen de verandering in WST scores en HRV parameters, was er geen duidelijke toename in stress levels in een rolstoeltrainingsprogramma. Een belangrijke kanttekening is hier dat eerder onderzoek heeft aangetoond dat HRV parameters significant kunnen verschillen in kinderen met CP en normaal ontwikkelende kinderen. Verder, zijn er ook maar beperkte referentiewaarden voor HRV parameters in kinderen met CP. In toekomstig onderzoek kan dit een belangrijke stap zijn om dieper in te gaan op de invloed van stress op kinderen met CP. Toch kunnen we concluderen dat ieder kind kan gebruik maken van een trainingsprogramma om zijn/haar rolstoelvaardigheden te verbeteren en dat dit geïmplementeerd dient te worden in hun therapieprogramma.

Keywords


Dissertation
Systematic literature review and meta-analysis on the effect of different interventions on muscle morphology in children with spastic cerebral palsy

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Cerebral palsy (CP) is the most frequent cause of childhood physical disability. It is caused by a brain lesion during fetal life or during early childhood. Even though the brain lesion itself is non-progressive, it will continue to influence the muscles as the children grow. The muscles will be stimulated differently by the brain and that is why children with cerebral palsy have often stiff and weak muscles. Due to the brain damage, the children cannot use their muscles in a normal way and the structure of muscles will develop different from typically developing healthy children. It has been scientifically researched that the muscles of these children have for example smaller volume, thickness and length than healthy children of the same age. Children with cerebral palsy receive a lot of different treatments as they grow up. They have to participate in physiotherapy, wear special shoes during the day and use braces that stretch their muscles during the night. Most of these children need to have surgeries and have their muscles injected with Botox to help relax their muscles. All these different treatments are necessary so that they can continue walking independently, have less pain and discomfort and prevents from developing bony deformities. However, it is unknown how these different interventions effect muscle structure in children with CP. Therefore, this study aimed to systematically search all the available scientific literature on how different treatments effect the muscle structure in children with CP. To do that, scientific databases were searched using a specific search strategy. Relevant articles were identified and the quality of them was assessed using a specific quality assessment questionnaire. 24 moderate quality scientific articles were found where the effect of different interventions on muscle structure was assessed. Found articles were highly diverse in methodology and therefore comprehensive comparisons were not possible. However, it was found that Botox injections, strength training, muscle stretching, balance exercises, electrical stimulation of the muscles, whole body vibration therapy and orthopedic surgeries can impact muscle structures. More research on this topic is definitely needed.

Keywords

Listing 1 - 7 of 7
Sort by