Listing 1 - 10 of 14 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Inleiding: In de literatuur wordt het tijdstip van afnavelen vaak getoetst aan de neonatale outcome op vlak van neonatale sterfte en de Apgar score van 1 en 5 minuten. De variabelen waarmee vergeleken wordt zijn het vroeg afnavelen (<60 sec) en het laat afnavelen (> 60 sec). Om te zorgen voor een optimale zorg is het belangrijk om protocollen te volgen die evidence based zijn. Methode: Voor de literatuurstudie zijn er met behulp van pubmed, 10 artikels geselecteerd aan de hand van de titel en het abstract. De selectie van wetenschappelijke literatuur bestonden uit randomized trials, twee prospective studies en één retrospectieve studie. Voor het praktijkdeel is er op zoek gegaan naar 5 internationale richtlijnen die een antwoord kunnen formuleren op de subonderzoeksvraag. Resultaten: De timing van het afnavelen gaf geen significant effect weer op de risico op sterfte en Apgar score na 1 minuut en 5 minuten. Uit het praktijkdeel kunnen we concluderen, dat geen enkel universitair ziekenhuis beschikt over een schriftelijk protocol. Vier van de vijf geselecteerde internationale richtlijnen stellen een beleid voor van het afnavelen na 1 minuut. Discussie: De beschikbare gegevens tonen aan dat de timing tussen 0 en 60 seconden (vroeg afnavelen) en de timing na 60 seconden (laat afnavelen) geen groot verschil tonen in de risico op sterfte onmiddellijk na de geboorte en op de Apgar score van 1 minuut en 5 minuten. Ook zijn verdere studies nodig om een duidelijk protocol te maken die in ziekenhuizen zou gebruikt kunnen worden.
Choose an application
Studies rapporteren dat buiten ziekenhuis bevallingen van laag risico zwangerschappen verminderde interventiepercentages hebben in vergelijking met ziekenhuisbevallingen. Bovendien blijft de veiligheid van geplande thuisbevallingen in veel westerse landen controversieel. Het doel van deze studie is om het optreden van postpartum hemorragieën bij laag risico zwangerschappen te vergelijken tussen thuisbevallingen en ziekenhuisbevallingen. Het beleid bij het optreden van een postpartum hemorragie bij Vlaamse en Brusselse thuisbevallingen werd ook bestudeerd. Voor het literatuuronderzoek werden tien artikels uit de databank PubMed geïncludeerd. Verder werden er voor het praktijkdeel interviews afgenomen en geanalyseerd. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat de geplande thuisbevallingen van vrouwen met een laag risico zwangerschap geen hoger risico hebben, op het optreden van postpartum hemorragieën dan ziekenhuisbevallingen van laag risico zwangerschappen. Uit het praktijkdeel blijkt dat de praktijken gelijklopende acties namen. Op preventief vlak lag de focusvoornamelijk op de fysiologische verloop van het geboorteproces. De behandelingsmethode kwam overeen met de algemene WHO-richtlijnen. Er werden geen bewijzen gevonden voor de stelling dat vrouwen met een laag risico zwangerschap die gepland thuis bevallen een verhoogd risico hebben op het optreden van een postpartum hemorragie. De bekomen resultaten uit het literatuuronderzoek zouden echter beïnvloed kunnen zijn door het beleid dat gehanteerd werd bij thuisbevallingen. Verdere onderzoeken zijn nodig om dit uit te klaren.
Choose an application
Probleemstelling:Hypnose tijdens de bevalling is een niet-farmacologische pijnbestrijding. Hier in België is het nog niet allom gekend en wordt het dus niet vaak toegepast. In België worden bijgevolg vooral farmacologische pijnbestrijdingen aangeboden, zoals bijvoorbeeld de epidurale analgesie, mede door de groeiende medicalisering in ons land. De epidurale analgesie is dan wel de meest effectieve methode tegen baringspijn, toch heeft deze methode nadelige effecten. Bij hypnose tegen baringspijn daarentegen, vertoont de methode weinig nadelige effecten.Vraagstelling:•Hoe wordt hypnose gebruikt tijdens de zwangerschap en bij baringspijn?•Wat is de werking van hypnose tijdens de zwangerschap en bij baringspijn?•Wat zijn de neveneffecten van hypnose? •Wat is de efficiëntie van hypnose bij baringspijn?•Wat is de rol van de vroedvrouw?
Choose an application
AbstractDe rol van de vroedvrouw in het begeleiden en informeren van vrouwen die in aanmerking komen voor VBAC. Naam: Jennifer VetsuypersInterne promotor: Mevr. Mortier SarahExterne promotor: Dr. Faron GillesProbleemstellingHet aantal sectio’s neemt wereldwijd toe. Cyprus telt het meeste aantal sectio’s (52,2%), gevolgd door Italië (38%), Roemenië (36,9%) en Portugal (36,3%). Ondanks het feit dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) pleit voor een sectiopercentage van maximaal 15%. IJsland bevindt zich hieronder met een percentagecijfer van 14,8%. Finland (16,8%), Nederland (17%), Zweden en Noorwegen (17,1%) hebben een sectiopercentage onder de 20%. In Amerika (USA) zijn het aantal sectio’s tussen 1970 en 2007 dramatisch gestegen van 5% tot meer dan 31%. Evenzeer in Australië is het sectiopercentage in 10 jaar tijd gestegen van 21,8% tot 31,1% in 2010. België bevindt zich met ongeveer 20% in de middenmoot. Het sectiopercentage in Vlaanderen in 2014 bedraagt 20,6%. In 1991 bedroeg het percentage sectio’s in Vlaanderen slechts 10,9%. Hieruit kan besloten worden dat ook in Vlaanderen het aantal sectio’s blijft stijgen (ACOG, 2010; Chen en Hancock, 2011; SPE, 2015; EURO-PERISTAT, 2013; CEpiP, 2015). Bovendien is het opvallend dat weinig vrouwen op de hoogte zijn of een vaginale bevalling na een sectio (VBAC) al dan niet mogelijk is. Een repeat sectio blijkt met 28,2%, de meest voorkomende indicatie te zijn om tot een sectio over te gaan (SPE, 2015).VraagstellingWeten parturiënten met een sectio in de voorgeschiedenis wat hun opties zijn tijdens hun volgende zwangerschap en bevalling?Welke informatie omtrent VBAC moet gegeven worden aan vrouwen met een sectio in de voorgeschiedenis en op welke termijn?Heeft het gericht informeren van vrouwen over de mogelijkheid van VBAC een positieve invloed op het sectiocijfer?Methode De methode die gebruikt werd om een antwoord te vinden op de vraagstellingen van dit eindwerk is een literatuurstudie. Er werd gebruik gemaakt van verschillende databanken waaronder: Pubmed, Science Direct, Web Of Science en CINAHL. In deze databanken werden de volgende zoektermen ingegeven: Vaginal birth after cesarean, trial of labor, knowledge, experience, pregnancy, informed consent, education en counseling. Op basis van jaartal werden er artikels geselecteerd. Er werd enkel gebruik gemaakt van recente literatuur, die niet ouder was dan 10 jaar. Verder werd er gebruik gemaakt van de sneeuwbalmethode, voor het bekomen van relevante literatuur. Daarnaast werden nog boeken geraadpleegd uit de bibliotheek van de Erasmuhogeschool Brussel met een limiet van 10 jaar.Resultaten/besluitUit deze literatuurstudie is gebleken dat zwangere vrouwen onvoldoende worden geïnformeerd over de keuze tussen VBAC en een herhaalde sectio caesarea. VBAC is ook niet altijd mogelijk, aangezien er contra-indicaties kunnen zijn zoals: een klassieke sectio of operaties aan de uterus in het verleden, een eerdere uterusruptuur of wanneer de vrouw reeds meer dan 2 sectio’s heeft ondergaan.Als vroedvrouw is het belangrijk voldoende informatie te geven aan zwangere vrouwen over de mogelijkheid van VBAC, het succespercentage en de voor- en nadelen hiervan. Ook moet de vrouw informatie krijgen over de risico’s van een herhaalde sectio caesarea. Bovendien moet de vrouw nog altijd de kans krijgen om zelf te beslissen welke methode van bevalling ze wil ondergaan en deze moet gerespecteerd worden door de zorgverleners.Implicaties voor vroedkundige praktijkVroedvrouwen zijn als hulpverlener naast de gynaecoloog ook belangrijk bij de keuze voor een al dan niet vaginale bevalling na een keizersnede. Counseling is hierbij van groot belang. Zo moet de vroedvrouw ook op de hoogte zijn van zowel de voor- en nadelen als van de contra-indicaties voor een eventuele vaginale bevalling na een vorige keizersnede.
Choose an application
Choose an application
IntroductieDe doelstelling van deze bachelorproef is het in kaart brengen van de impact van genetische factoren in de context van een spontane abortus. Methode Voor deze literatuuronderzoek werd de databank Medline doorzocht via Pubmed. Resultaten Uit onderzoeken die dit jaar gepubliceerd zijn (Cimadomo et al., 2018 & Taylor et al., 2018) werd ondervonden dat vrouwen vanaf de leeftijd van 43 jaar, het risico op aneuploïde fouten in hun karyotype 50% is en bij vrouwen ouder dan 45 jaar bijna 100%. Discussie/ besluit De resultaten monden op verschillende oorzaken uit. In deze bachelorproef worden enkele oorzaken uitgelegd. In de onderzoeken kwamen de leeftijd en de genetische oorzaken vaak aan bod, maar buiten deze oorzaken kunnen nog anderen mogelijkheden het gevolg van een miskraam zijn. Onderzoeken geven bijvoorbeeld aan dat endocriene factoren en auto-immuniteit ook een grote rol kunnen spelen in de oorzaken van een miskraam.
Choose an application
De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan om kinderen gedurende de zes eerste levensmaanden exclusief borstvoeding te geven. Hierdoor kunnen honderdduizenden kinderlevens en tienduizenden vrouwenlevens gered worden per jaar. Daarnaast kunnen jaarlijks miljoenen euro’s uitgespaard worden doordat ziektes vermeden worden. Slechts 39% van de kinderen over de hele wereld krijgt effectief gedurende 6 maanden exclusief borstvoeding. Van de vrouwen die stoppen met het geven van borstvoeding geeft maar liefst 90% aan dat ze graag langer borstvoeding hadden willen geven. In deze Bachelorproef wordt de focus gelegd op de rol die het taboe rond borstvoeding in het openbaar hierin speelt. Vrouwen ervaren het geven van borstvoeding in het openbaar allemaal op een andere manier. Een eerder positief gevoel werd aangehaald door 69 à 80% van de vrouwen. De negatieve reacties variëren tussen de 4,1 en 40%. Uit de borstvoedingsetiquette blijkt dat het belangrijk is dat vrouwen discreet zijn indien ze ervoor kiezen om borstvoeding te geven in het openbaar. Het taboe rond borstvoeding in het openbaar kan verklaard worden door het feit dat het ongewoon is om geconfronteerd te worden met borstvoeding. Slechts 26% van de adolescenten heeft ooit een vrouw borstvoeding zien geven. De rol van de seksualisering van het vrouwelijk lichaam wordt ook besproken. Via een gebrek aan vertegenwoordiging van borstvoeding in de media wordt het taboe vergroot. De overheid heeft de macht om een rol te spelen in het doorbreken van het taboe. Daarnaast kunnen acties opgestart worden om borstvoeding te promoten. De maatschappij voorzien van voldoende en correcte informatie kan bijdragen aan het doorbreken van het taboe rond borstvoeding in het openbaar. Om borstvoeding te normaliseren kan verder ook de media ingeschakeld worden. Indien een vrouw steun en goedkeuring van haar directe omgeving ervaart is de kans groter dat het borstvoedingstraject tot een goed einde gebracht kan worden. Maar liefst 47% van de vrouwen ervaart het vinden van een geschikte borstvoedingsplaats als een probleem. Deze dienen dus geoptimaliseerd of beter herkenbaar gemaakt te worden. Uit dit onderzoek zijn de verscheidene voordelen van borstvoeding gebleken zowel voor het kind, de moeder als de maatschappij. Desalniettemin is er duidelijk sprake van een taboe rond borstvoeding in het openbaar. In deze mate zelfs dat vrouwen soms totaal geen borstvoeding geven uit angst om dit ooit buitenshuis te moeten doen. De redenen achter het taboe rond borstvoeding in het openbaar zijn divers. Gelukkig maar dat minstens evenveel manieren kunnen worden aangehaald om het taboe te doorbreken. In België is er nog een tekort aan wetenschappelijke informatie binnen dit thema. Of er in België een taboe rond borstvoeding in het openbaar ervaren wordt is niet wetenschappelijk onderzocht. Daardoor is het onduidelijk hoe Belgische vrouwen zich voelen als ze borstvoeding geven in het openbaar.
Choose an application
De zorgsector is een plaats waar veel verschillende mensen met elkaar in contact komen. De zorgverlener is diegene die de patiënten verzorgt en begeleid. Daarom is het belangrijk om als zorgverlener op de hoogte te zijn van zowel de lichamelijke als de mentale gezondheid. Het doel van deze bachelorproef is om te weten te komen of obesitas bij zwangere vrouwen een effect heeft op een prenatale depressie.
Listing 1 - 10 of 14 | << page >> |
Sort by
|