Narrow your search

Library

KU Leuven (4)

UCLL (3)

Thomas More Mechelen (1)

ULB (1)


Resource type

dissertation (7)

book (1)


Language

Dutch (5)

English (3)


Year
From To Submit

2024 (1)

2022 (1)

2018 (1)

2017 (1)

2016 (1)

More...
Listing 1 - 8 of 8
Sort by

Dissertation
Pilootstudie naar de haalbaarheid van Binaural Demasking in de klinische praktijk : Deel 3: Spraakaudiometrie in stilte
Author:
Year: 2017 Publisher: Antwerpen Thomas More Antwerpen. Opleiding LA

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Het toepassen van Gymstars in de G-gymles : Gymstars, het kidsgym-programma van de Gymfed
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In het kader van mijn afstuderen aan de lerarenopleiding van de UC Leuven-Limburg heb ik onderzoek gevoerd naar hoe ik het boek Gymstars zou kunnen toepassen in een g-gymles. Om dit onderzoek tot stand te brengen ben ik me eerst gaan verdiepen in wat de Gymstars nu precies inhoudt in de gymles voor mensen zonder een beperking. Deze inzichten waren cruciaal om uiteindelijk te kunnen overstappen naar g-gym en haar deelnemers. Omdat elk persoon uniek is, vindt u in dit werk ook informatie terug over de testgroep en haar personen. G-gym is zo specifiek omdat de deelnemers elk een andere soort beperking, of een combinatie van meerdere beperkingen hebben. Het resultaat van dit onderzoek is uiteindelijk tot stand gekomen na het observeren en zelf geven van enkele gymlessen in gymclub Eurogym Tervuren. De gebruikte oefeningen, werkvormen en of deze haalbaar waren voor de testgroep vormen de basis van dit onderzoek. Uit het onderzoek is uiteindelijk ook gebleken dat het zeer moeilijk is om dit onderzoek te veralgemenen. Er blijkt duidelijk uit de praktijk en uit de literatuurstudie dat elke beperking een verschillende impact heeft op elke persoon, wat dus ook uitingen heeft in de gymles. Om die reden voel ik me verplicht om te melden dat dit onderzoek, op elke algemeenheden, tips en hulpmiddelen na niet altijd kan dienen als sluitend hulpstuk voor elke gymles. Waarvoor het onderzoek wel redelijk sluitend kan zijn en zeker gebruikt kan worden is voor de lessen g-gym waarbij de gymnasten te maken hebben met één of meerdere beperkingen die in dit onderzoek besproken worden. De lesgevers, ouders en trainers kunnen hier zeker inspiratie opdoen en enkele oefeningen vinden die ze zelf zouden kunnen gebruiken. (Bron: auteur)

Keywords


Dissertation
Establishing a novel retinal injury model to investigate the effect of ageing on neuronal regeneration
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven : UC Leuven

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De levensverwachtingen binnen onze populatie zijn de laatste tientallen jaren enorm gestegen. Helaas brengt een vergrijzende samenleving ook enkele nadelen met zich mee. Ouderdom is een belangrijke risicofactor voor vele neurodegeneratieve aandoeningen en traumatisch hersenletsel, waardoor hun prevalentie aanzienlijk stijgt. De mens is, zoals andere zoogdieren, niet in staat om schade aan het centrale zenuwstelsel (CZS) te herstellen. Er is dus nood aan diepgaander onderzoek naar neuroreparatieve strategieën waarbij er ook rekening wordt gehouden met de verouderingscontext waarin deze ziekten zich voordoen. In deze thesis hebben we getracht een nieuw letselmodel te ontwikkelen in de retina van de jong volwassen Afrikaanse turquoise killivis (Nothobranchius furzeri) om neuronale regeneratie te bestuderen. De killivis is hiervoor een uiterst geschikt modelorganisme aangezien het in staat is om beschadigd CZS weefsel te herstellen en bovendien een hele korte levenscyclus heeft, wat verouderingsonderzoek vergemakkelijkt. In de teleost retina zijn de Müller glia (MG) verantwoordelijk voor neuronale regeneratie na letsel door een proces genaamd MG herprogrammering. Door de mechanismes achter deze herprogrammering beter te begrijpen, kan de invloed van ouderdom op neuronale regeneratie in de toekomst ontrafelt worden. De opzet van het letselmodel werd gebaseerd op een eerder gerapporteerd verlies van regenererende retinale ganglion cellen (RGCs) na een kneuzing in de optische zenuw. Dit verlies werd eerst bevestigd met behulp van retrograde biocytine tracing en het gebruik van leeftijdsgebonden controle groepen. De kneuzing bleek niet te leiden tot MG herprogrammering dus werd een injectiestrategie ontwikkeld om herprogrammering te introduceren om de populatie aan afgestorven RGCs opnieuw aan te vullen. Dit werk toont aan dat twee injecties per dag van zowel tumor necrosis factor en een Notch inhibitor gedurende vier opeenvolgende dagen nodig zijn om MG herprogrammering te forceren in de gehele retina. Dit werd vervolgens gecombineerd met kneuzing van de optische zenuw in een poging de RGCs pool opnieuw aan te vullen. Hierbij werd een toename in het aantal regenererende RGCs aangetoond ten opzichte van de controle vissen maar geen volledige heraanvulling van de populatie. Door een onverwachte ontstekingsreactie in één van de controle condities en de beperkingen van de gebruikte retrograde tracing kon niet geconcludeerd worden dat deze stijging het gevolg is van herprogrammering of een verbeterde axonale regeneratie capaciteit, mogelijks geïnduceerd door inflammatie. Deze thesis levert een goede basis voor een retinaal letselmodel dat mits verdere optimalisatie en validatie dienst kan doen in toekomstig onderzoek naar neuronale regeneratie binnen een verouderingscontext.

Keywords


Dissertation
Praktische richtlijnen voor de leefgroepbegeleiding van CKG De Stap omtrent het toedienen van medicatie en het toepassen van hygiënemaatregelen.
Authors: --- --- --- ---
Year: 2011 Publisher: S.l. Katholieke Hogeschool Limburg

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Vanuit CKG De Stap is de vraag gesteld om praktische richtlijnen te ontwikkelen voor de leefgroepbegeleiding omtrent het toedienen van medicatie en het toepassen van hygiënemaatregelen. Dankzij de uitwerking zal er hierover eenduidigheid moeten ontstaan. Het project bestaat uit een literatuurstudie en een praktijkgedeelte. De literatuurstudie begint met een voorstelling van CKG De Stap. De profielen van de leefgroepbegeleiding van CKG De Stap zijn duidelijk beschreven. Verder zijn de richtlijnen omtrent medicatie uitgewerkt, rekening houdend met de Federale regelgeving, Vlaamse regelgeving en aanbevelingen van Kind en Gezin. Kind en Gezin wordt besproken omdat een CKG door hen erkend en gesubsidieerd wordt. Om deze erkenning te behouden moet het CKG de procedures naleven die Kind en Gezin opstelt. De zorginspectie controleert regelmatig of dit wel degelijk gebeurt. Tenslotte worden richtlijnen omtrent hygiëne besproken in de literatuurstudie. In het praktijkgedeelte wordt er aan de hand van een projectmatige aanpak een vergelijking gemaakt van de huidige situatie en welke veranderingen er noodzakelijk waren. De huidige situatie werd geschetst door middel van observaties en een vragenlijst die door elke leefgroepbegeleidster van CKG De Stap is ingevuld. Hierbij werd er nagegaan waar de knelpunten zich momenteel bevinden. Deze knelpunten hebben vooral betrekking op het juist toedienen van medicatie, het correct en duidelijk noteren van observaties bij een ziek kind en het doeltreffend hygiënisch handelen. Aan de hand van deze vaststellingen zijn er enkele praktische richtlijnen voor de leefgroepbegeleiding ontwikkeld met als doel duidelijkheid te scheppen omtrent het toedienen van medicatie en het toepassen van hygiënemaatregelen. De reden hiervoor is om mogelijke communicatieproblemen te vermijden en hygiënemaatregelen correcter na te leven.

Keywords


Dissertation
Dopinggebruik en -bestrijding in het wielrennen in de tweede helft van de jaren 1960 en de perceptie ervan in de Belgische kranten.
Authors: --- ---
Year: 2008 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
C-reactive protein point-of-care testing in pediatric infections: an observational study in primary care
Authors: --- ---
Year: 2024 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Background: Acute infections are the most important reason for pediatric consultations in primary care, but distinguishing serious from mild self-limiting infections remains a challenge. This differentiation is crucial to prevent inappropriate antibiotic prescribing, unnecessary investigations and referrals. C-reactive protein (CRP) point-of-care (POC) testing can complement clinical assessment and diminish diagnostic uncertainty. Objective: We aimed to evaluate the impact of CRP POC testing on physicians’ preliminary diagnosis in acutely ill children presenting to primary care. Methods: This was a post-hoc analysis of a prospective cross-sectional study in 39 general practices and two emergency departments in Belgium. CRP POC testing was conducted in acutely ill children (three months - 18 years). We evaluated how the preliminary diagnoses changed after the CRP result. In addition, we analysed whether the CRP result had an impact on the severity of the preliminary diagnoses. Results: We included 514 children in the analysis. The number of children with a preliminary diagnosis for which hospital referral is required decreased from nine to four after the CRP result became available. Additionally, the number of children with no diagnosis decreased from 19 to 14. Conversely, more children were diagnosed with a mild and self-limiting condition (from 386 to 394). The number of children that were diagnosed with a moderately severe condition treatable in primary care remained more or less the same (from 111 to 113). Conclusion: These findings suggest a potential role for CRP POC testing to lower unnecessary hospital referrals and antibiotic treatment.

Keywords


Dissertation
Grafomotoriek bij jonge schoolgaande kinderen die stotteren: een vergelijkend onderzoek

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Uit de literatuur blijkt dat er nog heel wat onenigheid is over de oorzaak van stotteren. De hypothese dat stotteren kadert binnen een algemeen motorisch probleem, wordt in deze masterproef onderzocht. Indien deze hypothese klopt, hebben jonge stotterende kinderen mogelijk problemen met algemene motorische vaardigheden, naast het onvloeiend spreken. De ondersvraag die wij ons stellen in deze masterproef, is of jonge schoolgaande kinderen die stotteren verschillen van jonge schoolgaande kinderen die niet stotteren wanneer we kijken naar hun schrijfmotorische vaardigheden. Dit laatste behoort tot de fijnmotorische vaardigheden. De experimentele groep bestaat uit 10 schoolgaande kinderen die stotteren en de controlegroep bestaat uit 12 schoolgaande kinderen die niet stotteren, tussen de leeftijd van 6;03 jaar en 7;11 jaar. Bij ieder kind werd de Grafomotorische test GHB (Vanderheyden & Rouffa, 2007) afgenomen. Daarnaast werd bij de experimentele groep de graad van stotterernst bepaald aan de hand van het Detectie Instrument van Stotteren (Stes & Boey, 1997). Gezien de kleine omvang van de steekproef, moeten we wel opmerken dat er voorzichtig moet worden omgesprongen met de resultaten van het onderzoek. We merken echter wel enkele tendensen op. Kinderen die stotteren scoren over het algemeen lager dan hun niet-stotterende leeftijdsgenoten. Daarnaast zien we dat kinderen met een hogere graad van stotterernst gemiddeld lager scoren dan de kinderen met een lagere graad van stotterernst. Beide tendensen zijn echter niet significant, waardoor we geen conclusie kunnen trekken op populatieniveau. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om de gevonden resultaten uit te breiden en eventueel te bevestigen aan de hand van een grotere steekproef. Met een grotere steekproef kunnen er ook eventueel verschillen gevonden worden tussen links- en rechtshandigen.

Keywords


Book
Communiceren over veiligheid : praktijklessen voor de (politie)ambtenaar.

Listing 1 - 8 of 8
Sort by