Listing 1 - 6 of 6 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Vaccinatie van Boostrix, een praktijkverbeterend project HAIO: Beate Sels, Katholieke Universiteit Leuven Promotor: Barbara Michiels, Universiteit Antwerpen Praktijkopleiders: An Beirinckx en Jef Stevens Context: deze studie heeft als doel de vaccinatiegraad van Boostrix in de huisartspraktijk te verbeteren. Onderzoeksvraag: - Primaire onderzoekvraag: wat is de impact van een praktijkverbeterend project op de vaccinatiegraad van Boostrix in deze huisartspraktijk? - Secundaire onderzoeksvragen: welke subgroep van de populatie wordt niet bereikt met dit project? Is een vaccinatieproject in de volledige doelgroep haalbaar op vlak van tijd en kostprijs? Methode: de uitgevoerde interventie was een kwaliteitsverbeterend praktijkproject. De doelgroep omvatte de volledige patiëntenpopulatie van 25 jaar en ouder na toepassing van exclusiecriteria en waarvan een arts in deze praktijk houder was van het globaal medisch dossier. Patiënten die de laatste 10 jaar geen Boostrix of Tedivax vaccinatie kregen, werden door middel van een brief uitgenodigd voor vaccinatie met Boostrix. Toegediende vaccinatie en vervolgvaccinatie werden geregistreerd in het elektronisch medisch dossier (EMD) en op Vaccinnet. Nadien werd via een steekproef onderzocht of 8 objectieve variabelen uit het EMD de kans op vaccinatie significant beïnvloeden: geslacht, leeftijd in 2015, aantal jaar sinds afsluiten van GMD in 2015, anderstalige achternaam, vaccinatie van Tedivax of Boostrix geregistreerd in EMD, een ander vaccin geregistreerd in EMD, aantal raadplegingen in 2015 en aanwezigheid van chronische ziekte. Ten slotte werden kosten van materiaal berekend en de tijdsinvestering geschat door de huisarts in opleiding en praktijkassistent. Resultaten: dit praktijkverbeterend project heeft de vaccinatiegraad van Boostrix verhoogd van 26,61% naar 54,67%. De subpopulatie van patiënten met een chronische ziekte heeft 3 keer meer kans om gevaccineerd te worden binnen dan een patiënt zonder chronische ziekte (p=0.011, exp(B)=3.384). Patiënten met een anderstalige achternaam hebben 3 keer minder kans om gevaccineerd te worden (p=0.003, exp(B)=0.340). De andere variabelen hebben geen significant effect op de kans tot vaccinatie. Kantoorbenodigdheden kosten ongeveer 1 euro per aangeschreven patiënt. Per gevaccineerde patiënt brengt een getuigschrift aan terugbetalingstarief 20,48 euro op. Dit brengt het totaalbedrag voor dit vaccinatieproject op 10321 euro, waarvan de kost voor gepresteerde werkuren nog moeten afgetrokken worden. De werktijd bedraagt 105 uur, waarvan 70 uur besteed aan het opzoeken van de vaccinatiestatus in het EMD. Het uurloon voor dit project bedraagt dus 98,30 euro en wordt gezien als een compensatie voor de geïnvesteerde tijd. Conclusies: een vaccinatieproject door middel van een brief verhoogt de vaccinatiegraad van Boostrix in deze praktijk met ongeveer 30%. Een verdere verbetering van de reponsgraad is mogelijk door niet-gevaccineerden persoonlijk op raadpleging aan te spreken. Hier kan gefocust worden op de patiënten die geen chronische ziekte hebben en patiënten met een anderstalige achternaam. Het project is voor herhaling vatbaar indien de tijdsinvestering kan beperkt worden. Enkele EMD-software programma’s bieden tijdsbesparende maatregelen aan: de vaccinatiestatus van alle patiënten met 1 zoekopdracht uitvoeren, e-tarificatie en automatisch registreren van vaccinatie op Vaccinnet. Dit vaccinatieproject is een financiële nuloperatie.
Choose an application
Preventie is een belangrijk onderdeel van de huisartsengeneeskunde. Met de huidige informatie- en communicatiemiddelen, de digitaliseren en de uitgebreide functies van het EMD is er volgens ons op vlak van preventieve geneeskunde meer mogelijk dan wat er op heden gebruikt wordt. We kunnen deze zaken aanreiken om het preventieve luik beter en efficiënter aan te pakken. Het is ook een ideaal aanknopingspunt om na te gaan wat patiënten van deze manier van werken vinden. Aan de hand van twee preventiecampagnes, met name het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker en de tetanusvaccinatie, analyseren we dit in deze masterproef. Wij willen onderzoeken of het elektronisch verzenden van gepersonaliseerde uitnodigingen in kader van preventieve acten een waardevol initiatief is. Hoe stel je een agogisch verantwoorde uitnodiging op? Wat is de participatiegraad na die uitnodiging? Wat vinden patiënten van deze uitnodigingen? Hoe ervaart de huisarts dit proces? Verder willen we te weten komen welke elementen essentieel zijn om dergelijk project op poten te zetten zodat dit eventueel ook elders geïmplementeerd kan worden. Het betreft een praktijkverbeterend project binnen de huisartsenpraktijk de Pretlei. Allereerst werden via literatuuronderzoek in combinatie met praktijkervaring zowel gestandaardiseerde als praktijk-specifieke uitnodigingen opgesteld voor het Bevolingsonderzoek Dikkedarmkanker en de tetanusvaccinatie. Deze werden in CareConnect via Helena elektronisch verzonden naar de desbetreffende populatie. Na twee maanden werd de participatiegraad nagegaan. Vervolgens werden patiënten via een semigestructureerd diepte-interview bevraagd naar hun ervaring omtrent de uitnodigingen, dit tot we data-verzadiging uitvoerden. Ook de huisarts werd via dezelfde methode geïnterviewd. Tot slot maakten we een protocol op dat als leidraad kan dienen om dergelijk project uit te werken in een andere praktijk. In totaal werden 52 van de 459 uitgenodigde patiënten gevaccineerd voor tetanus, goed voor een participatiegraad van 11%. 18 van de 198 patiënten die een uitnodiging kregen voor het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker zijn ingegaan op deze uitnodiging, goed voor een participatiegraad van 9%. In vergelijking met voor het versturen van de uitnodigingen zien we in beide groepen een beperkte stijging aan participatie van 3%. Alle 12 geïnterviewde patiënten gaven aan dat de uitnodigingen een meerwaarde waren op de gewoonlijke consultaties, dat het een voordeel is om er aan herinnerd te worden en dat ze in de toekomst relevante (herhalings)uitnodigingen wensen te ontvangen. Ook raadden ze het aan om in andere praktijken te gebruiken. Er werd een gemiddelde van 8,2 op 10 gegeven aan deze manier van werken. Enkele patiënten gaven aan dat de uitnodiging teveel informatie bevatte. Zowel bij enkele patiënten als bij de huisarts rees de vraag of het haalbaar is voor iedereen; wat bij beperkte digitale mogelijkheden of anderstaligen? Essentieel voor deze werkwijze is dat het patiëntendossier goed georganiseerd en geüpdatet is. Hoewel er slechts een beperkte stijging in participatie is, merken we dat er zowel bij de patiënten als bij de huisarts een grote tevredenheid is over deze manier van werken. Tijdens het proces zijn we op valkuilen gebotst die in de toekomst verholpen kunnen worden en hebben we kernelementen kunnen bepalen die nodig zijn om dergelijk project in een andere praktijk uit te voeren.
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 6 of 6 |
Sort by
|