Listing 1 - 10 of 23 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Eén van de vragen binnen het onderzoeksprogramma “Agenda voor de Toekomst” is het belang van golven in het estuarium. Golven kunnen belangrijk zijn wegens hun effect op de hydrodynamische belasting van oevers (en dijken). Deze belasting kan ook morfologische effecten hebben, in de vorm van erosie, op intergetijdegebieden en bijgevolg een invloed hebben op de ecologische rol die deze intergetijdegebieden (zowel platen als schorren) kunnen spelen. Om een inschatting te kunnen maken van deze belasting, zijn veldmetingen noodzakelijk. Binnen het project 14_082: “Golven in het estuarium”, zijn verschillende meetcampagnes voorzien, zowel in de Westerschelde (bij Saeftinghe en bij de Hooge Platen) als in de Zeeschelde (te Appels en bij de Notelaer). Dit rapport beschrijft de metingen uitgevoerd bij de Notelaer, nabij Rupelmonde, in combinatie met de geregistreerde scheepsbewegingen over dezelfde periode.
Choose an application
Eén van de vragen binnen het onderzoeksprogramma “Agenda voor de Toekomst” is het belang van golven in het estuarium. Golven kunnen belangrijk zijn wegens hun effect op de hydrodynamische belasting van oevers (en dijken). Deze belasting kan ook morfologische effecten hebben, in de vorm van erosie, op intergetijdengebieden en bijgevolg een invloed hebben op de ecologische rol die deze intergetijdengebieden (zowel platen als schorren) kunnen spelen. Om een inschatting te kunnen maken van deze belasting, zijn veldmetingen noodzakelijk. Binnen het project 14_082: “Golven in het estuarium”, zijn verschillende meetcampagnes voorzien, zowel in de Westerschelde (bij Saeftinghe en bij de Hooge Platen) als in de Zeeschelde (te Appels en bij de Notelaer). Dit rapport beschrijft de metingen uitgevoerd op de Hooge Platen, aan de monding van de Schelde nabij Vlissingen-Breskens.
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Ten gevolge van de aanvaring door een binnenvaartschip werd de meetopstelling meetpaal Lillo vernietigd. Daarop volgt de vraag of en waar een nieuwe meetpaal geplaatst moet worden. In de nabijheid is evenwel ook al het meetstation Liefkenshoek veer aanwezig. De vraag stelt zich wat de relatie is tussen beide stations. In dit advies wordt een vergelijking gemaakt tussen Meetpaal Lillo en Liefkenshoek veer voor de parameters saliniteit, Suspended Sediment Concentration (SSC) en zuurstof.
Choose an application
In het kader van de nieuwe stortstrategie van onderhoudsbaggerspecie in de Westerschelde werden aan de hand van proefstortingen een aantal potentiële nieuwe stortzones verkend. Eén van deze stortzones bevindt zich ter hoogte van de diepe put van Hansweert. Uit eerdere stortproeven (2016-2017) is gebleken dat de initiële stabiliteit van de gestorte specie beperkt is. In mei en juni 2021 vond een nieuwe proefstorting plaats ter hoogte van de diepe put van Hansweert. Om de effecten op met name het sedimenttransport in te schatten, werden door het Waterbouwkundig Laboratorium 2 meetframes geplaatst nabij de stortzone. Deze meetframes werden uitgerust met toestellen voor het meten van de stroming en het sedimenttransport. Ze werden 2 weken voor de aanvang van de stortingen geplaatst en hebben een aaneengesloten periode van 6 weken gemeten. De metingen van sedimenttransport gebeurden met indirecte meettechnieken (optische en akoestische backscatter). Om de gemeten signalen om te zetten naar sedimentconcentratie werden 2 kalibratiemetingen uitgevoerd. Voor zowel de akoestische (geknikte exponentiële relatie) als de optische (verschillende respons binnen de getijcyclus) sensoren bleek eenvoudige regressie onvoldoende en moest een complexere relatie opgesteld worden. De metingen van de stroomsnelheden en de (afgeleide) sedimentconcentratie laten vervolgens toe het sedimenttransport te berekenen. Aan de hand van een ensemble-analyse is nagegaan of het sedimenttransport verschilt in de periode zonder en met stortingen. Wanneer de eerste periode met stortingen vergeleken wordt met de periode voor aanvang de stortingen, is er voor beide meetlocaties een (lichte) toename in het sedimenttransport waar te nemen. Wanneer de tweede periode met stortingen vergeleken wordt met de periode voor aanvang de stortingen, is er voor meetlocatie "oranje" een (lichte) afname in het sedimenttransport waar te nemen, terwijl positie “geel” quasi gelijk is in beide periodes. Uit de analyse blijkt dat de variatie in het sedimenttransport tussen enerzijds individuele getijcycli bij gemiddeld getij, de variatie over een springtij doodtij-cyclus en anderzijds de onzekerheden in de berekening van het gemeten sedimenttransporten, een factor 10 groter zijn dan de te verwachten veranderingen in sedimenttransport door de stortingen (bij een proefstortingen van 1 Mm³). Ook met betrekking tot de wijziging in sedimenttransport naar het Middelgat kan gesteld worden dat de bijdrage van de proefstorting klein is ten opzichte van het natuurlijke transport en de variatie hierin.
Listing 1 - 10 of 23 | << page >> |
Sort by
|