Narrow your search

Library

KU Leuven (10)

KBR (2)

ULiège (2)

Arteveldehogeschool (1)

KADOC (1)

KDG (1)

Odisee (1)

Thomas More Kempen (1)

Thomas More Mechelen (1)

UCLouvain (1)

More...

Resource type

dissertation (10)

book (3)


Language

Dutch (7)

English (4)

French (2)


Year
From To Submit

2024 (3)

2023 (1)

2021 (2)

2020 (1)

2019 (1)

More...
Listing 1 - 10 of 13 << page
of 2
>>
Sort by

Book
Grenzen aan genezen : hoe menselijke zorg een zorginfarct voorkomt
Authors: ---
ISBN: 9789401435741 Year: 2024 Publisher: Leuven LannooCampus

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Gaat geneeskunde enkel over genezen?Hoelang moeten artsen doorgaan met behandelen?Hoever wil jijzelf als zorgvrager gaan?De moderne geneeskunde evolueert pijlsnel. Onze artsen en verpleegkundigen zijn in staat om de meest complexe ziektes te genezen of op zijn minst draaglijker te maken. En er is altijd wel nóg een behandeling die het leven van een patiënt met ernstige aandoeningen kan verlengen. Maar wanneer is genoeg, genoeg?In een wereld van medische spitstechnologie en grenzeloze geneeskundige mogelijkheden dreigen we uit het oog te verliezen dat het leven nu eenmaal ooit 'van nature' moet eindigen. Levensverlenging die gepaard gaat met nieuwe complicaties, veel ongemakken voor de patiënt en nóg meer behandelingen, roept vragen op. Niet alleen over het fysieke en emotionele welzijn, maar ook over de haalbaarheid voor ons zorgsysteem.Grenzen aan genezen bundelt verhalen uit de dagelijkse zorgpraktijk en persoonlijke getuigenissen van een verpleegkundige en een arts. Het is een uitnodiging om na te denken over onze eigen zorgprocessen en over de moeilijke maar noodzakelijke keuzes die we moeten maken. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor elke (potentiële) zorgvrager en zorgverlener: voor iedereen dus.https://www.standaardboekhandel.be/p/grenzen-aan-genezen-9789401435741


Book
Réflexions autour de l'aménagement du territoire
Authors: --- ---
Year: 1996 Publisher: Bruxelles : Action Commune Culturelle Socialiste (ACCS),

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Book
Regards croisés sur l'éducation permanente
Authors: --- --- ---
ISBN: 2870033303 9782870033302 Year: 1996 Volume: *15 Publisher: Bruxelles: EVO,


Dissertation
Liver transplantation in patients with acute-on-chronic liver failure: a single centre experience

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Background: Liver transplantation (LT) in the context of acute-on-chronic liver failure (ACLF) remains controversial. Therefore, we aimed to investigate 30-day and 1-year patient survival, 1-year graft survival and early allograft dysfunction (EAD) after LT in patients with ACLF and compare to a control population of patients without ACLF. Furthermore, we investigated the effect of ACLF grading and timing of LT on these post-transplant outcomes and the prognostic value of the Chronic Liver Failure consortium (CLIF-C) ACLF score. Methods: We conducted a retrospective analysis of prospectively collected data of patients who were transplanted from 2007 to 2019. ACLF patients were identified based on the European Association for the Study of the Liver-Chronic Liver Failure (EASL-CLIF) consortium criteria. Post-transplant outcomes were evaluated using Mann-Whitney U and Fisher’s exact tests, Kaplan-Meier curves and Cox regression models. Results: 446 patients were included in our analysis: 47 patients with ACLF and 399 patients without ACLF. Thirty-day patient survival was similar in both groups: 93.62% vs. 97.49% for the ACLF and non-ACLF group, respectively (P=0.148). Mean Model of Early Allograft Function (MEAF) score was higher in patients with ACLF than in patients without ACLF (5.15 vs. 4.39, P=0.0177). One-year patient survival was similar in patients with ACLF to patients without ACLF (89.4% vs. 92.4%, P=0.1126). No association was found between ACLF and post-transplant patient survival (HR 1.606; 95% CI: 0.889-2.901; P=0.1160) and graft survival (HR 1.453; 95% CI: 0.825-2.56; P=0.1956). The CLIF-C ACLF score did not predict post-transplant patient survival (HR 1.005; 95% CI: 0.936-1.08; P=0.8846) and graft survival (HR 1.000; 95% CI: 0.933-1.071; P=0.9961). Conclusion: Our study shows excellent 30-day and 1-year post-transplant patient survival in ACLF patients. This demonstrates and further confirms that LT provides a survival benefit in selected patients with ACLF, given the dismal prognosis without transplantation. The CLIF-C ACLF score was found not to be a predictor of post-transplant patient survival, further highlighting the need for an accurate prognostic tool to support clinicians in their decision-making process.

Keywords


Dissertation
Acute on chronic liver failure and five year transplant free survival after ICU admission

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Purpose Acute on chronic liver failure (ACLF) is characterised as an acute decompensation of an underlying cirrhotic liver disease complicated with organ failure and resulting in high short term mortality. Data on long term transplant free survival are lacking. In this study we performed a single centre retrospective observational analysis to evaluate the effect of ACLF grade on five year transplant free survival of patients with cirrhosis after ICU admission. Methods We screened all ICU admissions at the medical ICU of U.Z. Leuven between 1/2011 and 12/2013 of patients with mentioning of cirrhosis in their medical record. We identified 334 unique patients of which 145 were cirrhosis patients with acute liver decompensation and were not transplanted up to five years after admission. Results Using ACLF grading at day one of ICU admission, five year mortality ranged from 76.7% for cirrhosis patients without ACLF to 87.5% for ACLF grade 3. Using ACLF grading at day three of ICU admission, five year mortality ranged from 71.4% for cirrhosis patients without ACLF to 94.6% for ACLF grade 3. Conclusion Five year survival in ACLF patients after ICU admission is very poor. Every effort should be made to rigorously screen all cirrhosis patients early for liver transplantation after admission on ICU but also after discharge and during ambulatory follow-up.

Keywords


Dissertation
Levertransplantatie bij acuut-op-chronisch leverfalen: een literatuur review

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Inleiding: Acuut-op-chronisch leverfalen (ACLF) is een acute hepatische decompensatie gepaard met hepatisch of extra-hepatisch orgaan falen bij patiënten met een chronische leverziekte. Dit heeft een hoge 28-dagen mortaliteit. Naast supportieve behandeling kan levertransplantatie noodzakelijk zijn voor de overleving. Deze studie onderzoekt of transplantatie alsook de timing ervan de overlevingskans kan verhogen en wie in aanmerking kan komen. Methode: Een zoekopdracht in verschillende databases leverde 4 retrospectieve studies op betreffende de outcome van ACLF-patiënten na levertransplantatie. Resultaten: De 28- en 180-dagen overleving was hoger bij ACLF-2 en -3 patiënten met een vroege levertransplantatie in vergelijking met niet-getransplanteerde ACLF-2 en -3 patiënten. De risicofactoren voor 90-dagen mortaliteit na levertransplantatie waren: leeftijd, geslacht, primaire diagnose op het moment van deelname op de wachtlijst, infecties en de aanwezigheid van ACLF op het moment van levertransplantatie. De 1-jaarsoverleving na transplantatie bij ACLF-3 patiënten was veel hoger in vergelijking met niet-getransplanteerde controle patiënten, maar bleef veel lager in vergelijking met lagere ACLF-graden na transplantatie. ACLF-3 patiënten hadden meer kans op overlijden vanaf registratie op de levertransplantwachtlijst. Discussie: Patiënten met ACLF-2 en -3 hebben het meeste baat bij een levertransplantatie. Zij kennen een ernstig vroegtijdig verloop en een hoge 28- en 90-dagen mortaliteit. De 14-dagen wachtlijst mortaliteit is hoger dan bij ACLF 1a patiënten. Een ander scoresysteem dan MELD-Na is nodig om ACLF-patiënten sneller te kunnen transplanteren. Deze moet rekening houden met extra-hepatische orgaan falen. Grote prospectieve studies met een lange follow-up zijn hiervoor nodig in de toekomst.

Keywords


Dissertation
Missed Diagnoses in Critically ill Cirrhotic Patients: an Autopsy Study

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

ABSTRACT Background Little is known about major missed diagnoses in ICU hospitalised liver cirrhosis patients. Diagnostic errors in this specific population may result in the false positive detection of opportunistic fungal infections such as invasive pulmonary aspergillosis (IPA), which could lead to the possible unwarranted removal of a patient from the liver transplant waiting list. The aim of this retrospective study is to investigate the discrepancies between pre- and postmortem diagnoses in ICU hospitalised cirrhosis patients and specifically explore diagnostic errors related to IPA. Methods In this retrospective monocenter study the major clinical diagnoses were compared with the autopsy reports using the modified Goldman classification of 151 ICU cirrhosis patients hospitalized between 2007 and 2017 in the intensive care units 511 and 516 in University Hospitals Leuven. Results 66 % of premortem diagnoses were confirmed at autopsy. This rate dropped to 41 % for fungal infections. The most frequently diagnosed fungal infection was IPA, which was also confirmed in 41 % of cases. In 7 % of patients the autopsy reported major missed diagnoses that could have prolonged survival or cured the patient. 46 % of these resulted from missed fungal infections, with IPA being the most frequently missed one (31 %). In 33 % of patients, postmortem findings identified major missed diagnoses that would not have prolonged survival or cured the patient, with acute/bacterial pneumonia being the most frequently reported (27 %). Conclusion This retrospective study observed major clinical diagnoses and fungal infections being confirmed only in respectively 66 and 41 % of patients. This could indicate that fallible diagnostic testing for fungal infections such as IPA can lead to more false positives, with all ensuing consequences. Our study found a rate as low as 7 % of class I errors, compared with other autopsy based studies which reported rates of up to 27 %. The higher frequency of major missed class I fungal infections and the higher rate of class II discrepancies could likely reflect the vulnerability of critically ill liver cirrhotic patients resulting in a lower threshold for initiation of treatment.

Keywords


Dissertation
Hoe kijken zorgprofessionals tewerkgesteld op Intensieve Zorg 1 (UZ Leuven) naar flexibele bezoekuren, voor (en na) de implementatie van een meer open bezoekbeleid?

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: Dit onderzoeksproject startte als intern kwaliteitsproject in het kader van patient-and family-centered care (PFCC) op de dienst Intensieve Zorg 1 (IZ-1) in het UZ Leuven. PFCC is gezinsgerichte zorg, dit betekent dat het zowel het gezin als de patiënt centraal plaatst als partner in de zorg. Het betrekken van familieleden bij de zorg is echter moeilijk wanneer er beperkingen zijn omtrent het bezoekbeleid.   Doelstelling: Het doel van deze studie is daarom het doorgronden van de huidige gegevens omtrent een open of flexibel bezoekbeleid, zowel uit literatuurgegevens als wat betreft de levende opvattingen in het team van IZ-1 d.m.v. een vragenlijst. Het huidige bezoekbeleid bedraagt 2 maal 30 minuten met maximum twee bezoekers. Op basis van de bevindingen van deze masterproef zal de dienst een herwerkt bezoekbeleid uitwerken en implementeren.   Design: Het design bestaat uit een systematische literatuurstudie (Hoofdstuk 1) en analyse van vragenlijstgegevens (Hoofdstuk 2). Om op deze basis een op maat gemaakte nieuwe bezoekregeling te kunnen uitwerken en proefdraaien.   Methodologie: In deel 1 van de masterproef werd een literatuurstudie uitgevoerd ter kadering van de (meest recente) wetenschappelijke evidentie met betrekking tot een open bezoekbeleid. Het doel van de literatuurstudie is het in kaart brengen van enerzijds de attitudes en opvattingen, en anderzijds de meetbare effecten op patiënten, familie en zorgverleners geassocieerd met open bezoekuren. De data voor de systematische literatuurstudie werden gezocht op PubMed, de screening gebeurt in twee fasen. Eerst wordt op titel en abstract gescreend en in de tweede fase op volledige tekst. Hierna werden de zorgprofessionals op IZ-1 bevraagd, met gebruik van een gevalideerde vragenlijst (BAVIQ). Aan deze bevraging werden bijkomende, open vragen toegevoegd om een meer diepgaande peiling naar de houding en overtuigingen van de zorgprofessionals te bekomen.   Resultaten: De resultaten van de literatuurstudie toonden vele voordelen voor zowel de patiënt als de familieleden. Zo zijn er op fysiek en psychisch vlak een aantal belangrijke positieve kanten die het open bezoekbeleid met zich mee brengt. Echter gaven zorgverleners vaker aan nadelen te ervaren, zoals verstoring van de planning en de zorg. Hogere werkdruk en stress kwamen ook naar voren. Hoewel men in de zorg ook aangaf de voordelen voor de patiënt te waarderen en te erkennen, staat men nog sceptisch tegenover het concept van open bezoekuren.   Wat de bevraging betreft, waren in totaal 64 zorgprofessionals gedurende meer dan 3 maanden werkzaam tijdens de periode van afname van de vragenlijsten. De resultaten van deze bevraging gaven het gewenste inzicht in de percepties van de zorgprofessionals op IZ-1. Een groot deel toonde enige terughoudendheid ten opzichte van open bezoekuren op de eigen dienst. Tussen de artsen en de verpleegkundigen heerste een onevenwicht. Artsen antwoordden bijvoorbeeld meer positief dan verpleegkundigen. Anderzijds was er een grote groep van “neutrale” antwoorden.   Conclusie & relevantie: De gegevens uit de literatuurstudie, en de grote groep neutrale responsen, bieden ruimte voor een goed begeleid veranderingstraject voor het bezoekbeleid op IZ-1. Zo kan men verder streven naar de in de literatuur aangetoonde voordelen, en naar meer patient-and family-centered care.

Keywords


Dissertation
Hoe kijken zorgprofessionals tewerkgesteld op Intensieve Zorg 1 (UZ Leuven) naar flexibele bezoekuren, voor (en na) de implementatie van een meer open bezoekbeleid?

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: Dit onderzoeksproject startte als intern kwaliteitsproject in het kader van patient-and family-centered care (PFCC) op de dienst Intensieve Zorg 1 (IZ-1) in het UZ Leuven. PFCC is gezinsgerichte zorg, dit betekent dat het zowel het gezin als de patiënt centraal plaatst als partner in de zorg. Het betrekken van familieleden bij de zorg is echter moeilijk wanneer er beperkingen zijn omtrent het bezoekbeleid.   Doelstelling: Het doel van deze studie is daarom het doorgronden van de huidige gegevens omtrent een open of flexibel bezoekbeleid, zowel uit literatuurgegevens als wat betreft de levende opvattingen in het team van IZ-1 d.m.v. een vragenlijst. Het huidige bezoekbeleid bedraagt 2 maal 30 minuten met maximum twee bezoekers. Op basis van de bevindingen van deze masterproef zal de dienst een herwerkt bezoekbeleid uitwerken en implementeren.   Design: Het design bestaat uit een systematische literatuurstudie (Hoofdstuk 1) en analyse van vragenlijstgegevens (Hoofdstuk 2). Om op deze basis een op maat gemaakte nieuwe bezoekregeling te kunnen uitwerken en proefdraaien.   Methodologie: In deel 1 van de masterproef werd een literatuurstudie uitgevoerd ter kadering van de (meest recente) wetenschappelijke evidentie met betrekking tot een open bezoekbeleid. Het doel van de literatuurstudie is het in kaart brengen van enerzijds de attitudes en opvattingen, en anderzijds de meetbare effecten op patiënten, familie en zorgverleners geassocieerd met open bezoekuren. De data voor de systematische literatuurstudie werden gezocht op PubMed, de screening gebeurt in twee fasen. Eerst wordt op titel en abstract gescreend en in de tweede fase op volledige tekst. Hierna werden de zorgprofessionals op IZ-1 bevraagd, met gebruik van een gevalideerde vragenlijst (BAVIQ). Aan deze bevraging werden bijkomende, open vragen toegevoegd om een meer diepgaande peiling naar de houding en overtuigingen van de zorgprofessionals te bekomen.   Resultaten: De resultaten van de literatuurstudie toonden vele voordelen voor zowel de patiënt als de familieleden. Zo zijn er op fysiek en psychisch vlak een aantal belangrijke positieve kanten die het open bezoekbeleid met zich mee brengt. Echter gaven zorgverleners vaker aan nadelen te ervaren, zoals verstoring van de planning en de zorg. Hogere werkdruk en stress kwamen ook naar voren. Hoewel men in de zorg ook aangaf de voordelen voor de patiënt te waarderen en te erkennen, staat men nog sceptisch tegenover het concept van open bezoekuren.     Wat de bevraging betreft, waren in totaal 64 zorgprofessionals gedurende meer dan 3 maanden werkzaam tijdens de periode van afname van de vragenlijsten. De resultaten van deze bevraging gaven het gewenste inzicht in de percepties van de zorgprofessionals op IZ-1. Een groot deel toonde enige terughoudendheid ten opzichte van open bezoekuren op de eigen dienst. Tussen de artsen en de verpleegkundigen heerste een onevenwicht. Artsen antwoordden bijvoorbeeld meer positief dan verpleegkundigen. Anderzijds was er een grote groep van “neutrale” antwoorden.   Conclusie & relevantie: De gegevens uit de literatuurstudie, en de grote groep neutrale responsen, bieden ruimte voor een goed begeleid veranderingstraject voor het bezoekbeleid op IZ-1. Zo kan men verder streven naar de in de literatuur aangetoonde voordelen, en naar meer patient-and family-centered care.

Keywords


Dissertation
De betrokkenheid van intensieve zorgen verpleegkundigen bij beslissingen omtrent therapiebeperking

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

ABSTRACT Achtergrond: Intensieve zorgen verpleegkundigen bevinden zich in een unieke positie, nabij de patiënt en diens familie, om een bijdrage te leveren aan de besluitvorming omtrent therapiebeperking. In de literatuur is er consensus dat goede interdisciplinaire communicatie en samenwerking belangrijk zijn in het bereiken van een kwaliteitsvolle besluitvorming. Verpleegkundigen worden echter niet steeds betrokken in het beslissingsproces. Daarnaast is er onduidelijkheid over de precieze rollen die zij kunnen opnemen in dit proces. Doelstelling: Het doel van dit onderzoek is om vanuit de ervaringen van intensieve zorgen verpleegkundigen inzichten te ontwikkelen over hoe zij worden betrokken bij de beslissing omtrent therapiebeperking, welke rollen zij opnemen in dit proces en welke factoren zij hierbij als belemmerend of bevorderend ervaren. Design: Het Grounded Theory design werd gehanteerd. Methodologie: Er werden 16 individuele, semigestructureerde diepte interviews afgenomen tussen december 2017 en maart 2018. De data-analyse verliep simultaan en interactief met de datacollectie met behulp van de Qualitative Analysis Guide of Leuven (QUAGOL) en het software programma NVivo, versie 11. Resultaten: De verpleegkundigen beschrijven hun betrokkenheid niet louter als een bijdrage aan de besluitvorming zelf maar ervaren dit veel ruimer, als het geven van goede zorg aan de patiënt en diens familie. Dit kunnen zij bereiken dankzij het opnemen van een communicatief verbindende rol en het bijstaan van de familie gedurende het gehele proces omtrent therapiebeperking. De mate waarin ze hun bijdrage kunnen leveren aan de besluitvorming en deze rollen kunnen opnemen in het gehele proces omtrent therapiebeperking lijkt samen te hangen met de communicatiecultuur op de afdelingen en enkele organisatorische aspecten. Het besluitvormingsproces gaat voor de verpleegkundigen gepaard met zowel positieve als negatieve gevoelens. Deze lijken voornamelijk samen te hangen met het al dan niet kunnen leveren van goede zorg dankzij open communicatie omtrent het therapieplan met de arts en de mate waarin ze effectief betrokken worden bij de besluitvorming. Conclusie: Alle geïnterviewde verpleegkundigen ervaren het bijstaan van de familie en het opnemen van een communicatief verbindende rol als hun voornaamste bijdrage in het bereiken van goede zorg tijdens het beslissingsproces omtrent therapiebeperking. Uit de resultaten komt variabiliteit naar voor in de ervaringen van de verpleegkundigen. Deze lijkt voornamelijk verklaard te worden door de communicatiecultuur. Relevantie voor de praktijk: De kernbevindingen die aan bod komen in dit onderzoek, alsook de positieve en negatieve gevoelens die worden blootgelegd, duiden op het belang van goede communicatie en samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen in het bereiken van een kwaliteitsvolle besluitvorming omtrent therapiebeperking.

Keywords

Listing 1 - 10 of 13 << page
of 2
>>
Sort by