Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Het optreden van membraanvervuiling of fouling blijft een belangrijk nadeel van membraanbioreactoren (MBR). Recente studies hebben aangetoond dat modificatie van het actief slib door het toevoegen van additieven, de zogenaamde 'fouling reducers', kan leiden tot een vermindering van de membraanvervuiling. In deze masterproef wordt het effect van geselecteerde fouling reducers op het reversibele en irreversibele vervuilingspotentieel van MBR-slib onderzocht. Het reversibele en irreversibele vervuilingspotentieel wordt bepaald met een door VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) ontwikkelde meetmethode, de MBR ? VFM (VITO Fouling Measurement). Om het effect van de additieven op de slibeigenschappen te onderzoeken wordt de filtreerbaarheid, vlokgrootte en vlokstructuur bepaald. De EPS (extracellulaire polymere substanties)-concentratie, in de literatuur vaak beschouwd als belangrijke fouling componenten, wordt ook gemeten. Het onderzoek toont aan dat synthetische polymeren Nalco MPE50 en Adifloc KD452 het reversibele en irreversibele vervuilingspotentieel van het actief slib significant verminderen. De oorzaak hiervan is een toename van de vlokgrootte en een daling van de EPS-concentratie. Zetmeel en chitosan, beide polysacchariden van natuurlijke oorsprong, leiden eveneens tot een afname van de reversibele vervuiling en een toename van de vlokgrootte, maar ook tot een toename van het irreversibele vervuilingspotentieel. FeCl3 en actieve kool hebben weinig of geen effect op het gemeten vervuilingspotentieel.
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|