Listing 1 - 5 of 5 |
Sort by
|
Choose an application
GAS (gemeentelijke administratieve sancties) --- Administrative law --- Belgium --- Droit administratif --- Sanctions administratives --- Droit communal --- Academic collection --- #SBIB:340H30 --- #SBIB:35H1359 --- 844.6 Samenlevingsproblemen --- 841.5 Bestuur en beleid --- Staats- en administratief recht --- Organisatie en beleid: lokale besturen: België --- Local government --- Law and legislation --- Sanctions [Administrative ] --- Comité P --- amende --- sanction administrative --- administratieve sanctie --- kara administracyjna --- smachtbhanna riaracháin --- административна казна --- administrativ sanktion --- közigazgatási szankció --- ndëshkim administrativ --- sanción administrativa --- administrative sanction --- sanção administrativa --- administrativ påföljd --- sanzione amministrativa --- haldussanktsioon --- sanzjoni amministrattiva --- správna pokuta --- управне санкције --- administrativ sanksjon --- административна санкция --- sancțiune administrativă --- správní sankce --- hallinnollinen seuraamus --- administratīvā sankcija --- upravna sankcija --- administracinė sankcija --- Verwaltungsstrafe --- διοικητική κύρωση --- bestuursrechtelijke sanctie --- upravna kazna --- správní trest --- disciplinární postih --- disciplinær sanktion --- disciplinska mjera --- sanção disciplinar --- административно наказание --- disciplinaire straf --- sanzione disciplinare --- masë disiplinore --- administracinė nuobauda --- disciplinpåföljd --- tuchtstraf --- disciplinærstraf --- kázeňský trest --- πειθαρχική κύρωση --- drausminė nuobauda --- activitate disciplinară --- hallintosanktio --- πειθαρχική ποινή --- halduskaristus --- administrative penalty --- administratívne reštriktívne opatrenie --- správní pokuta --- administratieve boete --- správny postih --- disciplinārā atbildība --- distsiplinaarvastutus --- sanction disciplinaire --- správní postih --- sanción disciplinaria --- sancțiuni administrative --- penali amministrattiva --- adminisztratív szankció --- административна санкција --- disciplinární opatření --- kurinpidollinen toimi --- kázeňský postih --- fegyelmi szankció --- Disziplinarstrafe --- ammenda --- denarna kazen --- pokuta --- глоба --- парична казна --- bauda --- gjobë --- naudas sods --- πρόστιμο --- новчана казна --- pénzbüntetés --- geldboete --- multa --- kara pieniężna --- fíneáil --- böter --- novčana kazna --- trahv --- Geldstrafe --- sakko --- amendă --- fine --- bøde --- Geldbuße --- ndëshkim monetar --- peňažitý trest --- sakkorangaistus --- pénzmellékbüntetés --- peněžitý trest --- nápravné opatření --- pecuniary sanction --- globa --- pénzbírság --- geldstraf --- pengestraf --- sanzione pecuniaria --- bötesstraff --- supermulta --- bot --- rahatrahv --- sanção pecuniária --- sancțiune pecuniară --- pena pecuniaria --- sanction pécuniaire --- парична глоба --- naudassods --- mulkt --- piniginė sankcija --- Belgique
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Ischemische cardiovasculaire ziekten zijn de voornaamste doodsoorzaak in ontwikkelde landen. Verscheidene primaire en secundaire preventietrials hebben op overtuigende wijze aangetoond dat therapieën die lage densiteit lipoproteïnen (LDL) cholesterol verlagen, leiden tot een daling van het aantal cardiovasculaire incidenten, cardiovasculaire mortaliteit en van totale mortaliteit. Desalniettemin kan het merendeel van de cardiovasculaire events niet voorkomen worden, zelfs met intensieve lipideverlagende therapie. Plasmaconcentraties van hoge densiteit lipoproteïnen (HDL)-cholesterol en apolipoproteïne (apo) A-I, het voornaamste apolipoproteïne van HDL, zijn omgekeerd gecorreleerd met de incidentie van ischemische cardiovasculaire ziekten. Een meta-analyse van 4 prospectieve studies toonde aan dat een stijging van HDL-cholesterol met 1 mg/dl gepaard gaat met een vermindering van het risico op ischemische cardiovasculaire aandoeningen van 2% bij mannen en 3% bij vrouwen. HDL-verhogende therapie kan bijgevolg positieve effecten hebben op cardiovasculaire incidenten. Verschillende transgenen zouden door middel van hepatocytgerichte gentransfer HDL-cholesterolgehalte kunnen verhogen. Daar verhoogd HDL-cholesterol, geïnduceerd door verschillende transgenen, verschillende onderliggende wijzigingen van het lipoproteïnemetabolisme reflecteert, is het niet onwaarschijnlijk dat het effect van gentransfer op atherosclerose sterk afhankelijk is van het gebruikte transgen. Het centrale doel van de studies in deze doctoraatsthesis is de evaluatie van het potentieel anti-atherogeen effect van HDL-cholesterolverhogende gentransfer in dyslipidemische muizen en konijnen met verschillende stadia van atherosclerose. In een eerste studie werd het effect vergeleken van hepatocytgerichte gentransfer van humaan apo A-I en muis ATP-bindende cassette transporter A1 (ABCA1) op de progressie van vroege atherosclerotische lesies in 3 maanden oude C57BL/6 apo E-/- muizen. Dit is een dierenmodel voor dyslipidemie gekarakteriseerd door hoge concentraties van ß-VLDL en IDL. Apo A-I stabiliseert de structuur van nascent, discoidaal alsook matuur, sferisch HDL en er bestaat een sterke correlatie tussen de apo A-I en HDL-cholesterol concentratie in het plasma. De ATP-bindende cassette transporter A1 (ABCA1) is een lid van de superfamilie van ATP-bindende cassette transporteiwitten die verscheidene moleculen kunnen transporteren doorheen extra- en intracellulaire membranen ten koste van ATP. Mutaties in ABCA1 kunnen de ziekte van Tangier veroorzaken. Dit is een recessieve genetische aandoening gekenmerkt door zeer lage plasmaconcentraties van HDL-cholesterol en afzetting van sterolen in weefselmacrofagen en neuronale Schwann-cellen. Expressie van ABCA1 in hepatocyten blijkt cruciaal te zijn voor de directe lipidatie van de novo gesynthetiseerd apo A-I, alsook voor het behouden van de circulatie van mature HDL-partikels, waarschijnlijk via de lipidatie van lipide-arm apo A-I ontstaan tijdens het metabolisme van matuur HDL. Aangezien de progressie van atherosclerose beduidend sneller verloopt in vrouwelijke C57BL/6 apo E-/- muizen, werden gentransferstudies gescheiden voor beide geslachten. Gentransfer werd uitgevoerd met E1E3E4-gedeleteerde adenovirale vectoren die de humane alpha 1-antitrypsine promotor bevatten, stroomopwaarts van de transgensequentie en 4 kopijen van de humane apo E enhancer. De keuze voor dit vectorsysteem in het kader van de huidige studies is gebaseerd op zijn bewezen doeltreffendheid en potentieel om transgenexpressie te induceren op lange termijn in C57BL/6 muizen. Deze vector wordt in deze experimentele studies enkel gebruikt voor de validatie van transgenen en wordt geenszins beschouwd als een potentieel klinisch vehikel voor gentransfer. De ontwikkeling van nieuwe systemen was geen objectief van de uitgevoerde studies. Gentransfer met de humaan apo A-I vector (AdhA-I) resulteerde in een selectieve 1.7-voudige (p<0.001) en 2.0-voudige (p<0.0001) stijging van HDL-cholesterol in respectievelijk mannelijke en vrouwelijke C57BL/6 apo E-/- muizen en inhibeerde de progressie van atherosclerose in beide geslachten. Gentransfer met de muis ABCA1 vector (AdmABCA1) in mannelijke C57BL/6 apo E-/- muizen resulteerde in een gemiddelde 1.4-voudige (p<0.05) en 1.3-voudige (p<0.05) toename van respectievelijk niet-HDL- en HDL-cholesterol en versnelde de progressie van atherosclerose. In vrouwelijke C57BL/6 apo E-/- muizen induceerde AdmABCA1 een selectieve 1.8-voudige (p<0.0001) toename van HDL-cholesterol, maar had geen significant effect op de progressie van atherosclerose. De tegengestelde effecten van HDL-verhogende gentransfer met AdhA-I en AdmABCA1 op atherosclerose zouden gerelateerd kunnen zijn met de daling van de fosfolipiden/cholesterol-ratio in HDL na gentransfer met deze laatste vector. Konijnen zijn, vergeleken met muizen, een beter model voor het lipoproteïnemetabolisme en voor atherosclerose. Konijnen vertonen immers geen apo B mRNA editing in de lever, wat leidt tot de productie van uitsluitend apo B100-bevattende VLDL zoals in een menselijke lever en daarenboven produceren ze, zoals mensen en in tegenstelling tot muizen, CETP. Een specifieke eigenschap van konijnen is dat ze erg gevoelig zijn aan cholesteroldieet-geïnduceerde hyperlipidemie en atherosclerose. Bij pilootexperimenten met adenovirale vectoren in konijnen vonden we dat transgenexpressieniveaus meer dan 100-voudig lager waren dan in C57BL/6 muizen. Om studies van het effect van HDL-verhogende gentransfer in konijnen mogelijk te maken, werd het tweede deel van deze doctoraatsthesis gewijd aan het blootleggen van de barrières voor transductie van parenchymale levercellen in konijnen. Hepatocyt-transductie werd geëvalueerd in 3 konijnenstammen na gentransfer met AdhA-I. Gentransfer met 4 x 10e12 partikels/kg van AdhA-I via de marginale oorvene resulteerde in expressieniveaus van meer dan 40 mg/dl in Dutch Belt konijnen, maar minder dan 1 mg/dl in New Zealand White en Fauve de Bourgogne konijnen. De diameter van de sinusoïdale fenestrae was beduidend hoger (p=0.0014) in Dutch Belt (124 ± 3.4 nm) dan in New Zealand White (108 ± 1.3 nm) en Fauve de Bourgogne (105 ± 2.6 nm) konijnen, wat suggereert dat een kleinere diameter een barrière vormt voor de transductie van hepatocyten. Intraportale gentransfer voorafgegaan door een intraportale injectie van natrium decanoaat, dat de diameter van sinusoïdale fenestrae doet toenemen tot 123 ± 3.4 nm (p<0.01) in New Zealand White konijnen, verhoogde inderdaad de humaan apo A-I expressie 32- en 120-voudig in respectievelijk New Zealand White and Fauve de Bourgogne konijnen, maar had geen effect op de transgenexpressie in Dutch Belt konijnen. In heterozygote en homozygote LDL-receptor deficiënte konijnen met een 62.5% New Zealand White en 37.5% Japanese White achtergrond resulteerde intraportale injectie gentransfer voorafgegaan door intraportale injectie van natrium decanoaat verder in een 2.7-voudige (p<0.05) toename van humaan apo A-I expressie (37 ± 7.8 mg/dl), vergeleken met gentransfer via de marginale oorvene (13 ± 3.7 mg/dl). Intraportale transfer voorafgegaan door intraportale injectie van natrium decanoaat werd zodoende beschouwd als een geschikte methode voor de evaluatie van het effect van HDL-verhogende gentransfer in LDLr+/- konijnen met dieet-geïnduceerde atherosclerose. Lecitin:cholesterol acyltransferase katalyseert de transacylatie van het vetzuur op de sn-2 positie van fosfatidylcholine bij voorkeur naar de vrije 3-ß-hydroxylgroep van cholesterol. Cholesterolverestering is essentieel voor de maturatie van HDL partikels. Het doel van de atherosclerosestudie in konijnen was het evalueren van een potentieel cholesterol-afvoerend effect van konijnen apo A-I en LCAT gentransfer in een konijnenmodel van complexe atherosclerotische lesies. Toevoegen van 0.15% cholesterol in het dieet gedurende 14 maanden vanaf de leeftijd van 5 maanden in LDLr+/- konijnen met 62.5% New Zealand White en 37.5% Japanese White achtergrond, resulteerde in hyperlipidemie gekarakteriseerd door hoge concentraties aan ß-VLDL- en IDL-cholesterol. Deze hyperlipidemie induceerde de vorming van complexe atherosclerotische lesies van type IV en V. Gentransfer met 4 x 10e12 partikels/kg AdrA-I en AdrLCAT, die respectievelijk konijnen apo A-I en konijnen LCAT tot overexpressie brengen, verhoogde de gemiddelde HDL-cholesterolconcentratie 2.0– en 1.7–voudig gedurende de interventieperiode van 4 maanden. Gentransfer met de controlevector Adnull daarentegen, had geen invloed op gemiddelde HDL-cholesterolconcentratie. Niet-HDL cholesterol was onveranderd gedurende de interventieperiode in de drie gentransfergroepen. Vergeleken met de baselinegroep daalde het percentage van oil red O-gekleurde oppervlakte in de intima 1.6- en 1.4-voudig na gentransfer met respectievelijk AdrA-I en AdrLCAT en had Adnull geen effect op deze parameter. Deze resultaten tonen voor de eerste maal aan dat HDL-verhogende gentransfer de afvoer van cholesterol uit complexe lesies kan induceren, consistent met een gestegen omgekeerd cholesteroltransport uit de vaatwand. Ischemic cardiovascular diseases are the principal cause of death in developed countries. Several primary and secondary prevention trials have convincingly demonstrated that low density lipoprotein (LDL) cholesterol lowering therapy reduces cardiovascular events, cardiovascular deaths and total mortality. Notwithstanding this, the majority of events cannot be prevented even when intensive lipid lowering therapy is used. Plasma levels of high density lipoprotein (HDL) cholesterol and its major apolipoprotein, (apo) A-I, are inversely correlated with the incidence of ischemic cardiovascular diseases. A meta-analysis of 4 prospective studies indicated that a 1 mg/dl increase of HDL cholesterol was associated with a 2% risk reduction in men and a 3% risk reduction in women. Therefore, HDL raising therapy may have beneficial events on cardiovascular events. Hepatocyte-directed gene transfer of several transgenes may result in elevated HDL cholesterol levels. Since elevated HDL cholesterol induced by transfer of different transgenes reflects different underlying alterations of lipoprotein metabolism, the effect on atherosclerosis is likely to be transgene dependent. The central goal of the studies of this Ph.D. thesis is the evaluation of the potential anti-atherogenic effect of HDL cholesterol raising gene transfer in dyslipidemic mice and rabbits with different stages of atherosclerosis. In a first study, we compared the effect of hepatocyte-directed gene transfer of human apo A-I and of the murine ATP-binding cassette transporter A1 (ABCA1) on the progression of early atherosclerotic lesions in 3 months old C57BL/6 apo E-/- mice, a murine model of dyslipidemia characterized by high levels of ß-VLDL and IDL. Apo A-I stabilises the structure of nascent HDL and mature spherical HDL and a strong correlation exists between apo A-I plasma concentrations and HDL cholesterol levels. The ATP-binding cassette transporter 1 (ABCA1) is a member of the superfamily of ATP-binding cassette transporters, which transport various molecules across extra- and intracellular membranes at the expense of ATP. Mutations in ABCA1 can cause an autosomal recessive genetic disorder called Tangier disease, which is characterised by very low levels of plasma HDL cholesterol and deposition of sterols in tissue macrophages and neuronal Schwann cells. Expression of ABCA1 in hepatocytes appears to be critical for direct lipidation of de novo synthesised apo A-I as well for maintaining the circulation of mature HDL particles, probably by mediating the lipidation of lipid-poor apo A-I generated during remodelling of HDL particles. Since the progression of atherosclerosis is substantially faster in female C57BL/6 apo E-/- mice than in male C57BL/6 apo E-/- mice, separate gene transfer studies were conducted in each sex. Transfer was performed with E1E3E4-deleted adenoviral vectors containing the human alpha 1-antitrypsin promoter upstream of the transgene sequence and 4 copies of the human apo E enhancer. The choice for this vector in the framework of the current studies has been based on its proven efficacy and potential to induce long-term transgene expression in C57BL/6 mice. This vector is only used for target validation in experimental studies and is not considered as a potential clinical gene transfer vehicle. The development of new systems has not been an objective of the current studies. Gene transfer with the human apo A-I expressing vector (AdhA-I) resulted in a selective 1.7-fold (p<0.001) and 2.0-fold (p<0.0001) increase of HDL cholesterol in male and female C57BL/6 apo E-/- mice, respectively, and inhibited the progression of atherosclerosis in both sexes. Gene transfer with the murine ABCA1 expressing vector, AdmABCA1, in male C57BL/6 apo E-/- mice resulted in an average 1.4-fold (p<0.05) and a 1.3-fold (p<0.05) increase of non-HDL cholesterol and HDL cholesterol, respectively, and induced accelerated progression of atherosclerosis. In female C57BL/6 apo E-/- mice, AdmABCA1 resulted in a selective 1.8-fold (p<0.0001) increase of HDL cholesterol, but did not have a significant effect on the progression of atherosclerosis. The opposing effects on atherosclerosis of HDL cholesterol raising gene transfer with AdhA-I and AdmABCA1 may be related to the decrease of the HDL phospholipid/cholesterol ratio after transfer with the latter vector. Rabbits constitute a better model of lipoprotein metabolism and atherosclerosis than mice because rabbit liver does not edit apo B mRNA resulting in the production of only apo B100-containing VLDL as does human liver and because rabbits produce CETP similar as humans. Furthermore, a specific feature of rabbits is that they are very susceptible to dietary cholesterol induced hyperlipidemia and atherosclerosis. In pilot experiments with adenoviral vectors in rabbits, we observed that transgene expression levels were more than 100-fold lower than in C57BL/6 mice. To enable gene transfer studies on the effect of HDL raising gene transfer in rabbits, the second part of this Ph.D. thesis was devoted to the elucidation of the barriers for parenchymal cell transduction in rabbits. Hepatocyte transduction was evaluated in three rabbit strains after transfer with AdhA-I. Marginal ear vein transfer of 4 x 10e12 particles/kg of AdhA-I induced human apo A-I levels above 40 mg/dl in Dutch Belt, but below 1 mg/dl in New Zealand White and Fauve de Bourgogne rabbits. Diameters of sinusoidal fenestrae were significantly (p=0.0014) larger in Dutch Belt (124 ± 3.4 nm) than in New Zealand White (108 ± 1.3 nm) and Fauve de Bourgogne (105 ± 2.6 nm) rabbits, suggesting that a smaller size constitutes a barrier for hepatocyte transduction. Indeed, intraportal transfer preceded by intraportal injection of sodium decanoate, which increases the diameter of sinusoidal fenestrae to 123 ± 3.4 nm (p<0.01) in New Zealand White rabbits, increased human apo A-I levels 32-fold and 120-fold in New Zealand White and Fauve de Bourgogne rabbits, respectively, but did not affect expression in Dutch Belt rabbits. Furthermore, intraportal transfer preceded by intraportal injection of sodium decanoate in heterozygous and homozygous LDLr deficient rabbits with 62.5% New Zealand White and 37.5% Japanese White background increased human apo A-I expression levels (37 ± 7.8 mg/dl) 2.7-fold (p<0.05) compared to marginal ear vein transfer (13 ± 3.7 mg/dl). Therefore, intraportal transfer preceded by intraportal injection of sodium decanoate was considered to be an appropriate gene transfer mode to evaluate the effect of HDL raising gene transfer on diet-induced atherosclerosis in LDLr+/- rabbits. Lecithin:cholesterol acyltransferase (LCAT) catalyses the transacylation of the fatty acid at the sn-2 position of phosphatidylcholine preferentially to the free 3-ß hydroxyl group of cholesterol. The esterification of cholesterol is critical for the maturation of HDL particles. The objective of the rabbit atherosclerosis study was to evaluate the potential cholesterol unloading effect of rabbit apo A-I and rabbit LCAT gene transfer in a rabbit model of advanced atherosclerotic lesions. Feeding 0.15% cholesterol for 14 months starting from the age of 5 months in LDLr+/- rabbits with 62.5% New Zealand White and 37.5% Japanese White background resulted in a hyperlipidemia characterised by high levels of ß-VLDL and IDL cholesterol. This hyperlipidemia induced advanced atherosclerotic type IV and type V lesions. Gene transfer with 4 x 10e12 particles/kg of the rabbit apo A-I (AdrA-I) and the rabbit LCAT (AdrLCAT) expressing vector
Listing 1 - 5 of 5 |
Sort by
|