Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
De overstap van de leersituatie naar klinische stage is vaak een grote uitdaging voor studenten verpleegkunde, vroedkunde en geneeskunde. De opleidingen in de gezondheidswetenschappen proberen studenten hierbij zo goed mogelijk te ondersteunen door verschillende verpleegtechnieken aan te leren via simulatietraining op oefenfantomen (modellen die bepaalde lichaamsmodellen nabootsen). Uit onderzoek blijkt echter dat het uiteindelijk uitvoeren van deze technieken op stage (transfer), niet altijd even vlot verloopt en heel wat stress met zich kan meebrengen. Gezien de aanzienlijke investeringen die gepaard gaan met het gebruik van simulatie onderwijs, zowel financieel als organisatorisch, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat studenten het geleerde ook effectief kunnen overdragen naar hun klinische stage. Daarom is het interessant om de factoren te onderzoeken die volgens studenten de overdracht van verpleegtechnieken vanuit de leersituatie naar het uitvoeren op een echte patiënt vergemakkelijken of net moeilijker maken. Binnen dit onderzoek wordt de venapunctie (bloedafname) als representatief voorbeeld gebruikt voor alle verpleegtechnische vaardigheden die met behulp van simulatie onderwijs met oefenfantomen worden aangeleerd binnen de opleidingen verpleegkunde, vroedkunde en geneeskunde. De literatuur werd geanalyseerd op factoren die de overdracht van een verpleegtechniek van de gesimuleerde leersituatie naar een echte patiënt kunnen bevorderen of belemmeren. De gevonden factoren uit de literatuur werden vervolgens afgetoetst aan de realiteit bij een 15-tal studenten verpleeg-, vroed- en geneeskunde. Met deze interviews werden ook extra factoren ontdekt die nog niet waren beschreven in de literatuur. Op basis van de antwoorden uit de interviews werd een vragenlijst opgemaakt die over Vlaanderen breed werd uitgestuurd naar studenten verpleegkunde, vroedkunde en geneeskunde die een venapunctie aangeleerd hadden gekregen met behulp van een fantoomarm en hun eerste zelfstandige venapunctie op stage hadden uitgevoerd binnen de 6 maanden voor het onderzoek. De resultaten van de vragenlijst duiden op mogelijke verbeteringen in het simulatie onderwijs die de kans op effectieve transfer van verpleegtechnische vaardigheden naar de klinische praktijk kunnen vergroten. De belangrijkste verbeterpunten omvatten: (i) de spreiding van het leerproces over meerdere simulatiesessies, (ii) het krijgen van meer onmiddellijke en geïndividualiseerde feedback van docenten, (iii) het implementeren van meer oefenvariatie en (iv) het kunnen oefenen van alle procedurele handelingen op realistische wijze op het oefenfantoom. In totaal heeft het onderzoek 37 factoren kunnen identificeren die, volgens studenten verpleegkunde, vroedkunde en geneeskunde, de transfer van verpleegtechnieken naar de klinische praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Bijkomend is waargenomen dat de factoren, die de mate van transfer beïnvloeden, verschillen tussen studenten verpleegkunde, vroedkunde en geneeskunde, evenals tussen verschillende geslachten en leeftijdsgroepen.
Listing 1 - 3 of 3 |
Sort by
|