Abstract | Keywords | Export | Availability | Bookmark

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Autisme spectrum stoornissen (ASS) zijn een groep van neurologische ontwikkelingsstoornissen gekarakteriseerd door sociale stoornissen en herhaald of repetitief gedrag. Oxytocine (OT), gekend als het ‘knuffelhormoon’, zou een belangrijke rol kunnen spelen in de behandeling van deze kernproblemen bij ASS. Sinds de jaren ’80 is onderzoek van het OT systeem meermaals uitgevoerd in dierenstudies en sinds een 10-tal jaar worden er ook studies uitgevoerd op menselijke subjecten. Hoewel er de laatste jaren intensief werd gezocht naar een medicamenteuze behandeling voor ASS, is er tot op heden nog geen gevonden. Het doel van deze studie is het onderzoeken van de gedragsmatige effecten op de meervoudige toediening van OT via neussprays bij volwassen mannen met ASS, op basis van 2 vragenlijsten, namelijk de social responsiveness scale (SRS) en de repetitive behavior scale-revised (RBS-R), welke respectievelijk de sociale beperkingen van ASS en ernst van herhaald en repetitief gedrag weergeven. Een hogere score op beide vragenlijsten gaat gepaard met een hogere ernst van ASS. We verwachten dat de groep welke OT gekregen heeft, beter scoort op beide vragenlijsten. Deze masterproef is een vervolgstudie van een groter onderzoeksproject welke de gedragsmatige en neurale effecten van een meervoudige dosis OT onderzocht bij 40 volwassen mannen met ASS, waarin de deelnemers willekeurig verdeeld werden in een oxytocine1-groep (OT1-groep) en placebo1-groep (PL1-groep) waar ze gedurende 4 weken dagelijks OT of placebo (PL) moesten toedienen via een neusspray. Om elke deelnemer de kans te geven de effectieve OT te gebruiken, werd er een follow-up deel aan de studie toegevoegd, welke werd uitgevoerd met 17 overgebleven participanten. Resultaten van de SRS en RBS-R onthulden een niet-significante daling in score op beide vragenlijsten na 4 weken OT inname. Opmerkelijk is de grote daling in score op de SRS binnen de OT1-groep bij de start van deel twee na vergelijking met de baselinewaarden, deze resultaten werden niet gevonden voor de RBS-R. Op dit tijdspunt zien we ook een significant lagere score op de SRS bij de OT1-groep vergeleken met de PL1-groep, wat ons doet vermoeden dat OT een langdurig effect heeft op sociale stoornissen. Er werden weinig tot geen ernstige bijwerkingen gevonden tijdens de interventie met OT. 2 Enkele studies die de resultaten van de huidige studie bekrachtigen komen van Bernaerts et al. en Parker et al. Zij vonden verbeteringen in de SRS bij zowel de OT-groep als PL-groep, met grotere verbeteringen in het voordeel van de OT-groep. Anagnostou et al vond een trend naar verbetering op de RBS-R bij de OT-groep. De kleine steekproefomvang maakte het onmogelijk subdomeinen van elke vragenlijst te analyseren en de afwezigheid van vrouwelijke deelnemers zorgt ervoor dat de resultaten niet veralgemeend kunnen worden naar de gehele ASS-populatie. Meer onderzoek met vrouwen is nodig. De analyse van bloed- of speekselstalen kan zorgen voor heel wat meer informatie. We kunnen besluiten dat het gebruik van 4 weken OT gebruik via een neusspray tot 2 jaar na inname positieve effecten heeft op resultaten van de SRS. Verder onderzoek met een grotere steekproef is nodig om andere significante resultaten te ontdekken.