Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Abstract: The aim of the study was to quantify the micro‐architectural changes of the jaw bone in response to ovariectomy, exposed or not to bisphosphonate treatment. A total of 47 Wistar rats were ovariectomized (OVX) or sham‐operated (shOVX) and exposed to osteoporosis preventive treatment for eight weeks either with bisphosphonates (alendronate, ALN; group OVX‐ALN) three days/week at a dose of 2 mg/kg or with saline solution (untreated control condition; group OVX). The bone morphometric parameters of the trabecular jaw bone were assessed using ex vivo microcomputed tomography. The regions of interest investigated in the maxilla were the inter‐radicular septum of the second molar and the tuber. The regions quantified in the mandible included the three molar regions and the condyle. A one‐way analysis of variance followed by pairwise comparison using Tukey’s HSD and the Games–Howell test was conducted to explore significant differences between the groups. In the maxilla, OVX decreased the bone volume in the inter‐radicular septum of the second molar. Bisphosphonate treatment was able to prevent this deterioration of the jaw bone. The other investigated maxillary regions were not affected by (un)treated ovariectomy. In the mandible, OVX had a significant negative impact on the jaw bone in the buccal region of the first molar and the inter‐radicular region of the third molar. Treatment with ALN was able to prevent this jaw bone loss. At the condyle site, OVX significantly deteriorated the trabecular connectivity and shape, whereas preventive bisphosphonate treatment showed a positive effect on this trabecular bone region. No significant results between the groups were observed for the remaining regions of interest. In summary, our results showed that the effects of ovariectomy‐induced osteoporosis are manifested at selected jaw bone regions and that bisphosphonate treatment is capable to prevent these oral bone changes.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Doel: Er werden reeds veel onderzoeken uitgevoerd waarbij verschillende aspecten van de mondgezondheid aan de hand van objectieve criteria in kaart werden gebracht. Toch is het niet onredelijk aan te nemen dat deze waarden een beperkte relevantie hebben voor de ouderen zelf. In ons onderzoek hebben we dan ook de mondgezondheid vanuit het subjectieve standpunt van de bewoner van een woonzorgcentrum bekeken en dit als basis gebruikt om te bepalen in welke mate de subjectieve inschatting van de omgeving, zorgverlening en familie, hiermee overeenkomt. Materialen en methoden: Om deze subjectieve beleving te bepalen werd een bevraging uitgevoerd in drie verschillende woonzorgcentra waaraan in totaal 91 bewoners deelnamen. De bevraging omvatte het invullen van een specifieke vragenlijst, waar de OHIP in vervat was alsook het uitvoeren van een klinisch onderzoek. Daarnaast werd aan de hand van de Katz-schaal de zorgafhankelijkheid van de bewoner bepaald. Resultaten: De antwoorden van de bewoner dienden als referentiepunt en werden nadien vergeleken met de door de zorgverlening en familie gegeven antwoorden. Conclusie: Over het algemeen is de bewoner tevreden met zijn mondgezondheid en ervaart hij niet de behoefte aan tandheelkundige zorg. Zowel de zorgverlening als de familie hebben geen accuraat beeld hebben van de mondgezondheid van de bewoner.