Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De Europese richtlijn 2000/78/EG tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep kondigde in 2000 aan dat loonverschillen op basis van leeftijd door Europa als discriminatoir bevonden zouden worden en dat deze dus niet meer door de beugel konden. Dit betekent dat de bestaande leeftijdsgebonden barema's omgevormd moeten worden. Voormalig minister van werk, Peter Vanvelthoven, heeft de sociale partners tot 1 januari 2009 de tijd gegeven om elk ongeoorloofd leeftijdsonderscheid uit de collectieve arbeidsovereenkomsten te bannen. In dit eindwerk ben ik dan ook op zoek gegaan naar andere mogelijke niet discriminatoire criteria om een beloningssysteem op te bouwen. Er zijn verschillende mogelijkheden maar ze zijn niet allemaal sociaal aanvaardbaar. Er is ook onduidelijkheid of bepaalde systemen wel conform de Europese richtlijn zijn. Daarom heb ik geprobeerd om via rechtspraak enkele zaken uit te klaren. Ik heb de omvorming op sectorniveau en op ondernemingsniveau bekeken. Meer specifiek ben ik binnen één sector (het ANPCB) op zoek gegaan naar een mogelijke oplossing. Op ondernemingsniveau heb ik de CAO van een onderneming (groep S), die de omvorming van het baremiek stelsel beschrijft, van naderbij bekeken om zo tot een volwaardige oplossing op ondernemingsniveau te komen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Bejaarde mensen die niet meer alleen thuis kunnen blijven wonen en naar een rusthuis zouden moet gaan, die poetshulp in het huishouden kunnen gebruiken, die een beperkt netwerk hebben, .... Het is een thema dat veel terug komt, mede door de veroudering van de bevolking. Het is niet altijd even gemakkelijk om deze mensen te overtuigen dat ze wat hulp kunnen gebruiken in bijvoorbeeld het huishouden. Zo ben ik op het thema 'Motiverende gespreksvoering in de thuiszorg: wanneer gaan mensen over tot concrete verandering?' gekomen. Dit is een thema dat veel gebruikt wordt binnen dit werkveld. Tijdens mijn stage had ik verschillende cliëntsituaties waarin dit toegepast werd, niet altijd met evenveel succes. Ook is dit een houding dat gebruikt kan worden in de thuiszorg, maar bijvoorbeeld ook bij financiële problemen. Dit thema is eveneens toepasbaar op alle drie de doelgroepen waarmee wij binnen de Christelijke Mutualiteit werken, namelijk zieken, personen met een handicap en bejaarden. Door dit eindwerk wou ik ook mijn kennis en inzicht verruimen in dit thema, omdat het veranderen van mensen hun gedrag vaak bij het beroep van de maatschappelijk werker hoort. Dit eindwerk bestaat uit vier grote delen. Het eerste deel gaat over mijn stageplaats. Ik ga het hier onder meer hebben over de doelgroep, problemen waarmee personen te kampen hebben, ons hulpaanbod enzovoort. Ik stel hier dus met andere woorden mijn stageplaats en de Dienst Maatschappelijk Werk voor. Het tweede deel omvat mijn theoretisch kader. Hierin bespreek ik onder meer motivatie, verandering, motiverende gespreksvoering en een klein stukje over weerstand. Ik leg hierbij verschillende modellen, methoden en technieken uit. In het derde deel komt de praktijk aan bod. Hier pas ik mijn casussen toe op de theorie, in de mate van het mogelijke. Tenslotte geef ik in deel vier mijn reflecties weer over onder meer het proces van het eindwerk, de theorie en het maatschappelijk werk.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

'Kan het werken met een ik-boek een meerwaarde bieden binnen de contextuele begeleiding in Monte Rosa?' Dit is de vraag waarop ik gedurende mijn eindwerk een antwoord probeer te vinden. In mijn eindwerk heb ik het enerzijds over de methodiek van het ik-boek en anderzijds over het contextueel denkkader van Nagy. Hierna verbind ik de beide thema's door te gaan kijken welke rol het ik-boek kan spelen binnen de contextuele begeleiding in de Bijzondere Jeugdzorg. Om dit niet enkel theoretisch te bekijken, heb ik deze methodiek ook in de praktijk gebracht op mijn stageplaats. Ik heb hierbij samengewerkt met Lotte, een 8 jarig meisje, uit onze leefgroep en haar moeder. Ik heb dit thema gekozen omdat kinderen hun geschiedenis en zichzelf leren kennen door verhalen, herinneringen en anekdotes over zichzelf als baby, kleuter, enz. In een leefgroep binnen de Bijzondere Jeugdzorg, kennen kinderen vaak maar heel weinig verhalen over zichzelf en zitten ze vaak nog met heel veel onbeantwoorde vragen, waardoor ze een belangrijk fundament missen voor hun verdere ontwikkeling. De methodiek van het ik-boek kan hen helpen om meer verhalen te verzamelen en om onbeantwoorde vragen bespreekbaar te maken en hier samen met de hulpverlener een antwoord op te vinden. Het helpt hen ook om voor hun eigen levensverhaal overzichtelijker te maken en om hun verleden te verwerken, doordat ze tijdens het werken aan het ik-boek de woorden vinden om niet enkel over de leuke verhalen, maar ook over de moeilijke gebeurtenissen uit hun leven te praten. Verder is het ik-boek een goed hulpmiddel om het verleden en het heden van het kind vast te leggen. Veel kinderen uit de Bijzondere Jeugdzorg hebben maar zeer weinig tastbare herinneringen. Door in het ik-boek foto's, anekdotes, enz. te bewaren kan het boek voor het kind heel waardevol zijn. Ook kan het ik-boek voor het kind een ondersteuning zijn om te leren nadenken over zichzelf, over wat hij al goed kan en wat hij nog kan leren. Hierdoor kan h...

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De probleemstelling waaruit ik ben vertrokken is ?Hoe kan het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) kansarme jongeren die schoolmoe zijn, motiveren om naar school te blijven gaan?? Ik heb eerst een referentiekader opgebouwd door het exploreren van boeken, cursussen, tijdschriften en internetsites. Daarna heb ik dit referentiekader gekoppeld aan twee stage-ervaringen. In het laatste deel geef ik mijn eigen reflecties op het toegepast referentiekader en schrijf ik enkele aanbevelingen. Het eerste deel bevat het referentiekader en daar heb ik de verschillende onderdelen uit mijn probleemstelling theoretisch gekaderd. Ik heb eerst gedefinieerd wat kansarmoede en schoolmoeheid is. Ik heb ook onderzocht welke factoren van kansarmoede een rol spelen voor schoolmoeheid. Daarna heb ik twee methoden besproken die kunnen gebruikt worden om deze jongeren te motiveren: het systeemgericht werken en de motiverende gespreksvoering. In het praktijkgedeelte heb ik eerst een beschrijving gegeven van mijn stageplaats het CLB van het Gemeenschapsonderwijs van Mechelen en mijn taak op deze stageplaats. Daarna heb ik twee casussen uit mijn stage uitgewerkt en de verschillende onderdelen uit het referentiekader toegepast. In mijn laatste deel, de reflecties, heb ik beide methoden besproken in de CLB-context en aan de hand van een SWOT-analyse de sterke en zwakke punten van beide methoden onderzocht. Tot slot heb ik bekeken welke methode het best te gebruiken is binnen het CLB om kansarme jongeren die schoolmoe zijn, te motiveren om naar school te blijven gaan.