Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De sociale en economische veranderingen van de laatste decennia hebben drastisch de rol en de aard van de Europese plattelandsgebieden veranderd. Onder andere de toenemende verstedelijkingsdruk, de sterke bevolkingsafname en vergrijzing, het wegtrekken van de jongere bevolking en actieven, de verdoken armoede, de schaarsheid van diensten op het platteland, mobiliteitsarmoede, etc., zijn problematieken waarmee de Europese plattelandsgemeenschappen tot op de dag van vandaag nog mee te maken hebben. Dit is ook voelbaar in Vlaanderen, een van de meest dichtbebouwde en versnipperde regio’s in Noord-West-Europa, waar de druk op de steeds schaarser wordende plattelandsgebieden steeds voelbaarder wordt. Als gevolg hiervan investeert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) jaarlijks miljoenen euro’s in LEADER, een Europees subsidiëringsprogramma voor plattelandsontwikkeling, dat vanuit de gemeenschap geleide ontwikkeling toelaat. Hierbij maakt LEADER ook gebruik van toerisme, dat door de Europese ontwikkelingsprogramma’s wordt geprezen als een mechanisme met een veelbelovend potentieel voor de ontwikkeling van Europese plattelandsgemeenschappen. Ondanks dat het al langer bekend is dat toerisme een mechanisme kan zijn om de ontwikkeling in plattelandsgebieden te stimuleren, is het niet altijd even duidelijk hoe LEADER-projecten die steunen op toerisme bijdragen aan deze ontwikkeling op het platteland. Er wordt namelijk nog te weinig stilgestaan bij de effectieve resultaten van deze projecten. Als gevolg hiervan maakte deze monitoringstudie gebruik van een kwalitatieve onderzoeksmethode, waarbij zowel een documentenanalyse als diepte-interviews met bevoorrechte getuigen gebruikt werden om de resultaten van twee LEADER-projecten die steunen op toerisme in Vlaanderen te evalueren. Op deze manier trachtte deze monitoringstudie een antwoord te vinden op de vraag: hoe efficiënt zijn LEADER-projecten steunend op toerisme voor de rurale ontwikkeling van Vlaanderen?

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Inclusief toerisme krijgt steeds meer en meer aandacht. Desondanks wordt in Vlaanderen weinig tot geen bewijs gevonden van dergelijke projecten voor mensen met autismespectrumstoornis of ASS. Nochtans geeft een schatting aan dat 0,6% van de wereldbevolking als dusdanig gediagnosticeerd is. Bijgevolg verdient deze groep meer aandacht. Kinderen met ASS (i.e. de doelgroep van deze studie) hebben baat bij structuur en voorspelbaarheid om stress te vermijden. Bijkomend begrijpen ze vaak niet welk gedrag van hen verwacht wordt in nieuwe situaties. Hierdoor zullen zij bijvoorbeeld niet stil zijn in een museum, tenzij dit expliciet gevraagd wordt. Beide uitdagingen kunnen (deels) gecompenseerd worden door sociale verhalen. Dit zijn visuele stappenplannen die het kind duidelijk maken wat hij/zij kan verwachten van de daguitstap en welk gedrag van hem/haar verwacht wordt. Sociale verhalen kunnen een positieve invloed uitoefenen op de stress die met deze onvoorspelbare daguitstappen gepaard gaat en deze uiteindelijk reduceren. De huidige studie tracht hieraan tegemoet te komen door te anticiperen en compenseren voor de huidige uitdagingen die deze doelgroep ervaart wanneer zij op daguitstap gaan in Vlaanderen in familiaal verband. Dit proberen we te bereiken door evidence-based sociale verhalen te ontwikkelen door middel van een kwalitatieve methode met vier (deels overlappende) fasen. De eerste verkennende fase bestaat uit semigestructureerde interviews met twintig ouders met minstens één lagereschoolkind met ASS. Het doel van deze interviews is om te achterhalen welke moeilijkheden zij ervaren gedurende de voorbereiding en daguitstap zelf. Bijgevolg wordt nagegaan welke factoren cruciaal zijn bij het ontwikkelen van een sociaal verhaal. Deze informatie wordt gecombineerd met getuigenissen van experts in het werkveld aan de hand van semigestructureerde interviews. In de volgende fase worden sociale verhalen ontwikkeld voor vier gevalstudies in Vlaanderen (i.e. Gravensteen, Zoo, Museum voor Natuurwetenschappen en Sunparks), rekening houdend met de informatie uit de eerste onderzoeksfase. Vervolgens worden deze sociale verhalen geëvalueerd. Hierbij bereiden de twintig gezinnen een bezoek aan één van deze vier attracties voor aan de hand van het sociaal verhaal en gaan zij vervolgens op daguitstap. Achteraf vinden opnieuw semigestructureerde interviews plaats met de ouders om hun ervaring en die van hun kind(eren) te overlopen. Op basis daarvan worden de sociale verhalen geoptimaliseerd. Tot slot worden ze in een bredere context geëvalueerd aan de hand van een SWOT-analyse. Uit de resultaten blijkt dat het aanbieden van deze sociale verhalen voor alle ouders en kinderen een grote meerwaarde is. De ouders rapporteren minder stress voor zowel het kind als zichzelf, zowel voor als tijdens de daguitstap. Op de vraag of zij in de toekomst nog dergelijke sociale verhalen zouden gebruiken indien deze beschikbaar zijn, antwoorden alle ouders ‘ja’. Hieruit kunnen we concluderen dat de huidige studie een belangrijke, praktische bijdrage levert tot het inclusief toerisme in Vlaanderen die duidelijk geapprecieerd wordt door de beoogde doelgroep. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de noden van een doelgroep die vaak vergeten wordt, maar ook heel wat andere mensen zonder de diagnose ASS hebben hier mogelijks baat bij (e.g. mensen met een mentale beperking). Duidelijke communicatie en voorspelbaarheid bevorderen immers de kwaliteit van de ervaring als dusdanig.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Toerisme evolueerde van een sector waarin massatoerisme en duurzame vormen van toerisme diametraal tegenover elkaar stonden, naar een sector waarin we bij elke vorm van toerisme naar een zo duurzaam mogelijke karakter moeten streven. Zowel langs de vraagzijde als de aanbodzijde van het toeristisch product, ontstond er een toenemend bewustzijn, dat duurzaam toerisme, het toerisme van de toekomst moet zijn en daarom niet minder economisch rendabel. Binnen duurzaam toerisme ontstonden er in de loop van de tijd contradicties tussen economische en sociale duurzaamheid. Duurzaamheid binnen toerisme heeft een enorm potentieel, maar loopt tegelijk ook gevaar om irrelevant te worden. Westtoer, het provinciebedrijf voor toerisme en recreatie van de provincie West-Vlaanderen, streeft naar een zo duurzaam mogelijke vorm van toerisme aan de Belgische Kust en wil zo goed mogelijk geïnformeerd zijn over de potentiële bedreigingen en kansen van duurzaam toerisme aan de Belgische Kust. De overkoepelende vraag van de voorgestelde studie is: in welke mate worden toeristen die de Belgische Kust bezoeken beïnvloed door elementen van duurzaamheid in hun keuze rond de 1) bestemming, 2) verplaatsing naar de bestemming, 3) verblijf (accommodatie), 4) activiteiten en spoort de visie van de aanbodzijde van het toeristisch product aan de Belgische Kust hiermee? We willen de belangrijkste redenen achterhalen die toeristen die de Belgische Kust bezoeken stimuleren om duurzaam of niet-duurzaam te handelen. Door middel van een mixed method onderzoek, werden er 9 interviews afgenomen bij de aanbodzijde (logiesuitbaters aan de Belgische Kust, die meewerken aan de Happy-Trip-formule). Om de vraagzijde (de toerist) te bereiken, werd er een web survey uitgestuurd, met een uiteindelijke sample van 66, die ook polst naar meningen en percepties en werden er interviews afgenomen bij 4 van de web survey respondenten, die bereid waren verder mee te werken aan dit onderzoek. De kwantitatieve en kwalitatieve data die we verkregen worden per thema verwerkt in de analyse. Kwantitatieve data ondersteunt hierin kwalitatieve data en omgekeerd. Kortom, dit onderzoek biedt nieuwe inzichten in wat zowel langs de aanbodzijde als de vraagzijde van het toeristisch product aan de Belgische Kust kansen en bedreigingen zijn voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme en of er een match of mismatch is tussen de visie van de vraagzijde en de aanbodzijde aan de Belgische Kust. Het onderzoek wijst uit, dat er voor de toerist onduidelijkheid is rond duurzaamheid in twee richtingen. 1) hoe het begrip “duurzaamheid” te definiëren en 2) over hoe, voor wie, door wie en onder welke omstandigheden er informatie gegeven wordt. Er is hier sprake van een mismatch omdat de aanbodzijde (in dit geval de logiesuitbaters) ervan uitgaan dat ze de correcte informatie rond duurzaamheid aan de toerist geven, maar deze aanbodzijde zelf een te enge interpretatie heeft van duurzaamheid, die niet duidelijk is voor de toerist. Duurzaam toerisme moet het toerisme van de toekomst worden aan de Belgische Kust, maar mag niet meer als een proces op lange termijn bekeken worden. Duurzaamheid als een proces op lange termijn bekijken, blijkt gebruikt te worden als een excuus om er de dag van vandaag nog niet volledig mee bezig te zijn. Als men maar voldoende wil aan de dag kan leggen en duurzaamheid niet als een last gaat zien, kan er op korte termijn heel wat verwezenlijkt worden.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze thesis tracht een inzicht te bieden in de kosten en baten van stakeholders die deel uitmaken van een mega-event. Hiervoor werd gekozen om aan de hand van een casestudy te werken, in dit geval 100 jaar Groote Oorlog. Dit mega-evenement wordt gedurende vier jaar georganiseerd, namelijk van 2014 tot 2018, en gaat hoofdzakelijk door in de Westhoek. Voor dit mega-event wordt er zowel op binnenlandse als buitenlandse toeristen ingespeeld, daar deze Wereldoorlog een belangrijk gegeven binnen de geschiedenis van vele landen is. De gebruikte onderzoeksmethodes voor deze casestudy betreffen enquêtes en interviews. De enquêtes werden bij 30 instellingen afgenomen, de interviews bij vier instellingen. De literatuurstudie werd als basis gebruikt om de kosten en baten van de verschillende soorten instellingen vast te stellen. Dit wil zeggen dat in de literatuur de soorten mega-events en de verschillende soorten impact gedefinieerd werden. De casestudy kan ingedeeld worden bij historische mijlpalen en cultuur als soort mega-event. De verschillende soorten impacts zijn de economische, toeristische, fysieke en psychologische effecten. Uit onderzoek blijkt dat de verwachte impacts voor het mega-evenement en de effectief opgetreden impacts tot op heden met elkaar overeenstemmen. Daarentegen duiden alle respondenten op de moeilijkheidsgraad van het voorspellen van de toekomst. Op lange termijn wordt echter verwacht dat het aantal toeristen, de inkomsten en de bekendheid van de regio hoger zullen liggen dan voor de start van het mega-event 2014-2018. Door de investeringen die nu gemaakt zijn, onder andere aan de hand van subsidies, kunnen alle infrastructuren omtrent de Eerste Wereldoorlog ook na 2018 blijven bestaan. Vele instellingen werden namelijk opgefrist. De geïnterviewde instellingen stellen dat er blijkbaar geen kosten zijn voor horeca/toerisme en provincie. Er kunnen geen andere gemeenschappelijke conclusies gemaakt worden, daar het gaat om individuele instellingen die elk op hun beurt een andere kosten-batentabel hebben. De belangrijkste optie om deze thesis potentieel verder te ontwikkelen betreft het uitbreiden van de steekproef. Deze casestudy betreft slechts dertig geënquêteerden en vier geïnterviewde instellingen. Door het uitbreiden van deze steekproef, kunnen een accuratere kosten-batentabel en beoordeling opgesteld worden. Daarnaast wordt aangeraden om in alle instellingen enige tijd aanwezig te zijn, zodat voldoende informatie verzameld kan worden en er zo niet enkel op mondelinge informatie moet worden voortgegaan. Door deze thesis verder uit te werken, kan een duidelijk beeld van de kosten en baten van een mega-event, georganiseerd in België, opgesteld worden.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze masterproef biedt een inzicht in de meerwaarde van wellness in de Vlaamse hotelsector. Dit werd onderzocht aan de hand van een analyse van de aanbod- en de beleidszijde van wellness in de wereld, in Europa, in België en in Vlaanderen, op basis van een combinatie van kwalitatief onderzoek. Het onderzoek van de aanbodzijde richtte zich zowel tot het aanbod of soorten wellness, als tot de aanbieders van wellness. De thesis handelt hier over wellnesshotels in de categorie van 1 tot 4 sterren. De aanbieders werden bevraagd aan de hand van enquêtes en interviews die nadien geanalyseerd werden. Hierbij werd naar hun mening gevraagd en er werden open en gesloten vragen gesteld. Het aanbod van wellness werd ook onderzocht. Specifiek heb ik mijn onderzoek toegespitst op de vergunde hotels in de kunst- en centrumstad Brugge en de kuststad Oostende. Het onderzoek naar het beleid gebeurde ook aan de hand van interviews en desk research. Vanaf de periode rond de jaren 80 zijn er wereldwijd meer en meer hotels ontstaan die wellness- of spafaciliteiten als extra voorziening aan hun gasten aanbieden. In Vlaanderen zelf heeft die trend zich pas de laatste jaren kunnen doorzetten. Het beschikken over wellness voor een Vlaams hotel is een positieve factor bij het op de markt brengen van hotelkamers. Het zorgt ervoor dat meer kamers verhuurd worden. Het aanbieden van overnachting is evenwel nog steeds de kerntaak van een hotel. Het creëren van wellnessfaciliteiten is en blijft een zware investering voor de hotels, maar blijkt ook succesvol te zijn. Ook voor bepaalde doelgroepen lijkt wellness in het hotel een belangrijke factor te zijn om te kiezen voor dat bepaald hotel. Voor hotels met wellness aan de Vlaamse Kust zorgt het er voor dat het hotel minder afhankelijk is van het seizoen en van het weer. Kusthotels hebben daardoor naast een leisure- ook een businesscliënteel. Als er gekeken wordt naar de doelgroep die een Vlaams wellnesshotel boekt, is de leeftijd van de bezoekers tussen de 50 en 70 jaar (baby boomers). Na het installeren en opstarten van wellness, kan het zijn dat de wellness op zich met verlies werkt, afhankelijk van het type wellness. Deze wellnesstypes voor een standaard hotel werden onderzocht op rendabiliteit: sauna, jacuzzi, fitness, zwembad en kuren. Het type wellness 'kuren' is op basis van bepaalde parameters, rendabel. Een manier om het rendement nog te verhogen, naast het verhogen van de bezettingsgraad van het hotel, is de wellness open te stellen voor dagtoeristen.