Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Vanaf dit jaar werd in Vlaanderen en Wallonië een nieuwe regeling getroffen rond dierenwelzijn. Het betreft een nieuwe wetgeving rond het verbod op onverdoofd slachten. Deze regeling wordt niet met open armen ontvangen door moslims en joden die liever de traditionele, rituele slachting aanhouden. Vooral rond het Offerfeest laait de discussie telkens weer op en daarom leek het mij interessant om deze nieuwe regelgeving te bestuderen in het kader van offeren, maar algemeen ook binnen islamitische visies. Dit onderzoek bevat in de eerste plaats een literatuurstudie, waarin gezocht wordt naar de plaats van offeren in de islam en hoe diverse stromingen dit interpreteren. Tegelijkertijd probeert het een antwoord te vinden op de centrale onderzoeksvraag. Die luidt: “Kunnen er in de islamitische visies met betrekking tot het ritueel slachten, gronden worden gedestilleerd die het verdoofd slachten zouden kunnen legitimeren?” Vanuit wetenschappelijke artikelen, boeken en fatāwā (meervoud fatwā, religieuze adviezen van moslimgeleerden) wordt er getracht om na te gaan wat de positie is tegenover verdoofd slachten binnen de islam. In het eerste hoofdstuk wordt het concept ‘offeren’ onder de loep genomen. Hierbij wordt duidelijk dat er aan de ene kant geleerden zijn die offeren zien als een vorm van liefdadigheid waarbij de nadruk niet onmiddellijk ligt op een dier slachten. Aan de andere kant zijn er geleerden die zich bewust zijn van de meerwaarde van het offeren als ritueel, dat als een belangrijke bijdrage kan worden gezien voor de samenleving, vooral indien men het offerverhaal van Ibrahim (Abraham) interpreteert als een absolute overgave aan God waar het dier de ego van de offeraar symboliseert. Het tweede hoofdstuk verkent de positie van het dier in het Westen en in de islam. Hieruit wordt duidelijk dat het verschil tussen beide visies met betrekking tot het dier zeer klein is. Dierenrechten staan zowel in het Westen als in de islamitische leerstellingen hoog op de agenda. Toch is de uitwerking van dierenwelzijn verschillend in de twee perspectieven. Terwijl verdoofd slachten in het Westen een manier is om uiting te geven aan dat dierenwelzijn, blijkt dat in de islam veel geleerden argwanend staan ten opzichte van deze handeling. Daarom was het belangrijk om in het derde hoofdstuk de traditionele slachtmethode in de islam en de verschillende verdovingstechnieken in kaart te brengen. Het laatste hoofdstuk is een analyse van fatāwā van moslimgeleerden over het verdoofd slachten. Als conclusie kan er gesteld worden dat er geen unanieme consensus bestaat over de toelaatbaarheid van het verdoofd slachten binnen de bestudeerde islamitische visies. Hoewel moslimgeleerden afkeurend staan ten opzichte van deze handeling, wordt het vlees van het dier geslacht onder verdoving (waaraan het dier niet sterft) toch aanzien als ḥalāl (toegestaan). Een belangrijke richtlijn daarentegen is dat zowel het Westen als de islam geen uitersten hoeven te zijn als het gaat om dierenwelzijn. Dit is een belangrijk gegeven dat de deur openhoudt voor dialoog en om via verdere studie tot een consensus te komen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Het onderwerp van deze thesis is de beleving van het rastafarigeloof van de leden van Steel Pulse zoals ze het naar voor brengen in hun muziek. Steel Pulse is een Britse reggaeband die zich identificeert met de rastafaribeweging. De band ontstond in de jaren ’70, een periode waarin het rastafari-ideeëngoed internationaal verspreid en gepopulariseerd werd. Onder meer in Groot-Brittannië betekende dit dat veel personen zich rastasymbolen toe-eigenden, zonder betrokken te zijn op de religieuze aspecten van de beweging. De centrale onderzoeksvraag van deze thesis is ‘in hoeverre is het wereldbeeld van Steel Pulse vergelijkbaar met dat van de rastafaribeweging?’ Het is de bedoeling te achterhalen of de leden van Steel Pulse aansluiting vinden bij de religieuze kern van de beweging. Het onderzoek concentreert zich op de muziekteksten van Steel Pulse. Die worden beschouwd als het primair bronnenmateriaal en krijgen een codering met Nvivo vanuit een inductieve benadering. Vervolgens doorstaan ze de vergelijkende proef met de ideeën van de rastafaribeweging. Het onderzoek start met een korte uiteenzetting van de ideeën van de rastafaribeweging. Hieruit worden zeven centrale concepten duidelijk: slavernij en kolonialisme, de notie ras, Afrika, de repatriatie naar Zion, Haile Selassie I, Babylon en de Bijbel. Deze concepten dienen als basis om de vergelijking te maken met het wereldbeeld van Steel Pulse. Vervolgens wordt ingezoomd op de ontwikkeling van reggae in Groot-Brittannië en hoe de vorming van Steel Pulse hierin kadert. We merken een evolutie van maatschappijkritische muziekteksten in de jaren ’70 naar een focus op de commerciële markt van de Verenigde Staten in het daaropvolgend decennium. Tegenwoordig wil de groep zich opnieuw meer oriënteren naar de zwarte jongeren in Groot-Brittannië. Na het vergelijken van de bevindingen uit de codering met de ideeën van de rastafaribeweging, blijkt een grote overeenkomst tussen beiden te zijn. Bovendien komen in de muziek van Steel Pulse ook religieuze aspecten naar voor die amper afwijken van die uit het rastafarigeloof. Het meest opvallende verschil ligt in het idee over de repatriatie naar Ethiopië. Verder is er doorheen de tijd een evolutie in de aard van de thema’s vastgesteld. In periodes van dalend succes ligt de focus onder commerciële druk meer op verhalende en oppervlakkige thema’s en verschuift de religieuze toon in de muziek naar de achtergrond. Vanuit dit onderzoek menen we te mogen concluderen dat de muziek van Steel Pulse sterk overeenkomt met de ideeën van de rastafaribeweging. In de context van de diversiteit van de beweging sluit Steel Pulse duidelijk aan bij de rasta’s die hun ontvoogdingsstrijd vanuit een religieuze grondslag voeren.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De coronapandemie die eind 2019 heel de wereld trof heeft een grote impact gekend op onze samenleving. Er werden verschillende maatregelen geïmplementeerd om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Begin 2020 ging er een vaccinatiecampagne van start in België. Ondanks het feit dat de meerderheid van de Belgische bevolking gevaccineerd is tegen het Covid-19 virus is er nog weinig informatie over hoe bepaalde gemeenschappen tegenover het vaccin staan. Dit onderzoek tracht daarom een beeld te schetsen van wat de acceptatie en houding is van de Marokkaanse moslims uit Antwerpen. In deze thesis wordt een beroep gedaan op een kwalitatief onderzoek. Aan de hand van semi-gestructureerde interviews wordt er informatie verzameld over hoe Marokkaanse moslims in Antwerpen tegenover het coronavaccin staan. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt: ‘Hoe staan Marokkaanse moslims uit Antwerpen tegenover het Covid-19 vaccin? ’. De deelvraag die de hoofdvraag zal ondersteunen is: ‘Welke factoren beïnvloeden de positieve/negatieve keuze om het Covid-19 vaccin al dan niet te zetten onder deze populatie?’. De thesis begint met een theoretisch kader waarin data wordt verzameld over het Covid-19 virus, vaccin en het vaccinatiebeleid in België. Verder geeft het onderzoek een algemene kijk op de vaccinatiegraad in het land. Daarnaast wordt er gekeken naar de islamitische perspectieven in de fiqh betreffende het vaccineren en het Covid-19 vaccin. Nadien licht het onderzoek de gehanteerde methodologie toe waarbij de focus ligt op de onderzoekskwaliteit en betrouwbaarheid. Dan worden de onderzoeksresultaten weergegeven die voortkomen uit de diepte-interviews. De resultaten worden opgedeeld in volgende onderdelen: geloofsbeleving, het coronavirus, houding ten opzichte van vaccins, het coronavaccin en de coronacrisis. In de discussie worden de onderzoeksresultaten toegelicht en gelinkt aan de onderzoeksdata afkomstig uit de literatuurstudie. Uit het onderzoek blijkt dat over het algemeen religie geen bepalende factor is bij het beslissingsproces om het vaccin al dan niet te zetten. De deelnemers die wel verwijzen naar religieuze concepten geven voornamelijk het onderwerp sabab aan namelijk dat men een inspanning moet leveren om ziektes te vermijden. De meerderheid van de participanten zijn gevaccineerd tegen covid-19. Over het algemeen is het hebben van geen beperkingen en het beschermen van de familieleden een motiverende factor om zich te laten inenten tegen het coronavirus.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Titel: Hoe ervaren toekomstige leerkrachten de diversiteit tussen leerlingen en hoe gaan ze om met deze verschillen? Naam: Andries Quenis Promotor: Prof. Dr. Wim Vandewiele Academiejaar: 2020-2021 Masterproef (stage/veldwerk met onderzoeksrapport) tot verkrijging van de graad van Master in de wereldgodsdiensten, de interreligieuze dialoog en de religiestudie. Het begrip diversiteit heeft vandaag een centrale rol gekregen in de huidige samenleving. Als toekomstige leerkracht zal er geregeld een confrontatie ontstaan met een diverse klas. Het onderwijs is hierdoor sterk veranderd en er zijn nieuwe onderwijsmanieren nodig om aan deze veranderingen tegemoet te komen . Etnische diversiteit biedt een grote meerwaarde aan de maatschappij, maar het creëert ook nieuwe uitdagingen. Er bestaat bijvoorbeeld ongelijkheid in het onderwijs, doordat het aantal leerlingen met een migratieachtergrond blijft toenemen is het een groot diversiteitsvraagstuk hoe we deze ongelijkheid kunnen tegengaan . Deze masterproef onderzoekt daarom de wijze waarop toekomstige leerkrachten de diversiteit tussen leerlingen ervaren en hoe ze om gaan met deze verschillen. Het onderzoek heeft gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews om onderzoeksmateriaal te verzamelen. Op deze manier wil het diepgaande inzichten verwerven die niet altijd in cijfers uit te drukken zijn. Aan deze studie hebben acht toekomstige leerkrachten deelgenomen. Aan de hand van een kwalitatieve analyse met NVivo werden uit de verschillende interviews acht axiale codes bekomen. Elke axiale code is onderverdeeld in een aantal open codes. Deze studie concludeert dat toekomstige leerkrachten het moeilijk vinden om met al de verschillen van de leerlingen om te gaan. Ze begrijpen dat elke individuele leerling op veel vlakken verschilt, maar in de praktijk behandelen ze hen op dezelfde manier. Op vlak van onder andere gender en culturele achtergrond geven de toekomstige leerkrachten aan geen onderscheid te maken tussen de leerlingen. Het is echter mogelijk dat de toekomstige leerkrachten onbewust wel een onderscheid maken. De differentie tussen zwakke en sterke leerlingen is duidelijk aanwezig en hier wordt wel een sterk onderscheid in gemaakt. De meeste respondenten gaven aan dat ze nood hadden aan meer begeleiding omtrent het thema diversiteit. In verder onderzoek zou er rekening gehouden kunnen worden met de achtergrond van de toekomstige leerkracht en de visie van de opleiding.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In veel werken wordt vaak veel aandacht besteed aan de Profeet als krijgsheer en gefocust op de veldslagen, maar wordt daarbuiten - en dit is zeker een gemis binnen het academische onderzoeksveld - te weinig nadruk gelegd op het vergevingsgezinde en vredelievende karakter van de Profeet Mohammed. Er wordt, met andere woorden, te weinig gekeken naar hoe de Profeet impact en vrede probeerde te creëren binnen een oorlogszuchtige samenleving. Met deze thesis wordt om die reden nadruk gelegd op dit thema, uitgaand van het vredesverdrag van al-Ḥudaybiya en de impact hiervan. In deze masterproef wordt gekeken naar de laatste levensjaren van de Profeet in Medina, en hoe zijn vredelievendheid heeft geleid tot een enorme impact op de samenleving door middel van het ondertekenen van het vredesverdrag van al-Ḥudaybiya, dat voor hem op het eerste gezicht nadelig leek. Het doel van dit onderzoek is om de sociaal-politieke impact van dit verdrag na te gaan. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Hoe beïnvloedde het vredesverdrag van al-Ḥudaybiya de status quo binnen het Arabisch Schiereiland op sociaal-politiek vlak?’ Om een antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag is een kwalitatieve literatuurstudie uitgevoerd op basis van klassieke en hedendaagse bronnen. Het vredesverdrag van al-Ḥudaybiya zorgde voor meer vrede en stabiliteit in Arabië. Het was het begin van een geheel nieuwe fase die de islamisering van het Arabische Schiereiland mogelijk maakte. Hierbij steeg het aanzien en het aantal volgelingen van de Profeet aanzienlijk, waarbij zij grote successen boekten in zeer korte tijd. Het gaf politieke erkenning aan de moslims en de Profeet presenteerde zich hierna als een wereldleider die zijn boodschap van de islam op een internationale level brengt. Dit vredesverdrag is in deze masterproef vanuit een sociaal-politieke invalshoek bekeken, en het behoeft geen betoog dat dit werk nog meer in de diepte en vanuit andere invalshoeken kan onderzocht worden. Ik denk hierbij aan de economische, militaire, religieuze, culturele implicaties van dit vredesverdrag, die niet in deze studie zijn opgenomen.