Narrow your search

Library

KU Leuven (101)


Resource type

dissertation (101)


Language

English (100)

Dutch (1)


Year
From To Submit

2020 (54)

2019 (47)

Listing 1 - 10 of 101 << page
of 11
>>
Sort by

Dissertation
Exploring transporter-mediated uptake and efflux using different hepatic in vitro models.

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Heel wat geneesmiddelen worden van de markt gehaald ten gevolge van beschadiging van de lever door o.a. geneesmiddelinteracties. Vanwege de essentiële rol van de lever in het ADMETox proces is het van groot belang om zowel voor nieuwe als voor reeds gecommercialiseerde producten na te gaan welke effecten deze hebben op de lever en de aanwezige transporters. Het onderzoeken van deze transporterinteracties gebeurt grotendeels door middel van in vitro modellen, tools die ondertussen van vaste waarde zijn in de preklinische fase van het geneesmiddelontwikkelingsproces. Voor het optimaliseren van deze assays is het belangrijk de principes achter uptake en efflux te begrijpen, de verschillende variabelen die meespelen te identificeren en tenslote te achterhalen hoe deze in positieve zin kunnen worden beïnvloed. In deze masterthesis werd in twee projecten zowel uptake als efflux onderzocht aan de hand van verschillende in vitro modellen. In het eerste project werd er verder gebouwd op een hypothese die al eerder door onze onderzoeksgroep werd getest, namelijk het effect van domperidon op OATP-gemedieerde opname. In eerste instantie gebeurde dit aan de hand van OATP-getransfecteerde cellijnen en vervolgens met gesuspendeerde hepatocyten. Een belangrijk verschil tussen het huidig en voorgaand onderzoek is het substraat. Voorheen werd er gebruik gemaakt van het gekende OATP-substraat natrium fluoresceïne. Echter, voor dit thesis-onderzoek werd er gewerkt met coproporphyrin-I, een endogeen OATP-substraat en bijproduct van de heem-synthese, wat het onderzoek meer in vivo relevant maakt. In rat werd een significante inhibitie van Oatp-gemedieerde CP-I opname vastgesteld, maar in de mens, waar stimulatie verwacht werd, was dit niet het geval. De hypothese omtrent de activatie van OATP1B1 door domperidon kon hierdoor niet bevestigd worden gebruikmakend van CP-I in gesuspendeerde hepatocyten. Zowel in het onderzoek als voor mogelijke therapeutische doeleinden is er vraag naar potente inhibitoren die selectief MRP3-gemedieerde efflux inhiberen in de lever. In het tweede project werden er daarom 72 verbindingen (15 µM) gescreend in inside-out MRP3-getransfecteerde membraan vesikels voor het identificeren van potente inhibitoren van MRP3-gemedieerde CP-I efflux. Deze werden op voorhand geselecteerd op basis van een screening in gesuspendeerde rat hepatocyten of op basis van de literatuur. Voor 15 van deze verbindingen werd er een significante inhibitie waargenomen ten opzichte van de controle, rekening houdend met een 95% betrouwbarheidsinterval. Voor deze hits werd vervolgens een IC50 bepaald, waarvan slechts twee hoger bleken te liggen dan 50 µM. Enkel voor negleteine en azinophos-methyl werd in de literatuur geen interactie gevonden met andere transporters, waardoor verder onderzoek noodzakelijk is om selectiviteit te bevestigen. De identiteit van de hits uit de Janssen drugbank kon niet worden vrijgegeven waardoor selectiviteit voor deze verbindingen niet kon worden nagegaan. Deze master-thesis benadrukt het belang van de keuze van het juiste in vitro model en het optimaliseren van assays, alsook de meerwaarde van het combineren van data gegeneerd door middel van verschillende modellen om uptake en efflux in de lever beter te kunnen begrijpen.

Keywords


Dissertation
Development of a membrane vesicle-based assay for in vitro identification of bile salt export pump (BSEP) inhibitors

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Introduction: Drug-induced liver injury (DILI) covers a spectrum of rare but potentially severe adverse effects. DILI diagnosis is an exclusion process of other possible causes, with the occasional misdiagnosis. DILI accounts for high attrition rates in drug development and drug withdrawal from the market. The development of an early (preclinical) DILI predictive model is therefore of high importance. Cholestatic DILI is a result of (drug-induced) cholestasis, which is an alteration in bile acid homeostasis and bile flow. The mechanisms involved in both drug-induced cholestasis and liver injury are complex and not fully cleared up yet. However, several pathways have shown a correlation with cholestatic liver injury, one being the malfunctioning of the bile salt export pump (BSEP). BSEP is the main hepatic efflux transporter for conjugated bile acids. Two genetic diseases (PFIC-2 and BRIC-2) are caused by mutations in the gene coding for BSEP and clinical presentation includes cholestasis. The correlation between BSEP malfunction and cholestasis has led to the hypothesis that the inhibition of BSEP by drugs is a mechanism involved in cholestatic DILI. The development of an in vitro BSEP inhibition assay is therefore seen as a promising tool for the preclinical prediction of the DILI potential of drugs. Materials and methods: Inside-out BSEP membrane vesicles were used as in vitro model system to determine BSEP-mediated substrate uptake and the influence of inhibitors. Fluorescent substrates used were tauro-nor-THCA-24-DBD and cholyl-L-lysyl-fluorescein (CLF), while glycocholic acid (GCA) was used as the endogenous substrate. Bioanalysis was performed by fluorescence spectrometry for fluorescent substrates and LC-MS/MS for GCA. Net uptake was calculated by subtracting uptake in BSEP membrane vesicles by uptake in MOCK membrane vesicles. Results: Inhibition experiments with tauro-nor-THCA-24-DBD showed high interexperimental variability. Adsorption of the substrate to the glass-fiber filter plate was seen to highly influence substrate uptake measurements. This problem could not be overcome by the use of filter plates lacking a glass-fiber layer, as uptake rates were even lower. Additionally, the dynamic range was not sufficient. CLF was used as alternative probe substrate in an exploratory experiment and highest uptake was seen at 15 min incubation time and 20 µM substrate concentration. However, the dynamic range was not increased compared to tauro-nor-THCA-24-DBD. GCA showed increasing uptake with prolonged incubation times and in function of increasing substrate concentration. The dynamic range was comparable to tauro-nor-THCA-DBD and CLF, but could still be increased by assay optimization. Conclusion: Tauro-nor-THCA-24-DBD nor CLF were found suitable substrates for membrane vesicle-based assessment of BSEP activity and evaluation of BSEP inhibitors. Dynamic ranges were too narrow, primarily due to non-specific binding to the in vitro assay setup. However, the endogenous bile acid GCA was found to be remarkably suitable for the purpose of this BSEP assay. Despite the disadvantage that LC-MS/MS-based bioanalysis is required, this assay is currently being optimized to increase its sensitivity and robustness.

Keywords


Dissertation
Effect of polyols and amino acids on monoclonal antibody stability and correlation with aggregation kinetics and preferential interaction

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Monoclonal antibodies are becoming increasingly important in the pharmaceutical industry. The fact that they are required in such high concentrations in liquid formulations creates an even higher risk of aggregation of the antibodies. Aggregation substantially increases the risk of unwanted immunogenicity. Therefore, further research into the aggregation mechanisms is recommended. The aim of this master thesis is to better understand the influence of different excipients on the stability of an IgG4 monoclonal antibody. The chosen excipients were polyols (glycerol, erythritol, xylitol, sorbitol, maltitol, PEG300) and amino acids (L-arginine hydrochloride, L-lysine hydrochloride, L-glycine, L-proline, L-valine). These excipients were investigated in two buffers with different pH value. Mechanisms regarding the monoclonal antibody stability as well as the aggregation mechanisms are analyzed. The data obtained from the stability study at different temperatures (5, 30, 40 and 50 ° C) using size-exclusion chromatography (SEC) with in-line multi-angle light scattering (MALS) detection as well as dynamic light scattering (DLS) is used to to unravel and better understand the aggregation mechanisms. This data will be related to biophysical parameters including denaturation midpoint temperature (Tm) and aggregation temperature (Tagg), determined by differential scanning fluorimetry (DSF) and preferential interaction coefficient, measured by vapor pressure osmometry (VPO). A clear difference is seen between the effect of polyols and amino acids on stability, but also a difference in behavior of the excipients in the buffers with different pH value. The polyol formulations show a reduction in aggregation rates as their size increases. From a certain polyol size, sorbitol in this study, the aggregation rate remains more constant. No big differences in aggregation rate are seen between sorbitol and maltitol. The addition of basic amino acids causes a faster aggregation at higher temperatures. Compared to the aggregation rates of formulations containing L-arginine hydrochloride the formulations containing neutral amino acids with guanidine hydrochloride show a higher aggregation rate. Positive preferential interaction coefficients are determined between the protein and L-arginine hydrochloride, pH 4.6 and guanidine hydrochloride, pH 7.6 indicating preferential interaction between these excipients and the monoclonal antibody. Sorbitol, like the neutral amino acids L-glycine and L-proline, shows negative interaction coefficients at both pH’s. These negative coefficients show that the excipients are excluded from the protein surface. This indicates stabilization of the protein contrary to preferential interaction, which leads to destabilization.

Keywords


Dissertation
Qualification and Comparability Protocols for Reference Standard and Starting Materials - Implementation and optimization of templates and strategy within GSK

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

The implementation of international guidelines on qualification/comparability protocols has the potential to benefit the company and regulators by reducing the review time and the number of submissions needed for specific cases of periodic and predictable changes. The study aimed to establish an overview of recently submitted qualification/comparability protocols for reference standard and starting material, and developing a strategy within GlaxoSmithKline (GSK), to enable the update or construction of regulatory affairs Chemistry, Manufacturing and Controls (CMC) templates for these protocols. This strategy and the templates will be implemented for all future GSK submissions for these changes. Information on recently submitted protocols was collected by a general and a company internal literature study. Recent submission packages from different GSK vaccines were identified and studied for their content and structure. Information on the strategy of the company was gathered and established by the Global Regulatory Affairs (GRA) Regional Team. The gathered information enabled the implementation and optimization of a clear structure to show the required qualification/comparability protocol with the content necessary to be aligned with regulatory guidelines. The strategy of the company focuses on gaining acceptance of an EU-like model in other countries or regions by local advocacy. Countries and regions are classified into A-and B-countries to determine further submissions and advocacy efforts.

Keywords


Dissertation
Policies to Increase Biosimilar Market Shares in Europe

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

More than 30 years ago, the introduction of biotechnologically manufactured medicines created a new class of pharmaceuticals, namely the biopharmaceuticals, or simply biologicals. In the year 2017, the top ten selling products of this class accounted for €16.5 billion worth of sales in Europe alone. The loss of exclusivity of such therapies provides the opportunity for other companies to manufacture and market the same product. A major hurdle in this concept is the fact that biological therapies are subject to an inherent degree of variability. This has multiple implications for the development and authorization of a biosimilar. As biosimilars provide a more cost-effective option compared to the reference product, their market access presents valuable cost-containments for national healthcare systems. The extent of a biosimilar’s market penetration depends on the policies that are implemented by national authorities. These policies differ greatly between European countries. The objective of this study is to evaluate which policies guarantee, and which policies obstruct the establishment of sustainable biosimilar markets in Europe. Methods that were used to achieve this goal consist of a search via the biomedical database ‘Embase’ in combination with grey literature obtained through Google Scholar. Search terms included 'biosimilar agent'/exp, 'reimbursement'/exp and 'Europe'/exp. Furthermore, an expert on the subject of this study was interviewed. The different policies implemented by Norway, Poland, Germany, the UK, Denmark and Belgium are presented. Accompanying these results, the approaches that experts recommend in order to increase the biosimilar market share are elaborated. These approaches include the establishment of a competitive and attractive market, together with the realization of extensive communication with, and education of stakeholders. Furthermore, the experts’ opinions on the implementation of incentives for prescription of biosimilars and substitution of biologicals by pharmacists is discussed. In conclusion, to realize the biosimilar’s cost-saving potential, the development of a market providing long-term sustainability for biosimilar manufacturers has to be prioritized over the immediate realization of savings. National authorities can achieve this goal by favoring demand-side policies over supply-side policies. This implies that practices such as mandatory price reductions or inclusion of biosimilars in reference systems should make way for educational initiatives and the incentivization of biosimilar prescription, potentially supported by prescription quotas. Moreover, tendering procedures should allow healthy competition between multiple manufacturers. Finally, although pharmacist substitution could strongly improve biosimilar uptake, the debate whether it should be permitted or not is yet to be resolved.

Keywords


Dissertation
Safety Labelling Procedure

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

The pharmaceutical industry is known for the many regulations, guidelines and laws imposed by the authorities. The Regulatory Affairs department forms therefore the bridge between the health authorities and the company in order to correctly obey the regulations. The Regulatory Affairs department is involved throughout the whole lifecycle management of the medicinal products with the main task to register medicinal products and to maintain the registration dossiers. Besides obeying the health authorities, the local Regulatory Affairs team needs to report to the Regulatory Affairs department on global level. The 'Safety Labelling Changes' procedure includes guidelines and rules imposed by these two parties. A safety change in the product information must be implemented within 6 months of approval imposed by health authorities. In addition to this, Sandoz Global applies some internal deadlines in order to succeed in this 6-months deadline. These deadlines have changed twice during the past few months. At first, Global expected that the local team would succeed to finish the whole process in 70 days, starting from the approval date of the variation until the date of sending the artwork to the manufacturer. This in contrast with the previous situation, where a deadline of 90 days was followed. In order to succeed within this deadline, a reformation of the process and applying local milestones were necessary to track in Excel files possible bottlenecks or the causes of delay. In the most recent procedure, the end-process deadline is softened to align with the production schedule, grace period, national regulations, etc. Along with the notification of the production site within 30 days of the health approval date including information about the impact on the leaflet or labelling. The results of the reformed procedure showed no impact on the amount of delayed artworks sent to manufacturer. There is even an improvement in comparison with 2019. The late deliveries are often attributable to non-local responsibilities or to processes that are intentionally put on hold and less taking into account the strict end-process deadline. For the most recent procedure little information is available but based on the analysis of the previous procedure, it should lead to less late deliveries to the manufacturer. An interesting project, for which a pilot study is currently ongoing, is the electronic product information. Thanks to this project, the patient should always have access to the most up-to-date leaflet and simplify and speed-up the local regulatory processes.

Keywords


Dissertation
Falsified Medicines Directive - Implementation on local level/in practice

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

As the existence of falsified medicines continued to increase, the European Union (EU) issued on 1 July 2011 the Falsified Medicines Directive (FMD) 2011/62/EU aiming to prevent that those medicines are provided to patients through the legal supply chain. As of the directive’s implementation date, 9 February 2019, no release of prescription medicines within the EU will be granted if the compliancy to specific safety features and FMD procedures is not in place. This study gives an insight on what the implementation of the FMD means in practice, what the new requirements exactly entail and what the obligations are for the different stakeholders. Additionally, the implementation and afterwards the operation of the FMD is supported by specific governance authorities, both at national and European level. These entities are the owners of the FMD validation platforms, holding all the FMD related data. An exhaustive report is provided about the implementation of this directive in the field and this at the side of both community and hospital pharmacists, the wholesalers and within a large pharmaceutical company. For the latter, an on-site follow-up was conducted from October 2018 till mid-April 2019. As described in this study, this company has put in place the required safety features and embedded the needed new validation processes in their organization. Post FMD operational alerts were analysed and categorized and do show that the encountered issues are mainly due to technical problems, poor data quality or wrong human manipulations. For wholesalers and pharmacists, assumptions and expectations were gathered through surveys, analysed and compared with the effective findings and sentiments about the implementation. Respondents being upfront uncertain about the consequences of FMD, shifted afterwards to a large extent towards a negative sentiment about how they experienced FMD. This is to be explained by the childhood diseases the system still holds. Remarkable is the upfront low level of knowledge about the FMD by the community pharmacists and the global lack of FMD readiness throughout the complete pharmacists’ community. Further fine-tuning of the FMD implementation is deemed necessary to guarantee a smooth validation of medicines in the future.

Keywords


Dissertation
Development of a Novel Plasmin Selective Biosensor to Study Fibrinolysis on the Platelet Surface

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Haemostasis is a delicate balance between blood coagulation and fibrinolysis. The fibrinolytic system is the body’s innate system for dissolving blood clots, which is crucial for maintaining blood fluidity. The central fibrinolytic enzyme, plasmin, is generated upon cleavage of plasminogen by tissue plasminogen activator (tPA) or urokinase (uPA). Plasmin is a highly potent enzyme that cleaves the fibrin network of the thrombus, resulting in thrombus dissolution. It is well established that platelets are integral to haemostasis and thrombus formation, yet, they harbour numerous fibrinolytic proteins, many of which are stored and released from secretory α-granules upon platelet activation. Earlier studies from our laboratory have demonstrated that platelets act as a site for local plasmin generation, highlighting novel profibrinolytic functions of platelets. Currently, there is no tool available that is sensitive enough and permits to study real-time plasmin generation on the platelet surface and is viable to study plasmin dynamics of plasmin in thrombi formed under flow. Therefore, a stable and reproducible plasmin-selective bioreceptor (PlnS-Ab) was constructed using bioconjugation, and consisting of an anti-human CD41 antibody, a dibenzocyclooctyne (DBCO) and a plasmin-selective peptide (PlnS-P). The PlnS-P carries a plasmin-releasable quencher that upon plasmin mediated cleavage a signal releases at 516 nm. Rapid cleavage of the PlnS-P and the PlnS-Ab (Km of 28.18 µM; Kcat of 4.5 s-1) by purified plasmin (10nM) was quantified. Moreover, a linear relationship between a changing plasmin (0-10 nM) concentration and the corresponding maximum fluorescence release of the PlnS-P was measured. Use of platelet rich plasma (PRP) preincubated with the anti-CD41 antibody (10 µg/ml), resulted in no significant loss of platelet functions as measured as collagen-induced platelet aggregation and PRP clot lysis. Furthermore, endogenous plasmin activity on the platelet surface was monitored using the PlnS-P and the PlnS-Ab on both unstimulated platelets with significant augmentation upon stimulation with thrombin/convulxin (Th/CVX) and addition of tPA or uPA. Whereas plasmin activity was inhibited by inclusion of Aprotinin (1 mM). The PlnS-Ab showed selectivity for plasmin with a negligible affinity for thrombin, an not further identified protease and no cleavage by tPA or uPA. Finally, flow cytometry analysis of isolated platelets stained with the PlnS-Ab and a phycoerythrin (PE) labelled CD42b antibody as a second platelet marker confirmed PlnS-Ab-platelet affinity. The developed bioreceptor, targeted directly to platelets while carrying a plasmin-releasable quencher, will be used in flow-based and in vivo models, generating a plasmin-selective biosensor. Subsequently, use of the biosensor will permit characterisation of novel profibrinolytic platelet functions in real-time within the dynamic thrombus environment. 

Keywords


Dissertation
Brain immunoPET of α-synuclein: Development of a radiotracer using in vivo click chemistry for the imaging of α-synuclein

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Background: Neuroprotective drugs that can halt the neurodegeneration causing Parkinson’s disease at an early stage are an urgent unmet medical need. An imaging technique to accurately diagnose Parkinson’s disease at an early, preclinical stage also allowing for longitudinal follow-up could greatly aid the development of such drugs. α-synuclein has been identified as a potential target for a PET imaging technique that could fulfil those requirements. Radiolabelled antibodies offer high affinity and selectivity for their target, but their inability to pass the blood-brain barrier at a high rate (only 0.1% of an injected dose can be found in the brain) makes them unsuitable for direct neuroPET. A pretargeted approach may be used to take advantage of the affinity and specificity of the antibodies while mitigating the low brain uptake problem. Objective and methods: 1) Design and synthesise of several [18F]-trans-cyclooctene (TCO) radiotracers and in vivo evaluation of their brain uptake and clearance. 2) Derivatisation of an α-synuclein antibody with tetrazine moieties, and in vitro and in vivo evaluation of their binding to α-synuclein and their availability for click reaction. 3) In vivo evaluation of the kinetics of TCO-PEG4-COOH, a polar peripheral blocking TCO derivative. 4) In vitro (autoradiography) and in vivo (μPET/MR) imaging of the tetrazine antibody bound to α-synuclein using [18F]-TCO. Results: The antibody was successfully derivatised with tetrazine, but affinity tests showed that it had lost its affinity for α-synuclein. Further investigation is required to determine whether this is the direct result of the tetrazine derivatisation. Synthesis of the designed [18F]-TCO radiotracers proved challenging, and more work is required to synthesise all the required precursors and reference compounds.

Keywords


Dissertation
The creation of a training program related to bempedoic acid for the Belgium market

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In 2020, a new cholesterol-lowering medicine will receive market authorization from the European medicines agency and in 2019, the European Society of Cardiology (ESC) guidelines were updated. A training program is needed to train the internal staff on this new medicine. The purpose of this training program is to provide an overview of the current medicines against hyperlipidemia, the new ESC guidelines and to discuss the efficacy, safety and positioning of the new medicine bempedoic acid. The development of atherosclerosis is mainly due to hypercholesterolemia. The causal relationship between low density lipoprotein (LDL) and atherosclerosis has been extensively proven and concluded that the lower the LDL value, the lower the risk of cardiovascular events. This was one of the reasons, why the guidelines for the treatment of hyperlipidemia have been updated. The new guidelines have lowered their LDL target values. This will have consequences for the prescribing behaviour of doctors because they will have to evolve from monotherapy to more combination therapy. Statins remain the first line therapy but will be combined with ezetimibe and in some cases with proprotein convertase subtilisin-kexin type 9 (PCSK-9) inhibitors. The use of PCSK-9 inhibitors is therefore more recommended by the new ESC guidelines. This will have a major impact on the healthcare budget and health expenditure of patients, because the price of these medicines is much higher compared to the price of statins and ezetimibe (both generic). The new medicine bempedoic acid, acts on a different enzyme of the same pathway as statins. It can provide added value for patients, who do not reach the new LDL targets and for patients who cannot tolerate daily use of statins. The efficacy and safety of bempedoic acid was extensively tested in these patient populations by several phase 3 studies. CLEAR Tranquility and CLEAR Serenity investigated efficacy and safety in patients, who were statin intolerant. CLEAR Wisdom and CLEAR Harmony investigated efficacy and safety in patients, who were statin tolerant and had a high cardiovascular risk. A fixed dose combination of ezetimibe and bempedoic acid was also investigated. These studies all concluded that the LDL value was reduced by 15.1-36.2% and bempedoic acid was well tolerated. Bempedoic acid has a major advantage over statins because patients report fewer muscle related side effects, what could be a major benefit for statin intolerant patients. The target population for bempedoic acid and fixed dose combination, will be (very) high-risk patients who cannot reach the LDL goals with optimized maximally tolerated statins and ezetimibe. The anticipated place for bempedoic acid in the treatment regimen is between a maximum tolerated doses of statins/ezetimibe and the PCSK-9 inhibitors.

Keywords

Listing 1 - 10 of 101 << page
of 11
>>
Sort by