Narrow your search

Library

KU Leuven (321)


Resource type

dissertation (321)


Language

Dutch (266)

English (54)

French (1)


Year
From To Submit

2022 (77)

2021 (78)

2017 (72)

2016 (94)

Listing 1 - 10 of 321 << page
of 33
>>
Sort by

Dissertation
Onderzoek naar de farmacokinetische eigenschappen van pijnmedicatie gebruikt bij ouderen
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: In deze literatuurstudie worden de farmacokinetische factoren besproken die een invloed kunnen hebben op de werking van analgetica bij ouderen. Methoden: Er werd gezocht naar artikels in de databases PubMed en EMBASE. Deze databases werden het laatst geraadpleegd op 15 maart 2016. Er werden 970 resultaten bekomen, waarvan uiteindelijk 35 artikels geïncludeerd werden. Resultaten: Er treden een aantal veranderingen op die een invloed kunnen hebben op de absorptie van geneesmiddelen: de pH in de maag stijgt en de secretoire capaciteit en de gastro-intestinale bloedstroom dalen. Bij ouderen wordt een langere gastro-intestinale transittijd waargenomen. Op het gebied van distributie van geneesmiddelen zijn het vooral veranderingen in de lichaamssamenstelling die een invloed hebben: er is een toename van de hoeveelheid vetweefsel, een afname van de vetvrije massa (‘lean body mass’) en een afname van de totale hoeveelheid lichaamswater. De belangrijkste fysiologische verandering bij het ouder worden ter hoogte van de lever is een afname van de bloedstroom van ongeveer 40%. In het algemeen is er een achteruitgang van de nierfunctie bij ouderen. Dit is enerzijds te wijten aan een verminderde bloedstroom in de nieren en anderzijds aan een verminderde glomerulaire filtratie. Paracetamol wordt in de eerste lijn gebruikt bij pijn die niet kanker gerelateerd is. Een nadeel van paracetamol is het risico op levertoxiciteit, ook bij therapeutische dosissen. Er is nog geen consensus bereikt over het al dan niet veranderen van het metabolisme van paracetamol bij het ouder worden. Bij ouderen is het veiliger om NSAID’s met een kort halfleven of preparaten met een vertraagde vrijstelling te gebruiken. Ouderen zijn gevoeliger voor de (neven)effecten van opioïde analgetica. Een aantal opioïde analgetica, namelijk pethidine, pentazocine en propoxyfeen, zijn niet aangewezen bij ouderen wegens een te groot risico op neveneffecten. Conclusie: Bij het ouder worden treden er een aantal veranderingen op die een invloed kunnen hebben op de farmacokinetiek van geneesmiddelen. Wanneer een oudere patiënt pijnklachten heeft en er wordt beslist om een analgeticum op te starten, moeten deze veranderingen in acht genomen worden om een weloverwogen keuze te maken.

Keywords


Dissertation
De outpatient pharmacy: een brug tussen het ziekenhuis en de ambulante patiënt
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond: Na het ontslag van een patiënt uit het ziekenhuis is de therapie vaak aangepast. Hierdoor zit de patiënt thuis zowel met nieuwe als oude medicatie. Al deze doosjes en verschillende doseringen kunnen een bron van verwarring vormen. Daardoor kunnen er fouten optreden tegen het medicatieschema. Er werd hier dan ook een antwoord gezocht op volgende onderzoeksvraag: Welke medicatie problemen komen voor bij welke patiënten na het ontslag uit het ziekenhuis en wat is de rol van de officina apotheker in functie van deze problemen? Methoden: Om een antwoord te kunnen vinden op deze vraag werd een onderzoek uitgevoerd in de literatuur. Er werden 419 verschillende artikels bekomen na een zoekopdracht in drie verschillende databanken. Na screening bleken 22 artikels gepast om op te nemen in deze literatuurstudie. Resultaten: Het is gebleken dat vooral oudere patiënten en patiënten die veel verschillende geneesmiddelen innemen een risico lopen op fouten tegen het medicatieschema. De problemen die het meest voorkwamen, zijn dilemma’s met het medicatieschema. Hierbij werden verschillende knelpunten waargenomen zoals een verdubbeling van een geneesmiddel en een verkeerde dosis. Er kwamen ook een aantal mogelijke oplossingen naar voren. Deze waren onder andere: het uitvoeren van een ‘medication reconciliation’ en het meegeven van medische hulpmiddelen aan patiënten met een ‘low health literacy’. Conclusie: Dat er veel fouten voorkomen in het medicatie gebruik bij patiënten na ontslag uit het ziekenhuis is gebleken uit deze literatuurstudie. De officina apotheker is uitermate goed geplaatst om deze verwikkelingen aan te pakken.

Keywords


Dissertation
Implementatie van een begeleidingsgesprek voor parkinsonpatiënten in de openbare apotheek
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De ziekte van Parkinson is een zeer complexe aandoening. Daarom is het belangrijk dat deze patiënten begeleid worden door een multidisciplinair team van zorgverleners. De (huis)apotheker kan hierin een belangrijke rol spelen d.m.v. een begeleidingsgesprek goed gebruik geneesmiddelen (GGG). Dergelijk gesprek, dat plaats vindt tussen patiënt en/of mantelzorger en de (huis)apotheker, heeft tot doel geneesmiddelgerelateerde problemen te detecteren en op te lossen, en het zelfmanagement van patiënten te ondersteunen. In deze masterproef werd onderzocht hoe dit GGG goed geïmplementeerd kan worden in de praktijk, en welke implementatiestrategieën daarbij een meerwaarde hebben. Deze masterproef kadert in een groter project waarbij de Westvlaamse Apothekersvereniging het GGG Parkinson probeerde uit te rollen in de provincie West-Vlaanderen. De apothekers werden daarbij ingedeeld in vier groepen die verschilden in de ondersteuning die ze ontvingen om het GGG Parkinson uit te voeren. Ze werden nadien op een kwantitatieve en kwalitatieve manier met elkaar vergeleken, om zo te kunnen oordelen over de meest effectieve manier van ondersteuning. Deze vergelijking gebeurde aan de hand van de antwoorden op een online vragenlijst die bij afloop van het project werd ingevuld door de deelnemende apothekers. Ook de verslagbladen van het GGG Parkinson werden hiervoor onderzocht. In totaal namen 18 verschillende apotheken deel aan het project, zij voerden samen 42 GGG gesprekken uit. De online vragenlijst werd 14 keer ingevuld. De meeste apothekers voerden bij 1 of 2 patiënten het GGG uit. Groep CCP deed gemiddeld de meeste gesprekken per apotheker. Ondanks de beschikbare tools bleven tijdsgebrek, planning en personeelstekort relevante drempels voor apothekers. De ervaringen met het GGG waren wel positief. Dit zijn de resultaten van een beperkt aantal data en geven slechts een eerste beeld van de situatie. Op basis van het aantal gesprekken en aantal deelnemende apotheken kan geconcludeerd worden dat geen enkele vorm van ondersteuning voldoende motiverend werkte voor apothekers om deel te nemen aan dit project. De houding van de apothekers en van de patiënten was wel positief, maar dit zijn slechts de ervaringen van een zeer kleine groep deelnemers. Verder onderzoek is nodig, gezien de beperkte hoeveelheid data dat verzameld kon worden.

Keywords


Dissertation
Implementatie van individuele medicatievoorbereiding (IMV) in de thuiszorg - Is er economische evidentie voor implementatie van IMV in de Belgische thuiszorg
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond Individuele medicatievoorbereiding (IMV) in de thuiszorg kan voordelig zijn voor de gezondheidszorg. Het kan echter pas geïmplementeerd worden indien het kosteneffectief is. Studies toonden economische voor- en nadelen aan, maar de economische evidentie van IMV in de Belgische thuiszorg kan niet geconcludeerd worden. Methoden De onderzoeksvraag ‘Kan IMV in de Belgische thuiszorg economisch evident zijn?’ werd nagegaan aan de hand van een feasibility studie, zonder uitgebreide kosten-batenanalyse. Dit werd gedaan door middel van interviews met apothekers en patiënten en grondige tijdsregistratie door de apotheker. Op basis hiervan werd nagegaan wat de kostprijs van IMV zou zijn en of die door het RIZIV gefinancierd zou kunnen worden. Resultaten en discussie Uit de interviews kwamen gemengde resultaten. De tijdsregistratie gaf objectievere data. Op basis van deze tijdsregistratie en voorafgaande studies werd in de opstartweek een kost van 46.75 euro berekend. Op basis van een voorbeeld werd een kost van 9 euro in de opvolgweken berekend. Er werd besloten dat deze vergoeding van het RIZIV zou kunnen komen, mits het inperken van het budget voor andere gezondheidszorginterventies. Conclusie Een mogelijk model tot terugbetaling van IMV werd opgesteld, waarbij de apotheker een opstarthonorarium van 46.75 euro en een wekelijkse vergoeding van 9 euro ontvangt. Dit model dient voorzichtig te worden geïnterpreteerd, aangezien de steekproef klein was en de vergoeding in de opvolgweken berust op een fictief voorbeeld. Er kon besloten worden dat er economische evidentie kan zijn voor IMV in de thuiszorg en dat er vergoeding van het RIZIV mogelijk zou kunnen zijn.

Keywords


Dissertation
Fytotherapie: Monografieën en navroming
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het betreft 2 masterproeven. In de 1ste master werd een literatuurstudie uitgevoerd over de plant Avena sativa, met als doel het opstellen van een monografie omtrent deze plant. In de 2de master werd opnieuw een literatuurstudie uitgevoerd; het onderwerp betreft fytotherapie bij zwangerschap en borstvoeding. Het uiteindelijke doel van deze masterproef betrof het updaten van de site Cybèle.

Keywords


Dissertation
Rol van de apotheker in pilootprojecten geïntegreerde zorg voor personen met een chronische aandoening m.b.t. preventie, stratificatie risico’s, patiëntervaring en financiering
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Achtergrond In 2018 werden 12 pilootprojecten geselecteerd door de Belgische overheid met als doel een nieuw zorgmodel te ontwikkelen waar de chronische patiënt centraal staat. Dit model berust op interdisciplinaire samenwerking en draagt de naam: geïntegreerde zorg. De projecten werden opgebouwd rond 14 componenten. Hiervan vormen vier het onderwerp van deze thesis namelijk (1) preventie, (2) stratificatie van de risico’s en cartografie van de omgeving, (3) patiëntervaring en (4) aanpassing van het financieringssysteem. Onderzoeksvraag Wat is de rol van de apotheker in de pilootprojecten rond geïntegreerde zorg voor personen met een chronische aandoening en hoe verloopt de implementatie van deze acties? De focus zal hier liggen op acties m.b.t. tot preventie van chronische ziekten en stratificatie van de risico’s. Ook zal getracht worden om de patiëntervaring en het financieringsmodel te evalueren. Methoden Er vond een selectie van vier pilootprojecten, waarin een duidelijke rol voor de apotheker is weggelegd, plaats. Dit gebeurde op basis van een data extractietabel. Vervolgens werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd aan de hand van semigestructureerde interviews van projectcoördinatoren en betrokken apothekers. Na het uittypen van de interviews werden deze geanalyseerd/gecodeerd met behulp van de qualitative analysis guide of Leuven. De implementatie van de verschillende projecten in de praktijk, werd geëvalueerd door middel van de Normalization Process Theory. Resultaten De volgende vier pilootprojecten werden geselecteerd voor verder onderzoek: Zorgzaam Leuven, De Brug, Geïntegreerde zorg Waasland en Chronilux. Binnen elk project werden preventieve acties uitgevoerd door de geïnterviewde apothekers. Ook acties buiten de pilootprojecten zoals ondersteuning van rookstop werden aangehaald. Zowel in Zorgzaam Leuven als Chronilux zijn er acties voor de apotheker weggelegd met betrekking tot stratificatie van de risico’s en cartografie van de omgeving. Apothekers hebben in beiden pilootprojecten o.a. een rol in de identificatie van kwetsbare patiënten. Over de ervaring van patiënten(organisaties) werden weinig resultaten bekomen. Enkele voorbeelden van deze voordelen zijn: medicatieveiligheid en verhoogde zorg. Apothekers werden binnen alle pilootprojecten vergoed voor geleverde prestaties, de wijze van financiering is afhankelijk van project tot project. Conclusie Volgens de meerderheid van de geïnterviewde apothekers is hun rol in chronische maar ook in acute zorg aan het veranderen. Er moet meer ingezet worden op preventie en risicobepaling. Om dit te kunnen realiseren lijkt een bijhorende financiële compensatie hier noodzakelijk alsook de beschikbaarheid van hulpmiddelen zoals bloeddrukmeters en bijkomende opleiding. Het belang van de ervaring van patiënten werd benadrukt maar is nog niet geëvalueerd. Apothekers lijken voorstander te zijn voor het invoeren van honoraria maar nog steeds in combinatie met een economische marge bij geneesmiddelenverkoop.

Keywords


Dissertation
Health literacy en verderzetting van therapie na ontslag. Literatuurstudie naar de factoren die in verband staan met health literacy
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Samenvatting Achtergrond Health literacy is gelinkt aan de geletterdheid van een individu en brengt daarbij de kennis, de motivatie en de vaardigheden met zich mee die nodig zijn om gezondheidsinformatie te begrijpen, in te schatten en toe te passen. Deze capaciteiten zijn vereist om beslissingen te nemen in het dagelijks leven omtrent de algemene gezondheid. Doelstellingen en onderzoeksvragen Het doel van deze literatuurstudie was om een beeld te krijgen van de factoren die in verband staan met health literacy. Via resultaten uit de huidige literatuur werd getracht om een antwoord te formuleren op deze onderzoeksvraag. Methodologie Er werd in Medline en Embase gezocht naar geschikte literatuur. De gevonden resultaten werden gegroepeerd per beschreven factor die in verband stond met health literacy en werden nadien bijkomend vergeleken met de bevindingen uit het uitgevoerde project. Resultaten Uit de 30 geselecteerde artikels werd afgeleid dat cognitieve dysfunctie, lagere educatie, lager inkomen, niet dagelijkse leesactiviteit, comorbiditeit en angst geassocieerd waren met een lage HL. Gezondheidskennis, correcte gezondheidsovertuigingen, gezonde voedingsgewoonten, fysieke activiteit, gezondheidsmanagement, motivatie, een goede communicatie tussen patiënt en zorgverlener en het hanteren van bronnen voor gezondheidsinformatie konden gelinkt worden aan een hoge HL. Bepaalde factoren werden niet geassocieerd. Over andere factoren werd in de literatuur niet steeds eenzelfde samenhang opgemerkt. Conclusie Het is moeilijk om een eenduidig beeld te scheppen van dé samenhangende factoren. Een overzicht van deze factoren kan zorgverleners helpen om patiënten met het meeste risico op een lage health literacy te identificeren. Interventies kunnen opgestart worden om het health literacy te verhogen en nadelige gevolgen van een lage health literacy te reduceren.

Keywords


Dissertation
Cardiovasculaire check: een nieuwe dienst in de apotheek
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

3.1 Achtergrond De prevalentie van cardiovasculaire aandoeningen en diabetes mellitus type 2 is zeer hoog. Het risico op beide aandoeningen kan verlaagd worden door levensstijlaanpassingen waardoor een preventieprogramma door de apotheker een meerwaarde kan hebben. Om het risico op diabetes in te schatten kan de FINDRISC-vragenlijst gebruikt worden. Uit eerder onderzoek bleek een twee-staps-proces, waarbij de FINDRISC-vragenlijst gecombineerd wordt met een biochemische marker, een ideale methode om het risico in te schatten. 3.2 Onderzoeksvraag Dit onderzoek had als doel om de outcome van de FINDRISC-vragenlijst in het Brusselse Care-Test pilootproject te evalueren. 3.3 Methoden Apothekers verzamelden gegevens bij patiënten die in aanmerking kwamen voor de screening op basis van het protocol. Een kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek werd uitgevoerd. Beschrijvende statistiek werd met behulp van Excel toegepast op de dataset, verkregen van het Care-Test team. 3.4 Resultaten Er werden 78 personen doorverwezen naar hun huisarts. Er werd een FINDRISC-score van minder dan 7, 7-11 of meer dan 11 verkregen bij respectievelijk 31, 86 en 127 personen. Bij 2% met een FINDRISC-score van 7-11, werd een HbA1c-waarde van 6,5% of meer gevonden. Bij 23% van deze groep lag de HbA1c-waarde tussen 5,7 en 6,4%. 54% van de deelnemers bleek niet elke dag 30 minuten te bewegen. 3.5 Conclusie De FINDRISC-vragenlijst is een goede en eenvoudige tool om te gebruiken in de apotheek bij het inschatten van het risico op diabetes mellitus type 2. Het is voor de apotheker mogelijk om op basis van de FINDRISC-score patiëntgericht levensstijladvies te geven. Een combinatie van de FINDRISC-vragenlijst met een andere biochemische marker blijft nodig om een juistere inschatting te maken.

Keywords


Dissertation
PRINCESS trial - Paediatric drug dosing: competence of pharmacists - Een onderzoek naar de kennis van openbare apothekers over genee smiddelengebruik bij kinderen
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

ACHTERGROND Geneesmiddelen bij kinderen is en blijft een domein waartegen zorgverleners fouten maken. Om dit zoveel mogelijk te vermijden, moeten apothekers hun rol hierin opnemen. Deze omvat het opmerken en corrigeren van gemaakte fouten, alsook het vermijden van bijkomende fouten. Hierrond bestaan al veel internationale onderzoeken, maar in België werd hiernaar nog geen onderzoek gedaan. ONDERZOEKSVRAAG In welke mate kunnen Nederlandstalige apothekers uit België pediatrische voorschriften en vragen rond geneesmiddelen bij kinderen volledig en correct beoordelen en afhandelen? Welke invloed heeft een ondersteuningspakket op de kennis van de apothekers? METHODEN Fase 1 toetste de kennis van apothekers aan de hand van een online vragenlijst. Dit gebeurde met behulp van casussen met open vragen en meerkeuzevragen over dosering, toediening en bewaring van geneesmiddelen bij kinderen. In fase 2 werd een online ondersteuningspakket ontwikkeld over geneesmiddelen bij kinderen op basis van de resultaten uit fase 1. Een pilootgroep van apothekers testte dit ondersteuningspakket, semigestructureerde interviews bevroegen hun ervaring. RESULTATEN De vragenlijst uit fase 1 werd vervolledigd door 56 apothekers. Gemiddeld behaalden ze een score van 11,61 op 20 op de vragen bij de casussen, 16,07% (9/56) van de apothekers behaalde een onvoldoende. Drie apothekers namen het ondersteuningspakket door en stemden in met een interview. Alle drie vonden ze het materiaal zeer leerrijk en waardeerden ze het interactieve format. CONCLUSIE Er is zeker nog ruimte voor evolutie in de kennis van de apothekers over geneesmiddelen bij kinderen. Een ondersteuningspakket zou dit eventueel tot verwezenlijking kunnen brengen. Hiervoor is echter verder onderzoek op grotere schaal nodig.

Keywords


Dissertation
Uncertainties in gene therapy: evaluation according to the opinion of clinical experts
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Introduction Many uncertainties regarding the use of gene therapy have already been described in the current literature such as the short-term clinical benefits, the durability of the effect, the safety, the cost-effectiveness and the combination with other therapies. However, little is known about the perspective of the Belgian physicians around these uncertainties. Aim This study investigated the uncertainties surrounding gene therapy according to Belgian clinical experts. The ultimate goal of this research was to identify and quantify uncertainties related to gene therapy in order to enable final approval and reimbursement. Methods In this qualitative study, semi-structured interviews were conducted with physicians active in a field where gene therapies are available or will be available in the near future. In total fourteen Belgian physicians and one Dutch physician participated in this research. The interviews were audio-recorded and transcribed ad verbatim. Afterwards, the data were analysed with framework analysis. Results During the interviews, several uncertainties regarding gene therapy were discussed. As described in the literature, questions about long-term efficacy, cost-effectiveness and long-term safety of gene therapy often remained unanswered. Furthermore, challenges exist regarding clinical trial designs such as the determination of the right dose, finding the right inclusion and exclusion criteria, dealing with a limited number of patients and the lack of randomisation. Also, determining the appropriate time and phase of the treatment appeared to be a barrier. A final uncertainty exists about the production process. The ability to produce a potential gene therapy is still limited since it remains uncertain whether a company can launch it in a sustainable manner. Conclusion Most clinical experts usually are willing to administer gene therapy to patients if a good follow-up is ensured and the patient is well informed, despite the existing uncertainties. Manufacturers, EMA and HTA bodies could use physicians’ opinions and questions to evaluate gene therapy.

Keywords

Listing 1 - 10 of 321 << page
of 33
>>
Sort by