Narrow your search

Library

KU Leuven (103)


Resource type

dissertation (103)


Language

Dutch (56)

Undetermined (29)

English (18)


Year
From To Submit

2013 (29)

2012 (45)

2011 (29)

Listing 1 - 10 of 103 << page
of 11
>>
Sort by

Dissertation
Phenotypic characterization of high- and low-melezitose secreting clones in the black bean aphid, Aphis fabae
Authors: --- ---
Year: 2012 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Knockdown van MCT8 tijdens de vroege ontwikkeling van het optisch tectum bij de kip
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Schildklierhormonen (THs) spelen een essentiële rol tijdens de neurogenese in gewervelden. Tijdens de vroege neurogenese is een juiste TH-balans noodzakelijk voor het sturen van cellulaire processen zoals migratie en differentiatie. De controle van de lokale intracellulaire TH-status is daarbij afhankelijk van een complex samenspel van regulatoren zoals TH-transporters, dejodasen en receptoren. Disfunctie van een van deze regulatoren leidt tot een verstoorde TH-balans, met als gevolg verstoring van deze cellulaire processen. In deze thesis wordt de rol van de specifieke TH-transporter monocarboxylaat transporter 8 (MCT8) in neuronale migratie en differentiatie in het optisch tectum (OT) van de kip bestudeerd, en dit door middel van RNA-interferentie (RNAi).Daarvoor werd de thesis onderverdeeld in drie delenIn het eerste deel trachtten we transfectie met een pRFPRNAi-plasmide door middel van elektroporatie te optimaliseren. De beste resultaten werden bekomen met elektroporatie op een E3.5-embryo met de punt- en plaatelektrode horizontaal gehouden boven en onder de kop, respectievelijk. De instellingen die gebruikt werden waren een elektrisch veld van 12-15V in 6 pulsen van 60ms en een saline-oplossing en dunne laag gel rond de elektroden ter bescherming van het weefsel.In het tweede deel konden we met behulp van in situ hybridisatie (ISH) kwalitatief vaststellen dat er Knockdown (KD) van MCT8 in het OT was op de plaats van transfectie. Dit bewijst dat het MCT8-RNAi-construct in vivo mRNA-expressie kan onderdrukken.In het derde en laatste deel bestudeerden we het resulterende fenotype, meer bepaald neuronale differentiatie en migratie, door vergelijking van neuronen in getransfecteerd en onbehandeld weefsel in hetzelfde embryo. De eerste resultaten die kwalitatief bestudeerd werden wijzen niet meteen op grote verschillen, alhoewel een grondigere analyse nodig is.

Keywords


Dissertation
Infectiepatronen en immuunrespons van de driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus) bij parasietinfectie met Gyrodactylus gasterostei
Authors: --- --- ---
Year: 2012 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
De rol van MMP-3 in visuele corticale plasticiteit
Authors: --- ---
Year: 2012 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Genetische diversiteit en levensvatbaarheid van de laatste populaties van de Siciliaanse hyacint Leopoldia gussonei
Authors: --- ---
Year: 2011 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Rol van de twee type 3 dejodaseparalogen in de vroege ontwikkeling van de zebravis (Danio rerio)
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De laatste jaren steeg de hoeveelheid kennis over de rol van schildklierhormonen (TH’s) in de ontwikkeling van teleosten mede door de opkomst van de zebravis als modelorganisme, die de juiste eigenschappen bezit om zulk onderzoek mogelijk en aantrekkelijk te maken. Deze thesis draagt bij tot deze evolutie door te focussen op de rol van het TH-inactiverende dejodase D3 en zijn recent ontdekte paraloog D3a, tijdens de vroege ontwikkeling van de zebravis. We onderzochten de rol van deze enzymen door middel van tijdelijke gen-knockdown, bekomen via injectie van specifieke morfolino-antisense oligonucleotiden. Een algemene ontwikkelingsachterstand werd waargenomen in zowel D3- als D3a-knockdown-embryos, aangetoond door een kleinere oppervlakte van oog en oor, en een vertraagde zwemblaasinflatie. De achterstand in zwemblaasontwikkeling werd sneller ingehaald in D3a-knockdown-embryos. Dit konden we linken aan de resultaten van D3-enzymactiviteitsmetingen van onze onderzoeksgroep, die aantoonden dat de D3-activiteit op 72 hpf in D3-knockdown-embryos aanzienlijk lager ligt in vergelijking met D3a-knockdown-embryos. Met behulp van whole mount in situ hybridisatie konden we een zwemblaasprimordium lokaliseren in D3-knockdown-embryos op 55 hpf, maar paraffinecoupes op 72 hpf wezen op een afwijkende zwemblaasmorfologie in deze embryo’s. We suggereerden dat D3-knockdown een langduriger defect in zwemblaasontwikkeling veroorzaakt als D3a-knockdown. We stelden daarnaast vast dat een teveel aan TH’s door D3-knockdown nefast is voor de leverontwikkeling. Deze resultaten, samen met de resultaten voor zwemblaasontwikkeling, deden ons vermoeden dat dit negatieve effect voor meerdere endoderm-afgeleide structuren kan gelden.Via een immunohistologische kleuring onderzochten we de ontwikkeling van de kegeltjes in het oog op 3 dpf in D3- en D3a-knockdown-embryos. We zagen duidelijk minder kegeltjes in de D3-knockdown-embryos in vergelijking met de controleconditie, terwijl het effe...

Keywords


Dissertation
Temporele variatie in de effecten van habitatfragmentatie op Gymnadenia conopsea : Een vierjarige studie in de Viroin vallei
Authors: --- ---
Year: 2012 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Pesticiden en hittegolven: een dodelijke cocktail?
Authors: --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In dit onderzoek werd nagegaan wat de gevolgen zijn van pesticiden en hittegolven op de fitness in de waterjuffer Ischnura elegans. Meer concreet werd bij populaties van verschillende latitudes onderzocht wat de effecten van een larvale blootstelling aan chloorpyrifos, al dan niet in combinatie met voedselstress, waren overheen de metamorfose. Vervolgens werd nagegaan hoe deze stressoren de gevoeligheid voor een hitteschok beïnlvoedden. De parameters die hiervoor werden onderzocht, waren de mortaliteit, de ontwikkelingstijd, de massa bij uitsluipen, de groeisnelheid en de vliegcapaciteit. Aansluitend werd ook het vetgehalte en de fenoloxidase-activiteit bestudeerd.Voor dit onderzoek werden waterjuffers gebruikt afkomstig uit Frankrijk en Zweden. De larven werden in hun laatste larvale stadium blootgesteld aan chloorpyrifos (2 µg / l) en hierbij werden drie blootstellingsregimes (controle ; 16 dagen blootstelling ; volledige F0 blootstelling) gebruikt om na te gaan of er een effect was van de blootstellingsduur. Bijkomend werden de larven al of niet blootgesteld aan suboptimale voedselomstandigheden. De dag na het uitsluipen onderging de helft van de dieren een hitteschok (24u op 30°C).Chloorpyrifos had een negatief effect op de fitness van de waterjuffers en zorgde voor een verlaging in massa, vetgehalte en PO-activiteit en voor een verhoging van het vochtgehalte. Opmerkelijk hierbij was dat de blootstellingsduur geen effect had. Verder had ook de hitteschok negatieve fitnesseffecten door een verlaging van de massa, het vochtgehalte, het vetgehalte en de PO-activiteit. De effecten van chloorpyrifos en de hitteschok waren sterk afhankelijk van de latitude en het voedselregime. Zo zorgde voedselstress voor een versterking van de effecten en waren de Franse populaties gevoeliger dan de Zweedse. Tenslotte bleek er een interactie te bestaan tussen het pesticide en de hitteschok met de sterkste fitnessafname in dieren die aan beide werden blootgesteld. De neatieve e...

Keywords


Dissertation
Phenotypic differentiation in the damselfly Ischnura elegans between edge and core populations due to range expansion
Authors: --- --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

When climate conditions change, due to global warming, all species can react in a variety ofways; adapting to the new climate in situ, migrating to new suitable habitats by tracking theclimate changes or a combination of the above. When species do expand their rangesevolutionary changes can occur at the range front (Hill et al., 2011). An increase in dispersalability has, for example, been documented in edge populations in many insect taxa (Simmonsand Thomas, 2004) (Thomas et al., 2001), as well as an increased growth rate (Phillips, 2009).We used the polymorphic damselfly Ischnura elegans to search for such evolutionary changesbetween edge populations, situated at the northern range margin of the species, and corepopulation, situated approximately 200 km to the south. Our hypotheses were that we wouldfind a higher growth rate, associated higher larval activity, a higher fat content and musclemass and higher allocation towards the thorax in adults and a higher frequency of the typicamorph in the edge populations. During our research we had to keep in mind that it waspossible that the changes we might find were not created be an edge-core differentiation, butby countergradient variation. This is why we calculated the number of degree-days whichresulted in a very similar, and even slightly lower number of degree-day for the corepopulation. Meaning that changes between the edge and core populations could not be causedby a countergradient pattern but would therefore most likely be caused by the range expansionprocess per se. Our behavioural results showed an increased growth rate in the edgepopulations which could probably be explained by a decrease of energy spend moving aroundresulting in an increase in energy available for growth and more foraging resulting in a higherfood intake in the edge populations. We also found that the bulk of the fat and muscle masswas always allocated into the body part responsible for movement in each life stage. Meaningwe found a shift...

Keywords


Dissertation
Geografische variatie in bloemmorfologie : Een studie van een distyle soort, Pulmonaria officinalis
Authors: --- --- ---
Year: 2013 Publisher: Leuven : K.U. Leuven. Faculteit Wetenschappen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Tweeslachtige planten bevatten mannelijke en vrouwelijke seksuele organen in één bloem. Om zelfbestuiving en inteeltdepressie te voorkomen hebben deze planten verschillende kruisbestuivingmechanismen ontwikkeld. Heterostylie is een uitkruissingmechanisme met stijlpolymorfisme. Deze planten bevatten een morfologisch en fysiologisch mechanisme om zelfbestuiving te voorkomen en kruisbestuiving te promoten via dierlijke bestuivers. Morfologisch zijn ze gekarakteriseerd door een reciproke positie van helmknoppen en stempel(s) in twee (distylie) of drie (tristylie) verschillend stijltypes. Zelf-incompatibiliteit is een fysiologisch mechanisme ter hoogte van de stempel of stijl wat er voor zorgt dat pollen afkomstig van dezelfde morf (stijltype) niet kunnen kiemen. Op deze manier wordt zelfbestuiving voorkomen. Op deze twee mechanismen kunnen variaties optreden tussen populaties binnen eenzelfde soort. Dit is het geval voor de distyle soort van dit onderzoek. Bestuivingsexperimenten toonde aan dat de L-morf van Vlaamse P. offficinalis populaties een zwak incompatibiliteitsysteem heeft. De West-Duitse populaties daarentegen zijn strik incompatibel in beide morfen. De geografische ligging kan ook een invloed hebben op de voortplanting van soorten. Biogeografische modellen voorspellen dat populaties aan de rand van een verspreidingsgebied kleinere populaties zijn met gereduceerde bloemgrootte en herkogamie ten opzichten van kernpopulaties. In dit onderzoek bestudeerden we variaties op de bloemmorfologie en vooral het morfologisch uitkruisingssysteem tussen 30 populaties in drie verschillende geografische gebieden. Er werden 12 morfologische bloemkenmerken vergeleken tussen randpopulaties (gelegen in West-Duitsland), kernpopulaties (in Oost-Duitsland) en gefragmenteerde populaties (in Vlaanderen) buiten het natuurlijk verspreidingsgebied. Bovendien vertoonden de populaties ook variatie in de populatiekenmerken morf ratio en populatiegrootte. Een gelijke frequentie van bei...

Keywords

Listing 1 - 10 of 103 << page
of 11
>>
Sort by