Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Tijdens vroege neurale ontwikkeling nemen voorlopercellen deel aan de regulerende pathways die betrokken zijn bij cell fate beslis singen en weefsel patterning. Hoewel veel factoren van deze regulerende pathways reeds bekend en onder zocht zijn, blijven er nog veel ongeïdentificeerd. Wij maken gebruik van Drosophila als een model organisme om de moleculai re mechanismen die vroege neurogenese controleren, te vinden en te onder zoeken. Drosphila is een uitstekend modelorganisme om mutanten te selecteren die betrokken zijn bij neurogenese; het perifere zenuwstelsel (PNS) van Dro sophila heeft externe kenmerken die het mogelijk maken om mutaties die e en invloed hebben op de normale ontwikkeling van het PNS eenvoudig waar te nemen. Drosophila bristles (uitwendig gedeelte van het sensorische orgaan) en d e Drosophila facet ogen werden uitgebreid gebruikt om te zoeken naar en mutaties te bestuderen die invloed hebben op normale neuronale ontwikkel ing. In dit werk onderzoeken we ato, een proneuraal gen in Drosophila. Ondanks het feit dat we weten waar en wanneer ato genen nodig zijn in de ontwikkeling van het perifere zenuwstelsel van Drosophila en hoe ze interageren met Notch signaling om sensorische orgaan precursoren (SO P) te selecteren, blijven de mechanismen die hun activiteit mediëren bin nen in de SOP’s en hun specificiteit in het induceren van neuronale diff erentiatie, grotendeels onbekend. Wij zijn overgegaan tot een computer- ondersteunde genetische screen om dominante modifiers van ato te vinden. Eerst valideerden we deze computationele prioritisatie methode, gen aamd HIGHFLY-ENDEAVOUR en toonden aan dat hiermee biologisch zinvolle pr ioritisaties kunnen worden verkregen; vervolgens gebruikten we deze meth ode om de genen te prioritizeren die gelegen zijn in grote deleties. Van deze deleties werd aangetoond dat ze ato modificeren. Zo waren we in staat om de genen te selecteren die verantwoordelijk zijn voor deze modificatie en we vonden 18 dominante modifiers van ato. Het tweede doel van dit werk was het creëren van een tool om ato te best uderen in zijn endogene locus. Dit werd gedaan door ato in zijn end ogene locus, via ends-out homologe recombinatie te vervangen door een RM CE (Recombinant Mediated Cassette Exchange) docking site. Deze RMCE docking site laat toe om efficiënt de ato locus te targetten e n we verkregen een efficiëntie van 10%. We gebruikten deze tool, die we IMAGO (Integrase-Mediated Approach for G ene Knock-out) noemden, om ato te targetten met een construct dat het genereren van postmitotische klonen in Drosophila toelaat