Listing 1 - 10 of 47 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
België is steeds “op coöperatieve wijze” gedecentraliseerd geweest, d.w.z. volgens de ideeën van het “coöperatieve federalisme”. Dit is de denkschool die ervan uitgaat dat overheden spontaan de welvaart van hun inwoners maximaliseren. Sommige van deze ideeën zijn waardevol met het oog op een beleid dat afgestemd is op geografisch verschillende voorkeuren, en dat sterke en geografisch gelijk verdeelde economische groei, begrotingsdiscipline en een zuinig overheidsbeslag op alle overheidsniveaus bevordert. Maar dat geldt waarschijnlijk nog meer voor de ideeën van het “competitieve federalisme”. Dit is de denkschool die ervan uitgaat dat overheden spontaan eerder hun eigen welvaart dan die van hun inwoners maximaliseren. De ideeën van het competitieve federalisme domineren in de hiernavolgende aanbevelingen, die een verhoging van de belastingautonomie van de gewesten en gemeenschappen (G&G) aanbevelen. Zij hebben als bedoeling België om te vormen naar een mengvorm van “coöperatief federalisme” en “competitief federalisme”, zoals b.v. Zweden en Zwitserland. Het gros van onze aanbevelingen hebben betrekking op de ontvangstenzijde van de begroting en niet op de uitgavenzijde.
Choose an application
In een recente Vives-studie werden de intergewestelijke publieke financiële stromen van Vlaanderen naar Wallonië voor het jaar 2007 berekend op 5,7 miljard euro. Hierbij werd rekening gehouden met de drie traditionele luiken van de transferberekening, zijnde de stromen vervat in (1) de federale overheidsuitgaven buiten de sociale zekerheid, (2) de Bijzondere Financieringswet (BFW), en (3) de sociale zekerheid. Echter, de rente-uitgaven als bron van intergewestelijke transfers werden niet meegerekend. In deze bijdrage geven we eerst een methode om deze transfers te berekenen en vervolgens berekenen we de transfers die veroorzaakt werden in België door intrestlasten op de federale overheidsschuld in 2007.
Choose an application
Door het recente politieke akkoord over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) en over de herziening van de Bijzondere Financieringswet (BFW) zou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) vanaf 2012 een extra toelage van 134 miljoen euro verkrijgen, die zou oplopen tot 461 miljoen euro in 2015. Hiervan zou 228 miljoen vrij te besteden zijn. De politiek-economische literatuur wijst op een aantal perverse effecten die kunnen optreden inzake dergelijke toelagen tussen overheidsniveau’s, in het bijzonder de politisering van de verdeling ervan. In deze bijdrage gaan we na wat het effect van politisering is op een deel van de middelen die het BHG vrij kan besteden, namelijk op dat deel van haar begroting waarmee zij op discretionaire wijze haar gemeenten betoelaagt, alsook op de discretionaire toelagen die de Brusselse gemeenten van andere Belgische overheden ontvangen. Hiervoor maken we gebruik van gedetailleerde financiële gegevens van de 19 Brusselse gemeenten voor de periode 2001-2008. Op basis van een econometrische analyse vinden we dat niet alleen socio-economische factoren een impact hebben op de financiële stromen naar de 19 gemeenten, maar daarenboven dat de gemeenten waarin PS, Ecolo en MR aan het bestuur deelnemen additionele financiële stromen ontvangen, met het sterkste effect voor de PS. Deze analyse suggereert ten eerste dat in de mate dat de recent overeengekomen herfinanciering van het Brussels Gewest zal omgezet worden in bijkomende discretionaire toelagen aan de Brusselse gemeenten, de PS waarschijnlijk de politieke winnaar zal zijn van deze herfinanciering. Een tweede, belangrijker besluit is dat politieke variabelen één van de verklaringen vormen voor de verdeling van financiële stromen naar de lagere overheden van het Brussels Gewest in het bijzonder, en in België in het algemeen. Het risico van politisering is een nadeel van dotatiefinanciering van overheden
Choose an application
Choose an application
De verkiezingsuitslag verschilde nog nooit zoveel tussen Vlaanderen en Franstalig België als tijdens de afgelopen verkiezingen. In België lijkt een regionaal sterk verschillende federale verkiezingsuitslag de centrale regeringsvorming meer te vertragen dan in andere federale en sterk gedecentraliseerde landen, en ze lijkt er ook een groter probleem te zijn. Dit komt onder meer doordat in België de federale overheid, ook na zes staatshervormingen, nog altijd veruit de belangrijkste Belgische overheid is.Verschillende stemmen roepen op tot confederalisme, maar dit lijkt ironisch genoeg de Belgische federale impasse niet te zullen oplossen. Immers, confederalisme houdt onder andere in dat een geografisch afgebakende minderheid federale wetswijzigingen kan tegenhouden. Al sinds de staatshervorming van 1970 kan in België de Franstalige minderheid dit doen (evenals, uiteraard, de Vlaamse meerderheid).
Choose an application
I analyse the relationship between the geographic distribution of the government budget on the one hand and the geographic distribution of political power and government popularity on the other hand in Belgium. In a 1st chapter I find evidence that a Belgian federal electoral district receives more social spending and/or pays less income taxes with every federal minister having been elected in that district. In a 2nd chapter I present a method for calculating net fiscal transfers between the 3 regions of Belgium resulting from interest payments on the federal debt, and I calculate that this method results in considerably larger net fiscal transfers from the Flemish region to Francophone Belgium than previously calculated. In a 3rd chapter I do find statistically robust evidence that votes in favour of political parties forming the federal government increase less in the Flemish region than in Francophone Belgium if social spending increases or income taxation decreases. This could be because Flemish voters are not or hardly aware that the ensuing increase in the federal debt increases net fiscal transfers from Flanders to Francophone Belgium. In a 4th chapter I find evidence for a number of political parties that intergovernmental grants to a municipality located in the Brussels region increase (decrease) if this municipality is governed (not governed) by the same political party as the subsidising government(s). In a 5th chapter I find evidence that a Belgian supra-local government increases its deficit if its number of ministers increases. This causal link however is not statistically robust for public expenditures.
Choose an application
In de vorige VIVES-beleidspaper “Naar een deblokkering van de Belgische federale overheid” (Jennes 2019a) stelden we al voor om écht federalisme in te voeren, om België écht te decentraliseren, zodat aanslepende federale regeringsvormingen een kleinere impact zouden hebben. In de voorliggende beleidspaper geven we deze echte decentralisatie gestalte. Door een sterkere decentralisatie zou het Belgische federale one size fits all beleid bovendien wellicht minder ongenoegen oproepen. Het bestaan van dit ongenoegen bleek nog maar eens uit de recentste federale verkiezingsuitslagen, en dat deze uitslagen regionaal sterk verschilden suggereert ook dat het federale beleid geen enkele regio van België op zijn wensen en noden bedient. Sterker nog, dat op het Belgische federale niveau een kleine -geografisch afgebakende- minderheid van de bevolking volstaat om nieuw beleid tegen te houden lijkt op federaal vlak zelfs tot beleidsimmobilisme te leiden.
Listing 1 - 10 of 47 | << page >> |
Sort by
|